Voorwoord
Voordat ik mijn profielwerkstuk presenteer wil ik eerst vertellen wat mijn persoonlijke redenen zijn voor de keuze van het onderwerp. Tevens wil ik ook een paar mensen bedanken.
De rede dat ik dit onderwerp heb gekozen is simpel. Ik heb erg genoten van de excursie naar Burger’s Zoo. Het leek mij erg leuk om het onderzoek dat wij daar hebben verricht uit te werken.
Ook leek het mij erg leuk om nog eens wat dieper in te gaan op sommige onderwerpen. Ik ben begonnen met wat boeken te huren van Frans de Waal. Ik ben deze gaan lezen en toen kwamen de ideeën vanzelf.
Ik wil graag mijn moeder bedanken, ze heeft me steeds gesteund door me aan het werk te zetten, ook in de periode dat het wat slechter ging met mijn werkstuk. Ook al vond ik het niet altijd even leuk, ik ben haar heel erg dankbaar. Ook wil ik Lidewij van den Berg graag bedanken, ze heeft mij enkele tips gegeven bij het maken van mijn profielwerkstuk.
Inleiding
Mijn onderwerp is de chimpansee. Omdat dit nogal een kort begrip is zal ik nader toelichten waar mijn profiel werkstuk over gaat.
Als basis voor dit profielwerkstuk heb ik het onderzoek in Burger’s Zoo genomen. Dit heb ik wat meer uitgewerkt en vergeleken met de wijze van onderzoeken van Frans de Waal. Vervolgens ben ik wat andere boeken van Frans de Waal door gaan bladeren en heb ik een aantal andere erg interessante onderwerpen gevonden.
Allereerst begin ik met wat inleidende informatie, dat gaat over de algemene eigenschappen van de chimpansees. Vervolgens ga ik mijn eigen onderzoek uitleggen en verklaren en het vertoonde gedrag weergeven. Daarna leg ik dit naast het onderzoek van Frans de Waal. Ten vierde ga ik bewijzen met behulp van de argumenten van Frans de Waal dat cultuur bij dieren, in mijn geval chimpansees, wel degelijk aangetoond kan worden. Om het profielwerkstuk nog wat aan te vullen heb ik enkele citaten verzameld.
De volgende hoofdvraag gebruik ik voor mijn werkstuk:
Welk gedrag vertoont de chimpansee?
De volgende deelonderwerpen die erbij zullen helpen om tot een antwoord op de hoofdvraag te komen zijn:
- algemene eigenschappen - eigen onderzoek - gedrag bij eigen onderzoek - onderzoek van Frans de Waal - gedrag van de apen bij dit onderzoek - cultuur bij chimpansees
Tot slot zal ik uit mijn deelonderwerpen een conclusie trekken, hiermee probeer ik de hoofdvraag zo nauwkeurig mogelijk proberen te beantwoorden. Dit zal ik verwezenlijken in de conclusie van mijn profielwerkstuk.
Tijdsplanning
Het opzoeken van informatie en plaatjes op het internet: 3 uur
Naar de bibliotheek en boeken uitzoeken: 1 uur
Boeken doorlezen en de hoofdzaken eruit halen, zodat er een hoofdvraag en deelonderwerpen naar boven komen: 5 uur
Voorwoord: 30 minuten
Inleiding, hoofdvraag en deelonderwerpen uitwerken: 2,5 uur
Hoofdstuk 1: 1 uur
Hoofdstuk 2: 2 uur
Hoofdstuk 3: 3 uur
Hoofdstuk 4: 5 uur
Hoofdstuk 5: film duurt 2 uur, uitwerking ongeveer 2 uur
Hoofdstuk 6: ongeveer 1,5 uur
Conclusie: 2 uur
Literatuurlijst:1 uur
Alle puntjes op de i zetten; extra informatie, taalfouten eruit halen, zinsopbouw verbeteren, opzet aanpassen: 4 uur
Bijlagen sorteren en nummeren, toelichting: 2 uur
Hoofdstuk 1
Inleidende informatie over de chimpansee
De wetenschappelijke naam van de chimpansee is Pan troglodytes. Men onderscheidt twee soorten; de ‘gewone’ chimpansee en de bonobo of ook wel de dwergchimpansee genoemd. Eerst zal ik wat gaan vertellen over de ‘gewone’ chimpansee. De chimpansee komt uit het laagland van Sénégal tot Noordwest- Tanzania. Het gebied waarin ze leven is in bomen en op de grond. De chimpansee is een krachtige, maar naar verhouding slank gebouwde, aap (lichaamslengte 65–95 cm, gewicht 30–60 kg). Deze soort heeft een groot, nu sterk verbrokkeld, verspreidingsgebied en er kunnen drie ondersoorten onderscheiden worden. De vormen zijn echter niet altijd scherp te scheiden, ook al door de opvallende individuele variatie. De dunne pels is zwart. Het gezicht van de chimpansee is roze. Zo ook de handen en de voeten. Naarmate de chimpansee ouder wordt, zullen deze zwart kleuren. De chimpansee spreekt het meest aan bij de mensen, omdat de chimpansee een zeer expressievol gezicht heeft. De verschillende grimassen van een chimpansee hebben echter een andere betekenis dan logisch is. Hier een paar voorbeelden van:
Opwinding Verdriet Angst De jongen hebben een karakteristiek bosje wit haar op de staartstreek. De wijfjes zijn kleiner dan de mannetjes. Een bronstig vrouwtje vertoont sterk opgezwollen achterdelen, die een signaalfunctie hebben. De bronst treedt bij het vrouwtje periodiek op. Als het voorafgaande jong blijft leven, wordt pas na 3–5 jaar een nieuw jong geboren (draagtijd 230–240 dagen, met variatie van 210–278 dagen). De baby weegt bij de geboorte 1,8–2,5 kg en is zeer afhankelijk van het moederdier. Er bestaat een hechte, jarenlang durende, moeder - kind binding. De mannelijke dieren bereiken na 7–10 jaar geslachtsrijpheid, de vrouwtjes al na 6–9 jaar; in dierentuinen zijn chimpansees tot 50 jaar oud geworden. Chimpansees leven sociaal, maar vormen geen echt vaste groepsverbanden. De groepen (clans, van 25–60 of meer dieren, meestal gesplitst in kleinere eenheden) worden geleid door een al wat ouder mannetje. De chimpansees zijn meestal niet allemaal familieleden bij elkaar. Op de grens van de territoria kunnen regelrechte kleinschalige oorlogen gevoerd worden. Chimpansees zijn uitgesproken grondbewoners van het oerwoud en de aangrenzende savannen; vooral in min of meer open typen van wouden blijken zij zich thuis te voelen. De niet aflatende jacht (chimpanseevlees is zeer in trek in Midden-Afrika) heeft ze gedwongen de meest ontoegankelijke delen van het woud op te zoeken. Chimpansees voeden zich over het algemeen met plantenkost, vooral vruchten; kleinere apen en antilopen (vooral jongen) worden echter regelmatig gevangen, terwijl ook bepaalde insecten zoals termieten, tot het menu behoren. \'s Nachts worden slaapnesten van takken in de bomen gebouwd. Talrijke onderzoekingen en waarnemingen hebben de betrekkelijk grote intelligentie en het uitgesproken aanpassingsvermogen van deze dieren aangetoond. Zij beschikken over talrijke geluiden (uitgesproken luidruchtige dieren) naast een rijke gebarentaal (o.a. voetstampen); ook wordt getrommeld op boomstronken. In West-Afrika is de chimpansee de laatste jaren hier en daar zeldzaam geworden; ook in Midden-Afrika wordt zijn voortbestaan bedreigd. Ondanks officiële bescherming is het dier nog steeds een geliefd jachtwild; ook de vraag naar exemplaren voor medisch onderzoek en circussen is nog nauwelijks afgenomen (om een jong te vangen dient de moeder gedood te worden). Clandestiene export is moeilijk te onderdrukken; rehabilitatieschema\'s lijken echter succes te hebben. Naast de mens is de panter de enige natuurlijke vijand. Ook kaalslag van het oerwoud is een bedreigende factor. Fokkerij in dierentuinen en apenkolonies is tegenwoordig een normale zaak; het houden van chimpansees in grote groepen heeft veel gegevens betreffende het sociale gedrag opgeleverd (o.a. in Burgers\' Dierenpark, Arnhem). Aan het veldonderzoek in Afrika, waardoor vooral Jane Goodall bekend geworden is, heeft ook de Nederlander Adriaan Kortlandt bijgedragen. De bonobo of dwergchimpansee is pas bekend sinds 1929, hoewel al eerder soorten in de dierentuin te zien waren. Onder andere in Artis. Deze mensaap is kleiner dan de andere soort en is over het algemeen fijner gebouwd. De lichaamslengte ligt tussen de 55 en 85 centimeter. Het gemiddelde gewicht ligt tussen de 25 en de 45 kilo. De huid van de bonobo is ook zwart, de oren zijn naar verhouding veel minder groot dan bij de gewone chimpansee. De tweede en derde teen zijn meestal met elkaar vergroeid; de armen zijn relatief lang. Ook in talrijke gedragselementen wijkt de bonobo af van zijn grotere neef; de paring vindt van voren plaats in plaats van van achteren. Na een draagtijd van 230–240 dagen wordt een jong van 1 tot 1,5 kilo geboren. De bonobo leeft in groepen van 6 tot 15 het tropisch regenwoud. Ze leven echter niet in de buurt van de ‘gewone’ chimpansee. De bonobo is minder luidruchtig in zijn optreden en is een vruchteneter. Over de bonobo in het wild is nog weinig bekend. In de dierentuin is de bonobo ook een zeldzame soort. Hij is echter wel goed te fokken.
Hoofdstuk 2 Eigen onderzoek
§1 Het onderzoek
Om het eigen onderzoek goed uit te leggen maak ik van de twee experimenten die we gedaan hebben twee kleine ‘verslagen’. Ik heb dit gedaan op de manier uit Biologie voor jou havo A, Thema 1, basisstof 2.
Eerste experiment:
Inleiding
We zijn met school naar de Burger’s Zoo geweest, om het gedrag van chimpansees te onderzoeken. Iedereen kreeg een eigen aap toegewezen die gevolgd moest worden. Je moest het onderzoek in tweetallen doen. Danielle en ik kregen de aap Sabra met haar jong toegewezen. Ze hield haar jong de hele tijd bij zich. Het jong kon nog niet alleen uit de voeten. Tien minuten lang moesten we deze aap volgen en om de 30 seconden aangeven op een plattegrond waar de aap op dat moment zich bevond. Als probleemstellig kun je hier formuleren ‘Hoe gaat Sabra om met de andere chimpansees?’
Een hypothese kan je hier niet bij geven want je weet nog niet hoe Sabra is in haar omgang.
Werkplan
We kregen een plattegrond van de ruimte waar de apen in zaten. Gedurende tien minuten gaven we hier op aan waar de aap zich op dat moment bevond.*
Resultaten
De proef is goed verlopen. Sabra was is een hele rustige aap. Ik denk dat het komt doordat ze haar jong continu bij zich draagt. Onze plattegrond hebben we overgetrokken op een sheet zodat we duidelijk konden zien waar ze was geweest.* Iedereen had zijn plattegrond overgenomen op sheet. Je kon de plattegronden over elkaar heen leggen en zo heel duidelijk zien bij welke apen Sabra allemaal in de buurt is geweest. In de buurt geweest zijn betekent in de straal van twee meter. We hadden een cirkeltje op schaal die we op de punten konden leggen om duidelijk te kunnen zien hoe dicht de apen bij elkaar waren.
Sabra was vaak bij één bepaalde aap in de buurt. Een verzorger vertelde ons later dat het haar andere dochter was. Sabra is in punt 19 in contact geweest met de aap Joeri. Op punt 1 tot en met 5, 6 tot en met 12, 7 tot en met 10, 13 tot en met 15 en op punt 18 is Sabra in contact geweest met Soona (haar dochter).*
Conclusie Ik vond dit een erg leuk practicum om te doen. We hebben door middel van het gemaakte associatie diagram een duidelijk overzicht van het contact van de apen.* Omdat ik geen verwachtingen kon weergeven bij dit onderzoek kan ik nu ook niet zeggen of de hypothese wel of niet is uitgekomen. Ik zou het experiment graag nog een keer uit willen voeren, helaas was dit niet de bedoeling van onze opdracht. Ik kan nu dus helaas niet zeggen of bij een tweede keer dezelfde resultaten uit de bus zouden kunnen komen. We hebben op onze excursie naar Burger’s Zoo nog een onderzoek bij de chimpansees gedaan. Helaas was onze aap dit keer erg ‘eigenwijs’, ze deed niet veel waardoor we geen enkel resultaat in konden voeren en dit experiment ‘mislukt’ is verklaard voor ons.
Tweede experiment:
Inleiding
Voordat we aan het tweede experiment zijn begonnen werden ons een aantal papieren uitgedeeld waar informatie over het sociale gedrag van chimpansees op stond.*
Werkplan
We kregen een schema met gedragskenmerken van de apen en toen moesten we weer tien minuten lang de apen bekijken en invullen welk gedrag jouw aap vertoonde. *
Resultaten Vanaf het begin tot het eind van het tweede experiment ging Sabra in een hoekje zitten. We hebben dus geen sociaal gedrag kunnen aanschouwen bij Sabra. Dit vind ik persoonlijk erg jammer.
Conclusie Gelukkig hebben mijn klasgenoten wel sociaalgedrag kunnen aanschouwen bij hun aap en hebben we wel een ingevuld schema.*
§2 Welk gedrag vertoonden de chimpansees? Omdat ik graag de resultaten van Frans de Waal en ons onderzoek met school wil vergelijken, gebruik ik de observaties van mijn klasgenoten bij het tweede experiment. In een schema staan welk sociaal gedrag de apen tegenover elkaar vertoonden. Ik gebruik alleen het tweede experiment. Daarin zie je heel duidelijk wat voor gedrag er werd vertoond. Er komt heel veel positief sociaal gedrag voor in deze apenkolonie. Positief sociaal gedrag komt neer op aardig voor elkaar zijn. Elkaars huid reinigen (vlooien) of lichaamsdelen aanbieden om te vlooien. Tegen elkaar aan zitten. Verder komt er ook veel spel voor in deze apenkolonie. Spel lijkt veel op het spel van mensenkinderen. Meestal zijn de ondertanden zichtbaar in het ‘spelgezicht’. Spelgedrag komt neer op rondjes rennen, door het zand rollen enz. Het valt op dat er gelukkig bijna geen agressie plaats vindt. Namelijk maar één keer. Agressie komt neer op slaan bijten, trappen en gericht gooien met iets (meestal erg hard). Seksueel gedrag komt veel voor in deze apenkolonie. Namelijk 13 keer. Seksueel gedrag kun je herkennen als de chimpansees de geslachtsdelen presenteren en gaan snuffelen aan de geslachtsorganen. Het mannetje beklimt dan het vrouwtje en het paren begint. Pesten kwam ook niet zo vaak voor. Pesten herken je als er met zand wordt gegooid. Iemand op de rug slaan en dan hard weglopen. Dit gedrag wordt heel vaak tegenover vrouwen geuit.
Tot slot onderdanig gedrag. Ook dit gedrag kwam weinig voor. Onderdanig gedrag is wijken, iets terugdeinzen, wegrennen. Groeten. Blote tandengezicht, soms met krijsen. Bluf kwam in het tweede experiment niet voor. Ik kan me herinneren dat toen we het met het eerste experiment bezig waren er een aantal keer gebluft werd. Bluf begint meestal met het overeind zetten van de haren, heen en weer wiegen, een tuitmond maken en oe-oe-oe geroep. Dit kan overgaan in hard en stampend rondrennen door het terrein en eindigt meestal in agressie (slaan op voorwerpen of op iemand die niet snel genoeg wegrent, meestal een vrouw).
Om ons onderzoek met dat van Frans de Waal te vergelijken ga ik eerst zijn onderzoek lezen. Ik kan daarna de onderzoeken vergelijken.
* Al het gebruikte materiaal bij het eigen onderzoek is doormiddel van een bijlage aan dit profielwerkstuk toegevoegd
Hoofdstuk 3
Onderzoek van Frans de Waal In het boek ‘verzoening’ beschrijft Frans de Waal het verzoeningsgedrag van verschillende soorten apen. Onderzoek heeft aangetoond dat ook onder apen agressie niet ontbreekt. In een van de meest aangrijpende hoofdstukken wordt zelfs de leider van een chimpanseekolonie door twee rivalen verminkt en gedood. Frans de Waal schrijft in dit boek over Chimpansees, reusapen, beermakaken, bonobo’s en mensen. Ik zal een aantal delen beschrijven waarover hij vertelt. Ik zal me dan wel beperken tot het onderdeel de Chimpansee.
Chimpansees Het onderzoek van Frans de Waal heeft plaats gevonden in de periode 1975 tot en met 1981. Hieronder vallen zowel zijn passieve als actieve observaties. Observatie is actief als hij en zijn studenten gegevens verzamelen, in de regel op een cassetterecorder. Op deze manier kan hij de chimpansees goed in de gaten houden terwijl hij het verslag van de gebeurtenissen inspreekt. Het probleem met chimpansees is dat ze meestal bijzonder weinig doen. Ze eten maar wat gras, lopen wat rond, slapen en vlooien elkaar. Al die tijd moet je als observator afwachten tot ze actie ondernemen. Maar als de chimpansees wakker schrikken en er is sociaal iets aan de hand is, kun je als waarnemer onmogelijk met potlood en papier bijhouden.
De chimpansees in Burgers’ Zoo leven op een ‘eiland’ van één hectare. In de avond komen de apen in het hoofdgebouw, waar ze in kleine groepjes over de nachthokken worden verdeeld voordat ze eten krijgen. Het park in Arnhem is niet zozeer voor wederzijdse relaties als wel voor onderzoek ingericht. Mensen moeten leren zich de tijd te gunnen, om nauwkeurig waar te nemen hoe chimpansees zich onder elkaar gedragen. Voor dit doel is de kolonie ideaal, omdat ze qua omvang en opbouw op kleine chimpanseegemeenschappen in het wild lijkt.
Verzoening en troost
Aanvankelijk probeerden onderzoekers het sociale leven van dieren te doorgronden zonder kennis van hun individuele achtergrond, hun langlopende relaties en het verwantschapsnetwerk van de groep. Primatologen hebben deze aanpak als eerste afgezworen. Zij begrepen hoe belangrijk het was om de apen individueel te leren kennen en hun leven langere tijd te volgen. Net als mensen heeft een aap vrienden, het is dus makkelijker namen te geven. Je kunt dan makkelijk onderscheiden in het onderzoek welke apen met elkaar in contact zijn. Zo kun je alles veel duidelijker analyseren als je namen gebruikt. Als in plaats van ‘een mannetjeschimpansee’ bijvoorbeeld. Om deze geïndividualiseerde benadering draait het bij ‘vrede’ stichten. Na een geschil leggen apen het niet op anonieme wijze bij. Het begrip ‘verzoening’ plaatst dezelfde geruststellingen in de context van langdurige verbintenissen tussen afzonderlijke dieren. Na een ruzie bestaat vooral de behoefte aan lichamelijk contact met de tegenstander. Dieren zijn niet alleen op psychologische, maar ook op sociale stabiliteit uit.
Zowel voor verzoening als voor haar tegenhangster, wraak, is het nodig dat de partijen zich kunnen herinneren met wie ze een geschil hadden. Net zoals de apen zelf bij moeten houden met welke apen ze in contact zijn geweest, moet ook elke waarnemer op de hoogte zijn van alle contacten.
Uit experimenteel onderzoek is bekend dat chimpansees een geheugen hebben als de spreekwoordelijk olifant (‘oliedom’). Ze kunnen wel vooruitdenken. Waarnemingen van hun sociale leven wijzen erop dat ze deze vermogens voortdurend benutten. Een volwassen man is soms minuten lang opzoek naar de zwaarste steen aan de andere kant van het eiland. Hij weegt ze achtereenvolgens in zijn handen. Vervolgens draagt hij het uitverkorene exemplaar naar de andere kant van het eiland, waar hij met zijn haren overeind, ten overstaan van zijn rivaal een intimidatievertoon begint op te voeren. Aangezien stenen als wapen dienen (chimpansees gooien heel zuiver), mogen we aannemen dat de man de hele tijd al wist dat hij de anderen zou gaan uitdagen. Zo ’n indruk geven chimpansees bij bijna alles wat ze doen; het is net als een mens een denkend wezen.
Het feit dat chimpansees qua gedrag het meest op de mens lijkt dan op een ander wezen maakt onderzoek nou juist zo interessant. Ook chimpansees kijken eerst de kat uit de boom, voordat ze een sociale zet doen, gooien ze eerst steentjes tegen een dood dieren dan komen ze er pas aan!
Agressie
Agressie, gewoonlijk is dat veel geblaf en weinig bijten. Chimpansees behoren tot de meest luidruchtigste dieren en maken een onbeschrijflijk kabaal als ze achter elkaar aanzitten. Bij chimpansees draait agressie zelden op ernstig geweld uit. Na een onenigheidje vertonen de chimpansees al vrij snel verzoeningsgedrag.
Chimpansees vertonen zulk herkenbaar gedrag dat het heel fascinerend is om te zien hoe erg het gedrag van een volwassen chimpansee op dat van een kind kan lijken. Als chimpansees van streek zijn kunnen ze heel kinderlijk gedrag vertonen. Volwassen mannen kunnen na een geschil schreeuwend en stampvoetend ronddansen. Dit vooral als de rivaal poging tot verzoening afwijst.
In de loop der jaren hebben Frans de Waal en zijn onderzoekers gegevens over verzoeningsgedrag verzameld. Volgens hun onderzoek heeft ongeveer veertig procent van de tegenstanders binnen een half uur na hun agressieve treffen weer onderling contact.
Dodelijk geweld
In een van de hoofdstukken over het gedrag van chimpansees verteld Frans de Waal over het dodelijk geweld dat hij heeft waargenomen. Ik zal het verhaal dat hij daarover verteld iets oppervlakkiger samenvatten. Ook al is het voor een waarnemer belangrijk om namen van de chimpansees te weten. Het lijkt me in dit geval alleen makkelijker om dat achterwege te laten. Ik vind dat het namelijk meer om het voorval en het gedrag gaat ,dan om wie welk gedrag vertoond heeft.
Vier volwassen chimpansee mannen hadden sinds mei 1978 in twee onderling verbonden nachtkooien gezeten. Na een gevecht tussen twee van de mannen werd besloten de vier mannen een week uit de groep te houden en ze alléén samen te zetten als er begeleiding aanwezig was. Na een week werden ze weer in de groep gezet, maar ’s nachts nog wel gescheiden gehouden. In de loop van de tijd werd het voor de verzorgers steeds moeilijker om de chimpansees ’s nachts te scheiden. Een van de apen probeerde altijd bij een andere aap in de kooi te komen. Een andere chimpansee vond dit echter niet leuk en raakte dan erg van streek en weigerde hij in zijn eigen kooi te gaan. Een enkele keer viel hij een van de verzorgers aan via de tralies. Als andere apen weer bij elkaar kwamen raakte er weer een andere aap van streek. Na enkele weken zo te hebben gerommeld werd er besloten de scheiding over te laten aan de chimpanseemannen zelf.
‘Indertijd ging ik ervan uit dat chimpansees de mogelijkheden binnen hun eigen betrekkingen beter kunnen schatten dan wij, menselijke waarnemers. Misschien is dat ook nog steeds zo. De dramatische gevolgen van de wens van de mannen om samen de nacht door te brengen en van onze beslissing om ze hun gang te laten gaan, hoeven nog niet te betekenen dat ze zich niet van het gevaar bewust waren.’ (Frans de Waal, verzoening, bladzijde 72)
De eerste dagen nadat de mannen weer in de kolonie waren toegelaten stonden in het teken van een massaal en intensief gevlooi. Deze vreedzaamheid strekte zich echter niet uit tot de betrekkingen tussen de volwassen mannen onderling, er bleven tekenen van spanning en instabiliteit.
Een van de apen werd buitengesloten door andere dominante volwassen mannen. Het gevolg hiervan was dat de aap werd aangevallen door de andere al eerder genoemde volwassen mannen.
‘Tijdens de nacht van twaalf op dertien september kleurden de nachthokken van de mannen rood van het bloed. Kennelijk hadden de mannen zich alweer verzoend toen we ’s morgens bij ze kwamen; ze waren vrij rustig en de verzorger had moeite ze te scheiden. De verwonde aap deed ontzettend zijn best om bij de andere twee mannen te blijven.Wat, gezien wat ze hem hadden aangedaan, nogal vreemd was. Hieruit blijkt hoe groot de behoefte van een chimpanseeman is om erbij te horen; een behoefte die logisch voorkomt uit hun leven in de natuur. Waar eenzame mannen de vijandelijkheden tussen verschillende groepen waarschijnlijk niet overleven. De aap had diepe japen op zijn hoofd, op zijn zijden, zijn rug, rondom de anus en in zijn scrotum. Vooral zijn voeten waren ernstig toegetakeld (er ontbraken enkele tenen). Ook aan zijn handen had hij beten opgelopen, hij was verscheidene nagels kwijt. Het gruwelijkste was dat hij zijn beide testikels had verloren! Alle ontbrekende lichaamsdelen werden later op de vloer van de kooi gevonden. Uit nader onderzoek, op de operatietafel ,bleek dat de balzak van de aap niet wijd open was gescheurd. In plaats hiervan troffen we een aantal vrij kleine scheuren en gaten aan. Het was niet duidelijk hoe de testikels eruit waren gekomen. Drie uur lang was de arts in de weer om het leven van de aap te redden. ’s Avonds overleed hij toch. De doodsoorzaak was waarschijnlijk een combinatie van stress en bloedverlies. Al die tijd dat het lijk in de kooi lag, was de groep volkomen stil, zelfs tijdens het voeren de volgende ochtend.’
(Frans de Waal, verzoening, bladzijde 76 en 77)
Hoofdstuk 4
Cultuur bij dieren
Cultuur is per definitie iets van mensen. Zodra dieren gedrag vertonen dat op cultuur lijkt ,wordt dat direct verklaard met ‘instinct’ of ‘imitatie’. Andere opvattingen worden weggewuifd. Frans de Waal verzet zich tegen deze visie en laat in het boek ‘De aap en de sushimeester’ zien, dat cultuur bij dieren wel degelijk aangetoond kan worden.
Via de site van google heb ik een studie van David de Vaal gevonden. Hij praat specifiek over de chimpansee cultuur. Ook zal ik zijn mening weergeven in dit hoofdstuk. Ik zal met de mening van David de Vaal beginnen. Vervolgens ga ik verder met Frans de Waal en zijn boek ‘De aap en de sushimeester’.
David de Vaal
Het meisje dat aap werd
Er was een onconventionele geest voor nodig om de studie van het gedrag van primaten een nieuwe impuls te geven en een sterke persoonlijkheid om een fundamenteel andere kijk op de grote apen aan het wetenschappelijke publiek te verkopen. Beide karaktertrekken bleken aanwezig bij Jane Goodall, die in 1957 met enkel een secretaressediploma op zak naar Afrika vertrok. Daar kwam ze bij Louis Leaky terecht, die er als paleo-antropoloog op zoek was naar de oorsprong van de mens. Die kwestie stimuleerde ook zijn interesse in het gedrag van mensapen, waarin hij een spiegel zag van de levenswijze van de eerste mensachtige. Hij moedigde de jonge Jane Goodall aan om zich aan de studie van chimpansees te wijden en in 1960 vertrok ze naar Gombe, haar studiegebied voor de volgende 15 maanden. De chimpansees van Gombe worden nu nog steeds bestudeerd in wat is uitgegroeid tot een van de langstlopende veldwerkprojecten ter wereld.
Jane Goodall, zonder academische opleiding, vrouw, jong en blond, was volgens velen een onverantwoorde keuze om dit project tot een goed einde te brengen. Toen bleek dat ze de dieren namen gaf in plaats van de gebruikelijke nummers en in elk afzonderlijk dier een persoonlijkheid ontwaarde, stootte ze op nog meer tegenstand. Toen ze dan ook nog typisch menselijke eigenschappen en gebruiken aan de dieren ging toekennen - werktuiggebruik, sociaal gedrag, emoties en later ook oorlogvoering en strategische kindermoord - werd de weerstand alleen maar groter. Het mocht echter niet baten, in 1965 behaalde ze in Cambridge University een doctoraatstitel, als een van de 8 personen die er in de geschiedenis van de universiteit in geslaagd waren deze titel te bemachtigen zonder voorafgaand universitair diploma.
Chimpansees en cultuur
Samen met andere, gelijkgezinde, primatologen veranderde Goodall het gezicht van de primatologie. Het was niet langer taboe om voorheen voor mensen voorbehouden kenmerken voor dieren te gebruiken. Maar bij elke nieuwe ontdekking werd het oude verwijt van antropomorfisme - het toekennen van menselijke eigenschappen aan dieren of objecten - bovengehaald. Dat was het geval bij de eerste onderzoeksresultaten van Goodall, net als bij de eerste onderzoekers die dieren een zekere intelligentie toekenden en dat gebeurt ook nu weer, bij de publicatie van het onderzoek van Andrew Whiten en Christophe Boesch, die besluiten dat verschillende chimpanseegroepen een verschillende cultuur kennen.
Dat leidden de onderzoekers af na een grootschalig vergelijkend onderzoek, waarbij de verschillende projecten, die chimpansees in het wild bestuderen, werden betrokken. Daarbij gingen Whiten en Boesch op zoek naar lokale tradities - gedragspatronen die in de ene chimpanseegroep veelvuldig voorkwamen, maar in andere troepen niet werden waargenomen. Soortgelijk onderzoek was al eerder gedaan, maar toen zag men zich gehinderd door de manier waarop primatenonderzoek aan de wetenschappelijke wereld wordt gecommuniceerd. In rapporten wordt zelden een exhaustieve lijst van gedragspatronen opgenomen, wordt de mate waarin bepaald gedrag voorkomt slechts bij uitzondering vermeld en zijn de beschrijven nagenoeg nooit erg gedetailleerd.
Maar dat was precies waar deze vorsers naar op zoek waren. Daarom stelden ze een eigen vragenlijst op en vroegen zij de medewerking van een zevental chimpansee- projecten, die samen over 151 jaar ervaring beschikken.
De onderzoekers konden zo 39 gedragspatronen identificeren die een culturele oorsprong hebben, waaronder het ‘vissen’ naar termieten met nauwgezet geselecteerde stokjes, het maken van droge ‘stoelen’ uit bladeren, het kraken van noten met stenen die als hamers gebruikt worden, soms met gebruik van een extra steen als aambeeld en bepaalde vormen van sociaal gedrag. Bovendien ontdekten ze dat hetzelfde gedrag in verschillende groepen een verschillende betekenis kan hebben, en dat dezelfde problemen met andere middelen worden opgelost. Daarmee kent de chimpansee aanzienlijk meer culturele gebruiken dan welk ander dier ook.
Cultuur is natuurlijk wel een problematisch begrip, waarvoor al honderden definities werden opgesteld, maar waar wellicht nooit eensgezindheid zal bestaan. Whiten en Boesch gaan uit van een biologische definitie, die cultureel gedrag omschrijft als kenmerken die geleerd kunnen worden door observatie en doorgegeven worden aan volgende generaties. Het bijzondere aan chimpansee-cultuur is niet dat cultureel gedrag wordt waargenomen, maar dat er zo veel verschillende voorbeelden te vinden zijn en dat dit de aandachtige primatoloog in staat stelt om een chimpansee uit Gombe te onderscheiden van een van Bossou, louter door zijn gedrag te observeren.
Meer zelfs, de auteurs ontwaren een begin van een rateleffect in het gedrag van de mensapen, een term die gebruikt wordt om het effect van cumulatieve verbeteringen aan te duiden. Bij de mens heeft dat geleid tot de evolutie van een vuiststeen als hamer tot computergestuurde, robotbediende pneumatische hamers die in fabrieken worden gebruikt. De chimpansee moet het met bescheidener verbeteringen doen, bijvoorbeeld door een ‘aambeeldsteen’ vast te zetten met een andere steen.
Het onderzoek van deze twee primatologen is een sterke bevestiging voor het vermoeden dat chimpansees aanleg hebben voor cultureel gedrag. Dat zou kunnen betekenen dat zij een oude mentale basis delen met de voorvaders van de mens, iets wat misschien niet eens zo verwonderlijk is, aangezien de chimpansee 98% van haar DNA met de mens deelt. Toch melden de vorsers dat zij op heel wat weerstand stuiten bij hun gebruik van het woord cultuur om het gedrag van deze primaten te verklaren. Natuurlijk is menselijke cultuur iets heel anders, maar dat is nauwelijks de kern van de zaak. Whiten en Boesch zijn niet zozeer op zoek naar de overeenkomsten tussen de mens en die andere primatensoort, maar naar betere inzichten over chimpansees. En een notie als chimpanseecultuur lijkt daarbij van essentieel belang te zijn.
Frans de Waal ‘De aap en de sushimeester’ De cultuurverklaring van David de Vaal naar aanleiding van enkele onderzoekers vind ik heel helder en duidelijk.Toch wil ik ook nog kijken hoe Frans de Waal gaat bewijzen, dat cultuur bij dieren wel degelijk bestaat.
Het historische gebrek aan contact van het Westen met apen en mensapen heeft het geloof in de menselijke uniekheid alleen maar versterkt. Mensen projecteren hun gedachten en gevoelens maar al te graag op dieren en die daardoor steeds mensachtiger te maken dan ze zijn. Maar het antropomorfisme (vermenselijken) wegwerken is niet makkelijk en ook niet ongevaarlijk. Door een andere taal te gebruiken, zodra we dieren beschrijven, verhullen we wellicht échte overeenkomsten. Toen de voorlopers van het onderzoek aan natuurlijk diergedrag in de jaren zestig continuïteiten met menselijk gedrag begonnen te benadrukken, kwam dat als een schok.
Wetenschappers worden geacht dieren te bestuderen op een totaal objectieve manier, zoals we een steen bekijken of de omtrek van een boomstam te meten. Bepalingen dienen niet door emoties te worden gehinderd. Ik vervang het stereotype beeld van de gevoelloze onderzoeker graag door zijn tegenovergestelde: de onderzoeker die niet op enig niveau gehecht is aan de behaarde, geveerde, of glibberige schepsels waarmee hij of zij werkt is een zeldzaamheid. Konrad Lorenz, de grootmeester van de waarneming, geloofde geen moment dat je met succes een dier kan bestuderen waar je niet van houdt. Omdat ons intuïtieve inzicht in dieren gebaseerd is op menselijke emoties en een gevoel van verbondenheid met dieren, lijkt dat inzicht in aanzienlijke mate los te staan van de methodologie van de natuurwetenschappen. Intuïtief inzicht verbinden met systematische gegevensverzameling is zowel de uitdaging als het genot van het onderzoek aan diergedrag. (citaat uit The foundations of ethology, Konrad Lorenz)
Door onze liefde voor dieren vergeten we de tijd die het kost om ze te observeren, en letten nauwkeurig op de kleinste details van hun gedrag. De wetenschappelijke geest gebruikt de zo vergaarde informatie om indringende vragen te formuleren die tot nauwkeuriger onderzoek leiden. Gehechtheid aan dieren leidt tot verlangen ze te begrijpen, en dan niet slechts als kleine beetjes dier, maar het héle dier. Daarom vragen we ons af wat er in hun hoofd omgaat, ook al beseffen we ten volle dat het antwoord nooit meer dan een benadering kan zijn.
De vraag of dieren cultuur hebben is net zoiets als de vraag of kippen kunnen vliegen. Vergeleken bij grote vogels misschien niet, maar kippen kunnen vliegen, ze hebben vleugels, klapwieken ermee, en komen ermee een boom in. Als er nou eens een wereld zou worden voorgesteld waarin de kip het enige vliegende wezen was, dan zou iedereen diep onder de indruk zijn en verlangen een kip te zijn. Zo zijn andere dieren, gezien vanaf de culturele hoogten die de menselijke soort in kunst, keuken, wetenschap en politiek wist te bereiken nauwelijks zichtbaar. Maar als we nou eens alles bekijken vanuit een ander perspectief en niet alles naar onze maatstaven meten? Dit is wat Kinji Imanishi in de vroegere jaren vijftig voorstelde door cultuur niet te definiëren in termen van technische prestaties of waardesystemen, maar gewoon als een vorm van gedragsoverdracht die niet op genetica berust. We kunnen de zaak ook omkeren en vragen hoe slimme dieren met een ontwikkeling die zo ’n vijf jaar duurt, zoals bij de meeste apen, of tot wel twaalf jaar bij de mensapen, er ooit in zouden slagen géén generatiewijze informatieoverdracht te hebben. Hoe zouden ze in die vele jaren van interactie met vorige generaties ooit géén gewoonten en sociale vaardigheden kunnen oppikken? Kortom, hoe zouden ze ooit bij machte zijn om niet een vorm van cultuur te ontwikkelen? Het bestaan van cultuur gedefinieerd door Imanishi is niets verrassends, hoe groot of klein de overeenkomsten zijn met menselijke cultuur, maar dat zoiets als cultuur opspeelt is volstrekt voorspelbaar.
Hier wil ik laten zien dat sociale overdracht bij dieren, hoewel we van dat proces dan ook nog niet begrijpen, zeer variabel en soms behoorlijk vooruitstrevend is. Net zoals bij mensen letten dieren op elkaar en doen ze gedrag van elkaar na, simpelweg om erbij te horen en zich net zo te gedragen als de rest.
Jonge leden in de chimpanseekolonie in het Yerkes Primatencentrum in Atlanta, Georgia, raken soms met hun vinger vast in het hek van hun verblijf. De vinger is op zo ’n manier verstrikt en kan niet met kracht terug worden getrokken. Volwassenen hebben geleerd het jong laten gaan want het slachtoffer is in staat zichzelf te bevrijden. Intussen is echter de hele kolonie opgewonden geraakt. In het wild gebeurt dit ook heel vaak, dat apen elkaars gedrag na doen. Bijvoorbeeld als een aap in de val van een stroper raakt. Bij verschillende gelegenheden is waargenomen hoe anderen de wanhopig situatie van het slachtoffer nadoen.
Chimpansees hebben sterk de behoefte net als anderen te zijn. In het dagelijks leven van chimpansees is een neiging van, vooral jonge individuen, om zich net zo te gedragen als anderen, namelijk de ouderen, in de groep. Een simpel voorbeeld: een van de chimpansees heeft een gewonde vinger en loopt daarom op zijn pols, de andere chimpansees gaan hem na doen en lopen ook op hun pols. Ze doen het niet alleen in de buurt van de gewonde chimpansee ze vertonen het gedrag voortdurend. Hoe apen van elkaar leren is nog steeds de vraag. Het is in ieder geval wel duidelijk dat jongen het gedrag van ouderen kopiëren.
Frans de Waal beweert dat het sociaal leren van primaten voorkomt uit een drang erbij te horen. Hij geeft dit proces een naam BIOL. (Bonding and identificationbased Observational Learning: Observationeel leren op basis van hechting en identificatie). BIOL is een vorm van leren die voorkomt uit het verlangen net zoals anderen te zijn. Op een speelse wijze worden eigenschappen na gedaan, of het ook nut heeft is niet erg interessant. Een goed voorbeeld is de familie N, een familie reuzenaapjes. Aan het hoofd van deze familie staat Nose, al haar nakomelingen hebben een naam gekregen die begint met de letter N. Nose drinkt op een rare manier. Ze doopt haar onderarm in het water, en likt haar hand en de haren van haar arm af. Al haar nakomelingen hebben deze gewoonte overgenomen. Zelfs haar kleinkinderen gebruikten dezelfde methode. Geen enkele andere aap drinkt zo volgens Frans de Waal. Tenzij je een gen voor het drinkgedrag wilt suggeren, maar dat gaat wel erg ver, moet deze traditie wel zijn overgedragen door waarnemingen.
De moraal van het verhaal is dat dieren soms kunnen worden gebruikt om steun te geven aan ideeën die niet opgaan, niet voor hen en ook niet voor de soort waarvoor ze ook uiteindelijk bedoeld zijn. Als we iets willen hardmaken beroepen we ons op de natuur, wat het ook is wat we willen hardmaken. Een ander recenter voorbeeld betreft Judith Harris die, in The nurture assumption (1998; in 1999 in het Nederlands verschenen als Het misverstand opvoeding), voorbeelden van dieren, vooral van chimpansees, gebruikt om te laten zien dat ontwikkeling evenzeer door de natuur als door opvoeding en evenzeer door leeftijdsgenoten als door directe verwanten, bepaald wordt. Daarmee gaat ze in tegen een hele generatie geleerden, die beweerden dat de ontwikkeling van het kind een volledig culturele, op opvoeding gebaseerde aangelegenheid is die hoofdzakelijk door de ouders wordt bepaald. Wie er hier gelijk heeft is niet aan de orde, waar het om gaat is dat aan dieren ontleende aanwijzingen door beide kanten zo worden aangepast dat ze hun visie ondersteunen.
De sociale wetenschappen gaan uit van allerlei veronderstellingen over diergedrag, soms concrete, meestal onjuiste. In die situatie zal niet veel veranderen zolang gedragsonderzoek aan mensen grotendeels losstaat aan dat van andere dieren. De geleerden zullen menselijk en dierlijk gedrag blijven vergelijken en contrasteren, maar hopelijk minder om hun vooropgezette ideeën bevestigd te zien, als om de zeer ingewikkelde, diverse en veellagige werkelijkheid te ontdekken die de natuur ons te bieden heeft.
Frans de Waal laat met behulp van allerlei voorbeelden zien dat een dier wel degelijk een cultuur heeft. In de conclusie wordt hier verder op ingegaan.
Dr. Dani De Waele
Dr. Dani De Waele legt momenteel de laatste hand aan een XXL-essay over mens-natuur-cultuur interacties. Ik heb via de site www.google.com wat stukken uit zijn essay gelezen over de cultuur van dieren. Ik vond het zelf moeilijk te begrijpen, daarom heb ik het helaas niet kunnen gebruiken voor dit hoofdstuk. Voor de geïnteresseerden is het misschien interessant om door te lezen. Het essay is te vinden zoals ik al eerder zij via de site van google. In het zoek venster op de site dient ‘dierencultuur’ ingevoerd te worden om het essay van De Waele te vinden.
Hoofdstuk 5
Planet of the apes
In het jaar 2029 worden mensapen door mensen gebruikt als testpiloot op het ruimtestation OBERON. Op één van deze missies verliest een chimpansee het contact met het ruimtestation. De overmoedige astronaut Leo Davidson gaat er achter aan, maar krijgt pech en landt op een vreemd uitziende planeet. Groot is zijn verbazing als hij ontdekt dat de planeet wordt bewoond door sprekende ‘beschaafde’ apen en primitieve mensen. Samen met een groep mensen wordt hij overmeesterd, als een beest geketend en in een kooi opgesloten. Zal hij de primitieve mensen kunnen overtuigen om te ontsnappen en een opstand te beginnen tegen de wrede apengeneraal Thade?
Op de achterkant van de gehuurde DVD staat deze tekst. Toen ik die las dacht ik dat ik deze wel kon gebruiken om mijn profielwerkstuk nog wat uit te breiden. Het leek mij erg interessant want ik denk dat je deze film kunt betrekken bij de cultuur van apen.
Voor het kijken van de film:
Ik denk dat deze sience- fiction film een goed voorbeeld is van hoe het zou kunnen gaan in de toekomst. Zoals al eerder in het profielwerkstuk beschreven is,copiëren apen het gedrag van anderen, het gevolg hiervan zou, zoals in de film wordt beschreven, kunnen zijn, dat apen machtiger worden dan de mens.
Na het kijken van de film:
Een mens gaat in de toekomst en werd geconfronteerd met een andere planeet. De planeet werd beheerst door apen. De apen hadden een eigen cultuur, hadden een taal ontwikkeld en beschikten over een bijna menselijke beschaving. Ze hadden wel de uiterlijke kenmerken van apen maar gedroegen zich als mensen. Ze discrimineerden de mens.De mens, zoals die wij nu kennen. Mensen werden gebruikt als huisdieren en slaven. De mensen zaten in houten kooien en moesten werken voor de apen.
Uit de film blijkt, dat apen wel degelijk een eigen cultuur kunnen ontwikkelen. Je kunt het ook anders beredeneren, de apen kopiëren het gedrag van andere mensen. Ze hebben het gedrag gekopieerd van de mens; ze vertonen discriminerend gedrag en sluiten de mensen op. Hiermee misbruiken ze de mensen, zoals mensen dieren soms misbruiken. Ik had iets heel anders van de film verwacht. Mijn verwachtingen waren denk ik veel te hoog, want achteraf viel de film zelf mij tegen. Wel heb ik duidelijk kunnen maken, hoewel het toch een verzonnen verhaal is, dat apen een eigen cultuur hebben, en zelf kunnen ontwikkelen.
Hoofdstuk 6
Citaten van onderzoekers
Tijdens het lezen van de boeken van Frans de Waal en het opzoeken van informatie kwam ik een aantal citaten tegen die ik leuk vond. Vandaar het idee om een klein hoofdstukje met een aantal citaten van onderzoekers die ik de moeite waard vond.
‘Het arme dier, dat ik voor het eerst had gestraft, kromp ineen, jammerde één à twee keer hartverscheurend en staarde me ontzet aan, met haar lippen sterker getuit dan ooit. Meteen daarna had ze, geheel buiten zinnen, haar armen om mijn nek geslagen en was ze slechts gaandeweg, toen ik haar aanhaalde, te troosten. De hier beschreven behoefte aan vergiffenis is een verschijnsel dat wel vaker in het gevoelsleven van een chimpansee te zien is.’
Wolfgang Köhler, 1925
De verzoening
‘Zij (een baby chimpansee) klampte zich niet alleen aan ons vast, maar trok zich tot onze schouders op, als ze haar gezicht maar in de buurt van het onze kon krijgen. De volgende reactie was de verzoeningskus. Als we dat goed vonden en in dit opzicht op haar uitnodiging ingingen, liet ze steeds weer een diepe zucht horen die tot op een meter of meer te horen was.’
Winthrop en Luella Kellogg, 1933
De verzoening
‘Only if we understand can we care. Only if we care will we help. Only if we help shall all be saved.’
Dr. Jane Goodall
www.janegoodall.com
‘Omdat ons intuïtieve inzicht in dieren gebaseerd is op menselijke emoties en een gevoel van verbondenheid met dieren, lijkt dat inzicht in aanzienlijke mate los te staan van de methodologie van de natuurwetenschappen. Intuïtief inzicht verbinden met systematische gegevensverzameling is zowel de uitdaging als het genot van het onderzoek aan diergedrag.’ Konrad Lorenz
‘Het politiek systeem is een voortplantingssysteem. Als het woord wellust zowel op macht als op seks toepassen zijn we dichter bij de waarheid dan we denken.’
Lionel Tiger en Robin Fox
The imperial Animal, Chimpansee politiek
‘We kunnen cultuur aardig benaderen door te zeggen dat het datgene is wat de menselijke soort heeft en ander sociale soorten missen.’
Alfred Kroeber, 1923
De aap en de sushimeester
‘Het vermogen geleerd gedrag van generatie op generatie over te dragen, gaf zoogdieren een overwelidigend voordeel in de strijd om het bestaan.’
Ralph Linton, 1936
De aap en de sushimeester
‘Mens en cultuur ontstonden samen, en dat per definitie’.
Leslie White
The evolution of culture
De aap en de sushimeester
‘Chimpansees zouden hun zogenaamde gereedschap nauwelijks missen. Ze vonden wel andere dingen om te eten, overleefden wel zonder geneesmiddelen, en omkomen bij gebrek aan bladersponzen zouden ze niet.’
Barry Alleb, 1997
De aap en de sushimeester
Conclusie
In de conclusie zal ik als beloofd terug komen op de hoofdvraag en de deelonderwerpen. Met behulp van de deelonderwerpen, kom ik op een antwoord op de hoofdvraag. Ook zal ik in de conclusie mijn profielwerkstuk evalueren. Tot slot zal ik zelf ook nog iets van mijn eigen mening naar voren laten komen. Om te beginnen zal ik voor de duidelijkheid de hoofdvraag en de deelonderwerpen nog eens herhalen.
Hoofdvraag: Welk gedrag vertoont de chimpansee? Om de hoofdvraag te beantwoorden heb ik in de inleiding een aantal deelonderwerpen geformuleerd: - algemene eigenschappen - eigen onderzoek - gedrag bij eigen onderzoek - onderzoek van Frans de Waal - gedrag van de apen bij dit onderzoek - cultuur bij chimpansees
Om de hoofdvraag te beantwoorden zal ik elk deelonderwerp apart behandelen en kort samenvatten wat het inhoudt. Om gestructureerd tot een antwoord op de hoofdvraag te komen zijn de deelonderwerpen in een bepaalde volgorde in het profielwerkstuk behandeld. Namelijk per hoofdstuk. Zo is het makkelijk om informatie terug te vinden. Alleen hoofdstuk 6 Planet of the apes wordt niet verwerkt in het trekken van een conclusie.
In het eerste hoofdstuk heb ik een aantal algemene eigenschappen van de chimpansee weergegeven. Ik zal een paar stukjes eruit halen om het geheugen weer wat op te frissen. Algemene eigenschappen: De chimpansee komt uit het laagland van Sénégal tot Noordwest- Tanzania. Het gebied waarin ze leven is in bomen en op de grond. De chimpansee is een krachtige, maar naar verhouding slank gebouwde, aap. De chimpansee spreekt het meest aan bij de mensen, omdat de chimpansee een zeer expressievol gezicht heeft. De verschillende grimassen van een chimpansee hebben echter een andere betekenis dan logisch is. In het eerste hoofdstuk zijn daar enkele afbeeldingen van te zien. Zo ook in de bijlagen. De jongen hebben een karakteristiek bosje wit haar op de staartstreek. De wijfjes zijn kleiner dan de mannetjes. Een bronstig vrouwtje vertoont sterk opgezwollen achterdelen, die een signaalfunctie hebben. De bronst treedt bij het vrouwtje periodiek op. Als het voorafgaande jong blijft leven, wordt pas na 3–5 jaar een nieuw jong geboren.
In het eerste hoofdstuk zijn alleen de algemene eigenschappen behandeld. Op het eerste deelonderwerp is dus niet zo een duidelijk antwoord te geven. Wel vind ik een belangrijk punt dat chimpansees een expressievol gezicht hebben. En dat de chimpansee grimassen vertoont waaruit het gedrag is op te maken.
Eigen onderzoek: In mijn eigen onderzoek komt heel duidelijk het gedrag van de chimpansee naar voren. De ene chimpansee is heel rustig, de ander druk. De ene chimpansee vertoont in tien minuten observatie geen enkel sociaal gedrag tegenover de andere chimpansees en de andere chimpansee juist heel veel. Ik zal een stukje uit mijn eigen onderzoek weergeven waarin het gedrag van de chimpansee heel duidelijk naar voren komt. Deze waarnemingen komen voort uit het tweede experiment in Burger’s Zoo. Er komt heel veel positief sociaal gedrag voor in deze apenkolonie. Positief sociaal gedrag komt neer op aardig voor elkaar zijn. Elkaars huid reinigen (vlooien) of lichaamsdelen aanbieden om te vlooien. Tegen elkaar aan zitten. Verder komt er ook veel spel voor in deze apenkolonie. Spel lijkt veel op het spel van mensenkinderen. Meestal zijn de ondertanden zichtbaar in het ‘spelgezicht’. Spel gedrag komt neer op rondjes rennen, door het zand rollen enz. Het valt op dat er gelukkig bijna geen agressie plaats vindt. Namelijk maar één keer. Agressie komt neer op slaan bijten, trappen en gericht gooien met iets (meestal erg hard). Seksueel gedrag komt veel voor in deze apenkolonie. Namelijk 13 keer. Seksueel gedrag kun je herkennen als de chimpansees de geslachtsdelen presenteren en gaan snuffelen aan de geslachtsorganen. Het mannetje beklimt dan het vrouwtje en het paren begint. Pesten kwam ook niet zo vaak voor. Pesten herken je als er met zand wordt gegooid. Iemand op de rug slaan en dan hard weglopen. Dit gedrag wordt heel vaak tegenover vrouwen geuit. Tot slot onderdanig gedrag. Ook dit gedrag kwam weinig voor. Onderdanig gedrag is wijken, iets terugdeinzen, wegrennen. Groeten. Blote tandengezicht, soms met krijsen. Bluf kwam in het tweede experiment niet voor. Ik kan me herinneren dat toen we het met het eerste experiment bezig waren er een aantal keer gebluft werd. Bluf begint meestal met het overeind zetten van de haren, heen en weer wiegen, een tuitmond maken en oe-oe-oe geroep. Dit kan overgaan in hard en stampend rondrennen door het terrein en eindigt meestal in agressie (slaan op voorwerpen of op iemand die niet snel genoeg wegrent, meestal een vrouw). In de apenkolonie van Burger’s Zoo tijdens ons experiment waren de apen erg lief voor elkaar. Als je uit deze observatie kunnen concluderen dat chimpansees hele lieve sociale rustige dieren zijn. Dat zijn ze ook, maar net als de mens heeft ook de chimpansee zijn slechte kanten! Dit wordt weergeven in het derde en vierde deelonderwerp, omdat deze in hetzelfde hoofdstuk worden behandeld voeg ik deze bij elkaar. Het onderzoek van Frans de Waal/ gedrag van apen bij dit onderzoek: In het onderzoek van Frans de Waal komen zoals ik al zei ook de slechte kanten van de chimpansee naar voren. Ik zal ook bij dit deelonderwerp een stukje uit het hoofdstuk herhalen om het geheugen weer wat op te frissen. Dieren zijn niet zijn niet alleen op psychologische, maar ook op sociale stabiliteit uit. Zowel voor verzoening als voor haar tegenhangster, wraak, is het nodig dat de partijen zich kunnen herinneren met wie ze een geschil hadden. Agressie, gewoonlijk is dat veel geblaf en weinig bijten. Chimpansees behoren tot de meest luidruchtigste dieren en maken een onbeschrijflijk kabaal als ze achter elkaar aanzitten. Bij chimpansees draait agressie zelden op ernstig geweld uit. Na een onenigheidje vertonen de chimpansees al vrij snel verzoeningsgedrag. Toch loopt agressief gedrag soms erg uit de hand. Het onderzoek van Frans de Waal heeft natuurlijk veel langer geduurd als ons onderzoek. Frans de Waal is jaren lang bezig geweest en wij met school nog niet eens een hele dag. Daarom ben ik blij dat ik wat vergelijkingsmateriaal heb. Tijdens het onderzoek van Frans de Waal liep agressie erg uit de hand. Ik citeer een stuk uit het boek van Frans de Waal waarin hij zijn onderzoek beschrijft. ‘Tijdens de nacht van twaalf op dertien september kleurden de nachthokken van de mannen rood van het bloed. Kennelijk hadden de mannen zich alweer verzoend toen we ’s morgens bij ze kwamen; ze waren vrij rustig en de verzorger had moeite ze te scheiden. De verwonde aap deed ontzettend zijn best om dij de ander twee mannen te blijven, wat gezien wat ze hem hadden aangedaan nogal vreemd was. Hieruit blijkt hoe groot de behoefte van een chimpanseeman is om erbij te horen; een behoefte die logisch voorkomt uit hun leven in de natuur waar eenzame mannen de vijandelijkheden tussen verschillende groepen waarschijnlijk niet overleven. De aap had diepe japen op zijn hoofd, op zijn zijden, zijn rug, rondom de anus en in zijn scrotum. Vooral zijn voeten waren ernstig toegetakeld (er ontbraken enkele tenen). Ook aan zijn handen had hij beten opgelopen, hij was verscheidene nagels kwijt. De gruwelijkste was dat hij zijn beide testikels had verloren! Alle ontbrekende lichaamsdelen werden later op de vloer van de kooi gevonden. Uit nader onderzoek, op de operatietafel bleek dat de balzak van de aap niet wijd open was gescheurd, in plaats hiervan troffen we aantal vrij kleine scheuren en gaten aan. Het was niet duidelijk hoe de testikels eruit waren gekomen. Drie uur lang was de arts in de weer om het leven van de aap te redden. ’s Avonds overleed hij toch, de doodsoorzaak was waarschijnlijk een combinatie van stress en bloedverlies. Al die tijd dat het lijk in de kooi lag was de groep volkomen stil zelfs tijdens het voeren de volgende ochtend.’ (Frans de Waal, verzoening, bladzijde 76 en 77) Een belangrijk element van het gedrag van de chimpansee is om erbij te horen. (Hieruit blijkt hoe groot de behoefte van een chimpanseeman is om erbij te horen; Een behoefte die logisch voorkomt uit hun leven in de natuur waar eenzame mannen de vijandelijkheden tussen verschillende groepen waarschijnlijk niet overleven). Frans de Waal beweert in een van zijn boeken (De aap en de sushimeester) dat dieren wel degelijk een cultuur hebben. Ik denk dat de cultuur ook heel belangrijk is voor het gedrag. Ik zal nu het laatste deelonderwerp behandelen. Cultuur bij chimpansees: cultureel gedrag: kenmerken die geleerd kunnen worden door observatie en doorgegeven worden aan volgende generaties. Het bijzondere aan chimpanseecultuur is niet dat cultureel gedrag wordt waargenomen, maar dat er zo veel verschillende voorbeelden te vinden zijn en dat dit de aandachtige primatoloog in staat stelt om een chimpansee uit Gombe te onderscheiden van een van Bossou, louter door zijn gedrag te observeren. Het simpelste maar meest duidelijk voorbeeld van cultuur bij apen is die Frans de Waal beschrijft. De familie N. Aan het hoofd van deze familie staat Nose, al haar nakomelingen hebben een naam gekregen die begint met de letter N. Nose drinkt op een rare manier. Ze doopt haar onderarm in het water, en likt haar hand en de haren van haar arm af. Al haar nakomelingen hebben deze gewoonte overgenomen. Zelfs haar kleinkinderen gebruikten dezelfde methode. Geen enkele andere aap drinkt zo volgens Frans de Waal. Tenzij je een gen voor het drinkgedrag wilt suggeren, maar dat gaat wel erg ver, moet deze traditie wel zijn overgedragen door waarnemingen.
Zo heeft Frans de Waal in zijn boek de aap en de sushimeester doormiddel van kleine stukjes voorbeelden duidelijk gemaakt dat cultuur bij dieren net zoals bij mensen is ontstaan door het kopiëren van elkaars gedrag.
Antwoord op de hoofdvraag: Welk gedrag vertoont de chimpansee?
Door de deelonderwerpen bij elkaar te voegen kun je een antwoord vormen op de hoofdvraag. Het gedrag van een chimpansee is erg afwisselend. Zelf vind ik chimpansees net mensen, ze zijn lief voor elkaar laten dat duidelijk merken, ook zie je dat er bij chimpansees agressie voorkomt. Net zoals in het mensenleven. Cultuur bij mensen ontstaat ook door de voorouders. Gedrag wordt van elkaar overgenomen van generatie tot generatie. Zo is het ook bij dieren. Ik vind dat Frans de Waal heel goed bewijst dat een dier ook een cultuur heeft. Maar ik vind dat David de Vaal toch wat helderder is en wat beknopter weergeeft dat een dier een cultuur heeft.
Verder wordt het gedrag van een chimpansee vaak dom gevonden. Maar in mijn eigen onderzoek heb ik ondervonden dat chimpansees niet echt dom zijn. De mens is misschien wel slimmer maar chimpansees kunnen heel logisch problemen oplossen.
Ik denk dat ik met mijn profielwerkstuk het gedrag van de chimpansee meer dan duidelijk heb weergegeven. Het maken van het profielwerkstuk vond ik erg leuk. Ik vond het onderwerp erg interessant. Gelukkig heb ik genoeg informatie en zoveel mogelijk afwisseling in het onderwerp de chimpansee kunnen vinden.
Bij het profielwerkstuk horen ook nog een aantal bijlagen. Vooral bij het hoofdstuk over mijn eigenonderzoek. De bijlagen zijn te vinden na de bronnen lijst, achteraan in het werkstuk. Ook de logboekbladeren zijn als bijlage bijgevoegd.
Ten slotte zal ik nog de periode van het maken van mijn profielwerkstuk evalueren.
Evaluatie * Wat moest ik bij stellen in het bepalen van onderwerp/ probleemstelling en deelvragen? Omdat we pas laat aan het profielwerkstuk zijn begonnen kwamen de hoofdvraag en deelvraag tijdens het maken van het profielwerkstuk naar boven. We zijn erg vrij gelaten bij het maken van het profielwerkstuk. Onze leraar (Dhr. Doornebal) keurde het onderwerp De Chimpansee goed omdat we er een practicum over hadden gedaan. Hij gaf mij als advies dat ik het uit kon breiden met behulp van de boeken van Frans de Waal. Ook heeft hij er toen aan toegevoegd dat ik op dat moment nog geen hoofdvraag en deelonderwerpen kon vaststellen. Tijdens het lezen van de boeken zal ik daar vanzelf wel achter komen. Zo op de helft van het profielwerkstuk heb ik mijn opzet even op de los blaadje geschreven en Dhr. Doornebal gevraagd of het goed was. Het leek hem een goede opzet. Ik heb er dus niks aan hoeven veranderen. * Wat moest ik bijstellen aan de werkverdeling? Zoals ik bij het eerste punt van de evaluatie al zei, we zijn erg vrij gelaten. Ik heb ook nooit de opdracht gekregen om een werkverdeling in te leveren. Ik heb er dus niets aan bij gesteld. * Wat waren de lastigste momenten in het proces? Waarom? Het lastigste moment vond ik het maken van Hoofdstuk 4 Cultuur bij dieren. Ik vond het heel erg moeilijk om de inhoud van het nogal dikke boek ‘De aap en de sushimeester’, beknopt weer te geven. Ook vond ik het bij dit hoofdstuk erg moeilijk om de hoofdzaken van de bijzaken te scheiden. Ook vond ik het moeilijk om de inhoud en de clue van de film Planet of the apes weer te geven. * Wat waren de meest bevredigende momenten in het proces? Waarom? De excursie naar Burger’s Zoo vond ik erg leuk. Ik vond het dan ook leuk om er nog eens goed op terug te kijken. Ook vond ik de conclusie leuk om te schrijven. Ik vond het interessant om nog eens terug te kijken op elk hoofdstuk. Ook gaf het mij een goed gevoel dat ik de hoofdvraag gevarieerd kon beantwoorden, en dat ik mijn profielwerkstuk hiermee dus tot een goed einde had gebracht.
Bronnen
Om duidelijk mijn bronnen te vermelden zal ik bij elk hoofdstuk vertellen welke informatiebronnen ik heb geraadpleegd.
Hoofdstuk 1 Inleidende informatie over de chimpansee
- Encarta 1999 - www.aap.pagina.nl - www.dierentuin.net - www.burgerszoo.nl
Hoofdstuk 2 Eigen onderzoek - Praktische opdracht Biologie ‘De Chimpansee’ - Kennis die is opgedaan in Burger’s Zoo Arnhem, door middel van de begeleiding van een mevrouw die ons rondleidde.
Hoofdstuk 3 Onderzoek van Frans de Waal
- ‘Verzoening’ (auteur: Frans de Waal, eerste druk, vertaling van Peacemaking among primates) - afbeelding www.google.com > afbeeldingen > chimpansees
Hoofdstuk 4 Cultuur bij dieren
- ‘De aap en de sushimeester’ (auteur: Frans de Waal, vertaald uit het engels The ape and the sushimaster, vertaald door Bart Voorzanger, eerste druk) - www.google.com (trefwoord chimpansee cultuur) Onderzoek, artikel ‘De culturen van de chimpansees’ (auteur: David de Vaal) - www.google.com (trefwoord dierencultuur) essay (auteur: Dani De Waele.)
Hoofdstuk 5
Planet of the apes
- DVD Planet of the apes special edition - plaatjes www.google.com > afbeeldingen > Planet of the apes
Hoofdstuk 6 Citaten van onderzoekers
- ‘Verzoening’ (auteur: Frans de Waal, eerste druk, vertaling van Peacemaking among primates) - www.janegoodall.com - ‘De aap en de sushimeester’ (auteur Frans de Waal)
Bijlagen
Om het terugvinden van de bijlagen wat makkelijker te maken heb ik elke bijlage genummerd. Hieronder staat een beschrijving van elke bijlage.
1 en 2 Plattegrond en sheet van de plattegrond van het eigen onderzoek in Burger’s Zoo. Eerste experiment.
3. Associatie diagram van het eigens onderzoek in Burger’s Zoo. Eerste experiment.
4. Gedragselementen bij de chimpansee.
5. Observatieformulier van het eigen onderzoek in Burger’s Zoo. Tweede experiment.
6. Sociaal gedrag tegenover elkaar. Het eigen onderzoek in Burger’s Zoo. Tweede experiment.
7. Opgezochte informatie over Frans de Waal. Naar aanleiding van deze informatie ben ik boeken gaan huren voor het profielwerkstuk.
REACTIES
1 seconde geleden
F.
F.
Hallo,
op het forum van scholieren.com zag ik dat je een werkstuk had gemaakt over gedrag bij chimpansees.
Omdat ik heel erg in het gedrag van mensapen geïnteresseerd ben, (zelf ga ik primatologie studeren) zou ik willen vragen of je nog wat extra informatie hebt over de manier van observeren zelf, dus hoe je alles noteerde (misschien ook wat je hebt genoteerd) en hoe je dit verwerkte.
Alvast hartelijk dank!
Groeten, Frederik Thoelen
21 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Hey Elye,
Ik wil je eerst bedanken voor het ongeloofelijk werk dat je verricht hebt, over het gedrag van de chimpansee, omdat ik een gelijksoortige opdracht heb en dus kan ik veel informatie uit je werk gebruiken.
Maar ik stuur je deze mail om te vragen of je mij de bijlage die bij dat werkje hoort eens wilt doorsturen aub.
Dat zou mij ontzettend helpen en ik ben je eeuwig dankbaar daar voor.
Met vriendelijke groeten,
Majda
21 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Hey ik heb je profielwerkstuk gelezen op scholieren.com. Ik heb er veel aan! maar kan je misschien ook nog de bijlagen naar me sturen(het associatie diagram enz.)? alvast bedankt
marc kruis
21 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
ik vind het een hele goede tekst van you op www.scholieren.com maar ik vind er de sites niet bij waar je je ino vandaan gehaalt hebt
zou u mij die eens willen doorsturen
20 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
tevens willen wij jou bedanken voor deze grandiose ideeen over het maken van een voorwoord. bij deze.... BEDANKT!!
18 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Hallo!
Heel erg bedankt voor je werkstuk,
ik zou het alleen erg op prijs stellen om je bijlage 6 nog te lezen! Die kon ik niet vinden!
Ik hoop dat je bijlage 6 misschien zou kunnen mailen
Alvast hartstikke bedankt!
groetjes, sebas
17 jaar geleden
Antwoorden