Inleiding Bij elke proef hebben we de vraag in een soort samenvatting gezet en dus niet het nummer van elke vraag. Soms hebben we opgeschreven wat we hebben gedaan om het wat duidelijker te maken. Proef 4 was ons eerste proefje deze hebben we wel af, net zoals al de andere proeven. We hopen dat als het practica af is dat we meer geleerd hebben over de onderwerpen van het practica. In de inhoudsopgave klopten sommige dingen niet, omdat die er later bij moesten dus hebben we dat er met pen verbeterd.

Inhoudsopgave

• Proef 1: je lichaam -Je huid -Je haren -Je gebit
• Proef 2: vezels -Vezels -Functies
• Proef 3: bindingen & merken -Stoffen
• Proef 4: Wasprogramma\'s
• Proef 5: kleding & Reclame -Reclame, versie 1.1
• Proef 6: badzout
• Slotwoord

Proef 1: je lichaam

Je huid Je huid bestaat uit twee delen: de opperhuid en de lederhuid. De opperhuid bestaat weer uit een hoornlaag en een kiemlaag. Je talgklieren zitten in de tweede laag: de kiemlaag. Een haar wordt omgeven door een haarzakje. Het haarzakje wordt weer omgeven door kiemcellen. In de haarzakjes bevinden zich talgklieren, die talg produceren. Talg is vettig. Talg kan ook mee-eter veroorzaken wanneer het poriën verstopt. Een mee-eter is zwart door het pigment in de huid. Acne zit ook op de huid. Het kan veroorzaakt worden door:

• veranderingen van het lichaam door hormonen,
• een reactie op het eten,
• een reactie op hoe je je voelt. Bijvoorbeeld angstig of verdrietig.

Vrouwen zijn meer ijdel dan mannen. Daarom gebruiken vrouwen meer make-up dan mannen. Make-up kan je er aantrekkelijker uit laten zien. Daardoor kan je meer zelfvertrouwen krijgen. Make-up kan ook dienen om lelijke dingen te verbergen zoals wratten en moedervlekken.

Je haren Je haren die op je hoofd zitten beschermen je hoofd tegen de kou. Ze vormen een opvallend uiterlijk kenmerk. Ze kunnen vies worden door zweet, vet van de talgklieren en door invloeden van buiten zoals rook, stof en regen. Shampoo gebruik je om je haren schoon te maken en ze mooi te houden. Gel gebruik je om je haren goed in model te brengen.

Roos bestaat uit kleine huidschilfers die ontstaan wanneer je je haar niet goed uitspoelt bij het wassen. Ook ontstaat het als je je haar een lange tijd niet wast waardoor talg zich ophoopt. Roos is niet besmettelijk. Met de opmerking: \"Roos is vooral een cosmetisch ongemak\". Daarmee wordt bedoeld dat het vooral een ongemak is omdat je al die schoonheids- en hygiënische middelen moet aanschaffen. Twee nadelen van anti-roos shampoo zijn:

• Het kost meer geld dan normale shampoos
• Bij sommige anti-roos shampoos (bijv. head & schoulders) verdwijnt de roos wel, maar je haar wordt er heel vet van.

In een test moesten de shampoo van Schwarzkopf en Guhl met elkaar vergelijken en waarom Schwarzkopf beter is: De shampoo veroorzaakt geen huidirritatie. Het gebruik is gemakkelijk omdat de shampoo in een flacon zit en er meer in kan. Hij is ook goedkoper dan Guhl.

Je gebit Als je je tanden hebt gepoetst en je kauwt daarna op een tandplaqueverklikker kun je zien waar je je tanden niet goed hebt gepoetst. De rode kleur die op je tanden verschijnt geeft aan dat er nog tandplak zit.

Proef 2: Vezels

Vezels

Synthetische vezels worden gemaakt in de fabriek en de grondstof is vaak aardolie. Dierlijke vezels komen van dieren af, plantaardige van planten. Onze hand- en theedoeken zijn van katoen gemaakt, omdat ze goedkoper zijn dan linnen. Je kunt ze vaak wassen, ze nemen goed vocht op en ze zijn sterk. Niemand zou een theedoek van viscose maken, omdat het zwak is als het nat is. Je zou dus heel voorzichtig moeten afdrogen en wassen, want anders zou hij scheuren. De 2 grootste nadelen van zijde zijn, dat je hem niet in de wasmachine kunt wassen en door transpiratievocht kunnen witte kringen ontstaan.

• Als een vloerbedekking van wol is, heeft dat 2 voordelen:
• Het houdt veel warmte en ook kou vast, dus isoleert goed.
• Het is elastisch en veerkrachtig.

Je moet opschrijven waar het kledingstuk van gemaakt is en wat het voordeel is.

* Sportsokken: sportsokken zijn van katoen gemaakt, je kunt het vaak wassen en het neemt veel vocht op. * Wintersjaal: een wintersjaal is van wol gemaakt. Wol houdt goed warmte vast. * Safarioutfit: een safarioutfit is van linnen gemaakt. Linnen is stevig. * Overall: een overall is van katoen gemaakt, want je kunt het vaak en op een hoge temperatuur wassen, zodat de vlekken er goed uit gaan. * Regenbroek: een regenbroek is van nylon gemaakt. Het is waterdicht en neemt geen vocht op.

We kregen lapjes van verschillende kleuren en stoffen. Daar moesten we de stof van zeggen.

* Het gewone witte lapje: katoen * Het bruin/ leverkleurig lapje: linnen * Bont/ meerkleurig lapje: wol * Het glimmende witte lapje: zijde * Het pluizig witte lapje: synthetische vezels

Functies Kniebeschermers: het beschermen van je knieën. Regenjas: geen water doorlaten, zodat je niet nat wordt. Het laat geen wind door.

Het verschil tussen bescherming en veiligheid is dat veiligheid voorkomt dat er een ongeluk gebeurt. Bescherming beschermt je als er toch een ongeluk gebeurt.

Proef 3: bindingen en merken

Stoffen Breisel en weefsel zijn 2 verschillende manieren om vezels of draden aan elkaar te maken. Breisel heeft verschillende voordelen zoals; je kunt het makkelijk uithalen, het is rekbaar omdat de lussen niet strak zijn vastgeknoopt. Breisel houdt de warmte goed vast als de vezels van wol zijn omdat wol goed isoleert, het houdt veel lucht vast. Weefsel is niet makkelijk uithaalbaar en rekbaar dit komt doordat de verticale vaststaande kettingdraden om de horizontale inslagdraden worden heen geweven.

Hieronder staat een tekening waarbij is aangegeven hoe een weefsel wordt geweven. Het eerste hokje is zwart, er zijn steeds 4 kettingdraden overgeslagen en aan het begin van elke regel zijn er steeds 2 kettingdraden overgeslagen.

We moesten onder de microscoop stoffen bekijken en zeggen of het een weefsel of breisel was. Als het een weefsel was moesten we ook nog zeggen of het een keper- of een platbinding was.

Weefsel: - stof 2, een spijkerstoflapje keperbinding. (De kettingdraden zijn wit, de inslagdraden zijn blauw.)

Weefsel: - stof 3, een theedoek platbinding

Breisel: - stof 1, een wollen lapje (stukje wol)

Spijkerbroekmerken:

Er werden enkele vragen gesteld over een test uit de consumentengids. Blue Ridge Cleveland kwam als beste uit de test, omdat hij niet zo duur, niet snel slijt en mooi afgewerkt is. Onze mening is dat deze broek het best gekocht kan worden.

Wij hebben de Levi\'s 501 gekozen omdat het een veel gedragen broek is en we wilden eens kijken hoe deze uit de test kwam.

we dachten dat de voordelen van de Levi\'s 501 waren, dat het door jongens en meisjes gedragen kon worden, dat hij er goed uitziet en de knopen zijn makkelijk. De nadelen zijn dat hij snel slijt en krimpt en we dachten dat hij redelijk uit de test zou komen. Uit de test bleek dat het een matig tot redelijke broek was en dat klopte met onze gedachten. Levi\'s 501 is duur omdat het een merk is. Het moet ook worden geïmporteerd uit Amerika en is erg populair bij de jongeren.

Als je een spijkerbroek koopt en je wil kijken of de kwaliteit, kleurechtheid en de afwerking goed zijn kun je het beste in het daglicht gaan staan en heel goed en precies naar de spijkerbroek kijken.

Proef 4: wasprogramma\'s

Achter op de foto van het gebloemde T-shirt staat een wastobbe me een streep eronder en 30 C erin. Dat is een wolwasprogramma. Het gebloemde T-shirt van foto nr. 1 is van 100% katoen. De wastobbe hoort er eigenlijk niet bij omdat je katoen kunt wassen op 60 en 95 C. Maar omdat de fabrikant bang is dat er iets met het T-shirt gebeurt als je het op een hogere graden wast, heeft hij in het etiket van het T-shirt deze wastobbe gezet. De witte blouse op foto nr. 12 moet je apart wassen. Want als je die met andere kledingstukken met een andere kleur meewast, verkleurd hij. Witte was wordt te heet gewassen voor de blouse, daarom kan hij niet mee gewassen worden met de witte was en moet hij met de hand gewassen worden.

4 etiketten van een blouse, spijkerbroek, trui en T-shirt.

De blouse moet je op 40?C wassen, omdat de blouse anders niet goed schoon wordt en als je hem op een hogere temperatuur wast dan krimpt hij. Je mag hem niet in de droogtrommel doen, omdat hij dan krimpt. Je mag hem ook niet koud bleken, je mag geen geconcentreerd chloorbleekmiddel in verdunde oplossing gebruiken noch gewoon chemisch laten reinigen, omdat dit slecht voor de kleur en het materiaal is. Je mag de blouse niet heet strijken, omdat dan de viscose (synthetische vezel) smelt.

De spijkerbroek moet je op 60?C wassen, omdat hij anders niet goed schoon wordt. Je mag hem niet bleken of chemisch laten reinigen, omdat bleken niet goed is voor de kleur en chemisch laten reinigen niet goed is voor het katoen. Je moet hem heet strijken omdat je anders de kreukels er niet uit krijgt. Geadviseerd wordt om de spijkerbroeken binnenstebuiten te wassen en op normale textielstand te drogen.

Je hoeft de trui niet met een speciaal wolwasprogramma te wassen omdat hij maar uit 50% wol bestaat. Je mag hem niet bleken omdat dat slecht is voor de stof en kleur. In de droogtrommel zou hij krimpen en strijken is niet nodig. Chemisch reinigen is wel mogelijk.

Het T-shirt moet op 40?C gewassen worden, omdat katoen krimpt als het te heet gewassen wordt. Je moet hem warm strijken omdat de stof snel kreukt. Bleken, chemisch reinigen en in de droogtrommel stoppen mag niet omdat hij in de droogtrommel krimpt en de rest slecht is voor de stof en kleur.

Mening geven a. De spijkerbroek is volgens ons geen emancipatoir kledingstuk, omdat het door zowel mannen als vrouwen gedragen kan worden. b. De betekenis van de spijkerbroek is volgens ons niet veranderd van een niet conformerend kledingstuk naar een conformerend kledingstuk, omdat hij nog steeds voor werkkleding gebruikt wordt.

Proef 5: kleding & Reclame

Reclame, versie 1.1

De 3 grootste misschattingen hebben we gemaakt bij nr. 5, 6 en 7. Bij nr. 5, de witte blouse zijn we misleid doordat we niet wisten of het van een duur merk was. Bij nr. 6, het zwarte rokje, zijn we misleid doordat het er niet duur uit ziet. Het was een eenvoudig rokje. Bij nr. 7, het groene colbert, zijn we misleid doordat we het er wel duur uit vonden zien, maar niet zó duur. Je kunt de kledingprijs niet goed schatten als je alleen het merk en de winkel weet. Mensen kun je niet echt beoordelen op de prijs en de soort kleding die ze dragen. Want de een krijgt veel geld om kleren te kopen en de ander niet. Of hij besteedt niet veel aandacht aan z\'n kleren want hij vindt kleding niet belangrijk. Hier staan onze meningen wat we het belangrijkst vinden als we schoenen en een lange broek kopen:

We hebben verschillende voorwerpen bekeken die in een reclame blaadje stonden. Daarvan moesten we de doelgroep opnoemen.

1. Een compostbak, doelgroep: mensen die vaak in de tuin werken en ook veel tuinafval over houden, vanaf ongeveer 30 jaar. 2. Kinderstoeltje voor in de auto, doelgroep: Ouders van jonge kinderen, tot ongeveer 5 à 6 jaar. 3. Mascara, doelgroep: meisjes en vrouwen die hun wimpers voller willen maken. 4. Babysokken, doelgroep: ouders van baby\'s.

3 voordelen van kleedgeld zijn: 1. Je kunt zelf bepalen wat je gaat kopen. 2. Je kunt zelf bepalen wanneer je je kleren gaat kopen. 3. Je kunt zelf bepalen hoeveel geld je aan je kledingstuk wilt besteden.

2 nadelen van kleedgeld zijn: 1. Je ouders betalen niks meer mee. 2. Je moet sparen als je een duurder kledingstuk wilt kopen dan je kleedgeld krijgt.

Proef 6: badzout

Badzout We hebben badzout gemaakt van: 100 gram zout, 5 druppels kleurstof, 1 eetlepel soda en een paar druppels parfum. Dat mengden we goed door elkaar. Ieder maakte een eigen kleur badzout en gaf een deel daarvan aan de anderen. Zo kreeg ieder een potje badzout met verschillende kleuren. Daar deden we watten bovenop zodat de kleuren niet door elkaar zouden gaan.

Het badzout (110 gram) dat wij gemaakt hebben, kost per persoon:

In de winkel kost een flesje badzout van 100 gram ongeveer f 4,95. Het flesje is waarschijnlijk duurder omdat je ook voor het flesje en de arbeidskosten e.d. moet betalen. Bij ons badzout hebben we het potje er niet bij gerekend.

Slotwoord

We hebben met veel plezier aan dit werkstuk gewerkt. We hebben er veel tijd aan besteed om een zo goed mogelijk resultaat in te leveren. We zijn ook een paar problemen tegen gekomen: als eerste niet iedereen kon steeds aanwezig zijn, als tweede hadden we de tijd niet zo goed ingedeeld.