Zouten

Beoordeling 4.3
Foto van een scholier
  • Proef door een scholier
  • Klas onbekend | 334 woorden
  • 27 mei 2001
  • 81 keer beoordeeld
Cijfer 4.3
81 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Slim oefenen met Mijn Examenbundel

Wil jij onbeperkt online oefenen met examenopgaven, uitlegvideo's en examentips bekijken en je voortgang bijhouden? Maak snel een gratis account aan op mijnexamenbundel.nl. 

Ontdek Mijn Examenbundel
DOEL

Het doel van deze opdracht is om de inhoud te bepalen van vier verkregen potjes resp. 1 t/m 4. De bijbehorende namen resp. A t/m D zijn gegeven, maar het is onbekend welke naam bij welk potje hoort:

Potjes:

A B C D
Inhoud: Zn(NO3)2 (s) BaSO4 (s) Ba(NO3)2 (s) NH4Cl (s)

UITVOERING

1. Een reageerbuisje wordt tot ongeveer een kwart gevuld met water;
2. Een deel van de inhoud van een potje wordt in het reageerbuisje gedaan;
3. De andere stof wordt toegevoegd en het geheel wordt geschud;
4. Als er een neerslag ontstaat heeft er een reactie plaatsgevonden.

STOF A

Om te onderzoeken waar stof A in zit, moet de inhoud van alle potjes, om hun beurt, gemend worden met NaOH, want alleen Zn2+ reageert met OH-:

Zn(NO3)2 + NaOH
Reactie: Zn2+ (aq) + 2 OH- (aq) Zn(OH)2 (s)
Resultaat

De inhoud van potje 2 reageert met natroloog. Zinkhydroxide ontstaat hierbij als bruine neerslag.

STOF B

BaSO4 is slecht oplosbaar in water. Dus om te onderzoeken waar deze stof in zit, moet de inhoud van potje 1, 3 en 4 in een reageerbuis met water gedaan worden. Vervolgens moet er gekeken worden van welk potje de inhoud niet in water oplost.

Resultaat

De inhoud van potje 1 lost slecht op in water.

STOF C

Om te onderzoeken waar stof C in zit, moet de inhoud van potje 3 en 4 gemengd worden met CuSO4, want alleen Ba2+ reageert met SO42-:

Ba(NO3)2 + CuSO4
Reactie: Ba2+ (aq) + SO42- (aq) BaSO4 (s)
Resultaat

De inhoud van potje 4 reageert met kopersulfaat. Bariumsulfaat ontstaat hierbij als lichtblauwe neerslag.

STOF D

Om te onderzoeken of stof D in potje 3 zit, moet de inhoud van potje 3 gemengd worden met AgNO3, want Cl- reageert met Ag+:

NH4Cl + AgNO3
Reactie:Cl- (aq) + Ag+ (aq) AgCl (s)
Resultaat

De inhoud van potje 3 reageert met zilvernitraat. Zilverchloride ontstaat hierbij als witte neerslag.

CONCLUSIE

Uit de resultaten worden de volgende conclusies getrokken:

In potje 1 zit bariumsulfaat;
In potje 2 zit zinknitraat;
In potje 3 zit ammoniumchloride;
In potje 4 zit bariumnitraat.

REACTIES

K.

K.

Ik vind dit totaal niet passen bij het werkbeeld wat wij krijgen van onze geliefde school

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.