Theorie:
Je kunt een ionsoort uit een oplossing verwijderen door een oplossing van een zout toe te voegen. Dit oplosbare zout moet een ionsoort bevatten, dat met de te verwijderen ionsoort een neerslag vormt (Blz. 74 boek1).
Uitvoering:
Het is bij deze proef de bedoeling dat je uit hard kraanwater de calcium ionen (Ca2+) haalt. Want als er hard water uit de kraan komt betekent dit dat er calcium ionen in zitten.
Je neemt 3 reageer buisjes.
Je vult het eerste buisje voor ¼ met hard kraanwater.
En het tweede buisje doe je een spatelpuntje Natriumcarbonaat (Na2CO3), daarna vul je het buisje tot ¼ met gedestilleerd water.
Want je hebt kunnen zien, in je binas 45a, dat Calcium ionen samen met Carbonaat ionen (CO32-) een neerslag zou moeten vormen. Het zou ook voor kunnen komen dat je geen neerslag krijgt, daarom moet je altijd de proef uitvoeren en niet direct je binas geloven.
Als je dit allemaal gedaan hebt pak je het derde buisje.
In dit derde buisje stop je de inhoud van het eerste buisje en de inhoud van het tweede buisje.
Als het goed is, is het derde buisje voor ½ gevuld.
Nu nog even schudden en klaar is je proef 4a.
Conclusie:
Je hebt nu, als het goed is en zo niet dan moet je het opnieuw proberen, een neerslag gekregen van calciumcarbonaat:
Ca2+ (aq) + CO32- (aq) à CaCO3 (s)
Nu kan je dus doormiddel van affiltreren de calcium ionen eruit halen.
Proef 5a: Het maken van een zout
Theorie:
Je kunt een ionsoort uit een oplossing verwijderen door een oplossing van een zout toe te voegen. Dit oplosbare zout moet een ionsoort bevatten, dat met de te verwijderen ionsoort een neerslag vormt (Blz. 74 boek1).
Je kunt neerslagreacties ook gebruiken om een bepaald nieuw zout te maken (Blz. 75 boek1).
Uitvoering:
Het is bij deze proef de bedoeling om door het bijeenvoegen van twee zoutoplossingen het slecht oplosbare magnesiumcarbonaat (MgCO3) te maken. Je moet eerst bedenken welke twee zoutoplossingen hiervoor geschikt zijn.
Je hebt 3 reageerbuisjes nodig.
In het eerste buisje doe je een spatelpuntje natriumcarbonaat (Na2CO3) en dan vul je het tot ¼ met gedestilleerd water.
In het tweede buisje doe je een spatelpuntje magnesiumchloride (MgCl2) en dan vul je het tot ¼ met gedestilleerd water.
Dan moet je beide buisjes even schudden.
Als je dit gedaan hebt moet je alleen nog maar even de twee oplossingen bij elkaar te gooien.
Je pakt het derde buisje en hier doe je de inhoud van buisje een in en de inhoud van buisje twee.
Nu deze nog even schudden en klaar ben je met proef 5a.
Conclusie:
Je hebt nu als het goed is een neerslag gekregen van magnesiumcarbonaat:
Mg2+ (aq) + CO32- (aq) à MgCO3 (s).
REACTIES
1 seconde geleden
A.
A.
ècht een goed werkstuk heel erg bedankt ik had er een 7,5 op.
Groetjes mij
23 jaar geleden
Antwoorden