Veganisme

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 4716 woorden
  • 23 maart 2001
  • 71 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
71 keer beoordeeld

Voorwoord Uitgaand van het thema eten en drinken heb ik gekozen voor het onderwerp veganisme. Ik heb voor dit onderwerp gekozen, omdat er veel over wordt geschreven, en ik er dus veel van kon vinden. Zelf ben ik geen veganist, maar ik heb wel bewondering voor mensen die veganist zijn. Je moet best stevig in je schoenen staan als veganist. Mensen zien je vaak aan als “raar.” Daarom heb ik de volgende hoofdvraag geformuleerd:

 Is het in deze maatschappij nog mogelijk om een veganist te zijn?

Daarbij ben ik tot de volgende deelvragen gekomen:

 Wat is veganisme?

 Is er zoiets als DE veganist?

 Waarom kan het voor een veganist een kwelling zijn om met vleeseters aan tafel te zitten?

Zelf denk ik dat het moeilijk is om als veganist te functioneren in de maatschappij. Vooral omdat mensen je niet begrijpen, en vaak ook geen rekening met je houden.

Tekst 1: De veganist gaat ‘all the way’ Ik weet niet of u al boodschappen hebt gedaan voor het eten van morgen, maar als daar vlees of vis bij zit, dan moet u dat nog een dagje laten liggen. Morgen is het namelijk dierendag en dan eten we geen dieren, dat lijkt me duidelijk. Om het helemaal goed te doen, dragen we morgen ook geen leren schoenen en wollen truien en eten we geen kaas en honing op het brood. U gelooft toch niet echt dat die spullen zonder dierenleed worden geproduceerd? Natuurlijk is die hele dierendag hypocriete kletskoek, bedacht voor en door de dierenwinkels, zodat ze hun hondenkluifjes, kattensnoepjes, kauwschoentjes en nepmuizen en andere rommel aan u, de echte dierenvriend, kunnen slijten. Krijgt uw hond niks bij de thee? Dierenbeul! ER is een groep Nederlanders die zeker niet meedoet aan dierendag: de veganisten. Ze weigeren alle etenswaren en andere spullen te gebruiken waar dieren aan te pas zijn gekomen. Voor hen is elke dag dierendag. Vegetariërs eten geen vlees. Sommigen gaan nog een stapje verder door ook geen melk (lactovegetariërs) of eieren (ovovegetariërs) te gebruiken. Veganisten of ‘totaalvegetariërs’ gaan all the way. Ze eten geen vlees, geen melk, geen honing en weigeren ook verder alle producten waarvoor dieren zijn gebruikt (of misbruikt zoals veganisten zeggen). Voor veganisten is dat de logische consequentie van het respect dat zij betonen aan dieren. ‘Alle dierlijke producten zijn met leed en doden verbonden’, stelt de Nederlandse Vereniging voor Veganisme in een boekje waarin zij haar motieven uiteenzet. Om melk te produceren moet een koe regelmatig een kalf baren, dat vaak linea recta naar het slachthuis verdwijnt. Wol is besmet omdat schapen ruw worden geschoren en vaak ziek worden (kou vatten). Zijde wordt verkregen nadat de zijderups met stoom is gedood. De imkerij, die de bijen de honing afpakt en ze in plaats daarvan minderwaardig zoetstof teruggeeft, behoort volgens veganisten thuis in de bio-industrie. Vissen doorstaan gruwelen in het net of aan de haak, het verhaal over eieren en legbatterijen is bekend. Er is veel gediscussieerd over wat ‘natuurlijke’ voeding voor de mens is. Een belangrijke rol in deze kwestie speelde het antwoord op de vraag of onze verre voorouders wel of geen vlees aten. Toch schieten we daar weinig mee op. De vroege mensapen aten vooral vruchten. Homo erectus waseen serieuze vleeseter, homo sapiens ging hier mee door. Onze meest directe familieleden in het dierenrijk, gorilla’s en chimpansees, eten vooral planten, maar ook slakken, insecten, eieren en kleine dieren. Wel vlees dus. Veganisten stellen daar tegenover dat de mens geen klauwen en slagtanden heeft waarmee roofdieren hun prooi verscheuren, en dat hij ook de sterke maagsappen en gladde darmen mist van de echte vleeseter. De bijbel helpt ons ook niet verder. Christelijke veganisten baseren zich op vers 29 van het eerste hoofdstuk van Genesis, waarin God de mens al het ‘zaaddragende gewas, vruchten en groenekruid’ aanbiedt. Geen woord over karbonades en sudderlappen. Maar Jezus at weer wel vlees, net als Boeddha, Mohammed en Lao-tse. Socrates en Seneca waren weer vegetarisch, en toch ook erg wijs. Volgens de Franse gourmet Brillat Savarin zijn niet-vleeseters lafaards, en hadden de Britten daarom een makkie aan de Indiërs. Maar ook Hitler was vegetariër, en wat je ook van hem kunt zeggen (misdadig, krankzinnig), laf was hij toch niet. En uiteindelijk hebben de Indiërs de Britten er toch ook uitgeknikkerd. Eten van vlees is een keuze. De mens kan zowel met als zonder vlees uitstekend toe. Al hebben veganisten natuurlijk wel sterke argumenten in handen als ze verwijzen naar de bio-industrie en de verspilling van voedsel voor de vleesproductie. Wat eten betreft leunen veganisten zwaar op groenten, fruit, noten en zaden en vervangende producten als sojamelk, tofu en tempeh (ook gemaakt van soja) en seiten, een vaag op vlees lijkend goedje dat gemaakt is van tarwegluten. Daarmee is een volwaardige voeding samen te stellen, al krijgen vooral zwangere vrouwen en jonge moeders het advies om vitamine B12 te slikken. Dat zit namelijk alleen in dierlijk voedsel. Veganisten maken het zichzelf niet gemakkelijk. Er zijn nogal wat spullen waaraan dierlijke producten te pas komen. Lucifers en schuurpapier bevatten dierlijke lijm, kwasten zijn vaak van dierenhaar gemaakt, sinaasappels worden beschermd door een laagje bijenwas, de beeldbuis van televisies schijnt melkeiwit te bevatten, aan foto’s en offsetdrukwerk komt gelatine te pas. Consequente veganisten moeten deze spullen ook laten liggen, maar zoals bij elke leer zij er rekkelijken en preciezen. Een heikel punt onder veganisten is het houden van huisdieren. Sommigen vinden dat het wel kan, anderen vinden dat een mens geen hond of kat kan ‘hebben’. Veganisten beschouwen dieren als ‘onze jonge broeders’. Voor hen is discriminatie op grond van de soort (‘speciëcisme’) net zo verwerpelijk als racisme, en zijn diereneters even slecht als menseneters. Interessante gedachte voor dierendag volgend jaar. Papa zorgt niet voor het eten, papa is het eten.

Tekst 2: Gaan eten met vleeseters is een zelfkwelling
Henk (28) Geloof me, ik doe wat in m’n macht ligt om m’n eetplezier niet te laten vergallen door gehaktballen-vreters. Maar tot nog toe met weinig resultaat. Het draait niet zelden uit op pure zelfkwelling als ik me in het gezelschap van vleeseters naar een eetgelegenheid begeef. Misschien word je er op den duur wel erg assertief van dat je bij de keuze van het restaurant al meteen op je strepen moet gaan staan, maar ik vind het na een dikke drie jaar van bijna-veganisme nog steeds tamelijk vervelend. Maar alla, daar kom ik op een goede dag wel overheen. Moeilijker is ’t aan tafel zelf. Terwijl ik van een tofu-prak zit te smullen, wordt er om mij heen druk in gebakken dieren gesneden en geprikt en vrolijk keuvelend bediscussieert men de smaak van - ik noem maar wat – het zojuist genuttigde lamskoteletje. Stuitend, vind ik het. En het maakt me vaak ook een beetje verdrietig. Hier zit ik dan aan tafel met verder alleszins redelijke mensen. Mensen die zich net als ik zorgen maken om het milieu, die net als ik ook vreselijk tegen bont en tegen de jacht op walvissen zijn. Maar ondertussen gaapt er zo’n enorme kloof tussen ons als het gaat om dat vermaledijde stukje vlees en dat ellendige plakje kaas. En het begin in zo’n gezelschap maar eens over veganisme. Dik kans dat het uitdraait op grappenmakerij en dan heb je niks aan al je fraaie argumenten. Zelfs al heb je nog zoveel gevoel voor humor, tegenover een overmacht aan vleeseters delf je geheid het onderspit.

Tekst 3: Aan tafel met DE veganist
Aan tafel met DE veganist
Als je behalve met een huisdier of een exotische vogelsoort ook met andere dieren begaan bent. Als je onze verspilling en het tekort aan voedsel in andere landen niet ziet zitten. Als je plots merkt dat dierlijk voedsel steeds meer iets weg heeft van bloedworst. Als je meer en meer groenten eet. En dat je je er gezonder en lekkerder bij voelt. Kortom, als je tot genoegen van jezelf en anderen stappen zet in een mens-, dier- en milieuvriendelijkere omgeving. Kijk dan maar uit want voor je het weet vertoon je de trekken van DE VEGANIST ! door Morries Leeraert

Als je nieuwsgierig bent naar het veganisme vind je heden ten dage planken vol met informatie hierover. Studies, tijdschriften en folders geven achtergronden en praktijkvoorbeelden van het wel en wee van veganisten. Kookboeken lichten een dekseltje op over een gezonde veganistische voeding en het smakelijk combineren van plantaardige gerechten. En mocht je van griezelverhalen houden dan kun je terecht bij de verslagen over dierenmisbruik, exploitatie en slacht. Over de beeldvorming rond veganistisch ingestelde mensen hoor je echter weinig. Dus tref je zelden iets aan over DE veganist. Wie is dat? DE veganist is een figuur die bestaat uit denkbeelden en vooroordelen van (meestal) niet-veganisten. DE veganist is zogezegd samengesteld uit afwijkingen van het gangbare. In dit beeld tref je soms de meest bezopen eigenschappen aan. Niemand kent DE veganist, en toch is hij of zij in ons midden. Misschien ben je \'m zelf wel eens geweest?! De eerste echte
Inmiddels leeft het veganisme onder een brede kring van de meest uiteenlopende karakters, maar de kring die van toeten noch blazen weet, is nog groter. Of je nu een groentje bent of een doorgewinterde vego of vega, je komt ze nog overal tegen. Je loopt daarmee een aardige kans dat je aangezien en aangesproken wordt als DE veganist, en je je geconfronteerd ziet met de harde realiteit van andermans verbeelding. Dan behoor je namelijk tot een Stereotype, ben je van een bepaald soort mensen. Als DE veganist ben je namelijk heel wat: Een mafkees omdat je verder denkt dan je neus lang is. Een softie omdat je je gevoel laat meespelen. Een doordrammer omdat je goede argumenten hebt. Een naïeveling omdat je zelf kiest wat je eet. Een betweetster omdat je wat over hebt voor je ideeën. Een aansteller omdat je alleen bij McDonalds naar binnen stapt als er goede muziek is. Als je keuze beoordeeld wordt en al aanstoot geeft, kan daar nog een schepje bovenop komen. Je kunt op een feest voor een spelbreker gehouden worden die zelfs de canard bourgondais craqué voorbij laat vliegen, of, sterker nog, een lafaard die nog niet eens een Goudse jonge wil verhapstukken omdat-ie zo nodig vindt dat koeien kippen kistkalveren varkens vissen en mensen uit landen buiten Europa recht op leven hebben. Het kan daarbij vóórkomen dat jij de eerste \'echte\' vego of vega in hun leerdragend en zuiveletend bestaan bent. Een indrukwekkende gebeurtenis: voor jezelf kun je dan misschien wel \'gewoon\' veganist/e zijn, maar voor andersgeaarden ben je het levende voorbeeld van iemand die Raar is. En dat kan wel eens tot een scène leiden waarin JIJ DE veganist bent. Een scène
Stel dat je je vrienden of familie op een buitengewoon vernuftig etentje trakteert en hun de smullenste gerechten uit een veganistisch kookboek voorschotelt. Begin je met de salade(s)? Oké, eerst de salade. Niemand is om een gespreksonderwerp verlegen want het smaakt goed. Héél goed zelfs, mompelt een van je gasten. Totdat iemand (anders) naast het proeven ook geïnteresseerd is in de samenstelling van je voorgerecht. Wat zit er nou allemaal voor groens in die salade?? En is dit nou allemaal rauw? Dit kan het moment zijn om je gevleid te voelen vanwege de variëteit die je in de salade hebt aangebracht. Een gelegenheid ook die je wellicht te baat neemt om de historische woorden uit te spreken: \'Ik ben een veganist.\' Een wat?! Een hedonist?? Waar is het moeilijke woordenboek! Omdat het woord \'veganist\' voor velen nogal raadselachtig klinkt, loop je de kans dat je als een zeldzame vogel wordt beschouwd. Veel mensen zijn daar gevoelig voor. Je valt namelijk op. Misschien ben je dan geneigd een min of meer verontschuldigende houding aan te nemen. Of je verklaart je nader....of je hebt vooraf wat spraakwater gedronken van vooruit daar gaat-ie. En je vertelt misschien zoiets dat je de groenteboer of -markt vaak bezoekt, dat je dieren liever levend ziet dan verminkt op een bord, en dat gezondheid je liever is dan de smaak van dikke melk met een vel. Geleidelijk vallen de monden open en je wordt aangekeken alsof je net terug bent van een ontvoering door een vliegende schotel. Kortom, je staat in het middelpunt van de belangstelling. Na een algehele verbijstering branden de vragen los. Ben je nou helemaal belatafeld? Overleef je dat? Maar ben je dan wel goed verzekerd?! Na de verbazing volgt vaak de twijfel. Let maar eens op de wonderbaarlijke bewegingen van de wenkbrauwen van je meeëters. Nou ben je wel errug idealistisch. Je kunt niet zomaar je levenspatroon veranderen. Toch? Het jagen en eten van dieren zit ons gewoonweg ingebakken. Dat de mens \'van nature\' een vleeseter is, wordt graag beweerd -door de vleeseter uiteraard. Alleen maar omdat na de paplepel de smaak van vlees en melk wordt voorgekauwd en ingegoten, zegt dit niets over de natuur der mensen. Ook klopt er geen biet van het mythisch aandoende verhaal van het jachtinstinct der mensen. De meeste mensen eten plantaardig. Tweederde van de wereldbolbewoners kan koemelk gewoonweg niet verteren. Kortom, het zit niet in je genen. Bovendien heeft het woord \'carnivoor\' een opvallende gelijkenis met \'kannibaal\'? En met welk \'natuurlijk\' type hebben we dan te maken? Als we het toch over bizarre verhalen hebben, kun je net zo goed de avonturen van de Grote Vriendelijke Reus aanbevelen -een creatie van Roald Dahl. De GVR is namelijk verzot op snoskommers en haalt zijn neus op voor de consumptie van miezige mensbaksels. Zo, jij durft. Welk dieet volg je dan nu? Het middengerecht komt op tafel: een schotel die warm en kruidig geurt. Ja, dat ziet er zeer exclusief uit. Er is meer op de wereld dan alleen linzensoep of pindakaas. Dat je gasten je hierop begrijpend toeknikken en helemaal met je begaan zijn, komt dus ook vaak voor. Je wordt dan met al de zorg van je disgenoten omringd. Maar ga je misschien niet te vér? Ben je dan niet aan het muggenziften? Vegetarisch is toch al goed genoeg. Tja, dat er bij het eten van een ei niet direct een kip dood neervalt, betekent nog niet dat voor al die miljoenen eieren talloze kippen en kuikens systematisch worden gemarteld en gedood. Dat is een uitgemaakte zaak. Waar een ei is, is een kip (geweest), waar melk is, is een kalf dat gezoogd wil worden. Je hoeft er dus niet voor doorgeleerd te hebben om te raden wat er met de kalveren en de kuikens gebeurt. Dat is een uitgekookte zaak. Waarom zou je je van het eten van vlees afkeren en voor de gevolgen van de zuivelindustrie je ogen sluiten?... Wist niet dat je zo gevoelig was. Sjee zeg, wat ben jij radicaal! Ja, die heb je ook: de recht-door-zee-veganist. Dat is de benaming voor mensen voor wie het idee en de uitvoering ervan dicht bij elkaar liggen. Voor wie het persoonlijke politiek is, en daar hoort je keuze van wat je eet en verantwoord vindt als vanzelfsprekend bij. Een radicale opstelling is \'uit\'; gelukkig zijn de meeste veganistos niet zo modegevoelig. Hét moment om het toetje te halen... Wat maakt het tenslotte nou uit. Een beetje geraspte kaas, een glibbereitje. Moet kunne, toch? Zou ik ook wel willen, maar om nou elke dag zo moeilijk te doen. Kaas is gewoon lekker. Er bestaan inderdaad nogal wat vegetarische mensen die in de richting van het veganisme denken, maar moeite hebben om over de drempel te stappen. Kortom, om het vegetarisme in z\'n consequenties dóór te denken. Zij hebben vaak wel weet van het stremmende kalfsmaagje in de kaas, maar zijn nog zeer verknocht aan het eten van boter, kaas en eieren. Begrijpelijk: het duurt nu eenmaal een poosje voor je van die verslaving af bent. Daarbij is een diner vaak een sfeervolle aangelegenheid waar naast het proeven van de gerechten ook aangename herinneringen mee gepaard gaan. Daar ben je uiteraard aan gehecht. Misschien eens de gelegenheid te baat nemen om uit te proberen dat bij het eten van puur plantaardig voedsel ook een lekkere wijn passen kan en er \'een goed gesprek\' te voeren valt. Dit kan een gevoelig punt zijn voor je verwante tafelgenoten. Je spreekt ze aan op hun \'zwakke punten\', en het kan gebeuren dat er een nieuwe gedaante van De veganist ter tafel komt. De ernst maakt dan al gauw plaats voor relativering of overdrijving. Gut, je bent constant met dat eten bezig. Een goed gesprek over al dat dierenleed zeker en krokodillentranen huilen. Je wil zeker de wereld redden. Het lijkt erop dat betrokkenheid en een stapje naar een betere leefwereld ten koste gaat van je vrijheid en dat je plezier eraan gaat. Een rare omkering. Het zijn meestal mensen die denken dat je er weinig aan kunt veranderen die er nogal somber bij lopen. Als je beseft dat je niet alleen op de wereld bent is dat niet vrijblijvend maar wel veel gezelliger. Jezus. Dat ruikt naar New Age. Ben je ook zo\'n neo-hippie. Als New Age staat voor zweverigheid en sektarisme dan is het veganisme het tegendeel ervan: het steunt namelijk op het gezonde verstand. Veganisten zijn geen maanaanbidders of vereerders van het hemelse aardvarken, of wazige wezens die mediteren voor de maaltijd, en ze hebben doorgaans geen natuurlijke aanleg om spontaan te gaan oerdansen. Mondjesmaat
Eigenlijk kunnen ze zo vrolijk of chagrijnig zijn als ieder ander. Raar hè? Als je veganist/e bent is dit zo klaar als een glas gletsjerwater, omdat het jezelf betreft. Voor mensen die niets van veganisme willen weten blijf je waarschijnlijk een vreemde kwibus; daar kan weinig tegen helpen. Dat hoeft ook niet, want zo houd je de variëteit van de diersoort mens in stand, en daar is niets op tegen. Of misschien ben je een van die mensen die wel brood zien in het levend houden van dieren maar er niet toe komen om een veganistische manier van leven te leiden. Veel van hen hebben bij het veganisme die bepaalde figuur in gedachten: een saaie super-principiële opofferingsgezinde streng-moralistische planteneter. Het is ook heel moeilijk om dat te zijn. Want dan heb je namelijk het plaatje van DE veganist voor ogen. En DE veganist bestaat niet, zo eenvoudig is dat. Of het moet de naam van een restaurant zijn. \'Immer strebend gehen wir voran\', zei de dichter Goethe nog op zijn tachtigste. Ook hem smaakte het plantenvoedsel beter dan een damhert aan het spit. Kortom: waarom zou je wachten om mondjesmaat te beginnen. Als je besluit veganist te worden of je realiseert je dat je al aardig op weg bent: zo dramatisch is het niet. Je behoort niet tot de categorie die het \'licht\' heeft gezien, je treedt niet toe tot een sekte en je gaat ook niet op dieet. Wat je al helemaal niet hoeft te vrezen is dat je voor een geitenwollensokkendrager aangezien wordt. Veel succes en plezier bij de uitvinding van jouw veganisme. En voor je vrienden en familie ook een aangename maaltijd gewenst.

Samenvattingen en beoordelingen

Samenvatting tekst 1: De veganist gaat ‘all the way’ Veganisten; ze weigeren alle etenswaren en andere spullen te gebruiken waar dieren aan te pas zijn gekomen. Vegetariërs eten alleen geen vlees, lactovegetariërs drinken ook geen melk, of eieren (ovovegetariërs) Veganisten gaan ‘all the way’. Veganisten gebruiken ook geen producten waar dieren voor gebruikt zijn, zoals een wollen trui. Er wordt veel gediscussieerd over of onze verre voorouder wel of geen vlees aten. Daar kunnen we weinig over vinden. Veganisten maken het zichzelf niet makkelijk. Als ze het echt goed willen doen, dan mogen ze ook geen lucifers en schuurpapier gebruiken, want die bevatten dierlijke lijm. Zelfs in de beeldbuis van de televisie zit melkeiwit.

Beoordeling tekst 1: De veganist gaat ‘all the way’ Het nut van de tekst “De veganist gaat ‘all the way’” is om de mensen te informeren over het gedrag van de veganist, en om de mensen aan het denken te zetten door een soort stelling in de tekst te zetten. Met deze stelling bedoel ik: Wat is de natuurlijke voeding van de mens?” De betrouwbaarheid van deze tekst is best groot. Naast subjectieve gedeeltes in de tekst, zijn er toch ook veel informatieve stukjes te vinden. Bijvoorbeeld het stukje waar de schrijver het heeft over ‘vitamine B12’ Door onder andere dit stukje tekst weet je dat de schrijver meer van het veganisme afweet dan de gemiddelde Nederlander. Dat maakt de tekst een stuk betrouwbaarder. De schrijver weet waar hij het over heeft. Deze tekst vond ik wel interessant om te lezen, vooral omdat de schrijver je aan het denken zet. De argumenten die de schrijver gebruikt vind ik wel goed. Met de argumenten van de schrijver ben ik het wel eens. Het volgende stukje vond ik een zeer goed argument: Veganisten maken het zichzelf niet gemakkelijk. Er zijn nogal wat spullen waaraan dierlijke producten te pas komen. Lucifers en schuurpapier bevatten dierlijke lijm, kwasten zijn vaak van dierenhaar gemaakt, sinaasappels worden beschermd door een laagje bijenwas, de beeldbuis van televisies schijnt melkeiwit te bevatten, aan foto’s en offsetdrukwerk komt gelatine te pas.

Samenvatting tekst 2: Gaan eten met vleeseters is een zelfkwelling. Henk (28) “Na 3 jaar bijna-veganisme vind ik het nog steeds vervelend om met vleeseters aan tafel te zitten. Het is moeilijk als anderen in een stukje vlees zitten te prikken en te snijden, terwijl ik van tofu-prak zit te smullen. En begin in zo’n gezelschap maar eens over veganisme. Vaak draait ’t uit op grappenmakerij, en dan heb je niks aan je fraaie argumenten.”

Beoordeling tekst 2: Gaan eten met vleeseters is een zelfkwelling.

Het nut van deze tekst is om vleeseters te informeren hoe een veganist zich kan voelen om met vleeseters aan tafel te zitten. In deze tekst is een stelling gesteld: “Gaan eten met vleeseters is een zelfkwelling.” Deze man reageert hierop. Hij is zelf een veganist, en dat maakt deze tekst betrouwbaar. Hij gebruikt goede argumenten, zoals het volgende argument: “Moeilijker is ’t aan tafel zelf. Terwijl ik van een tofu-prak zit te smullen, wordt er om mij heen druk in gebakken dieren gesneden en geprikt en vrolijk keuvelend bediscussieert men de smaak van - ik noem maar wat – het zojuist genuttigde lamskoteletje. Stuitend, vind ik het. En het maakt me vaak ook een beetje verdrietig.” Door dit argument ga je nadenken dat als je eens met een veganist eet, je bijvoorbeeld een keer geen vlees eet.

Samenvatting tekst 3: Aan tafel met DE veganist. Mensen hebben vaak vooroordelen over hoe DE veganist is. Je bent een mafkees, omdat je verder denkt dan je neus lang is. Een softie, omdat je je gevoel laat meespelen, en een aansteller, omdat je alleen de Mc Donalds binnen stapt als er goede muziek is. Voor anderen ben je dus raar. Stel je voor dat je als veganist een veganistisch gerecht aan je familie voorschotelt. Je staat in het middelpunt van de belangstelling. Iedereen verbaast zich over je. “Is vegetarisch dan niet genoeg?” “Wil je de wereld redden ofzo?” Het lijkt wel alsof een stapje naar een betere leefwereld ten koste gaat van je vrijheid en dat je plezier eraan gaat. Als je besluit om veganist te worden of je realiseert je dat je al aardig op weg bent: zo dramatisch is het niet.

Beoordeling tekst 3: Aan tafel met de veganist. Het nut van deze tekst is: mensen anders tegen veganisten aan te laten kijken. Laten zien dat veganisten geen rare, maar doodgewone mensen zijn. De schrijver wil dat mensen geen vooroordelen over veganisten hebben. De tekst is best betrouwbaar, omdat de tekst door een veganist is geschreven. De schrijver weet dus veel van het onderwerp af, en weet waar hij het over heeft. Ik vond de tekst leuk om te lezen, omdat de schrijver met voorbeelden werkt. De schrijver laat zien hoe het aan tafel kan gaan, als een veganist voor een groep veganistisch gaat koken. Mensen reageren meestal raar op veganisten. Veel mensen vinden veganisten vreemd. De schrijver maakt ook gebruik van ironie. Het stukje: “Als je tot genoegen van jezelf en anderen stappen zet in een mens-, dier- en milieuvriendelijkere omgeving. Kijk dan maar uit want voor je het weet vertoon je de trekken van DE VEGANIST!” is zo’n ironisch stukje. Door ironie te gebruiken laat de schrijver zien hoe sommige mensen over veganisten denken. De stellingen van de schrijver zijn erg goed. Hij laat duidelijk zien wat hij bedoelt. Bijvoorbeeld met het stukje: “Veel van hen hebben bij het veganisme die bepaalde figuur in gedachten: een saaie super-principiële opofferingsgezinde streng-moralistische planteneter. Het is ook heel moeilijk om dat te zijn. Want dan heb je namelijk het plaatje van DE veganist voor ogen. En DE veganist bestaat niet, zo eenvoudig is dat.”

Beschrijving van de werkwijze
Toen we deze opdracht kregen, moesten we al snel een onderwerp uitzoeken wat met eten en drinken te maken had. Ik koos voor het onderwerp anorexia. Ik dacht dat hier veel over te vinden zou zijn. Dus ik ging zoeken op het Internet. Er was best veel over te vinden, alleen waren het geen betogen. Na een hele tijd zoeken, had ik nog niks gevonden. Ik dacht dat ik beter een ander onderwerp kon kiezen, en had toen gekozen voor het onderwerp veganisme. Al snel had ik op het internet een betoog gevonden, en in het werkboek stond ook een betoog. Om een derde tekst te vinden heb ik best een tijdje gezocht. Er stond veel op het internet over veganisme, maar bijna geen betogen. Uiteindelijk heb ik toch nog een tekst gevonden. Als we volgende keer weer zo’n opdracht krijgen, dan ga ik eerst teksten zoeken voor ik een onderwerp opgeef. Zo voorkom ik om een verkeerd onderwerp te kiezen. Conclusie

De antwoorden op de deelvragen:

 Wat is veganisme?

Veganisme is het niet gebruiken van alle etenswaren en andere spullen waar dieren aan te pas komen. Veganisme is een stap verder dan vegetarisme. Vegetariërs eten alleen geen vlees. Veganisten eten behalve geen vlees, ook geen zuivelproducten. Veganisten gaan zelfs zo er dat ze geen leren schoenen en geen wollen kleding dragen. De veganist gaat ‘all the way.’

 Is er zoiets als DE veganist?

Nee, er is niet zoiets als DE veganist. Veel mensen hebben vooroordelen over veganisten. Je bent een mafkees, omdat je verder denkt dan je neus lang is. Je bent een softie, omdat je je gevoel mee laat spelen. Je bent een aansteller, omdat je alleen de Mc Donalds binnen loopt als er goede muziek is. Mensen zien je vaak als “een saaie super-principiële opofferingsgezinde streng-moralistische planteneter.” Maar zo is het niet. Veganisten zijn doodgewone mensen.

 Waarom kan het voor een veganist een kwelling zijn om met vleeseters aan tafel te zitten?

Voor een veganist kan het een kwelling zijn om me een vleeseter aan tafel te zitten, omdat je de vleeseter in het vlees ziet prikken en snijden, terwijl jij geen vlees eet, omdat je de beesten liever levend dan dood ziet. Als je dan iemand in het vlees ziet snijden, dan kan je dat heel verdrietig maken. Je vindt het jammer dat je een van de weinigen bent die er zo over denkt als jou. Die geen vlees eten, omdat je die beesten liever levend dan verminkt op je bord ziet.

Het antwoord op de hoofdvraag:

 Is het in deze maatschappij nog mogelijk om een veganist te zijn?

Ik denk dat het in deze maatschappij wel mogelijk is om een veganist te zijn, maar dat je toch wel stevig in je schoenen moet staan om veganist te zijn. Als veganist heb je wel veel keuze uit eten, zoals groenten, fruit, noten en zaden en vervangende producten zoals sojamelk, tofu en tempeh. Als veganist wordt het je wel moeilijk gemaakt door andere mensen. Mensen hebben vaak vooroordelen over veganisten. Ze zien je als “een rare planteneter.” Als je bijvoorbeeld met vleeseters aan tafel zit, dan is dat ook moeilijk. Je ziet andere mensen in een stukje vlees snijden, terwijl jij daar zwaar op tegen bent. Dat kan heel moeilijk zijn als veganist. Daarom denk ik dat veganisten het in deze maatschappij heel moeilijk hebben.

Literatuurlijst
Boek: topniveau (Nederlands werkboek)

Internetadres: www.veganisme.non-profit.nl

Uit het werkboek heb ik 1 betoog gehaald. Van het internet heb ik 2 betogen gehaald.

REACTIES

N.

N.

jouw werkstuk is te gek! net wat ik nodig had! Hartstikke bedankt!!!

23 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.