Uitbreiding van de identificatieplicht

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 1706 woorden
  • 20 mei 2003
  • 70 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
70 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Slim oefenen met Mijn Examenbundel

Wil jij onbeperkt online oefenen met examenopgaven, uitlegvideo's en examentips bekijken en je voortgang bijhouden? Maak snel een gratis account aan op mijnexamenbundel.nl. 

Ontdek Mijn Examenbundel
Uitbreiding van de identificatieplicht

De Nederlands discussie over een beperkte of algemene identificatie is zeker al twintig jaar oud. De identificatieplicht is in Nederland altijd een omstreden onderwerp geweest. Bij veel mensen roept het nog steeds herinneringen op aan de tijd van de naziebezetting, toen iedereen vanaf 14 jaar verplicht een persoonsbewijs moesten kunnen toen. Door de bezettingstijd wisten veel Nederlanders dat grote registratie – en identificatie mogelijkheden van de bevolking door de staat grote gevaren kon opleveren (toen was het voor de Duitsers makkelijker om Joden op te sporen en te deporteren). Hierdoor was het na de oorlog lange tijd taboe om het onderwerp te sprake te brengen. In 1971 leidde het na overheidsplannen voor en volkstelling naar, tot grote protesten. Een enkele keer kwam het onderwerp identificatieplicht de jaren zeventig aan de orde, maar het stuitte altijd op tegen grote weerstand.

Totdat Minister Korthals Altes in 1984 voor een uitbreiding van de identificatieplicht pleitte. Wel voegde hij eraan toe dat het zijn persoonlijke opvatting is . Hiermee zet Donner tegenwoordig de lijn voort die 1984 door toenmalig minister van Justitie Korthals Altes werd ingezet.
Voordat Minister Donner zijn voorstel indiende voor een algemene identificatieplicht, waren er een aantal discussies erover. Steeds kwam het op dezelfde conclusie neer bij deze felle discussie: een algemene identificatieplicht gaat te ver. In 1994 mondde dit uit in een compromis, de Wet op de identificatieplicht. In deze wet werd vastgelegd in welke gevallen er naar een identificatiebewijs gevraagd mag worden. Dit in het geval bij: geldzaken (als je een rekening wilt openen bijvoorbeeld), bij de notaris, de aanvraag van een Sofi-nummer, inschrijving bij het arbeidsbureau, op het werk en bij aanvraag van een uitkering.

Acute terroristische dreiging

Voor enkele jaren deed de invoering van deze zogenaamde 'beperkte identificatieplicht’ de discussie over een algemene identificatieplicht verstommen. Maar de afgelopen jaren laaide deze discussie weer op en pleitten enkele partijen voor een invoering van een algemene identificatieplicht. Vooral de CDA en de VVD zijn hier voorstanders van. Andere partijen zoals de PvdA en D66, waren toen ronduit tegen deze invoering en zagen de nut ervan niet in. Alweer leek de discussie als vanouds weer gesmoord te worden in een even aantal voor-en tegenstanders.

Totdat de aanslagen op 11 september 2001 in de VS de situatie veranderde. Met deze gebeurtenis is de roep na een algemene identificatieplicht groter dan ooit. Ruim een maand na de aanslagen, op 26 oktober 2001 was er een vergadering. Tegenstanders van de algemene identificatieplicht (zoals de PvdA) waren bereid om te praten over een uitbreiding.
Hoewel de meerderheid zich af tekende voor de invoering van een algemene identificatieplicht kan Korthals en het hele kabinet de steeds luid wordende roep om uitbreiding van de identificatieplicht niet negeren. In maart 2002 stemde de ministerraad dan ook op voorstel van minister Korthals in met een kleine uitbreiding van de identificatieplicht.
Deze uitbreiding houdt in dat de Officier van Justitie bij acute terroristische dreiging de bevoegdheid krijgt de politie op te dragen in een door hem bepaald gebied en periode identificatiecontroles te houden. Dit bevel geldt in principe voor 12 uur, maar kan door de rechter/commissaris met 48 uur worden verlengd. De term 'acute terroristische dreiging' houdt meerdere delicten in namelijk: opzettelijke brandstichting, blootstellen aan radioactieve straling, het onbruikbaar maken van verkeerswegen, spoorwegen en vliegvelden en het onbruikbaar en in gevaar brengen van vliegtuigen, schepen en treinen. Als je in zo'n situatie geen identiteitsbewijs bij je hebt kun je mee worden genomen naar het politiebureau voor nader onderzoek.

De nieuwste voorstellen

Demissionair minister Donner heeft inmiddels een uitgewerkt wetsvoorstel voor invoering van volledige identificatieplicht naar verschillende adviesinstanties gestuurd. Deze voorstellen die minister Donner van Justitie eind 2002 deed, zijn een volgende stap in de richting van een algemene identificatieplicht. Volgens Donner is veiligheid en gezag steekwoorden voor deze samenleving, een algemene identificatieplicht helpt ons meer naar die richting. Zijn voorstel houdt in dat iedereen een algemene draag/ en toonplicht vanaf twaalf jaar heeft. Wie gevraagd door de politie geen geldig identiteitsbewijs kan tonen riskeert een boete van maximaal 2250 euro of een gevangenisstraf van maximaal twee maanden. En hoewel Donner benadrukt dat er geen willekeurige controles worden gehouden, zijn de bevoegdheden voor de politie op je papieren te controleren wel erg ruim.
Zo geldt de identificatieplicht niet alleen voor verdachten van een strafbaar feit, maar kan de politie ook om papieren vragen in het kader van handhaving van de opbaren of de of hulpverlening en ook als de politie vermoedt dat je geen papieren bij je hebt. Kortom, de politie kan bijna in alle gevallen naar je identiteit vragen. Donner wil daarnaast ook dat naast de politie ambtenaren van de bouw- of arbeidsinspectie in de toekomst die bevoegdheid krijgen.

Voordelen van een algemene identificatieplicht

Voornaamste argument was dat de identificatieplicht een belangrijk wapen zou kunnen zijn tegen terroristen. Ook bleek uit een enquête van het NIPO dat tweederde van de Nederlanders voorstander was van de invoering van een identificatieplicht. Toenmalige minister van Justitie Korthals vindt dit echt onzin om te denken dat een identificatieplicht enig effect zou hebben in de strijd tegen terrorisme. Doorgewinterde criminelen en terroristen zullen er altijd wel voor zorgen dat zij zich al dan niet vals kunnen identificeren, liet hij in NRC Handelsblad van 27 september 2001 weten. De raad van Hoofdcommissarissen kwam met vergelijkbare argumenten. Hoewel de hoofdcommissarissen al jaren pleitten voor een algemene identificatieplicht omdat dit het dagelijkse politiewerk zou vergemakkelijken, vonden ook zij dat een identificatieplicht weinig te maken heeft met terrorismebestrijding.
Andere voordelen zijn, zijn dat (voetbal)vandalisten en zwart rijders eerder gepakt kunnen worden.

Nadelen van een algemene identificatieplicht

* De kans is groot dat dit een discriminerend instrument zal worden. Bij enige landen die de algemene identificatieplicht (België, Frankrijk en Duitsland) al kennen, blijkt elk jaar weer dat meer allochtonen aangehouden worden om zich te kunnen identificeren dan autochtonen. In Engeland, waar overigens geen identificatieplicht is, blijkt uit onderzoek van de overheid zelf dat niet-blanken acht keer zoveel naar identiteitspapieren gevraagd worden.
Het zal dus niemand echt verbazen als hier hetzelfde gebeurt. Naast mensen met donkere huidskleur, zullen andere 'afwijkende' groepen zoals voetbalsupporter, bewoners van bepaalde buurten en actievoerders staande gehouden worden voor identificatie.

* Bij invoering van de identificatieplicht wordt er meer macht aan de overheid toegeschreven. De politie kan dan van deze bevoegdheden 'misbruik' van maken en dit zal dan niet de eerst keer zijn. Aantal voorbeelden zijn: het gebruik maken van opsporingsmethoden zoals tijden de parlementaire commissie van Tra, het ongeoorloofd oppakken van grote groepen demonstranten tijdens de Eurotop van 1997 in Amsterdam, preventief fouilleren terwijl dat nog niet toegestaan was in Rotterdam. Zelfs hier in Hoorn mogen donderdagavond geen groep van 5 of meer negers, Marokkanen en Turken bij elkaar staan. Als ze dat wel doen worden ze uit elkaar gehaald omdat ze een bedreiging vormen voor de buurt.
Als er naast cameratoezicht, preventief fouilleren, gebiedsverboden en meer budget, personeel en bevoegdheden voor politie en inlichtingendiensten nog een algemene identificatieplicht wordt ingevoerd is er helemaal geen terughoudendheid van de overheid meer.

* Dat de mensen ergens bang voor zijn is algemeen bekend. Anders zou tweederde van de bevolking niet voor een invoering van een algemene identificatieplicht pleitten. Maar bij deze invoering houdt men zich helemaal niet mee bezig waar deze angst vandaan komt en of het wel terecht is. Horen we ergens bang voor te zijn? Deze vragen blijven onbeantwoord, in plaats van ze te beantwoorden kiest men gewoon voor een technologische oplossing voor sociale problemen. Men weet niet zeker of deze schijnoplossing (symptoombestrijding: gevoel van onveiligheid bestrijden) meer sociale problemen met zich mee brengt.
Zoals sociale onrust na beperking van vrijheid en kans op discriminatie.

* Een invoering van de algemene identificatieplicht is strijdig met de grondbeginselen van het Nederlands Rechtssysteem. Door deze invoering is iedereen (potentieel) verdacht. Als een burger moet je dan eerst je onschuld bewijzen, in plaats van dat er bewijzen moeten zijn voordat je als een schuldige behandeld wordt. Minister Donner benadrukt wel dat de politie een aanleiding moet hebben om naar identiteitspapieren te vragen. Maar in principe zijn de voorstellen zo ruim geformuleerd dat de politie in praktijk bijna bij alle situatie naar identiteitspapieren mag vragen. Je wordt dus altijd als een verdachte behandelt, of je er één bent of niet.
In de grondwet staat ook dat je als verdacht niet hoeft mee te werken aan je veroordeling, zolang je maar geen verkeerde naam en adres opgeeft. Ook aan dit uitgangspunt van het Nederlands recht wordt hierbij voorbij gegaan bij de nieuwste voorstellen van Minister Donner

* Na invoering van de identificatieplicht zou het ook betekenen dat kinderen van twaalf jaar zich ook moeten identificeren. Dus als ze buiten willen gaan spelen moeten ze aantal papieren meenemen, die ze absoluut niet kwijt mogen raken. En wat gaat er precies gebeuren als ze het wel kwijtraken of zich niet kunnen identificeren? Heeft zo’n kind evenveel rechten en plichten als een 35-jarige?
Zoals eerder genoemd, bestaat er een kans dat zowel kinderen als volwassenen hun identiteitspapieren kunnen kwijtraken of dat ze gestolen zullen worden (meer kans voor de criminelen om zich vals te identificeren). Nieuwe identiteitspapieren opvragen is een heel gedoe en vergt veel tijd. Daarnaast zijn de prijzen van dergelijke documenten de laatste jaren fors omhoog gegaan.

* En de vraag blijft natuurlijk: helpt het wel tegen de criminaliteit? Waarschijnlijk niet. Zoals bekend staat kennen omringde landen van ons (België, Frankrijk en Duitsland) wel de identificatieplicht maar deze landen vertonen echter geen lagere criminaliteitcijfers. Daarnaast is het ook zo dat het weigeren van en het geven van de verkeerde naam niet zo vaak voorkomt, er is zelfs een daling te constateren. De realiteit is dat verdachten zelf hun naam zeggen of dat hun identiteit blijkt uit pasjes e.d die ze bij zich dragen. Diegene die het nu niet doen, zullen wel als een algemene identificatieplicht komt zich vals identificeren.

Kortom er wordt onvoldoende onderbouwt waarom zo’n verplichting nodig is. Veel deskundigen (A.R. Girbes sr) maar ook wel politici: zoals minister Korthals geven aan dat de invoering weinig nut heeft voor het bestrijden van het terrorisme. Een verplichting van alle burgers vanaf 12 jaar om zich overal en altijd te identificeren is behoorlijk belastend en kan ook een forse inbreuk vormen op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De relatie tussen burger en overheid verandert, zo misschien ook de relatie tussen allochtonen en autochtonen.

REACTIES

T.

T.

waar heb je de informatie vandaan

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.