Nieuwe lidstaten - Cyprus - Estland - Letland - Litouwen - Hongarije - Malta - Polen - Slowakije - Slovenië - Tsjechië Kandidaat lidstaten - Bulgarije - Roemenië - Turkije
De instellingen van de EU
De EU kent vijf officiële instellingen. 1. De Europese Commissie, het ‘dagelijks bestuur’ van de EU. 2. De Raad van de Europese Unie (Raad van Ministers), het belangrijkste besluitvormingsorgaan. 3. Het Europese Parlement, de Europese volksvertegenwoordiging. 4. Het Hof van Justitie. 5. De Europese Rekenkamer De Europese Commissie Als er sprake was van Trias politica zou men De Europese Commissie kunnen betitelen als de uitvoerende macht. Een van hun taken houdt in dat zij de wetten van het Europees parlement uitvoeren. De Europese Commissie heeft tevens een belangrijke controlerende macht, namelijk het erop toe zien dat de verdragen en raadsbesluiten worden nageleefd en uitgevoerd. De Commissie neemt initiatieven voor Europese wetgeving en stelt wetteksten op die ter goedkeuring aan de Raad van Ministers en het Parlement voorgelegd worden. Tevens onderhandelt de Commissie met internationale betrekkingen, voornamelijk over handel en samenwerking. De Commissie bestaat uit twintig leden die onafhankelijk van hun nationale overheid horen te functioneren. De voorzitter en leden worden door de lidstaten benoemd na goedkeuring door het Europees Parlement. De Commissarissen worden benoemd voor een periode van vijf jaar en zijn herbenoembaar. In deze Commissie zit ook Frits Bolkenstein, die onder leiding staat van voorzitter Romano Prodi.
Zweden en Oostenrijk vier. Denemarken, Finland en Ierland ieder drie. En Luxemburg twee. Voor meerderheid zijn dus 44 stemmen nodig, de vier grote landen kunnen dus niet alleen iets aannemen. De voorzitter wisselt per half jaar en hierbij wordt niet gekeken hoeveel inwoners een land heeft . Op dit moment heeft Ierland het voorzitterschap en vanaf juli tot december is dat in handen van Nederland. Europees Parlement Het Europees Parlement is volksvertegenwoordiging van de inwoners van de EU-lidstaten. De verkiezingen van het Parlement vinden iedere vijf jaar plaats. Het gehele parlement bestaat uit 626 leden en zoals altijd krijgen de grotere landen meer vertegenwoordigers in het parlement. Duitsland bijvoorbeeld 99 tegenover Luxemburg 6. De afgevaardigden vormen politieke fracties en ze zitten dus niet ingedeeld per land. De zittingen vinden maandelijks een week plaats in Straatsburg en er zijn mini-zittingen in Brussel. Het parlement heeft - Een budgettaire functie - Politieke initiatieven - Een controlefunctie - Een wetgevende functie
Het Parlement keurt de begroting goed of af. Het Parlement mag nieuwe wetten voorstellen of vorstellen om wetten uit te breiden. Het Parlement kan de nieuwe Commissie leden goed of af keuren. En de Commissie ontslaan, wat in 1999 is gebeurd. Het Parlement keurt wetten door de Commissie ingediend goed of af, samen met de Raad van Ministers. Het Parlement geeft ook adviezen aan de Raad van Ministers. Nederland heeft 31 vertegenwoordigers in het Europees Parlement. Na de uitbreiding zullen dit er 25 zijn.
Waarom? Verenigde Staten, Japan, China, allemaal grootmachten. De EU begint er ook bij te horen, maar met meer landen een grotere afzetmarkt en meer macht. De uit en invoer wordt veel groter, de invoerrechten naar de al bestaande EU landen vervallen daarbij. Uit de eerste samenvoeging van landen die tot de huidige EU leidde, zijn veel voordelen ontstaan voor de leden. De economie ging steeds beter en er werd een grotere plek in de wereld ingenomen. De handel tussen de landen verdriedubbelde en de uitvoer vanuit de EU verzesdubbelde. Men hoopt dat er door deze uitbreiding een betere economie voor alle landen tot stand komt. De landen die `ja`tegen de EU hebben gezegd hopen op meer welvaart. EU zal naar verwachting zich goed kunnen vergelijken met de Verenigde Staten.
Slovenië Litouwen
Cyprus Malta
Slowakije
Estland Polen Hongarije Letland Het zijn allemaal landen die minder welvaart hebben dan de EU landen en ten oosten van de EU liggen. Landen die graag een betere economie zouden willen hebben, meer welvaart, meer macht. De EU biedt deze kansen aan. De uitbreiding zal moeilijk worden voor de EU, er wordt veel in deze landen geïnvesteerd en binnen korte tijd moeten deze tien landen een deel van de EU uitmaken. De uitbreiding vindt plaats op 1 mei 2004.
Gevolgen EU lidstaten De Eu wordt groter en krijgt een grotere plek op de wereld, qua handel en economie, naar verwachting. Dit alles heeft wel een prijs voor de lidstaten. De tien landen die zich bij de EU voegen op 1 mei 2004 en de landen die lidmaatschap hebben aangevraagd liggen economisch en qua welvaart ver achter op de EU lidstaten. Het zijn voornamelijk Oostbloklanden en als de EU lidstaten hun voordeel uit de uitbreiding willen halen zullen zij er eerst in moeten investeren. Om met 15 landen in 10 landen te investeren, dat is heel wat. Het zal veel tijd, geld en energie kosten om deze landen op peil te brengen, zodat zij de EU een grotere wereldmacht kunnen maken, wat het doel is van de landen die alreeds bij de EU zijn aangesloten. Griekenland is wel een van de 15 landen die bij de EU hoort, maar Griekenland ligt oostelijk en loopt een stuk achter op de overige lidstaten. Dit probleem zal er ook voor de nieuwe 10 lidstaten zijn. Het zal de economie van alle landen beïnvloeden, voor de EU lidstaten zal dit in het begin negatief zijn, omdat zij investeren. Maar als alles naar verwachting verloopt zullen het werk beloond worden. Meer macht en een betere economie voor de EU, dat is het doel van de lidstaten. Gevolgen voor de landen die zich op 1 mei zullen aansluiten bij de EU Deze landen lopen een stuk achter, er zal door de lidstaten in hun geïnvesteerd worden zodat zij waardig zullen zijn aan de EU, qua economie en welvaart. Een deel van de landen die zich nu aansluit heeft te maken gehad met hevige oorlog en leiders die meer dictators waren. De EU zorgt ervoor dat dit niet weer gebeurt en dat hun land kan opbloeien. Betere lonen ,geen inflatie, stijgende beurskoersen, betere ziekenhuizen, meer kunst en cultuur, BNP per hoofd stijgt. Hele gunstige factoren voor een land. Beide partijen halen voordeel uit de uitbreiding van de EU. Maar zoals het net al te zien was ook nadelen. De landen krijgen in het begin speciale regels, omdat ze zo achterliggen op de lidstaten. Bijvoorbeeld, de mensen uit die landen mogen niet zomaar immigreren naar EU lidstaten, zoals de huidige EU lidstaten dat doen. Dat zou een ramp worden, iedere pool zou verhuizen naar Duitsland. Problemen ten gevolge van de uitbreiding Door het vrije verkeer van personen veranderd de arbeidsmarkt in Europa, hier probeert men echter een stokje voor te steken. Alle immigranten die naar de rijke Europese landen gaan omdat er geen douanecontroles zijn, m.b.t. illegale asielzoekers. De arbeiders uit de nieuwe lidstaten zijn een stuk goedkoper en zullen dus eerder aangenomen worden. De landbouw subsidies zullen waarschijnlijk op langere termijn sterk afnemen, wat slecht is voor de boeren in Nederland, hoewel het ministerie van economische zaken erachter staat. Voorlopig is het budget bevroren tot 2014. Het gaat de huidige EU lidstaten veel geld kosten.Er wordt verwacht dat er door de 15 huidige leden tussen 2004 en 2006 41, 5 miljard afgegeven wordt aan de ontwikkeling van de 10 nieuwe lidstaten. Nederland draagt hierbij 5,5 miljard euro af per jaar en ontvangt 2,2 miljard per jaar. Het bedrag kan echter oplopen tot 7 miljard per jaar aan uitgaven.
Inhoud De grondwet zorgt voor een betere verdeling van de bevoegdheden van de Unie en haar lidstaten. Het zorgt ervoor dat de verdragen worden samengevoegd die in de loop van de tijd zijn gemaakt. Tevens zorgt het ervoor dat de Unie bevoegd wordt om in rechten op te treden. De grondwet zorgt er voor dat de vertegenwoordiging van de Unie vereenvoudigd wordt. De grondwet zorgt ervoor dat het Europese project door alle nationale regeringen erkend en ondersteund wordt en dat er meer inzage is de Europese instellingen. De grondwet zorgt ervoor dat de uitbreiding goed verloopt en de structuur van de EU vastgesteld wordt. Heel belangrijk zijn de waarden van de Unie die ook vastgelegd zijn. Eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, de rechtsstaat en eerbiediging dan de mensenrechten. Waarom? De opdracht was de burgers dichter bij het Europese project en de Europese instellingen te brengen. Ook om structuur te geven aan het politieke leven en de Europese politieke ruimte in een uitgebreide Unie en de Unie tot een stabiliserende factor en een lichtbaken in de nieuwe wereldorde maken. Dit alles werd opgedragen in de conventie in Laken. Toen vroeg iedereen zich af,wanneer je alle verdragen die tot nu toe zijn gemaakt samenvoegt, neem je dan in feite
geen constitutionele tekst aan. Toen werd besloten om een grondwet te maken die niet in strijd is met welke nationale grondwet dan ook, net als de eerder gemaakte verdragen. Zo kwam het woord grondwet aan bod en nu is die er bijna. Doel De doelstellingen van de Unie zijn ook opgenomen in de grondwet. Hierbij wordt verklaard dat de Unie zich inzet voor vrede, die veel dichterbij is in Europa, vooral na de samenvoeging die als resultaat de EU heeft. De Unie wil het welvaart vergroten. De Grondwet waarborgt de ruimte van vrijheid , veiligheid en rechtvaardigheid van de mensen in de EU. Een doel is ook een interne markt waar mededingen vrij en onvervalst is. De Unie zet zich in voor vooruitgang op het gebied van economie, sociaal, milieu, wetenschap en techniek. De Unie komt op voor alle mensenrechten als niet discrimineren, niet mensen sociaal uitsluiten, gelijkheid tussen mannen en vrouwen en andere mensenrechten. Cultuur moet behouden blijven en de verscheidenheid in cultuur en taal moet geëerbiedigd worden. De EU wil net als de nationale landen meedingen in de belangenorganisaties in de wereld. De doelen hierboven zijn erg algemeen. De grondwet is echter ook erg algemeen. Het doel en een absolute `must` is dat deze grondwet niet in strijd is met een nationale grondwet van een van de leden. De Europese grondwet valt dus niet te vergelijken met de nationale grondwetten, omdat de Europese grondwet is afgeleid van alle grondwetten. Er is geen punt in de Europese grondwet die in strijd is met de Nederlandse grondwet. Het is een algemeen doel van de EU en een vastlegging van haar karakter en verdragen die in het verleden zijn gemaakt. Dit zijn de grondbeginselen van alle lidstaten en dus de EU. Hoe komt de grondwet tot stand? Na anderhalf jaar vergaderen is er een ontwerp voor de grondwet tot stand gekomen. De regeringsleiders zijn vele malen bij elkaar gekomen na dit ontwerp en hebben alles uitvoerig onderzocht en veel gediscussieerd. Ze waren het er niet allemaal mee na 9 besprekingen, er zijn toen aanpassingen gemaakt aan het ontwerp. De regeringsleiders zijn nu weer in een reeks besprekingen en de grondwet zal er komen, dat is duidelijk gemaakt. De regering probeert het voortdurend onder de aandacht te brengen bij het Nederlandse volk. Er kan misschien nog een referendum komen, wie weet.
Naam: Leeftijd: Vragen
1 Leest u wel eens iets in de krant over het Europese parlement? Ja Nee 2 Ziet u wel eens iets op het nieuws over de Europese grondwet? Ja Nee 3 Interesseert het onderwerp u? Ja Nee
4 Indien u bevoegd bent om te stemmen. Heeft u bij de vorige Europese verkiezingen gestemd? Ja Nee 5 Bent u van plan om bij de volgende verkiezingen te stemmen? Ja Nee 6 Weet u iets van de aankomende Europese grondwet? Ja Nee 7 Weet u op welke wijze Nederland gaat beslissen of deze grondwet wordt aangenomen? Ja Nee 8 Indien op vraag 7 het antwoord ja is, hoe dan? …………………………………………………………………………………………... Denkt u dat er door de nieuwe Europese grondwet er veel voor Nederland verandert? Ja Nee 9 Maakt het u uit of Europa meer over ons te zeggen heeft of Nederland? Ja Nee Waarom? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Heel erg bedankt! De resultaten zouden de regering( die wil dat Nederland meer interesse gaat tonen in dit onderwerp,zoals te zien is op het plaatje dat erbij zit) niet blij maken. Er hebben dertig mensen mee gedaan, zoals al eerder gezegd van alle soorten leeftijden tussen de 18 en 55. ( dus mensen van 18 tot 20 in de 20, 30, 40 en 50) Bij vraag 1, leest u wel eens iets in de krant over het Europees parlement? 11 van de 30 mensen beantwoorden die vraag met nee en 19 met ja. Bij vraag 2, Ziet u wel eens iets op het nieuws over de Europese grondwet? 14 van de 30 mensen beantwoorden die vraag met nee en 16 met ja. Bij vraag 3, Interesseert het onderwerp u? Zijn 21 mensen niet geïnteresseerd. 9 wel. Bij vraag 4, Heeft u gestemd bij de vorige verkiezingen? Antwoordden21 mensen met nee. Bij vraag 5, bent u van plan om bij de volgende verkiezingen te stemmen? Zeiden 14 mensen nee en 16 ja. Bij vraag 6, Weet u iets over de aankomende Europese grondwet? Antwoordden 23 mensen nee en 7 ja. Bij vraag 7, Weet u op welke wijze Nederland gaat beslissen of deze grondwet aangenomen wordt? Waarna ik bij vraag 8 vroeg om in te vullen hoe als het antwoord ja was. 5 mensen zeiden dat ze het wisten. 1 iemand vulde in referenda, de andere vier vulden in, verkiezingen. Bij vraag 9 denken 9 mensen dat er veel verandert voor Nederland door de nieuwe Europese grondwet. Het maakt bij vraag 10 19 mensen niks uit wie er wat over ons te zeggen heeft. Bij het waarom…. Door de mensen die dus ja zeiden bij 9, was het antwoord vooral Nederland is van ons niet van de andere landen. (Uit eigen mening vind ik dat er 3 zinnige waarom´s bij zaten, maar iedereen heeft zijn eigen opinie op een zaak) Uit mijn enquête blijkt dus dat veel mensen er weinig van afweten en veel mensen het ook niet interesseert. In mijn omgeving althans niet.
REACTIES
1 seconde geleden
T.
T.
ik weet niet wat je doet maar kijk even bij de lidstaten zoek even Portugal op ............ ja je vindt hem niet maar het is wel een onhafhankelijk land lid van de EU sinds 1986
19 jaar geleden
Antwoorden