Scholieren tussen 13 en 17 jaar gezocht!

Doe mee aan dit korte onderzoek over statiegeld en maak kans op 20 euro Bol.com tegoed

Meedoen

Zuid-Afrika, een thuisland voor iedereen?

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 2862 woorden
  • 1 juni 2007
  • 64 keer beoordeeld
Cijfer 7
64 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Examenstress? Niet met Examenbundel!

Over minder dan drie weken zit je jouw examens te maken. Slaat de examenstress toe? Sla nog snel Examenbundel, Samengevat en Examenbuddy in voor je probleemvakken en own je examens! Jij. Kunt. Dit.

Ik wil slagen
HOOFDVRAAG: Welke ontwikkeling hebben de verschillende bevolkingsgroepen in Zuid-Afrika de afgelopen eeuwen doorgemaakt en hoe kan dit land een thuisland voor iedereen worden?
§1

DEELVRAAG: Waarom kwamen de eerste blanke kolonisten naar Zuid-Afrika en hoe stonden ze tegenover de andere bevolkingsgroepen?

Jan van Riebeeck voer met drie schepen naar het meest zuidelijke puntje
van Afrika: Kaap de Goede Hoop. Met de negentig andere mensen die aan boord van de schepen waren richtten ze hier een steunpunt op. Dit alles in opdracht van de VOC: De Verenigde Oost-Indische Compagnie.
De VOC was het eerste Nederlandse handelsbedrijf. Zij voeren op Nederlands-Indië om daar goederen te kopen, en goederen uit Europa te verkomen. De goederen die ze in Nederlands-Indië kochten werden dan weer tegen torenhoge prijzen verkocht in Nederland. Onder deze goederen bevonden zich vooral specerijen zoals peper. Deze waren enorm duur en vandaar de uitdrukking peperduur.
De VOC had een steunpunt nodig zodat ze als ze de lange en gevaarlijke reis naar Nederlands-Indië maakten. Bij zo’n steunpunt konden de schepen die deze reis maakten dan vers drinkwater en vers voedsel inslaan voor de rest van de reis en de bemanningsleden die één van de veelvoorkomende ziektes hadden konden hier herstellen.
De route van Holland naar Nederlands-Indië liep langs Kaap de Goede Hoop en dat was een perfect punt om het steunpunt te stichten.
De nederzetting die er werd gesticht door Jan van Riebeeck en zijn negentig mensen heette Kaapstad en later Kaapkolonie, maar de zeelui die er heen voeren hadden het over ‘De Herberg van Twee Oceanen’.
Zo’n vijftig jaar later, rond 1700, woonden er ongeveer vijfhonderd mensen in Kaap de Goede Hoop en de kolonie bleef snel groeien.
De eigenlijke inwoners van Kaap de Goede Hoop, de Khoikhoi en de San werden verdreven door van Riebeeck en zijn metgezellen. Ze noemden deze mensen ‘Hottentotten’ en ‘Bosjesmannen’. Ze keken erg neer op deze volken.
Toen er in 1862 meer dan zestigduizend mensen in Kaapkolonie woonden was Kaap de Goede Hoop in een echte havenstad veranderd waar je mensen uit alle toen bekende nationaliteiten kon vinden en er waren zeelui en ambtenaren van de VOC.
Ook leefden er blanke boeren rond de stad en verder het binnenland in.
Deze boeren waren trots op hun eigen taaltje “Afrikaans” en noemden zichzelf trots ‘Afrikaners’
De Republiek der Verenigde Nederlanden werd veroverd door Frankrijk onder leiding van Napoleon Bonaparte. Hij was in oorlog met Engeland en de Britten namen uit strategische overwegingen in 1806 de Kaapkolonie over.
Ze begonnen er nieuwe wetten in te voeren wat woede opwekte bij de Afrikaners omdat die voorheen altijd hadden kunnen doen en laten wat ze wilden.
In 1826 werd een invloedrijk boek gepubliceerd door de ‘London Missionary Society’.
Het heette ‘Onderzoeken in Zuid-Afrika’ en pleitte voor betere omstandigheden voor de oorspronkelijke bewoners van Zuid-Afrika.
Na de opdracht te hebben gekregen ‘zorg voor te dragen dat alle oorspronkelijke inwoners van Zuid-Afrika dezelfde vrijheid en bescherming kregen als de andere vrije volken van de kolonie’ nam de gouverneur een wet aan waarin stond dat deze volken gelijk waren aan de blanken.
Tussen 1836 en 1845 trokken veertienduizend boeren naar het binnenland omdat ze het oneens waren met de Engelse wetgeving. ‘Voortrekkers’ werden ze genoemd.
De tocht zou de geschiedenis in gaan als ‘de Grote Trek’.
Maar zij stuitten op veel verzet van de ‘Zoeloes’, de plaatselijke bevolking en één van de leiders van de tocht, Piet Retief, werd door de Zoeloe-leider Dingaan vermoord.
De boeren namen wraak en de rivier waar dat gebeurd is werd vanaf toen de ‘Bloedrivier’ genoemd.
De boeren scheidden in drie groepen waarvan Natal al snel door de Engelsen wordt veroverd maar in Transvaal en Oranje-Vrijstaat zaten de boeren veilig buiten bereik van de Engelsen.
De Boerenrepublieken kregen geen rust en in 1880 – 1881 ontstond er een kleine oorlog met de Engelsen die wonderbaarlijk genoeg door de Boeren gewonnen werd.
Een tweede oorlog tussen de Boeren en de Engelsen was minder hoopvol.
Van 1899 tot 1902 bleven ze zich hevig verzetten maar uiteindelijk hadden ze geen kans.
Na de laatste nederlaag die de Boeren leden waren ze verslagen maar ze bleven zich verzetten door hun eigen taal, cultuur en geschiedenis op te hemelen.
In 1938 bereikte dit zijn hoogtepunt en werd de Grote Trek nog eens symbolisch overgedaan.
§2

DEELVRAAG: Welke ontwikkeling heeft Zuid-Afrika onder de Engelsen doorgemaakt en welke gevolgen had de Britse aanwezigheid voor de andere bevolkingsgroepen in Zuid-Afrika?

Veel Engelsen verlieten hun vaderland om in Zuid-Afrika een nieuw leven te beginnen. De Boeren waren niet blij met de Britten. Dat had onder andere geleid tot de Grote Trek. Toen de Britten in 1853 met een nieuwe wet kwamen waren die boeren niet blij. De wet hield in dat elke volwassen man die een bezit van 25 pond of een jaarinkomen van 50 pond had, kiesrecht kreeg. Door die wet mocht vanaf toen 15 procent van de zwarten stemmen.
In 1868 werden bij het plaatsje Kimberly diamanten gevonden. Duizenden gelukszoekers trokken in die richting. Ongeveer twintig jaar later werd bij Johannesburg goud gevonden. De grootste “goldrush” of ook wel goudgekte uit de geschiedenis was het gevolg. Binnen vijftig jaar kwamen er 600.000 immigranten naar Zuid-Afrika. Zij gingen in de grote steden zoals Johannesburg in Transvaal wonen. In tien jaar tijd werd de blanke bevolking verdubbeld.
De Engelsen wilden geheel Afrika onderwerpen en Boerenrepublieken wilden ze daar niet bij hebben. Nadat de kostbaarheden ontdekt waren wilde Groot-Brittannië voor eens en voor altijd afrekenen met Oranje-Vrijstaat en Transvaal. De enige mogelijkheid die ze zagen was een nieuwe oorlog beginnen. In 1899 begon de Tweede Boerenoorlog. Het leek erop dat het opnieuw de boeren zouden zijn die als overwinnaars uit de strijd zouden komen en de Fransen spotten met Groot-Brittannië.
In de loop van 1900 begonnen de boeren steeds meer te verliezen omdat de Britten nieuwe troepen naar Zuid-Afrika bleven sturen en tegen zo’n grote overmacht konden de Boeren niet op. In 1902 was de strijd eindelijk afgelopen. De Boeren tekenden het “Verdrag van Vereeniging” op 31 mei 1902. In dit verdrag erkenden zij de Koningin van Groot-Brittannië soeverein in ruil voor en zelfstandige status binnen het rijk. De Unie van Afrika bestond officieel vanaf 1910.
De staat bestond uit het oude Kaapkolonie, Natal en de twee Boerenrepublieken Oranje-Vrijstaat en Transvaal. Het had volledig zelfbestuur maar viel onder het gezag van de Engelse koning. Er kwam een centrale regering met een democratisch gekozen parlement. Het kiesrecht was verschillend in de verschillende provincies. In Oranje-Vrijstaat en Transvaal mochten alle blanke mannen stemmen, in Natal alle blanke die aan de Economische regel voldeden en een klein aantal zwarten, en in Kaapkolonie was het kiesrecht in principe niet op ras gebaseerd. De Unie van Zuid-Afrika betekende voor de Afrikaners, de boeren, dat er veel werkeloosheid was en op het platteland was door de Tweede Boerenoorlog veel verwoest. Ze trokken massaal naar de grote steden maar ook daar kregen ze geen werk. Voor de zwarten was het net zo onprettig want zij waren hun grond kwijt waardoor ook vanzelf hun stammen uiteenvielen. Ze gingen werken op de grote boerderijen van de blanken en namen een onderdanige houding tegenover hen aan.
Kort na de Eerste Wereldoorlog kwam het tot een grote staking van de mijnwerkers uit Witwatersrand. Zij verzetten zich tegen de maatregel om de verhoudingen blanke en zwarte arbeiders te verhogen van 1:8 tot 1:11. De grote staking werd als snel met ijzeren vuist door het leger neergeslagen.
Als maatregel tegen de werkeloosheid werden duizenden ongeschoolde blanken aan het werk gezet bij de spoorwegen en andere overheidsdiensten tegen “beschaafde” lonen.
De Afrikaners kregen langzamerhand weer meer politieke invloed. De belangrijkste leiders van Zuid-Afrika tot aan 1994 waren allemaal Afrikaners.
De Engelsen waren in de minderheid aangezien slechts twee miljoen van de vijf miljoen inwoners van Engelse komaf was.
§3

DEELVRAAG: Hoe verliep de confrontatie tussen de oorspronkelijke bevolking en de blanken en welke gevolgen had dit treffen voor Zuid-Afrika?

De oorspronkelijke bewoners van Zuid-Afrika waren de Khoikhoi en San. Door de blanke kolonisten als snel Hottentotten en Bosjesmannen genoemd.
Ze hebben zwaar moeten lijden onder de blanke aanwezigheid in hun territorium. De Khoikhoi zijn verdwenen en de San werd bijna uitgeroeid door de steeds verder door hun land trekkende kolonisten maar kleine groepen afstammelingen van de San leven nog altijd op die traditionele “barbaarse” manier als hun voorouders in de omgeving van de Kalahariwoestijn.
In het binnenland maakten de Boeren kennis met de Xhosa en de Zoeloes, de volken die zich zeer lang verzet hebben tegen de blanken, maar ze hun tegenstand werd neergeslagen.
De zwarten woonden in dorpen met aan het hoofd van de samenleving een stamhoofd. Binnen zo’n gemeenschap was familie het belangrijkst. De families waren door huwelijken met elkaar verbonden en in slechte tijden kon men altijd op hulp rekenen van een verwante familie.
Dit alles werd in gevaar gebracht door de Boeren die het land van de zwarten in bezit namen en ze gebruikten geweld als het nodig was.
Samen met de Boeren kwamen ook de zendelingen die op afgelegen plaatsen kerkjes bouwden en een poging waagden de zwarten te bekeren in het Christendom. Ze hadden weinig respect en begrip voor de traditionele manier van leven van de zwarte bewoners.
De blanken, die de vruchtbare grond van de zwarten wilden namen en 1913 de “Land Act” aan waardoor de zwarten maar zeven procent van de totale grond mochten hebben. Ze konden er nog eens zes procent bijkopen maar alleen als de blanke bevolking daar geen bezwaar tegen had.
Zeventig procent van de Zuid-Afrikaanse inwoners werd daardoor gedwongen te leven op zeven procent van alle beschikbare grond.
De beste en meest vruchtbare grond werd natuurlijk door de blanken zelf gehouden. Vele tienduizenden zwarten trokken weg van het land van hun voorouders en zij moesten in toegewezen gebieden, die reservaten werden genoemd, gaan wonen. Deze gebieden kregen later van de blanken de naam “thuislanden”.
De diamant- en goudvondsten veranderden ook veel in het leven van de zwarten. Een groot aantal zwarten trok, nadat ze naar een reservaat waren verdreven, weer naar de grote steden om er werk te vinden. Ze vonden het werk in de mijnen maar wel tegen een zo laag mogelijk loon.
De Zuid-Afrikaanse regering zat toen in een tweestrijd: het was fijn om veel goedkope arbeidskrachten te hebben maar ze wilden zo min mogelijk zwarten in hun steden. Daarom kwam er in 1945 een wet die bepaalde dat iedere zwarte die wettig in een stad woont, alleen zijn vrouw of kinderen bij hem mag laten inwonen als die allemaal apart ook een vergunning hadden gekregen.
Hierdoor werden veel zwarte gezinnen uit elkaar getrokken omdat de vader in de stad moest werken maar zijn gezin vrijwel nooit de vergunning kreeg om bij hem te wonen. Hierdoor bleven de steden overwegend blank.
Er kwamen allerlei wetten die ervoor zorgden dat de zwarten en de blanken gescheiden bleven leven. Deze scheidingspolitiek werd “Apartheid” genoemd.
De zwarte bevolking begon zich af te zetten tegen de Apartheid.
Een van de geweldloze versetters was Nelson Mandela. Hij werd in 1918 geboren als lid van de Xhosa-stam. Nadat hij rechten had gestudeerd richtte hij in 1953 samen met Oliver Tambo een advocatenkantoor op. In 1956 werd hij aangeklaagd voor hoogverraad, maar in 1961 werd hij vrijgesproken. In 1962 werd hij weer gearresteerd en twee jaar later werd hij tot levenslang veroordeeld en gevangengezet op Robbeneiland. In februari 1990 werd hij vrijgelaten.
Vanaf de jaren zeventig nam het verzet door de zwarte bevolking weer sterk toe.
§4

DEELVRAAG: Welke ontwikkelingen hebben geleid tot de afschaffing van de Apartheid en welke problemen moet Zuid-Afrika nog overwinnen om een thuisland voor iedereen te zijn?

Toen Nelson Mandela in 1994 op 76-jarige leeftijd president van Zuid-Afrika werd, kwam er een definitief einde aan de onderdrukking van de zwarte bevolking.
In 1960 maakte de toenmalig premier van Groot-Brittannië een rondreis door Afrika. In zijn toespraak van 3 februari dat jaar liet hij weten dat hij de blanken wel wilde helpen met de problemen maar dat er politieke aspecten waren die hem dat onmogelijk maakten. Hij doelde op de omstandigheden van de zwarte bevolking. Er kwam vanuit het buitenland steeds meer protest tegen en kritiek op de Apartheidspolitiek maar de Zuid-Afrikaanse regering deed alsof dat niets voorstelde en beweerde dat ze juist veel positieve aandacht besteedden aan de zwarten. Dit overtuigde het buitenland niet en overal in de wereld traden actiegroepen op tegen de bedrijven die handel dreven in Zuid-Afrika. Daardoor werd er steeds minder geïnvesteerd in Zuid-Afrika. Het kwam zelfs zo ver dat er een sportboycot werd afgekondigd. Hierdoor werd het voor Zuid-Afrikaanse sporters onmogelijk om aan een internationale wedstrijd mee te doen.
De Zuid-Afrikaanse regering gebruikte geweld om de Apartheid in stand te houden en dat riep veel weerstand uit het westen op. Het aanzien van Zuid-Afrika werd ook enorm geschaad door de dood van Steve Biko. Hij was de leider van een organisatie die zich onder andere bezig hield met vakbondsactiviteiten en een alfabetiseringsprogramma. Vooral door Biko groeide de beweging snel.
De regering beloofde hervormingen die verwachtingen wekten bij het volk, maar toen de verwachtingen niet uitkwamen ontstond er veel verzet.
In 1976 ontstond er ernstige ontevredenheid in Soweto. Er ontstonden scholierenstakingen waarbij doden vielen. Biko werd gearresteerd en later door de politie doodgemarteld.
In februari 1990 hield F.W. de Klerk, die in 1989 president van Zuid-Afrika was geworden een toespraak waarin hij zei dat het geweld voorbij was en de tijd van wederopbouw en verzoening was aangebroken.
Een week later werd Nelson Mandela vrijgelaten. In 1994 werd hij na verkiezingen president.
Voor het eerst in de geschiedenis van Zuid-Afrika mocht de zwarte bevolking gaan stemmen en Apartheid was officieel geschiedenis.
Zuid-Afrika heeft nog veel problemen te overwinnen omdat de Apartheid ervoor heeft gezorgd dat de rijkdom zeer oneerlijk verdeeld was. De blanken rijk, de zwarten arm. Achttien miljoen zwarten leefden onder de armoedegrens van zo’n tweehonderd euro per maand.
Engelsen, Afrikaners en zwarten hebben hun eigen en gezamenlijke verleden.
De vooroordelen en de herinneringen zijn nog niet verdwenen, de gedachten aan het geweld nog niet verwerkt. Er zijn nog kleine groepen Afrikaners die verlangen naar de tijd van de Apartheid en een kleine groep van hen streeft naar een thuisland voor Afrikaners. De politie treedt hard op tegen dit soort racistische groeperingen.
Maar ook tussen de zwarten is er onenigheid dat vaak leidt tot gewelddadige confrontaties.
Nelson Mandela heeft zich inmiddels openlijk verzoend met de openbare aanklager die hem indertijd levenslang bezorgde.
Hij weet wat de mensen hem hebben aangedaan en hij heeft zich toch met hen als president verzoend.
HOOFDVRAAG BEANTWOORD

HOOFDVRAAG: Welke ontwikkeling hebben de verschillende bevolkingsgroepen in Zuid-Afrika de afgelopen eeuwen doorgemaakt en hoe kan dit land een thuisland voor iedereen worden?

In de zeventiende eeuw leefden er veel stammen in Zuid-Afrika zoals de Khoikhoi, de San, de Xhosa en de Zoeloes. Toen de Nederlanders zich in Kaap de Goede Hoop vestigden maakten ze voor het eerst kennis met blanken en hun cultuur.
Maar de Nederlanders begonnen het ze moeilijk te maken en probeerde desnoods met geweld, stukken land van de inboorlingen af te nemen. De Nederlanders trokken een stukje het binnenland in om zich daar als boer te vestigen. Ze noemden zich de Boeren. Ze ontwikkelden een eigen taal: het Afrikaans. Na een aantal generaties waren zij helemaal aangepast aan het leven in Zuid-Afrika en zij werden de Afrikaners genoemd, blanke inwoners van Afrika.

Toen de Engelsen begin negentiende eeuw Kaapkolonie overnamen trokken de Boeren steeds verder het binnenland in. Toen de Engelsen ook nog wetten begonnen te maken voor bescherming en vrijheden van de tot dan toe onderdrukte zwarte bevolking, werd het de Boeren te veel en ze trokken zeer ver het binnenland in, dit was de Grote trek. Ze vormden drie Boerenrepublieken: Natal, Transvaal en Oranje Vrijstaat. Natal werd al vrij snel door de Engelsen veroverd maar de andere twee Boerenrepublieken hielden twee oorlogen lang stand.
Ondertussen werd de zwarte bevolking onderdrukt door de Boeren. Ze hadden geen rechten en waren voor de blanken niet meer dan beesten.

Toen er in de noordelijke delen van Zuid-Afrika diamanten en goud werd ontdekt kwam er een groot aantal emigranten uit Europa hun geluk zoeken in Zuid-Afrika.
Door de vondsten werd de motivatie om de Boerenrepublieken over te nemen voor de Engelsen versterkt en uiteindelijk tekenden de Boeren een vredesverdrag.
Zuid-Afrika was een kolonie van Groot-Brittannië maar kreeg van de koningin het recht zelf te regeren in haar naam.
In het zuiden kregen de zwarten van de Engelsen meer rechten zoals het stemrecht maar in het noorden bleef het bijna onveranderd.
Jarenlang bleven de blanken de zwarte bevolking als onwaardig zien en behandelen.
Telkens kwamen de blanken met nieuwe wetten en regels die aangaven hoe superieur ze waren. De zwarten kwamen steeds meer in verzet en uiteindelijk kwam ook de politiek voor de rechten van de zwarten op. In 1994 werd Nelson Mandela president van Zuid-Afrika en was het voorgoed gedaan met de Apartheid.

De verschillende bevolkingsgroepen die uit Europa zijn overgekomen zijn vrij goed versmolten maar en de blanken en zwarten leven tegenwoordig wel naast elkaar maar nog steeds zijn er grote verschillen te zien. Door alle gebeurtenissen is de rijkdom zeer oneerlijk verdeeld en zijn de blanken meestal rijk en de zwarten in principe arm. Als de rijkdom beter verdeeld wordt en blank en zwart meer door elkaar gaat leven en om elkaar gaat geven kan Zuid-Afrika een thuisland voor iedereen worden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.