Slavernij in Amerika na de burgeroorlog

Beoordeling 3.5
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 2199 woorden
  • 17 juni 2012
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 3.5
16 keer beoordeeld

Wie waren belangrijke tegenstanders van slavernij?

Abraham Lincoln:

De bekendste tegenstander van slavernij was Abraham Lincoln. Wat veel mensen niet weten is dat hij eerst niet heel erg tegen slavernij was. Voor de oorlog probeerde hij vrede te houden met het zuiden. Hij had zelfs een opperbevelhebber van het leger benoemd die voor slavernij was. Uiteindelijk zwichtte hij voor de druk van de noordelijke bevolking en nam een aantal besluiten die niet goed waren voor slavernij. Pas tijdens de oorlog zei hij dat als ze wonnen slavernij afgeschaft zou worden.

John Brown:

Brown werd geboren in 1800 in Virginia. Al vanaf 1937 zette hij zich in voor zwarte mensen. Hij had samen met zijn vrouw een programma voor zwarte kinderen. In 1855 vertrok Brown met twee van zijn zoons naar Kansas. In Kansas werd er op dat moment besloten of er slavernij zou worden toegestaan in deze deelstaat. Brown werd de leider van een aantal abolitionisten. Hij werd bekend door met een aantal van zijn mannen vijf militanten te vermoorden als vergelding van hun moord op een aantal abolitionisten. Uiteindelijk wonnen de abolitionisten de verkiezingen in Kansas, waarna Brown weer vertrok met zijn twee zoons. Hij ging weer terug naar Virginia, waar hij van plan was een slavenopstand te beginnen. Samen met 16 van zijn mannen overviel hij op 6 mei 1859 een wapendepot. Zijn plan was de wapens uit te delen aan de slaven om zo de opstand te beginnen. Ondertussen had Washington (de stad) troepen naar het stadje gestuurd. Ze omsingelden Brown doodden tien van zijn mannen en zijn twee zoons in een gevecht, en namen Brown gevangen. Niet veel later werd Brown opgehangen.

Frederick Douglas:

Frederick Douglas werd geboren op 1818. Aangezien zijn vader slaaf was werd hij dat automatisch ook. Op de plantages zag hij de omstandigheden van slaven met eigen ogen. In 1826 werd hij verkocht aan een echtpaar genaamd Auld, om voor hun zoon te zorgen. De moeder van het jongetje ,Sophia Auld, leerde Douglas lezen. In 1838 ontsnapte Douglas van de scheepswerf waar hij toen werkte. Hij vluchtte naar New York. Hier nam hij als schuilnaam de achternaam Douglas aan, zodat zijn oude bezitters hem niet konden vinden. Hij vertelde publiekelijk over zijn ervaringen als slaaf, waarna hij een aanbod kreeg om meer lezingen te doen. Door zijn lezingen kwam men erachter wie hij was. Hij vluchtte naar Engeland. In Engeland begon hij ook lezingen te doen. De mensen in engeland begonnen een inzameling om zijn vrijheid af te kopen. Uiteindelijk had hij genoeg geld om zijn vrijheid af te kopen en een krant te beginnen. Hij ging terug naar de VS en kocht zichzelf vrij. Hierna begon hij met zijn eigen krant, the Northern Star. Na een tijdje begon hij samen te werken met een aantal andere kranten. Zo werd hij erg bekend. Hij kreeg steeds meer steun, en kreeg uiteindelijk belangrijke posities tegekend, zoals: directeur van een bank, Marshall van Washington DC en consul-generaal van Haïti. Hij ging door met zijn strijd tegen slavernij en overleed in 1895.

Discriminatie in het noorden en zuiden van de VS

Zowel in het noorden als in het zuiden was er sprake van discriminatie en, echter zit er een verschil in mate en de manier waarop er werd gediscrimineerd.

Toen er in 1660 een arbeiderstekort ontstond in de VS, ging men slaven halen uit Afrika. De oorspronkelijke bewoners van Amerika, de indianen, waren door hun lichaamsbouw en fysieke gesteldheid niet geschikt om als slaaf op een plantage te werken. Afrikaanse mensen konden daarentegen het fysiek zware werk wel verdragen. In totaal werden er 11 miljoen slaven geïmporteerd. De slaven werden vooral ingezet op grote tabaks- en suikerrietplantages.

In 1808 werd de slavenhandel afgeschaft in de ‘vrije’ noordelijke staten. Dit betekende echter niet dat slavernij afgeschaft werd. Deze wet hield in dat het importeren van slaven verboden was, maar doordat de eigenaren van de slaven de vrouwen zo veel mogelijk kinderen lieten krijgen, was het geen probleem om de slavernij in stand te houden. Toch was er veel kritiek op de slavernij. In het noorden had men vooral problemen met het idee dat slaven minder waren dan de rest van de bevolking. Er heerste namelijk een sterk gevoel voor gelijkheid. In het zuiden zat men minder te wachten op de afschaffing van de slavernij, de plantage-houders waren namelijk zeer afhankelijk van slaven, en daarmee dus ook de rest van de bevolking. In het noorden was industrialisatie doorgedrongen. Er kwamen steeds meer fabrieken en er werd steeds minder aan landbouw gedaan. De arbeidsproductiviteit schoot omhoog waardoor men dus minder mensen nodig had. In het zuiden was daarentegen nog niet aan het industrialiseren, veel mensen waren nog afhankelijk van de landbouw. Slaven waren dus essentieel voor de economie. Er groeide steeds meer onenigheid tussen het industriële noorden en het agrarische zuiden. Een conflict leek niet af te wenden. Toch werd dit conflict nog enige tijd uitgesteld door een reeks van compromissen: het Compromis van 1850, ofwel Pearce Act. Het doel van deze compromissen was het bewaren van de balans tussen noord en zuid. De vijf wetten die werden aangenomen luidden als volgt:

1. Californië werd als vrije staat toegelaten tot de Unie.

2. De handel in slaven in het District of Columbia werd verboden.

3. De territoria New Mexico en Utah werden georganiseerd volgen het principe van Popular Sovereignty, waarbij de bewoners via verkiezingen de status van de slavernij zouden bepalen.

4. De Fugitive Slave Act verbood elke steun aan slaven die naar het vrije noorden waren ontsnapt.

5. Texas werd gedwongen land in het westen af te staan en kreeg daarvoor miljoen compensatie.

Dit alles heeft niet kunnen voorkomen dat er in 1861 een burgeroorlog uitbrak. De spanningen tussen noord en zuid waren zo hoog opgelopen dat dat simpelweg niet te voorkomen was. De oorlog werd uiteindelijk gewonnen door de noorderlingen, waardoor de slavernij afgeschaft werd. Dit betekende echter niet dat er geen discriminatie was.

De oorlog had veel ingrijpende gevolgen voor Amerika, zo had het de levens geëist van 360.000 Noorderlingen en aan 258.000 Zuiderlingen. Daarnaast lag het zuiden in puin. De bedoeling van de toenmalige president Abraham Lincoln was om de kloof tussen noord en zuid te dichten door middel van “reconstruction”, ofwel reconstructie. Na zijn dood liep dit plan echter stuk. Ook werden de vooroorlogse tegenstellingen niet opgelost, maar slechts veranderd. Het economisch, politiek en industriële middelpunt bleef in het noorden. Ook bleef de trek van zuid naar noord van de zwarten, waardoor plantage-eigenaren failliet gingen omdat ze zeer afhankelijk waren van slaven. Daarnaast raakte de steden in verval, verwoest door de oorlog en verlaten, gleden grote steden als Atlanta, Richmond en New Orleans af tot een slecht onderhouden gehucht. In Texas ging het er daarentegen iets beter aan toe toen men er olie vond.

Na de burgeroorlog werd de slavernij afgeschaft, wat betekende dat zwarte mensen niet langer gedwongen hoefde te werken. Toch werden ze niet toegelaten in de maatschappij van het zuiden. Zo mochten ze niet tegen blanke mensen praten en mochten ze alleen voor blanken werken. Ook hadden ze niets in te brengen in de politiek en mochten ze niet stemmen. Dit breidde zich uit tot raciale segregatie, een scheiding tussen twee rassen (zwart en blank) in het zuiden. Dit betekende dat voor ieder ras een aparte WC, lift, scholen, winkels, woonwijken, bussen, restaurants etc. was. De Amerikaanse grondwet keurde dit weliswaar af, maar een aantal zuidelijke staten introduceerde hierop wetten die te boek staan als de Black Codes. Deze regelgeving beperkte de burgerrechten van Afro-Amerikanen, met name voormalige slaven. Hierop waren veel mensen, vooral uit het noorden, het niet eens. Maar Het Federale Hooggerechtshof van de Verenigde Staten besliste zowel in 1883 als in 1896 dat de federale overheid niet het recht had om discriminerende wetgeving te verbieden, zolang de staten zorgden voor faciliteiten onder de noemer "separate but equal" (gescheiden maar gelijk).

De Jim Crow-wetten werden overal onwettig met de invoering van de Civil Rights Act 1964, die bepaalde dat discriminatie in openbare gelegenheden zoals restaurants, hotels en winkels verboden was, maar ook op particuliere scholen. Voorafgaand aan de wet waren in veel zuid-oostelijke staten boycots en demonstraties gehouden door de burgerrechtenbeweging, gestimuleerd door mensen als Rosa Parks en Martin Luther King jr.

Discriminerende organisaties

De Ku Klux Klan:

Na de burgeroorlog werd slavernij afgeschaft. Na de oorlog waren er een heleboel mensen die dachten dat zwarte mensen en andere kleurlingen slecht waren. Zij zagen het als hun taak deze mensen te terroriseren. De eerste grote daad was het vermoorden van een aantal zwarte kiezers naar aanloop van de verkiezingen in 1868. na deze daad werd vrijwel de hele organisatie opgepakt. er werd echter een tweede Klan opgericht in 1915 door William Joseph Simmons. Deze Klan bestreed alle “zondaars” zoals zwarten katholieken en joden. In 1928 werd deze Klan ook opgeheven, maar veel van de Klanleden bleven nog actief. In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw gaven de leden van de Ku Klux Klan massaal steun aan de Duitse nazi’s. Hierdoor verloor de groep enorm veel steun van de bevolking. Pas in de jaren zestig kwamen ze weer een beetje terug, maar ze raakten opnieuw in diskrediet door moord en mishandeling. Er zijn nu nog een aantal groepen actief, maar dat zijn nog maar kleine groepen.

American Nazi Party:

Een groep die op dit moment bestaat in Amerika is de American Nazi Party. Zijn leden bestaan vooral uit neonazi’s. Deze groep gebruikt de term White Power. Daar vallen veel groepen (honderden) onder die via internet zijn georganiseerd. Ze hebben eigen websites waarop hun ideeën worden verspreid. Ook zie je hier racistische muziekclips. Allemaal gaan ze uit van de superioriteit van het blanke ras. Ze lijken veel op de Ku Klux Klan, alleen denkt deze groep dat de blanken de baas zouden moeten zijn over alle anders gekleurde mensen (de Ku Klux Klan was tegen alle zondaars, ook als die blank waren). De groep is zeer actief en groeit ook nog redelijk snel. Ze hebben een eigen internet site, waarop ze dingen zetten als de nieuwste versies van Mein Kampf en kledingwinkel voor “het Arische Ras”. Ze verspreiden ook uitspraken van Hitler. Hij is voor hun een held. Ze hebben zelfs een aantal eigen feestdagen, waaronder de dag dat Hitler geboren werd. Veel van hun activiteit gaat via internet, omdat dit natuurlijk een handig middel is om hun boodschap te verspreiden, en omdat ze er in het openbaar problemen mee kunnen krijgen. De groep is zeer haatdragend tegen wat zei het mixen van een ras nemen en tegen Joden die ze als een soort natuurlijke vijand zien. Ze roepen andere blanken op om hun te steunen in hun “strijd” tegen Joden en alleen met andere blanken kinderen te krijgen.

Conclusie

Om nog even terug te komen op de hoofdvraag, dit is hem: Discriminatie in het noorden en het zuiden van de VS vanaf de Amerikaanse burgeroorlog.

Zowel in het noorden als in het zuiden was er sprake van discriminatie. Echter zat er wel verschil in de mate en de manier waarop er gediscrimineerd werd. Toen rond 1660 de slavenhandel begon, waren er weinig mensen op tegen. Zowel in het zuiden als in het noorden was een arbeidstekort en werden slaven gehaald om het werk op de plantages uit te voeren. Toen het noorden begon te industrialiseren werden slaven overbodig omdat voor het werk in de fabrieken minder mankracht nodig was. In het noorden heerste ook een sterk idee van gelijkheid, zij vonden dat de slaven gelijk behandeld moesten worden. Er kwamen steeds meer abolitionisten in het noorden. In het zuiden zat men minder te wachten op de afschaffing van de slavernij, zij waren namelijk heel afhankelijk van de plantage en daarvoor had men slaven nodig. De verschillen tussen noord en zuid waren dus duidelijk voelbaar. Dit conflict heeft er mede toe geleid dat de burgeroorlog uitbrak. Deze oorlog werd gewonnen door het noorden, wat er voor zorgde dat de slavernij werd afgeschaft. Dat betekende echter niet dat de discriminatie ophield. Het werd zelfs zo erg, dat in het zuiden rassensegregatie werd ingevoerd. Dit betekende dat de blanken en de zwarten gescheiden van elkaar leefden, zo was er voor ieder een eigen toilet, school, bankje, woonwijken etc. Ook ontstonden er discriminerende organisaties in het zuiden, zoals de Ku Klux Klan. Deze organisatie was de grootste van allemaal. Ze terroriseerde de zwarten en er werden op grote schaal moorden gepleegd op zwarten.

Vandaag de dag bestaat de KKK nog steeds, maar ze zijn qua grootte sterk afgenomen, samen met de discriminatie. Ook nu zijn er mensen die gediscrimineerd worden en er staan ook regelmatig berichten in de krant over discriminatie, vergeleken met vroeger is het veel minder erg. Zo ook de verschillen tussen noord en zuid, die vroeger niet te overzien waren, die nu nauwelijks merkbaar zijn.

Al met al kunnen we zeggen dat er na de burgeroorlog een periode is geweest waarin de discriminatie extreem was, en zo ook de verschillen tussen noord en zuid. Nu is de discriminatie niet meer zo erg als vroeger, maar het zal nooit helemaal verdwijnen. Net zoals de haat tussen noord en zuid, die er wel degelijk is, al is die nauwelijks voelbaar.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.