Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? 🔐
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

Provo

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 3997 woorden
  • 29 mei 2002
  • 56 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
56 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test
Verantwoording

Tot dit onderwerp ben ik gekomen doordat ik vorig jaar met Geschiedenis 1 ook een Praktische Opdracht moest maken waarbij ik ook een gedeelte over de jaren zestig had, ik vond het interessant en het leek me leuk om me hier verder in te verdiepen, de maatschappij trekt mij wel. De hoofd en deelvragen waren op zich zo gemaakt, maar het viel me tegen om daar ook antwoord op te geven. Ik had een hoop bronnen, maar in feite zijn er vele erg subjectief, iedereen heeft telkens weer een andere kijk op de jaren zestig, dit was erg lastig om een geheel ervan te maken, een middenweg te zoeken. En veel bronnen, vooral die van internet gaven een korte samenvatting van wat Provo was en wat ze deed, daar had ik ook niet zoveel aan. Het boek van Roel van Duyn, 1 van de hoofdpersonen van Provo was vol informatie maar achteraf gezien was het heel erg subjectief en werden alleen de plannen tot aan elke detail beschreven. En dat was voor dit essay niet van belang, ik heb zoveel mogelijk geprobeerd te zoeken naar de invloed, de rol van Provo toen en nu. Ik heb eigenlijk heel veel gelezen en ben heel veel aspecten tegengekomen eromheen, van de hele jaren zestig.
Ik had één echt objectief boek, De eindeloze jaren zestig van Hans Righardt, hier heb ik veel aan gehad. Verder had ik een hoop krantenknipsels en internet artikelen. De krantenknipsel waren redelijk subjectief, en met de informatie uit het boek van Righardt heb ik een middenweg gezocht.

Inleiding

Na de oorlog groeide er een generatie kinderen, de naoorlogse generatie of ook wel de babyboom generatie, op in welvarende omstandigheden die voor hen vanzelfsprekend waren. Echter, voor de ouders, de vooroorlogse generatie, was deze economische vooruitgang welvaart iets veel minder vanzelfsprekends. Voor hen was deze welvaart, na de crisis in de jaren 30 en de Tweedewereldoorlog, iets geweldigs. Op de eerste plaats voor hen kwam het feit dat er goede sociale voorzieningen waren, economische vooruitgang, meer mensen konden worden opgeleid, er was welvaart. De jeugd echter, had kritiek op deze kapitalistische consumptiemaatschappij, zij keken naar de kwaliteit van deze welvaart, te denken aan de positie van vrouwen, het milieu en emancipatie. Terwijl de oudere generatie Amerika nog dankbaar was, omdat zij hen bevrijd hadden in de oorlog, had de jeugd kritiek op de USA, dat erg kapitalistisch was. Er ontstond een groot verschil tussen deze twee generaties, de generatiekloof. De jeugd begon zich af te zetten tegen de normen en waarden op gebied van bijvoorbeeld seksualiteit en gezagsverhoudingen van de oudere generatie. Door het nieuwe medium televisie verkreeg men meer kennis en wist men hoe het er elders aan toe ging, waardoor men eigen ideeën en idealen kreeg, men kreeg interesse in eigen muziek, gingen andere kleding dragen etc.. Het respect voor autoriteiten nam af, ook in de kerk. Ontkerkelijking en ontzuiling waren het gevolg. De mensen werden mondiger, kritischer, onafhankelijker en wilden meer inspraak. Dit gebeurde niet alleen in Nederland maar in veel Westerse landen. De teenagecultuur ontstond in de Wereld, waarbij de popgroepen The Beatles en The Rolling Stones een grote rol hebben gespeeld.
In Nederland ontstonden er jongerensubculturen, bijvoorbeeld de nozems, bestaande uit jongeren afkomstig uit het arbeidersmilieu die zonder politieke beweegredenen gewoon lol wilden hebben en onrust stoken, en de Provo’s.
Op deze belangrijke groep in de jaren zestig in Nederland ga ik verder in.

Hoofdvraag:
Wat is de plaats van Provo in de geschiedenis en in het bijzonder in de jaren zestig?
Deelvragen:
· Wat was Provo en wat wilden ze?
· Heeft Provo de maatschappij van toen veranderd?
· Was Provo een typisch Amsterdams verschijnsel of was het ook meer landelijk?
· Zijn de invloeden van Provo nog steeds merkbaar in de huidige maatschappij?
Wat was Provo en wat wilden ze

Twee factoren zijn belangrijk geweest voor het ontstaan van de jeugdbewegingen als Provo, als eerste het ontstaan van die nieuwe jongerencultuur maar ook was de aanwezigheid van mensen die trendgevoelig en internationaal georiënteerd waren belangrijk, bijvoorbeeld jonge kunstenaars, intellectuelen: de zogenaamde bohÚme. Provo zou enkele jaren later uit die groep zijn nieuwelingen halen.
Twee van die belangrijke mensen voor de Provo waren kunstenaar-glazenwasser Robert Jasper Grootveld en student Roel van Duyn. De ene kant van Provo waren de happenings, de woordenschat, de symboliek en de straatactiviteiten van Robert Jasper Grootveld, de andere kant was de filosofische en politieke van Roel van Duyn. De eerste happening in Nederland was in 1962 in Amsterdam..
Robert Jasper Grootveld was al een tijdje bezig met allerlei acties tegen de consumptiemaatschappij, als symbool voor de consumptieverslaving gebruikte hij de sigarettenverslaving, want immers, marihuana werd wel bestraft terwijl het volgens hem niet schadelijk was, maar er werd wel reclame gemaakt voor nicotinesigaretten, die dodelijk waren. Hij bekladde sigaretten affiches met de letter K van kanker en stak de hem toegewezen en benoemde anti-rook tempel in brand waar hijzelf nog happenings had gehouden. Een happening was oorspronkelijk een onderdeel van de Fluxusbeweging, een internationaal snel verspreidende vernieuwingsbeweging in de kunst, die zich vooral ten doel stelde de traditionele genregrenzen te doorbreken. Het ging doorgaans in een happening om een korte, in scùne gezette gebeurtenis, die provocerend op de toeschouwer moest werken. Hij vervolgde zijn happenings op het Spui, bij het bronzen beeldje ‘het Lieverdje’ dat geplaatst was door de sigarettenfabrikant Hunter en voor Grootveld het symbool van ‘de verslaafde consument van morgen’ was. Een bekend symbool voor het door Grootveld uitgeroepen ‘Magies Sentrum Amsterdam’ was het appeltjes met de stip. De stip stond voor ‘het Lieverdje’, de ronding voor de grachtengordel en het steeltje voor de Amstel. Vrijwel elke zaterdagavond kwam Grootveld beschilderd uit een steeg, hield toespraken over het kwaad van nicotine en zong de ugge-ugge song, en kreten als ‘Wat zaait de boer? De boer zaait hennep!’ werden regelmatig herhaald.
De happenings van Grootveld waren net als die van de Fluxus beweging mediagevoelig, humoristisch met een sociaal-kritische ondertoon en theatraal.
Op de middelbare school deed student Roel van Duyn al mee aan ‘spontane acties’ tegen de atoombom, hij sloot zich aan bij de Ban de Bom beweging en hij leverde een bijdrage het anarchistische blad De Vrije. In deze tijd woont hij ook regelmatig happenings bij van Grootveld. Als van Duyn begin 1965 redacteur van de Vrije is geworden probeert hij het blad te veranderen, te moderniseren. Dit veroorzaakte een ruzie met de andere redactieleden en van Duyn besloot een nieuw tijdschrift op de richten, Provo, de benoeming die de psycholoog Buikhuizen gaf aan de ‘lastige puber, nozem, die uit verveling relletjes op straat schopt’. Met als doel ‘het anarchisme in een voor deze tijd aantrekkelijke vorm te propageren’. Via De Vrije leert hij Rob Stolk kennen, een opstandige jongen, actief in de ban-de-bombeweging. Stolk had ook het eenmalige anarchistische tijdschrift Barst uitgegeven, dat was een soort voorloper van Provo. Ze wilden ‘een barst zijn in de mens tot consumptiemachine vernederende maatschappij.’ Wanneer de Barst-groep inzakt sluit Stolk zich aan bij het Provo- iniatief. Aanvankelijk is er een groot verschil tussen het speelse, anarchistische theater van Grootveld en de serieuze anti-atoom demonstrant van Dyun. Maar uiteindelijk sluit ook Grootveld zich aan bij Provo.
Op 25 mei 1965 kondigt een stencil de oprichting van Provo aan, ‘een rebellerende linkse beweging die verandering kan brengen, het anarchisme als inspiratiebron voor het verzet. Ze gingen aan het werk, het eerste nummer van Provo, Provocatie nummer 1, verschijnt op 12 juli 1965 en wordt een week later in beslag genomen door de politie, wegend het opruiende karakter van het blaadje, Provo 1 bevat namelijk een handleiding voor het maken van explosieven en een ingeplakt klappertje.
De happenings bij het Lieverdje vonden toen al een jaar plaats. De eerste Provopamfletten die van Duyn, Grootveld en anderen verspreidden sloegen in. Rond die tijd kwamen ze in contact met Luud Schimmelpenninck, die later het Witte Fietsenplan en het Witte Schoorstenenplan zou lanceren, en leerling-uitgever Jan-Huib Blans, hij heeft Provocatie nr. 3 in de openbaarheid heeft gebracht.
Op de eerste pagina van Provocatie nummer 1 wordt duidelijk wat Provo wil. Provo voelt zich voor de keus gesteld: Desperaat verzet of lijdzame ondergang. Provo ziet in dat het de uiteindelijke verliezer zal zijn, maar de kans deze maatschappij, ook wel het klootjesvolk genoemd, althans nog eenmaal hartgrondig te provoceren wil het zich niet laten ontgaan. Een Provo moet inzien dat zijn baan hem maakt tot een minuscuul draadje in de tijdbom die de maatschappij is. Het anarchisme is een inspiratiebron voor het verzet, dat betekent dat ze tegen ‘elke monarchie, elke republiek, elke staatsvorm, elke regering en elke autoriteit’ zijn. In een anarchie is de mens ‘vrij, hij heeft er de optimale voorwaarden tot menselijke vrijheid en creativiteit’. De politie, de staat moeten weg en de arbeiders moeten het beheer over hun fabrieken in handen nemen, er moet als het ware een revolutie komen. Maar Provo ziet in dat ze geen revolutionairen zijn, het is onmogelijk het hele systeem om te gooien en daarom moet het klootjesvolk maar door middel van acties op stang worden gejaagd.
Ze zijn principieel tegen geweld, en willen dan ook geweldloos te werk gaan.
De auto is het eerste doelwit. De Provo’s hadden een ontzettende hekel aan de ‘blikken monsters’ die de straten verstopten en de lucht vervuilden. Het Witte-Fietsenplan werd in 1965 gelanceerd. De binnenstad van Amsterdam moest afgesloten worden voor al het gemotoriseerde verkeer. De gemeente moet 20.000 fietsen kopen en vervolgens wit schilderen, wit staat voor zuiverheid en onschuld, en gratis weggeven. Vrijwilligers begonnen alvast zelf met het wit schilderen van fietsen. Maar de politie nam de fietsen in beslag, de ‘spelbedervers’. Vervolgens reageerde men met het Witte-Lijken plan, ook tegen het automobilisme gericht. Het Witte-Kippen plan werd gelanceerd omdat Provo van mening was dat de politie wel wat anders te doen had dan mensen bij de happenings weg te jagen en de witte fietsen in beslag te nemen, ze zouden beter nuttige spullen zoals lucifers, verband en voorbehoedsmiddelen kunnen uitdelen. Verder zijn er nog een hoop andere ‘witte plannen’ gelanceerd voor onder andere kinderopvang, huisvesting, geboorteregeling.
Ook het huwelijk van Beatrix en Claus in Amsterdam was een doelwit van Provo. De autoriteiten wilden van het huwelijk een manifestatie van Oranjegezindheid en nationale saamhorigheid maken, Provo niet. Tijdens de rijtoer op de dag van de plechtigheid, 10 maart 1966, trekt er een grote groep provo’s door de binnenstad van Amsterdam zingend (Oranje boven, leve de Republiek!) en rookbommetjes werpend. Eentje kwam er vlak voor de koets terecht en werd ook nog een witte kip voor de koets gegooid. De politie greep in, sloeg er op los met gummiknuppels en dreef de demonstranten uit elkaar. Ook onschuldige burgers werden geraakt. Tot diep in de nacht bleef het nog onrustig. Door dit verzet tegen de gevestigde orde kwamen de provo’s pas echt in aanvaring met de gevestigde orde. Iedereen valt over Provo heen. Kamerleden en ministers beloven maatregelen om aan het anarchistische optreden een einde te maken. Ook ontstonden er twijfels over het politieoptreden, op onder andere de huwelijksdag, tegen de provo’s.
Provo was niet geĂŻnteresseerd in politiek. Provo was meer een ideeĂ«nbom dan een vaste structuur. Op een speelse manier voerde Provo actie en ze zeiden zelf dat ze erg weinig van de politiek afwisten. Toch werd in april 1966 door stuk of veertig Provo’s in een vergadering besloten Provo verkiesbaar te stellen. ‘Eindelijk is er een partij die geen partij is maar een wervelende beweging, waar je op kunt stemmen zonder je stom stemvee te noemen’. De gemeenteraadverkiezingen levert Provo uiteindelijk 1 zetel in de gemeenteraad op. Maar het contact tussen Provo en de andere partijen verloopt niet soepel, Provo heeft totaal andere ideeĂ«n en uiteindelijk loopt het stuk, het is duidelijk geworden dat het anarchisme van Provo haaks stond op de kleine- stappen- realiteit van de gemeentepolitiek. En demonstraties, happenings en provocaties bleven belangrijker dan raadswerk.

Heeft Provo de maatschappij van toen veranderd?

We kunnen wel zeggen dat Provo flink heeft bijgedragen aan de veranderende maatschappij in de jaren zestig. Zij waren het die de nieuwe problemen aan het licht stelden met de talrijke ‘witte-plannen’. Zij voerden actie voor de leefbaarheid in de grote steden, vroegen aandacht voor nieuwe vormen van vrijetijdsbesteding, hadden kritiek op het massaconsumentisme en milieuvervuiling. Dachten aan de kinderopvang, democratisering van het bestuur en vrijere opvattingen op zedelijk gebied. Ze voerden actie op een speelse manier maar brachten de politie en rechterlijke macht in alle staten. Provo schudde de maatschappij door elkaar. Toen de studenten en de arbeiders ook begonnen te demonstreren kwam het op 14 juni tot een hoogtepunt, namelijk de dolle dinsdag, de Bouwvakoproer over oneerlijke loonverdeling. Er ontstonden in heel Amsterdam rellen en jongen bouwvakkers maar ook provo’s en relzoekers gooien stenen naar politieagenten. Er vielen meer dan honderd gewonden, er was voor miljoenen schade en Amsterdam was ontredderd. Er moest wat gedaan worden en er werd flink gediscussieerd en uiteindelijk geconcludeerd dat er in de politiek besluiteloosheid heerste en een fataal gebrek aan leiding. Zowel de politie als de politiek disfunctioneerde in Amsterdam. Er was behoefte aan hervorming en verbetering.
Het is zo ver gekomen dat burgemeester Van Hall en hoofdcommissaris Van der Molen ontslagen zijn. Van Hall leek niets van de situatie te snappen en niemand nam hem nog serieus.
Een belangrijke factor voor de invloed van Provo was de media, en dan vooral de televisie. Door de televisie was het publiek emotioneel en diepgaand betrokken bij alle gebeurtenissen, bij de Vietnam oorlog maar ook bij de actie van Provo. Het gedrag van deze in feite kleine minderheid kreeg een enorme uitstraling. Ook hadden de provo’s een perfect gevoel voor beeld. Verder werd ook het hardhandige optreden van de politie vertoond op televisie, dat benadrukte de autoritaire houding van ons land en de machteloosheid die de gezagsdragers uitstraalden. Ook kon men door naar Provo te kijken afleiden dat het helemaal niet zo moeilijk hoefde te zijn om iets te veranderen, Provo was immers ook niet echt een grote beweging en in feite stelden ze in ideologie weinig voor. Ook de overheid was dus te veranderen.
Mensen begonnen te twijfelen aan de autoritaire houding van politie en overheid. Er vond een individualisering plaats, de zogenaamde eigen verantwoordelijkheid kwam in plaats van het autoriteitengeloof. Hieruit vloeide een persoonlijke vrijheid.

Rond die tijd begon ook de politisering van de jeugdcultuur. Provo ging ook de politiek in. Maar Provo had de politiek eerder gezien als iets ouds, slaapverwekkends en grijs. Terwijl ze er nu zelf aan mee deden, wat dan uiteindelijk niet goed werkte. De linkse beweging ontving veel nieuwe impulsen want veel jongeren voelden zich in die jaren aangetrokken tot de linkse partijen. De verschillen tussen de Vooroorlogse generatie en de Naoorlogse generatie begonnen wat te vervagen, de jongeren werden wat ouder en de ouderen werden jonger in hun denken. Dit was ook de reden waarom Provo in 1967 te midden van een paar honderd belangstellenden in het Vondelpark werd opgeheven. De boodschap was verkondigd, het werk gedaan en daarbij kwam het ook nog dat ze absoluut geen onderdeel wilden worden van de ‘gevestigde orde’, waar ze zo op gescholden hebben.
Dus na de opheffing van Provo begonnen die grenzen weer wat te vervagen, die grote tegenstellingen. De Vooroorlogse generatie werd wat jonger, ontzuiling, ontkerkelijking en consumentisme hadden de oudere generatie flink beĂŻnvloed.
Provo haar rol is dus groot geweest, Provo heeft nieuwe problemen in het licht gezet, en door hun ludieke manier van handelen en actie voeren hebben ze veel meer bereikt dan andere, ‘serieuzere of parlementairtere’ bewegingen. Ze hebben zelfs een breuk veroorzaakt in de politiek. Verder hebben ze een vrijere maatschappelijke atmosfeer veroorzaakt. Er kwam een vrijere seksuele moraal, waaruit de ontzuiling vloeide.
Ook hebben ze een belangrijke aanzet gegeven voor het ontstaan van allerlei bewegingen, zoals het studentenverzet, de kraakbeweging, de vrouwenbeweging, de flikker en pottenbeweging en de antikernwapen beweging.
Was Provo een typisch Amsterdams verschijnsel of was het ook meer landelijk?

Provo zelf was een typisch Amsterdams fenomeen, maar dit zegt niet dat er in de rest van Nederland niet iets soortgelijks was.
De eerste jeugdculturen ontstonden op scholen en universiteiten. Daarnaast speelde de stad een grote rol, in stedelijke gebieden hebben jongeren meer mogelijkheden om een eigen leven te leiden en bovendien worden ze vaker aan hun lot overgelaten. Het komt echter niet zo vaak voor dat een jeugdcultuur zo explosief was als in de jaren zestig. Dit kwam door de manier van handelen van Provo en ook door de inbreng van de media en natuurlijk tussen de verschillen tussen de Vooroorlogse en Naoorlogse generatie.
In het najaar van 1965 sloeg de ‘Provolutie’ ook naar allerlei dorpen en steden in Nederland over. In Bergen op Zoom werd een trein beklad met anarchistische leuzen en in Venlo werd een happening gehouden etc.
In 1966 werd het provoblad Scandal in Groningen opgericht, en vervolgens in beslag genomen, zo begon het ook in Amsterdam, op het Martinikerhof werden happenings gehouden en er werd acties gevoerd waar de politie ook regelmatig bij kwam kijken en waarbij soms provo’s werden opgepakt.
Ook in Den Haag, Rotterdam en Maastricht kwamen ‘Provobewegingen’ op. De beweging in Maastricht was creatief te noemen, zij hadden wat meer eigen ideeĂ«n en manieren van actie voeren, een zachtere manier, harde provocaties zouden in Limburg vreselijke reactie oproepen, want veel anderen groepen hadden hier en daar wel wat kritiek op de Amsterdamse provo maar waren eigenlijk gewoon een letterlijke kopie van het Amsterdamse Provo.
Ook in Utrecht, Leeuwarden, Vaals, Amersfoort, Leiden, Dordrecht enz. kwamen groepen op.
Ook in het buitenland kwamen hier en daar wat groepen op, in 1965 in Antwerpen verscheen het tijdschrift Happenings News. Aanvankelijk hield de groep rond dit blad zich wel bezig met happenings, maar deze veroorzaakten door het gebrek aan de typische provo-ideeën geen sociale conflicten. Maar de groep werd al snel door Provo beïnvloed, en ze ontwikkelden een meer politiek karakter in hun happenings naast de artistieke kant. Ook in Brussel en Gent kwamen bewegingen op.
Naast België waren er nog er groepen in Stockholm, Londen, Manchester, Parijs, Milaan, Praag, New York, Chicago en Philadelphia.
De provo’s uit verschillende landen zijn een paar keer bijeen gekomen in het Europahuis in Maastricht.

Zijn de invloeden van Provo nog steeds merkbaar in de huidige maatschappij?

Ja, 40 jaar later zien we dat de acties van Provo wel degelijk resultaat hebben gehad. Om te beginnen kijken we naar de plaats van de overheid. Iedereen weet dat de overheid niet onfeilbaar is, de feilbaarheid is ook een openbare zaak geworden, en kritiek op het vorstenhuis mag je gerust leveren. Het respect voor de overheid van de maatschappij is sterk verminderd.
Er heeft mede door Provo en de gestegen welvaart een individualisering plaatsgevonden, de zogenaamde eigen verantwoordelijkheid is gekomen in plaats van het autoriteitsgeloof, hieruit vloeide persoonlijke vrijheid, er ontstond een vrijere atmosfeer, een vrijere seksuele moraal. Ongehuwd moederschap, abortus, met elkaar naar bed gaan voor of na het huwelijk, hetero of homo, dat mag je allemaal zelf weten, het is jou zaak en daar ben je vrij in.
Tegenwoordig is er niets meer te merken van de verzuiling, de kerken hebben hun massale aanhang verloren, er zijn daarvoor in de plaats wel allerlei andere religieuze groeperingen ontstaan. Geloof is van nu af aan een persoonlijke kwestie geworden en zo moet het ook.
Er is ook nu nog ruim plaats voor milieubewegingen en ook aan het buitenland wordt gedacht met de ontwikkelingshulp. Er zijn nu nog steeds allerlei groeperingen met allerlei belangen. Kritiek leveren op de maatschappij mag, voor de jaren zestig was het zo dat iedereen maar gewoon deed wat de hogere orde zei, tegenwoordig is het normaal en veel meer mogelijk iets te regelen buiten de politiek om, kritiek te leveren en actie te ondernemen.
Ook kwam de emancipatie van kansarme groepen, waaronder vrouwen, op gang, dit gebeurde dan niet door Provo maar door groeperingen als Dolle Mina maar Provo heeft wel aanzet gegeven tot oprichting van dit soort groeperingen.
Maar er zijn toch ook nog dingen hetzelfde gebleven, of grote veranderingen zijn weer teruggedraaid, want in het bedrijfsleven is er nog steeds sprake van hiërarchie, en eigenlijk is het gezinsleven niet kapot te krijgen.
Er zitten positieve maar natuurlijk ook negatieve kanten aan deze veranderingen. Want we worden hoe langer hoe meer individueler, tot het asociale toe. Er is een sterke toename van mensen met psychische probleemgevallen, echtscheidingen en drugsverslaafden. Er is veel minder orde.
Voor de christelijke groeperingen zijn deze veranderingen ook niet altijd een pretje. Te denken valt aan liberalisering van abortus en de euthanasiewet. Verder luisteren we natuurlijk over het algemeen minder goed naar de ‘voorschriften’, en dat kan ook veel negatieve kanten hebben.

Conclusie

Provo, een anarchistische beweging van 1965 tot 1967 in Amsterdam klinkt elke 50 plusser van nu bekend in de oren. Iedereen wist wel van Provo af in die tijd. Ze hebben zeker veel invloed gehad, terwijl het eigenlijk maar een kleine groepering was met amper een ideologie. Maar door hun ludieke formulering en provocerende manier van actie voeren tegen het materialisme en de consumptiemaatschappij hebben ze een hoop bereikt.
De burgerij, het klootjesvolk, vond dat stelletjes actievoerders aanvankelijk maar niks. En eigenlijk
werd er ook niet zo veel aandacht aan dat ‘langharig werkschuw tuig’ besteed. Maar op een gegeven moment bleef het niet alleen bij de happenings op zaterdagavond en gingen ze ook een eigen blaadje uitgeven, genaamd Provo, en begonnen ze met hun ‘witte plannen’ die alle vernieuwingsterreinen bestreken, zoals de milieuproblematiek, autogebruik, persoonlijke vrijheid. Na de protestactie op het huwelijk van Beatrix en Claus kreeg Provo meer aandacht van de pers, de rechterlijke macht begon zich zorgen te maken en vond dat er nu echt iets gedaan moet worden en kwam er steeds meer kritiek op het hardhandige optreden van de politie. Na het hoogtepunt op 14 juni, de bouwvakkeropstand is men ten einde raad. Er wordt flink gediscussieerd en uiteindelijk geconcludeerd dat de politie en politiek disfunctioneert in Amsterdam. Er is behoefte aan hervorming en vernieuwing.
Rond deze tijd begon ook de politisering van de jeugd. De jeugd begon zich te interesseren in de politiek en wilden meer inspraak en invloed op het rechterlijke bestuur hebben. Provo was ook de politiek ingegaan, maar dat verliep niet soepel.
De acties zelf, de witte plannen, hebben uiteindelijk niet veel effect gehad, maar het was meer het feit dĂĄt Provo actie voerde voor allerlei belangen dat invloed heeft gehad. De burgerij begon steeds meer sympathie te tonen en doordat de politie zo hardhandig reageerde kwam men erachter dat die autoritaire houding niet deugde. Ook heeft het actie voeren aanzet gegeven voor de oprichting van allerlei groeperingen die net als Provo opkwamen voor allerlei belangen, zoals het milieu en de emancipatie van vrouwen. En dat soort groeperingen bestaan nu nog steeds.
Provo heeft naast Amsterdam ook invloed gehad, want ik de andere grote steden kwamen ook soortgelijke groeperingen op, aangestoken door de Amsterdamse Provo. De televisie heeft bij dit proces een grote rol gespeeld, want door de televisie kwamen de beelden van o.a. de acties van Provo overal in de Nederlandse huiskamers, en op televisie leek het vaak ook nog veel grootster dan het in feite was.
De plaats van Provo in de huidige maatschappij is op zichzelf natuurlijk niet veel meer, maar de gevolgen zijn nog zeker zichtbaar. De maatschappij is na de jaren zestig (het gaat natuurlijk om die hele periode, niet alleen Provo heeft dit veroorzaakt, al was haar rol wel heel groot, ze stond als het ware model voor alles wat er gebeurde in de jaren zestig, maar hier ga ik niet verder op in) gemoderniseerd, er is meer persoonlijke vrijheid en democratische vrijheid gekomen. Er was sprake van ontzuiling en een lossere seksuele moraal. We mogen kritiek leveren en weten dan de rechterlijke macht zeker niet onfeilbaar is, wij kunnen ook iets doen om iets te veranderen. Dit is voor ons inmiddels doodnormaal geworden. En nog steeds zijn er nog allerlei processen voor allerlei belangen bezig. Bijvoorbeeld de vrouwenemancipatie. Deze is nog steeds niet helemaal ‘voltooid’.

REACTIES

J.

J.

Dit is raar

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.