Inleiding
Om de vraag ‘was de 1e kruistocht een pelgrimstocht’ te beantwoorden, moest ik eerst gaan onderzoeken wat een pelgrimstocht en een kruistocht is. Ook moest ik gaan onderzoeken wat de 1e kruistocht was, welke belangrijke personen er aan meededen, maar vooral; wat het doel van die kruistocht was. Nadat ik informatie heb opgezocht op internet, in Encarta, het woordenboek en fragmenten uit het boekje van van Voorst en Beest heb bekeken, ben ik begonnen met het schrijven van mijn verslag. Ik ben geen problemen tegengekomen tijdens het maken van mijn verslag. De vraag waar ik met behulp van mijn verslag antwoord op wil gaan geven is:
Was de 1e kruistocht een pelgrimstocht?
Pelgrimstochten. Wat zijn dat?
Iemand die een bedevaart of een pelgrimstocht loopt, heet een bedevaartganger of een pelgrim. Een pelgrim trekt naar een plaats die hij als een heilige plek beschouwt. Mensen van alle godsdiensten geloven dat door naar zo’n heilige plaats te trekken en er te bidden, hun gebeden eerder verhoord zullen worden.
In Het Groene woordenboek staat achter pelgrimstocht: bedevaart. De 2 woorden bedevaart en pelgrimstocht betekenen dus hetzelfde. Als je dan bij het woord bedevaart kijkt, schrijft het woordenboek: reis naar een heilige plaats.
Pelgrimstochten van de oude Egyptenaren en de oude Grieken. In het oude Egypte kende men al pelgrimstochten. Zo trokken er mensen naar Abydos om er feest te vieren ter ere van de god Osiris en omdat zijn hoofd daar in een schrijn werd bewaard. Osiris was de god van de onderwereld en de vegetatie en heerser over de doden.
De grote tempel van Abydos die voor Osiris is gebouwd. Abydos was tussen 3100 tot 2755 v.C. de begraafplaats van de meeste Egyptische farao’s.
De oude Grieken trokken naar Epidauros. Om genezing van ziekte te vinden bad men tot de god Asklepios (in het Latijns: Aesculapius) In de oudste Griekse letterkunde is hij nog geen god, maar een Thessalische heros. Heros is het griekse woord voor held. In het oude Griekenland noemde men iemand zo die een middenpositie innam tussen goden en mensen.
De islam
Mohammed is de stichter van de Islam. Hij is geboren in Mekka. Daarom trekken jaarlijks miljoenen gelovigen naar Mekka. Want van elke moslim (waar ook ter wereld) wordt verwacht dat hij in ieder geval 1 keer in zijn leven een bedevaart naar Mekka maakt. Wanneer hij dit heeft gedaan mag hij zich hadji noemen. (dat betekent Mekkaganger) De Ka’ba is voor moslims de heiligste plek op aarde. Die ligt in het midden van de Grote Moskee in Mekka. In de Ka’ba ligt de zwarte steen. Dat is een vulkanisch stuk bazalt dat volgens de moslims een teken is van het verbond tussen Allah en de mensen.
Elke moslim richt zich (waar ook ter wereld) naar de Ka’ba wanneer hij bidt.
Het jodendom. Titus voerde in Palestina een oorlog tegen de Joden. De Joden trokken altijd jaarlijks naar de tempel in Jeruzalem waar zij het paasfeest vierden wat voor de Joden een herdenking was van hun bevrijding uit hun gevangenschap in Egypte. Hier maakte Titus een einde aan toen hij de oorlog won, Jeruzalem innam en de tempel verwoeste. Het enige wat nog overgebleven was, was de klaagmuur. Later (in 1967) werd het gebied weer toegankelijk voor iedereen. Er trekken tegenwoordig nog steeds pelgrims naar de klaagmuur om er te bidden en godsdienstige ceremoniën te houden.
Het hindoeïsme
Er zijn 2 soorten pelgrims in het hindoeïsme. Namelijk: bedelmonniken (of beroepsheiligen) en permanente pelgrims.
Bedelmonniken verachten de wereld, streven nergens naar en bezitten helemaal niets. Ze trekken het hele jaar door het land. Uit deze groep monniken zijn de yogis en de fakirs ontstaan.
Permanente pelgrims trekken naar allerlei tempels en heilige plaatsen. Elke pelgrim hoopt 1 maal in zijn leven een pelgrimstocht naar de rivier de Ganges te maken. Door een bad te nemen in het water van die rivier menen zij hun zonden af te wassen. Ook hopen zij hier te sterven. De as van de doden wordt ook in de Ganges ‘begraven’.
Hardwar is een belangrijke heilige plaats voor de hindoes. Dit plaatsje ligt aan de voet van de Himalaya en daar ontspringt ook de Ganges.
Ook Benares (dat heet nu Varanasi) is een belangrijke pelgrimsoord. Er staan daar meer dan 1500 tempels en 500.000 godenbeelden. De ca. 6 km lange oeverstrook is voorzien van tot in het water leidende stenen trappen (ghats) waar de pelgrims rituele wassingen houden.
De mooiste tempels liggen direct langs de oever en staan daardoor permanent bloot aan het gevaar van de ondermijning door het Gangeswater.
Het boeddhisme
Het boeddhisme is in de 6e en 5e eeuw v. C. gesticht door Boeddha. Boeddhisten houden allerlei pelgrimstochten. O.a naar: de geboorteplaats van Boeddha, de plaats waar zijn geest werd verlicht (nadat hij er 5 jaar onder een boom had gemediteerd), de plaats waar hij het prediken begon en naar de plaats waar hij stierf. Nu zijn er ook pelgrimsoorden op het eiland Ceylon in Kandy (Sri Lanka) omdat daar een tand van Boeddha wordt vereerd.
Ook Rangoon is een heel belangrijke bedevaartsstad. Rangoon is de hoofdstad van Birma. Er staat daar een boeddhistische tempel (Shwe Dagon-stupa genaamd) die 118 meter hoog is en bedekt is met bladgoud. In deze tempel worden 8 haren van Boeddha vereerd. Ongeveer 85% van de bevolking van Birma is boeddhistisch.
Pelgrimtochten in het christendom
Christelijke pelgrims trekken naar heilige plaatsen waar Jezus heeft geleden, geleefd en is gestorven. Ook de graven van de apostelen worden veel bezocht (bijvoorbeeld Rome en Santiago de Compastella) en plaatsen waar wonderen gebeurd zouden zijn (Lourdes, Fatima).
Het boeddhisme, christendom en de islam zijn de 3 wereldgodsdiensten. Het jodendom en het hindoeïsme zijn 2 volksgodsdiensten.
Pelgrimstochten en de middeleeuwen
In de middeleeuwen waren 3 christelijke pelgrimstochten het meest beroemd:
- Rome
- Jeruzalem en het Heilige Land
- Santiago de Compostella
Maar waarom?
De pelgrimstocht naar Rome
Jezus scheidde 12 van zijn leerlingen van de rest. Hij noemde hen sjeloechiem oftewel; apostelen. Zo maakte Jezus hen tot zijn vertegenwoordigers. Ook moesten zij Jezus’ ideeën overbrengen op andere mensen. Een aantal apostelen zijn: Bartolomeüs, Thomas, Johannes, Petrus, Paulus, Judas (die is later vervangen door Matthias), Jakobus, Barnabas. In de Sint-Pieter kerk in Rome is het graf van de apostel Petrus gevonden.
Het is niet helemaal zeker, maar waarschijnlijk zijn de resten van het lichaam van de apostel Petrus in een necropool aan de Via Ostria gevonden. Een necropool is een hele grote begraafplaats (ook wel een dodenstad genoemd). Op 2 marmeren platen van het graf staat: Paulo en op de andere Apostolo Mart(yri). Dat betekent Paulus apostel martelaar. De 2 platen zijn een deel van een klein graftempeltje geweest.
Pelgrims maakten tochten naar deze 2 begraafplaatsen omdat pelgrims aan alle overblijfselen van heiligen (in dit geval de apostelen) waarde hechten.
De pelgrimstocht naar Jeruzalem en het Heilige Land
Jeruzalem bestaat uit verschillende wijken van verschillende godsdiensten. Elke wijk heeft ook zijn eigen heilige plaatsen. Zo is de Tempelberg (Haram esj-Sjarief) voor de Islamieten heel belangrijk omdat Mohammed zijn voeten daarop zou hebben gezet. In de christelijke wijk bevinden zich de Heilige Grafkerk, een Romaans bouwwerk en de Via dolorosa. De Via dolorosa is de kruisweg die Jezus aflegde vlak voordat hij werd gekruisigd. Die begon bij het gerechthof van Pilatus in Jeruzalem en eindigde in Golgota. Daar werd Jezus gekruisigd. De plaats bestaat niet meer en het is ook niet precies aan te geven waar Golgota lag.
Rotskoepelmoskee
De moslims beweren dat de moskee is gebouwd op de berg waar Mohammed naar de hemel ging. Volgens de joden is het de plek waar Abraham zijn zoon Isaac wilde offeren.
In de joodse wijk staat de Klaagmuur. Ook staan er oude gerestaureerde synagogen en een aantal talmoedhogescholen. Dit zijn belangrijke bedevaartsplaatsen voor de joden. In de Armeense wijk staat de St. Jacobskerk en een belangrijke bibliotheek.
Er trekken dus pelgrims van allerlei godsdiensten naar Jeruzalem om de voor hun heilige plaatsen te bezoeken.
De pelgrimstocht naar het Spaanse Santiago de Compostella
Jacobus was 1 van de 12 apostelen van Jezus. Volgens de legende is hij in 44 n. C. in Jeruzalem onthoofd, door een aantal apostelen met een bootje zonder roer naar Padron gebracht waarna hij in Santiago de Compostela is begraven. Een kluizenaar heeft het graf van de apostel ontdekt. Later is daar een kerk op gebouwd wat nu een deel van de kathedraal in Santiago is. De pelgrimsweg naar Santiago de Compostela wordt ook wel de weg van de sterren genoemd. De pelgrimswegen zijn ook erg belangrijk voor de handel van Spanje geweest. Er werden ziekenhuizen en kloosters langs de wegen gebouwd. De wegen stonden in contact met heel christelijk Europa.
De lange gevaarlijke tocht.
Pelgrimstochten waren gevaarlijke tochten. Toch ondernamen duizenden Middeleeuwers de tocht. Ze gingen om verschillende redenen op pad. Sommige mensen die iets kwaads hadden gedaan, konden als ze er spijt van hadden biechten bij een priester. De priester kon dan als boete de zondenaar opdragen een pelgrimstocht te ondernemen. De plaats en tijdtip werden voor de zondenaar bepaald. Zo was de zondenaar een tijdje uit zijn eigen omgeving waardoor hij werd gespaard van bloedwraak (dat betekent dat de familie van het slachtoffer wraak op de dader wil nemen). Als je ziek was of een kwaal had, kon je overwegen om alles achter te laten en op pad te gaan naar een plaats die jij als heilig beschouwde en daar te gaan bidden. Als je dat zelf niet kon doordat je bijvoorbeeld te zwak was of niet kon lopen, dan vroeg je iemand anders om de tocht voor jou te ondernemen. Als het gebed werd verhoord (soms pas na een hele lange tijd) dan ondernam je de pelgrimstocht nog een keer maar nu was het doel niet om beter te worden, maar om te bedanken voor het verhoren van je gebed. Je kon dus een pelgrimstocht ondernemen die noodzakelijk was, maar je kon ook een pelgrimstocht ondernemen als je uit jezelf een goede daad wilde verrichten en het bedreven kwaad wilde uitbannen. In de middeleeuwen was er natuurlijk nog geen tv, film, krant, tijdschrift of boeken. Eigenlijk nogal saai dus. Dat kon ook een reden zijn om een pelgrimstocht te ondernemen; voor het avontuur en als een soort vakantie. De mensen leefden maar in een heel klein wereldje omdat ze vaak niet buiten hun dorp kwamen. Door zo’n pelgrimstocht zag je wat er zich buiten jouw dorp afspeelde. De pelgrims waren van verschillende standen dus was er ook verschil in het vervoer. Zo gingen rijke pelgrims te paard en met bedienden. De armere gingen te voet. Sommige pelgrims gedroegen zich netjes, anderen waren nogal luidruchtig door dronkenschap en uitgelatenheid. Vooral pelgrims die in groepen reisden waren luidruchtig en de medemens vond hun hinderlijk. Er waren ook mannen en vrouwen die de tocht gebruikten voor een liefdesavontuurtje. Ondanks de luidruchtigheid en ergernissen namen veel bisschoppen de pelgrims in bescherming als er kwaad over hen werd gesproken.
Pelgrims gingen uit van de volgende 5 punten: 1. Een pelgrim gelooft vast in het bestaan van God en bezoekt heilige plaatsten zodat hun gebeden eerder verhoord zouden worden. 2. Wie een pelgrimstocht ondernam hoopte dat Christus hem het eeuwige geluk in de hemel zou geven. 3. Pelgrims vereren de Heiligen. (Maria, de apostelen enz.) 4. Een pelgrim gelooft dat Heiligen voor hem bidden en met hem verbonden zijn. 5. Pelgrims hebben een grote liefde en eerbied voor God, Christus en de heiligen.
De Kruistochten
Wat zijn kruistochten? Een kruistocht is volgens het woordenboek: een gewapende expeditie van Europese christenen, vooral tegen de moslims in het Heilige land. Een kruistocht is een onderneming die door militairen werd georganiseerd en geleid. Ze streden tegen vijanden van het Rooms-katholieke geloof. De middeleeuwers noemde elke oorlog die onder pauselijk gezag werd gevoerd een kruistocht. Voordat een kruisvaarder op pad ging legde hij een kruisvaartgelofte af. Daarna kreeg hij een rood kruis op zijn rechterschouder gespeld waaraan je kon zien dat hij een kruisvaarder (of kruisridder) was.
Redenen tot kruistochten
Een kruistocht werd gehouden omdat (bijvoorbeeld):
- moslims het ‘Heilige Land’ hadden ingenomen en er pelgrims gevangen hielden en ze doodden;
- ridders en edelen uit waren op avontuur en d.m.v. de kruistochten eer en roem wilden behalen;
- de paus zei dat het een ‘heilige oorlog’ zou worden en dat God het zelf wilde;
- de kruisvaarders werd beloofd dat de kerk voor hun bezittingen zou zorgen zolang zij weg waren;
- als kruisridders mee zouden helpen om Jeruzalem te bevrijden ze na hun dood minder lang voor hun zonden hoefden te boeten;
- de kruisridders na hun dood naar de hemel zouden gaan;
- de kruisvaarders die terug kwamen geen belasting meer hoefden te betalen;
- veel mensen thuis een slecht bestaan hadden en niks konden verliezen als ze mee zouden doen aan een kruistocht;
- de kruistochten een onderdeel van de middeleeuwse cultuur waren.
Alle kruistochten op een rij
1e kruistocht: Duurde van 1096 tot 1099. De kruistocht stond onder leiding van de bisschop Adhemar van Monteil. Er deden 4 verschillende legertroepen aan mee:
- het leger van Noord Frankrijk en Vlaanderen o.l.v. Robert van Normandië en graaf Robrecht II van Jeruzalem.
- het Lotharingse leger o.l.v. Godfried van Bouillon
- het Provencaalse leger o.l.v. Raymond van Toulouse
- de Noormannen (zuid Italië) o.l.v. Bohemund van Tarente
Het doel van deze kruistocht was om de moslims te verslaan en het heilige land Jeruzalem te veroveren. In 1099 vielen de legers een aantal keren aan. Op 15 Juli 1099 werd de Heilige Stad eindelijk veroverd.
2e kruistocht: Duurde van 1147 tot 1149. Keizer Conrad III van Duitsland en Lodewijk VII van Frankrijk speelde een belangrijke rol bij deze kruistocht. Bij de 1e kruistocht waren de christenen de baas over de moslims geworden. Op een gegeven moment pikten de moslims dit niet meer en vielen Edessa aan. Ze veroverde de plaats niet, maar er vielen veel doden onder de christenen. Er ontstonden hevige gevechten tussen moslims en christenen. Toen werd Aleppo veroverd waarna Edessa in 1144 uiteindelijk werd veroverd door de moslims. De moslims waren erg blij maar de christenen waren erg geschokt en wilden er iets tegen doen. Lodewijk VII stuurde een leger naar het Heilige Land. Ook Keizer Conrad en zijn leger maakte deel uit van de kruistocht. In 1148 probeerden de kruisvaarders de stad Damascus te veroveren maar dit werd een totale mislukking. De 2e kruistocht was dus een flop omdat er zoveel mensen werden vermoord en omdat het doel (de Heilige Stad veroveren) niet werd behaald.
3e kruistocht: Duurde van 1189 tot 1192. Saladin, Paus Clemens III, keizer Frederik I Barbarossa, Filips II August en Richard Leeuwenhart speelden een grote rol in deze kruistocht. In 1171 veroverde Saladin het Egyptische rijk. Hij werd de machtige heerser van dat rijk en allerlei stadjes vielen in de loop der tijd in zijn handen. In 1187 werd ook Jeruzalem veroverd. Na de val van Jeruzalem riep Paus Clemens III de christenen op tot een kruistocht. Die stond onder leiding van keizer Frederik I Barbarossa van Duitsland, Filips II August van Frankrijk en koning Richard I van Engeland (die door de Engelsen Richard Leeuwenhart werd genoemd omdat ze hem zo heldhaftig, knap en stoer vonden). Keizer Frederik van Barbarossa verdronk onderweg en Leopold van Oostenrijk nam het leidersschap over. De legers kwamen aan in Akko dat ze ook veroverden. Richard wilde ook Jeruzalem veroveren maar dat is hem niet gelukt. Saladin overleed op 3 maart 1193.
Saladin
Een deel van het doel van de 3e kruistocht is behaald, namelijk dat de stad Akko weer is heroverd, maar de stad Jeruzalem was nog steeds in handen van Saladin.
Wel heeft Richard ervoor gezorgd dat de christenen vrije toegang tot de heilige plaatsen in Jeruzalem kregen.
4e kruistocht:
Duurde van 1202 tot 1204. Paus Innocentius III, Bonifatius van Montferrat, Simon van Montfort, Villehardouin, Boudewijn IX, graaf van Vlaanderen en Henegouwen waren de belangrijkste personen bij deze kruistocht.
In 1204 werd Constantinopel geplunderd en veroverd (terwijl dit ook in handen van christenen was). Maar de christenen hadden een deal met de Venetianen dat zij hielpen om Constantinopel te veroveren in ruil voor schepen. Toen Constantinopel werd veroverd werd Boudewijn IX tot eerste keizer verkozen.
Deze kruistocht was een hele vreemde. Een beetje belachelijk eigenlijk. De moslims dreven er zelfs de spot mee.
5e kruistocht: Duurde van 1217 tot 1221. De bekendste deelnemers waren: Andreas II (van Hongarije), Leopold VI (hertog van Oostenrijk), graaf Willem I (van Halland) en Jan van Brienne. Het paus had het doel om de havenstad Damiate in Egypte te veroveren. De kruistocht werd geleid door Jan van Brienne. Ze veroverden Damiate. Egypte bood Jeruzalem aan in ruil voor Damiate. Jan van Brienne wilde wel ingaan op de voorstel alleen wilde de paus dit niet. De kruisvaarders wilden in 1221 heel Egypte veroveren maar dat is niet gelukt. De Sultan zou hen ongedeerd laten vertrekken als de kruisvaarders Damiate op zouden geven. Ook de 5e kruistocht was een mislukking aangezien ze iets hadden veroverd en het weer hadden verloren.
6e kruistocht: Duurde van 1225 tot 1229. Frederik II (Duitse keizer), de paus en de Egyptische sultan waren de belangrijkste personen bij deze kruistocht. Frederik II beloofde de paus ter ere van zijn huwelijk (met de dochter van Jan Brienne) een kruistocht. Zijn doel was om Jeruzalem terug te krijgen door middel van onderhandelen in plaats van vechten. Dat is hem gelukt en zo was Jeruzalem, Bethlehem en Nazareth uit de handen van de moslims. Op 12 maart 1229 liet Frederik II zich kronen tot koning van Jeruzalem. Omdat hij weinig steun kreeg van de Europeanen zagen de Turken hun kans schoon om Jeruzalem te heroveren in 1244.
7e kruistocht: Duurde van 1248 tot 1254. Lodewijk IX, Willem van Dampierre en Willem van Ruysbroeck waren de belangrijkste personen bij deze kruistocht. In 1249 veroverde Lodewijk IX samen met Willem van Dampierre de Egyptische stad Damiate. Lodewijk IX wilde ook Jeruzalem veroveren maar dat lukte hem niet en hij werd gevangen genomen. Door losgeld te betalen kwam hij in 1250 weer vrij. Na zijn vrijlating trok hij naar Syrië om daar de overgebleven kruisvaarders te helpen met het opbouwen en versterken van hun kastelen. In 1253 stuurde Lodewijk IX de Vlaamse franciscaan Willem van Ruysbroeck naar Möngke (Mongolië) om voor een bondgenootschap tegen de islam te zorgen. Toen hem dit niet was gelukt, keerde Lodewijk IX terug naar Frankrijk. De 7e kruistocht was geen succes.
8e kruistocht: Duur: 1270 Lodewijk IX en Gwijde van Dampierre waren de belangrijkste personen bij deze kruistocht. In de loop der tijd (1265-1268) vielen Caesarea, Arsuf, Jaffa en Antiochië in handen van de moslims. Ondanks de vele tegenslagen, wilde Lodewijk IX toch nog een keer proberen om Jeruzalem te veroveren. Karel van Anjou (zijn broer) adviseerde hem om naar Tunis te zeilen. Samen met Gwijde van Dampierre vertrok hij op 4 juli naar Tunis. Hij stierf in 1270 in Tunesië.
Kinderkruistocht: Omdat het de volwassenen niet lukte om het Heilige Land te veroveren nam een franse herdersjongen in 1212 het initiatief om met duizenden kinderen op pad te gaan naar Het Heilige land. Toen ze aankwamen bij de havenstad Marseille boden 2 kooplieden aan om hen over te varen naar Het Heilige Land. Dit was echter niet het geval. Ze werden naar Egypte vervoerd en werden daar als slaven verkocht. In Duitsland vertrok er ook een kinderkruistocht. Zij kwamen alleen niet verder dan Zuid Italië omdat ze daar werden tegengehouden door een bisschop. Als dit niet zo was geweest zouden ook zij waarschijnlijk verkocht zijn als slaven.
De 1e Kruistocht
In 1081 werd Alexius Comnenus keizer van het Byzantijnse rijk. Hij wilde een einde maken aan de druk die de Turken volgens hem op hen uitoefenden. Maar hij had geen groot leger om dat te doen dus vroeg hij in 1095 Paus Urbanus II om hulp. Urbanus II riep alle geestelijke in Clermont bijeen. Hij vertelde dat christenen werden bedreigd en vermoord en dat pelgrims op hun pelgrimstocht werden beroofd van hun bezittingen. Hij vond dat er een groot christenleger moest komen om de Turken terug te drijven. Iedereen die mee zou doen aan de kruistocht zou vergeving van zijn zonden en een plek in de hemel krijgen. Hij had veel invloed op de mensen want velen beloofden om gelijk te vertrekken en te strijden voor God. Wat verder niemand wist is dat de paus er zelf ook van profiteerde. Door de kruistocht zou hij meer macht krijgen over de christenen. Nog voordat de ridders een goed georganiseerd leger hadden gevormd gingen Peter en Wouter zonder Have met een menigte op pad naar Constantinopel. Zij waren de ridders dus voor. Op weg naar Constantinopel richtten zij veel schade aan in de jodengetto’s. (deze menigte vormden dus een volkskruistocht) Peter kon zijn kruisvaarders dus niet meer in de hand houden dus stuurde Alexius zijn troepen om de kruisvaarders te begeleiden naar Constantinopel. Eenmaal in het Turkse gebied veroverden de kruisvaarders het Turkse kasteel Xerigordon. Maar verder kwamen ze niet want de turken overmeesterden de kruisvaarders en zij waren gedwongen om zich over te geven of te sterven. Later liepen de resterende kruisvaarders in een hinderlaag. Deze kruistocht is dus een totale mislukking maar wordt eigenlijk niet als de 1e echte kruistocht gezien. Ondanks deze teleurstelling gaven de christenen de hoop nog niet op. Er werd weer een kruistocht georganiseerd (ook wel de ridderkruistocht genoemd) Nu deden er veel legertroepen mee. Ze gingen met ongeveer 60.000 ridders op pad onder leiding van Godfried van Boullion. De meeste ridders zagen er heel indrukwekkend uit met hun mooie schilden en grote zwaarden. Ze hadden daarom ook veel bekijks bij de leiders van dorpen die ze passeerden. Veel kleine legertjes sloten zich bij hen aan. Ook priesters en pelgrims liepen mee. Zo ontstond er dus een leger van zo’n 80.000 kruisvaarders. Na 2 jaar (in 1099) kwamen er uiteindelijk maar 13.000 kruisvaarders aan. Toen ze Jeruzalem zagen begrepen ze al snel dat de stad niet makkelijk te veroveren zou zijn. Godfried van Bouillon liet een toren op wielen bouwen om zo Jeruzalem aan te vallen. Eenmaal in de stad werd elke moslim en jood die ze tegenkwamen vermoord. De verovering heeft 10 dagen geduurd, de stad was uitgeroeid en was nu in handen van de christenen. Er werd nog geruzied over wie er op de troon kwam te zitten maar Godfried van Bouillon werd uiteindelijk als koning gekroond. Na zijn dood volgde zijn broer Boudwijn hem op. Het doel van de kruistocht was behaald!
Conclusie
Een pelgrimstocht staat gelijk aan een bedevaart en het is een tocht die men houdt naar een plaats die men als heilig beschouwd. In het christendom, het jodendom, de islam, het hindoeïsme en het boeddhisme kent men pelgrimstochten. Het confucianisme, tauïsme en sjintô kennen geen pelgrimstochten. Er worden jaarlijks vele pelgrimstochten gehouden. In de middeleeuwen gingen de christelijke pelgrims vooral naar Jeuzalem, Rome en Santiago de Compostella omdat hier delen van apostelen zijn gevonden of omdat Jezus hier is geweest en heeft geleefd. Men deed dat om van ziekte te genezen, als straf, om een goede daad te verrichten, voor het avontuur en omdat ze toch niks te verliezen hadden. In de middeleeuwen zijn er ook kruistochten geweest. De 1e kruistocht duurde van 1096 tot 1099. Het doel van de christenen was om Jeruzalem te veroveren. Dit doel is bereikt. Maar de 1e kruistocht kun je eigenlijk in tweeën delen; de volkskruistocht en de ridderkruistocht.
De 1e kruistocht was geen pelgrimstocht omdat: Het doel van een pelgrimstocht is om naar een heilige plek te trekken en er te bidden zodat je gebed eerder verhoord zal worden. De 1e kruistocht had wel met godsdienst te maken want je vocht voor God en men wilde het christendom uitbreiden, maar men ging niet naar de Heilige Stad om te bidden. Het ging om bepaalde gebieden in bezit te krijgen. Om dit voor elkaar te krijgen gebruikten ze geweld. Bij een pelgrimstocht speelt geweld geen rol.
De 1e kruistocht was wel een pelgrimstocht omdat: De pelgrims gingen naar een heilige plaats. Dat deden de kruisvaarders van de 1e kruistocht ook. Ook zij hoopten dat hun zonden vergeven zouden worden. En mensen die gestraft moesten worden werd een pelgrimstocht opgelegd, maar er waren bij de 1e kruistocht ook mensen die voor straf mee moesten omdat ze iets slechts hadden gedaan. Bij pelgrimstochten ging het om het geloof, bij de 1e kruistocht ook.
Ik vond tijdens het maken van mijn verslag argumenten waarom de 1e kruistocht wel een pelgrimstocht was maar ook waarom niet. Daarom heb ik ze allebei opgeschreven.
Literatuurlijst
Boeken: Voorst van Beest, van C. W., De Pelgrimstochten, Bussum 1972
Software: Encarta Encyclopedie 2003
Internet:
http://www.magicaltours-vakantie.nl/n.Santiago%20de%20compostella.htm
http://leden.tref.nl/~eendhlm/index.html
REACTIES
1 seconde geleden
R.
R.
THNX voor het plaatsen van dit!! Moet voor morgen een werkstuk afhebben voor godsdienst... Ik ben nog steeds niet begonnen... Dit helpt enorm!!
13 jaar geleden
Antwoorden