Johan van Oldenbarnevelt

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 5519 woorden
  • 3 februari 2004
  • 141 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
141 keer beoordeeld

Johan van Oldenbarnevelt

Het conflict tussen Johan van Oldenbarnevelt en Maurits van Nassau

Inleiding

Motivatie Toen we in de klas het onderwerp ‘Opstand en de Gouden Eeuw’ hebben behandeld kwam ik op het idee om als onderwerp Johan van Oldenbarnevelt te nemen. Hier werd namelijk niet zo heel veel over gesproken in het hoofdstuk. Maar omdat dit nogal een breed onderwerp was, heb ik me een beetje verdiept in zijn leven door op internet te kijken. Zo stuitte ik op zijn dood, wat onder veel mensen nog bekend is. Dit was weer een iets te klein onderwerp en ik zocht naar de oorzaak van de dood van Oldenbarnevelt. Dit was een conflict tussen hem en Maurits van Nassau. Dit leek me een heel goed afgebakend onderwerp voor mijn praktische opdracht. Zo zou ik me kunnen verdiepen in het leven van Oldenbarnevelt en zijn dood.

Om een duidelijk beeld van het conflict te krijgen en oorzaken te kunnen achterhalen, heb ik een aantal deelvragen verzonnen die dit duidelijk kunnen maken. Zo zal ik wat vertellen over het leven van Johan van Oldenbarnevelt en Maurits van Nassau, maar ook over hun functies in het dagelijks leven. Ook zal ik stukje vertellen over de tachtigjarige oorlog om het verband in de tijd wat duidelijker te maken. Dan zal ik het conflict zelf bespreken en op het eind de dood nog eens aan het licht brengen. Zo hoop ik genoeg informatie gewonnen te hebben en dat ik een goed antwoord op mijn hoofdvraag kan.

Hoofdvraag Hoe heeft er een conflict kunnen ontstaan tussen Johan van Oldenbarnevelt en Maurits van Nassau in een tijd van oorlog?

Deelvragen - Wie is Johan van Oldenbarnevelt? - Wie is Maurits van Nassau - Hoe vervulde Johan van Oldenbarnevelt zijn rol als raadspensionaris? - Hoe vervulde Maurits van Nassau zijn rol als stadhouder - Wat was de directe aanleiding tot het conflict? - Hoe verliep het conflict? - Hoe eindigde het conflict?

De Nederlanden in de 16e en 17e eeuw

De bloei in de 16e eeuw Door het huwelijk tussen Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië kwamen de Nederlanden 1477 formeel bij het huis Habsburg. Maximiliaan werd in 1486 tot Roomse Keizer gekroond. Door zijn huwelijkspolitiek (\"tu felix Austria nube\") heeft hij veel gewesten bij het huis Habsburg kunnen brengen, onder andere Spanje. Zijn kleinzoon Karel V volgde hem op de troon op en werd Roomse Keizer, Spaanse koning en heer der Nederlanden. De economische situatie in de Nederlanden was in die tijd heel gunstig. Vooral de textielsector groeide sterk. Vanaf de 15e eeuw was Antwerpen het economische centrum. In cultureel opzicht behoorden de Nederlanden in de 16e eeuw tot de top van Europa. Ook de boekdrukkunst beleefde een grote bloei, bijvoorbeeld door Christoffel Plantijn in Antwerpen.

De crisis Op het eind van de 16e eeuw begon de crisis. Er waren economische problemen zoals misoogsten, lage lonen en het Engelse handelsembargo. Ten tweede werden de nieuwe religieuze stromingen steeds belangrijker. Het zich afkeren van het katholicisme betekende ook een zich afkeren van de bestaande orde. De aanhangers van het protestantisme werden door de Spanjaarden achtervolgd. Ten derde waren de autonomistisch denkende Nederlandse burgers sterk tegen de absolutistische regering ingesteld. Problematisch was ook de grote afstand tussen de Koning (Filips II ) en zijn land. Dit bood veel plaats voor oppositionele krachten.

In deze gespannen situatie wendden zich sommige edelen aan de landvoogdes Margaretha van Parma, om verlichtingen van de acties tegen de ketters te bereiken. Zij werden tijdens hun bezoek aan de landvoogdes door haar raadgever, kardinaal Granvelle, in het Frans als \"bedelaars\" (geux) betiteld; vandaar dat zij zich later de \"Geuzen\" noemden. De situatie escaleerde en de zogenaamde Beeldenstorm in de kerken begon. De koning stuurde een leger, dat echter pas een jaar later arriveerde, toen het al weer rustig was. Dat werd natuurlijk als provocatie opgevat. Met het Spaanse leger kwam hertog Alva, een vertegenwoordiger van de \"harde lijn\", die de zogenaamde Bloedraad oprichtte. Met de poging van Willem van Oranje om Brabant te bezetten, begon in 1568 de 80jarige oorlog. Er waren wel vredespogingen, maar zonder succes (b.v. de Pacificatie van Gent, 1576). Op 6 januari 1579 richtten de Waalse gewesten Artesië, Henegouwen, Namen, Luxemburg en Limburg de \"Unie van Atrecht\" op waarin ze de breuk met de opstand tegen de Spaanse koning afkondigden. Niet eens drie weken later beloofden de provincies Brabant, Vlaanderen, Holland, Zeeland en Gelre in de \"Unie van Utrecht\" geen afzonderlijke vrede te sluiten met Filips II. De Staten-Generaal werkten in 1581 in het \"Plakkaat van Verlatinge\" die punten uit, waarop Filips het verdrag met zijn onderdanen geschonden had. Filips werd nu niet meer als landsheer erkend. De val van Antwerpen
In 1585, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, veroverden de Spanjaarden onder leiding van Alexander Farnese de stad Antwerpen. Als tegenmaatregel sloten de noordelijke gewesten de Schelde af. Deze gebeurtenis luidde de definitieve scheiding van de Nederlanden in. Als gevolg van deze conflicten emigreerden steeds meer mensen uit het Zuiden. In het kader van deze massa-emigratie verlieten veel gekwalificeerde ambachtslieden, kooplui, intellectuelen en kunstenaars hun woonplaats in het Zuiden en verhuisden naar het Noorden. Dit was een belangrijke impuls voor de latere Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, die in de noordelijke provincies werd opgericht (1588).

De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden De droom van een groot Nederland was voorbij, de 17 provincies vielen in 2 delen uiteen. Door de emigraties en de politieke situatie werd het economische leven naar de opstandelijke provincies verplaatst. In het Zuiden was er geen basis meer voor de opstand. Door de afsluiting van de Schelde waren de Vlaamse havens geblokkeerd. De oorlog ging door, alleen onderbroken door het Twaalfjarige bestand (1609-21). Het geloof verdeelde ondertussen het hele continent in twee delen. In Nederland brak een nieuw conflict uit op religieus terrein tussen de aanhangers van Arminius (de remonstranten) en van Gomarus (de contraremonstranten). De Gouden Eeuw was voorbij en vanaf 1618 viel de Nederlandse oorlog samen met de Dertigjarige oorlog in Europa. Heel Europa was nu één groot strijdtoneel en de conflicten werden pas 1648 in de Vrede van Münster opgelost. Daarin werd onder andere de Republiek door Spanje als soeverein erkend en de afsluiting van de Schelde bevestigd. In het midden van de 17e eeuw begonnen de conflicten met de handelsoorlogen tussen Engeland en Nederland opnieuw (\"Akte van Navigatie\", 1651). En ook de Fransen vielen de Nederlanden weer binnen en begonnen een oorlog met Engeland. Door het optreden van de nieuwe Nederlandse regent Willem II veranderte de situatie en al een jaar later vertrokken de Franse troepen weer uit Nederland. De grote tijd is nu verleden tijd, de bloei is gestopt en de Nederlanden zijn niet meer de belangrijkste handelsmacht. Bij de Vrede van Münster erkende Spanje de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de scheiding was definitief bevestigd.

Hoofdstuk 1: Wie is Johan van Oldenbarnevelt?

Johan van Oldenbarnevelt werd geboren te Amersfoort op 14 september 1547 in een burgerlijk maar onevenwichtig gezin. Niettemin groeide Johan uit tot een staatsman van Europees formaat. Oldenbarnevelt bezocht vermoedelijk de Latijnse school in Amersfoort en vertrok in 1564 naar Den Haag om bij een advocaat te werken. Tussen 1566 en 1570 studeerde hij te Leuven, Bourges, Keulen, Heidelberg en Padua. In 1570 werd hij advocaat bij het Hof van Holland, in 1576 - hij had inmiddels partij gekozen voor de Opstand - pensionaris van Rotterdam, een jaar na zijn huwelijk met de rijke Delftse regentendochter Maria van Utrecht (ca. 1553-na 1624).

(1567-1641) In 1586 werd Oldenbarnevelt landsadvocaat van de Staten van Holland, een functie die hij tot zijn dood zou bekleden. Formeel was de landsadvocaat slechts woordvoerder van de Hollandse ridderschap, maar Oldenbarnevelt maakte zich tot politiek leider van zijn gewest. Hij leidde de vergaderingen en redigeerde alle besluiten en uitgaande stukken. De uitvoerende en militaire macht vertrouwde hij intussen aan de jonge stadhouder Maurits toe: hij liet Maurits benoemen als kapitein-generaal van Holland en bevorderde dat de andere opstandige gewesten Maurits als stadhouder aanvaardden. Ook zorgde hij ervoor dat de Staten-Generaal het centrale bestuursorgaan van de Republiek werden in plaats van de Raad van State. In de Staten-Generaal had Oldenbarnevelt zelf zitting, zodat hij de vergadering naar zijn hand kon zetten. Omdat hij beschikte over een ongeëvenaarde zaakkennis, zich met alles bemoeide en zelden iets uit handen gaf, kon niemand om hem heen. Tot tegen 1600 verliep de samenwerking tussen de landsadvocaat en stadhouder uitstekend: Oldenbarnevelt dirigeerde de politiek, Maurits veroverde de ene stad na de andere. Maar naarmate Maurits ouder werd, liet hij zich minder de les lezen. De Slag bij Nieuwpoort, tegen Maurits\' zin geleverd en uiteindelijk vruchteloos gebleven, zorgde voor verwijdering. Het door Oldenbarnevelt bevorderde Twaalfjarig Bestand met Spanje (1609-1621) zinde Maurits nog veel minder. De definitieve breuk kwam tijdens de strijd tussen remonstranten en contraremonstranten. Maurits was op de hand van de laatsten, maar Oldenbarnevelt dwong de kerk de remonstranten te tolereren. Met de \'scherpe resolutie\' (1617) werden de Hollandse steden door de Staten gemachtigd wachtgelders (huurtroepen) aan te nemen om onlusten te voorkomen. Maurits zag dat als een aantasting van zijn gezag als legerleider, verzette de wet in de andere gewesten en vervolgens in Holland en liet in augustus 1618 Oldenbarnevelt arresteren, samen met Hugo de Groot en twee andere medestanders. Een bijzondere rechtbank veroordeelde hem ter dood wegens hoogverraad. Op 13 mei 1619 werd Oldenbarnevelt op het Haagse Binnenhof onthoofd.

Deelconclusie

Johan van Oldenbarnevelt heeft een goed leven gehad, hij is zeer ambitieus en weet op verschillende fronten te scoren. Helaas eindigt zijn leven met een onthoofding door een conflict dat is ontstaan tussen Maurits en hem. Hierover in de het 3e en volgende hoofdstukken meer.

Hoofdstuk 2: Wie is Maurits van Nassau?

Maurits werd geboren op 14 november 1567 op de Dillenburg in het graafschap Nassau als zoon van Willem van Oranje (1533-1584) en zijn tweede vrouw Anna van Saksen (1544-1577). Zijn doopnamen waren Moritz August. Zijn moeder verliet het kasteel in de zomer van 1568. Maurits zou haar nooit meer terugzien. Vader Willem verbleef vooral in de Nederlanden om leiding te geven aan de Opstand. Zijn opvoeding kreeg Maurtits daarom van zijn oom Jan van Nassau, samen met zijn kinderen, onder wie Willem Lodewijk (1560-1620), de latere stadhouder van Friesland. Hij studeerde te Heidelberg van 1575 tot 1577. Daarna voegde Maurits zich bij zijn vader in Holland. In 1582 werd hij student te Leiden.

In 1584 werd Willem van Oranje vermoord, waarna de Nederlandse opstandelingen veel gebied verloren. In 1585, op zijn achttiende verjaardag, werd Maurits stadhouder van Holland en Zeeland. In 1587 volgde zijn benoeming als kapitein-generaal van deze gewesten. Formeel stond hij onder het bevel van de graaf van Leicester (1533-1588), die tot gouverneur-generaal van de Nederlanden was benoemd door de Engelse koningin Elizabeth I. De soevereiniteit over de opstandige gewesten was haar in 1585 aangeboden. In 1590 en 1591 werd Maurits bovendien stadhouder van Gelderland, Utrecht en Overijssel. Maurits werkte vruchtbaar samen met Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619), in 1586 raadspensionaris van Holland geworden: Oldenbarnevelt bespeelde de Hollandse Staten en de Staten-Generaal, Maurits trad op als veldheer. Zijn eerste grote succes was de herovering van Breda (1590). In het decennium dat volgde nam hij, vaak samen met Willem Lodewijk, tal van belangrijke steden in (Nijmegen en Zutphen, 1591; Steenwijk en Coevorden, 1592; Groningen, 1594; Oldenzaal, Enschede en Grol, 1597), waardoor het grondgebied van de opstandige Nederlanden bijna verdubbelde. Als krijgsheer verwierf Maurits zich Europese faam. Veldslagen vermeed hij; de enige die hij heeft gevoerd, is de Slag bij Nieuwpoort (1600). Na 1600 volgden nog slechts enkele kleine overwinningen, terwijl in het zuiden enkele steden verloren gingen.

Tegen de zin van Maurits dreef Oldenbarnevelt in 1609 het Twaalfjarig Bestand door. De verstandhouding tussen de twee mannen verslechterde snel. De godsdiensttwisten tijdens de bestandsjaren zorgden voor een dramatische afloop. Oldenbarnevelt verplichtte de gereformeerde kerk tot het gedogen van de arminianen of remonstranten. Maurits zag hierin een verzwakking van de kerk die de deur zou openzetten naar het katholicisme en een terugkeer onder de Habsburgse overheid. In 1619 verzette Maurits op veel plaatsen de wet en liet Oldenbarnevelt met zijn voornaamste medestanders arresteren. De Staten-Generaal veroordeelden de raadspensionaris ter dood. In 1620, na de dood van Willem Lodewijk, werd Maurits stadhouder van Groningen en Drenthe. Maar Maurits\' laatste jaren waren onvruchtbaar. Zijn staatsmanskunst was ontoereikend om het gemis van Oldenbarnevelt goed te maken. Als veldheer had hij evenmin nog succes. Na 1621, toen de strijd tegen de Habsburgers werd hervat, leed Maurits zelfs kleine verliezen. Lusteloos en ziek overleed hij op 23 april 1625 te \'s-Gravenhage. Maurits is nooit getrouwd, maar had een groot aantal verhoudingen, onder meer met Margaretha van Mechelen (geb. 1581) bij wie hij drie zoons verwekte. Andere kinderen had hij bij tenminste vijf andere vrouwen. Hij werd als stadhouder en kapitein-generaal opgevolgd door zijn halfbroer Frederik Hendrik, die hem vanaf 1597 op zijn veldtochten had vergezeld.

Deelconclusie

Maurits heeft net als Oldenbarnevelt een goed leven gehad. Hij heeft ook veel succes gehad in zijn carrière maar was qua karakter een heel ander persoon dan Oldenbarnevelt. Hij heeft ook een heel andere visie op het leven, dit komt nog naar voren in de volgende hoofdstukken.

Hoofdstuk 3: Hoe vervulde Johan van Oldenbarnevelt zijn rol als raadspensionaris?

Raadpensionarissen: wat deden zij? Raadpensionarissen waren adviseurs van de bestuurscolleges in de steden en gewesten van de Nederlanden in de 16e, 17e en 18e eeuw. Adviseurs zijn van alle tijden. Ook toen de wereld nog eenvoudiger was dan nu, lieten overheden zich voor korte of langere tijd bijstaan door wijze mannen. Van vrouwelijke adviseurs was geen sprake. Hun toetreding tot het vak van consultant zou tot in de twintigste eeuw op zich laten wachten. Een veel voorkomende adviseur in de Nederlanden was de pensionaris. Dit was de titel van de voornaamste bezoldigde ambtenaar (pensio = wedde) in dienst van de meeste grote steden en van de voornaamste plattelandsdistricten. In enkele Hollandse steden, zoals Dordrecht, werd de pensionaris ook wel raadpensionaris genoemd. Hij was de juridische raadsman van de stad. Daarnaast was hij ook de vertegenwoordiger van de stad in rechtszaken, de woordvoerder van de stad in het openbaar en lid van de stedelijke afvaardiging naar de Statenvergaderingen, waar hij meestal ook het standpunt van zijn stad uiteenzette. Behalve van de pensionaris in de steden was er ook de raadpensionaris in de gewesten. Vanaf 1621 was dit de officiële titel van de juridische ambtenaar die in het gewest Holland en West-Friesland tot dan toe \'advocaat van den lande\' (landsadvocaat) had geheten. De raadpensionaris vervulde de functie van secretaris van de Staten, te beginnen met Paulus Buys (raadpensionaris van 1572 tot 1584). Hij behartigde in de regel, in opdracht van de Staten-Generaal, ook de contacten met vreemde mogendheden. Onder Johan van Oldenbarnevelt (raadpensionaris van 1586 tot 1619) gebeurde dit structureel. Daardoor nam het ambt in betekenis toe. De raadpensionaris kreeg een secretaris van de Staten onder zich en werd zelf de leider van alle te voeren besprekingen. De lokale en gewestelijke functies van pensionaris en raadpensionaris stonden in feite los van elkaar, maar niet helemaal. De eerste was soms een opstap naar de tweede. Zo was Oldenbarnevelt vanaf 1576 eerst een aantal jaren pensionaris van de stad Rotterdam.

Oldenbarnevelt als raadspensionaris
Oldenbarnevelt werd in 1586 benoemd tot \'advocaat van den lande\' van de Staten van Holland. (Na zijn dood zou deze functie de naam raadpensionaris krijgen.) De landsadvocaat zorgde ervoor dat stadhouder en kapitein-generaal Maurits volop geld kreeg om te strijden tegen de Spaanse legers. Dat was ook hard nodig, want de Opstand stond er slecht voor in die jaren. De Spanjaarden hadden de zuidelijke Nederlanden en de gewesten ten oosten van de IJssel weer stevig in handen. De val van Holland leek een kwestie van tijd. Maurits en Oldenbarnevelt zouden vooral na 1590 een lange reeks succes boeken, met onder andere de verovering van Breda en van diverse steden in het oosten en noorden van de Republiek. Deze periode zou de geschiedenis ingaan als de \'Tien Jaren\' (1588-1598). Onder leiding van Oldenbarnevelt kwam in oktober 1596 het Drievoudig Verbond met Engeland en Frankrijk tegen Spanje tot stand. Het was van groot politiek en strategisch belang: de soevereiniteit van de Republiek werd door twee grote mogendheden erkend. De noordelijke Nederlanden beleefden hun eerste decennia van de Gouden Eeuw (ca. 1585-ca. 1670): de handel bloeide, onder andere mede dankzij de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) die in 1602 op initiatief van Oldenbarnevelt was opgericht. Amsterdam was uitgegroeid tot stapelmarkt en financieel centrum van Noordwest-Europa. De grenzen van de macht en rijkdom van de Republiek waren in die jaren nog lang niet bereikt.

Deelconclusie

Uit deze deelvraag blijkt dat Oldenbarnevelt er veel baat bij had als de handel goed ging. Met de oprichting van de VOC heeft hij veel voor de Nederlanden betekend en ook boekte hij grote successen samen met Maurits, die toentertijd stadshouder was.

Hoofdstuk 4: Hoe vervulde Maurits van Nassau zijn rol als stadhouder?

Wat was de taak van een stadhouder? \'Stadhouder\' betekent letterlijk ‘plaatsvervanger. De stadhouder was plaatsvervanger van de landsheer of landsvoogd in een gewest. Hij had de volgende taken: - Hij was verantwoordelijk voor uitvoering van de wetten in zijn gewest. - Hij moest zorgen voor rust en orde. - Hij moest zorgen voor het welzijn van de Kerk - Hij was opperbevelhebber van de troepen in zijn gewest. Toen tijdens de Tachtigjarige Oorlog de opstandige noordelijke gewesten de gehoorzaamheid aan Filips II hadden opgezegd (1581), had het ambt van stadhouder eigenlijk moeten vervallen. Dat gebeurde echter niet. Tijdens de Republiek benoemde elk gewest een stadhouder die als een soort opperbevelhebber mag worden beschouwd. Later kozen diverse gewesten dezelfde stadhouder. De belangrijkste stadhouders waren afkomstig uit het geslacht van Oranje(-Nassau). Ze werden vaak tegengewerkt door mensen die een centralistisch beleid wensten te voorkomen, in de eerste plaats de raadpensionaris. In de loop van de zeventiende en de achttiende eeuw hebben de gewesten twee stadhouderloze tijdperken gekend, dat wil zeggen perioden waarin helemaal geen stadhouder was aangesteld. Op het einde van de zeventiende eeuw werd het stadhouderschap erfelijk verklaard. Willem IV was de eerste stadhouder die alle zeven provincies onder zijn gezag verenigde.

Maurits als stadhouder
Als Maurits in 1585 de leeftijd van 18 jaar bereikt, wordt hij door Oranje aanhanger en raadspensionaris van Holland, Johan van Oldenbarnevelt, tot stadhouder van Holland en Zeeland en Admiraal van de vloot had benoemd. Formeel staat hij onder het bevel van de graaf van Leicester, die tot gouverneur-generaal van de Nederlanden was benoemd door de Engelse koningin Elizabeth I. De soevereiniteit over de opstandige gewesten was haar in 1585 aangeboden. In 1590 en 1591 wordt Maurits bovendien stadhouder van Gelderland, Utrecht en Overijssel. Veel later, in 1618, krijgt hij ook de titel \'prins van Oranje\' als zijn oudere broer Filip Willem overlijdt. Het leven van Prins Maurits staat in het teken van de strijd tegen de Spanjaarden waarbij hij grote successen boekt, zowel ter land als ter zee.

Deelconclusie

Hier blijkt dat Maurits veel te maken had met het leger. Hij was een belangrijk persoon in de tijd van oorlog en zijn aanzien steeg steeds meer door zijn vele overwinningen.

Hoofdstuk 5: Wat was de directe aanleiding tot het conflict?

Het conflict begon met een ruzie tussen twee theologen in Leiden over de \'predestinatie\' (voorbeschikking). De ene, de \'precieze\' dominee Gomarus, meende dat de levenswandel van de mens geen invloed had op zijn uiteindelijke plek in de hemel of in de hel. De andere, de \'rekkelijke\' Arminius, dacht er veel genuanceerder over. De onenigheid verspreidde zich als een olievlek: van de universiteit, naar de dominees in de kerken, naar het volk, naar de regenten, naar de Staten in de gewesten. Maurits koos partij voor Gomarus en Oldenbarnevelt voor Arminius. Wat begon als theologische twist mondde uit in een politieke confrontatie. Wie waren de baas in de Republiek? De Staten van de afzonderlijke gewesten - en dus feitelijk de Staten van Holland, het machtigste gewest, onder leiding van Oldenbarnevelt? Of de Staten-Generaal, boven de gewesten staand, waarin prins Maurits zijn Staatse machtsbasis vond? En ook godsdienstig was er een verschil tussen beiden meningen: mochten de gewesten zelf beslissen over religieuze kwesties, of gold een streng calvinistische \'staatsgodsdienst\'? Ook was er een onderling verschil tussen Oldenbarnevelt en Maurits die ging over de oorlog met Spanje. Oldenbarnevelt was voor een bestand tussen Spanje en de Nederlanden, het twaalfjarig bestand. De handel kon namelijk beter verlopen wanneer er geen oorlog heerste. Maar Maurits daarentegen, die onder andere bevelhebber van het leger was, wilde dat de oorlog werd hervat. Want een leger kon er alleen zijn in oorlogstijd. Ook bleek tijdens het bestand dat de Oranjes het liefst het noordelijke en zuidelijke deel van de Nederlanden als een geheel wilden hebben. Oldenbarnevelt was bang dat Antwerpen een geducht concurrent zou worden wanneer dit gebeurde.

Deelconclusie

Er waren verschillende aanleidingen voor het ontstaan van een conflict tussen Oldenbarnevelt en Maurits. De meest directe aanleiding was toch wel die over het partij kiezen tussen Gomarus en Arminius. De naaste aanleiding had te maken met het bestand dat was gesloten tussen Spanje en de Nederlanden.

Hoofdstuk 6: Hoe verliep het conflict?

Een van de meest bekende terechtstellingen uit de vaderlandse geschiedenis is er een uit die tijd van de regentenoligarchie, de tijd van de Republiek der Nederlanden. De Nederlanden zijn in oorlog met de Spanjaarden. In deze tachtigjarige oorlog trekt het Spaanse leger onder leiding van de Hertog van Alva in de 16e eeuw noordwaarts en scheidt de Noordelijke provinciën van de Zuidelijke provinciën. In het begin van de 17e eeuw, als het Nederlandse leger van prins Maurits Zeeland tijdig weet te beveiligen en steden als IJzendijke, Aardenberg en Sluis herovert, lijkt de hoop weer enigszins wedergekeerd aan de Nederlandse zijde.

Ondanks de toch nog redelijke successen van De Spinola, verlangt de Spaanse aartshertog Albrecht toch naar vrede. Uit Spanje komt geen geld meer om de oorlog voort te zetten. En de bevolking van de Zuidelijke Nederlanden is verarmd, uitgeput en de oorlog meer dan zat. Er leeft nauwelijks meer hoop op een hereniging van de opstandige noordelijke gewesten met het Zuiden. In het begin van 1607 beginnen de drie belangrijkste mannen van de Republiek, Maurits, Lodewijk en Van Oldenbarnevelt te onderhandelen over een eventueel vredesverdrag.

De vraag of er inderdaad vrede moet worden gesloten, brengt scheiding tussen de beide legeraanvoerders aan de ene, en Van Oldenbarnevelt aan de andere kant. Maurits vreest zijn eigen rol als legeraanvoerder maar zeker ook de kans, dat in een periode van vrede de Spanjaarden het leger zouden kunnen aansterken en later alsnog zegevierend de Republiek binnen zouden kunnen denderen. Van Oldenbarnevelt daarentegen, vindt de vrede belangrijk omdat hij ziet dat de Republiek er op internationaal vlak, vrijwel alleen voorstaat. Zelfs de Engelsen nemen de inwoners van de Republiek nauwelijks meer serieus. De Republiek zou zich volgens hem beter kunnen richten op de handel. En omdat er in de stadsbesturen nogal wat kooplieden zitten, weegt dit argument dus erg zwaar mee.

Uiteindelijk lukt het Van Oldenbarnevelt niet om vrede te sluiten, maar wel om een wapenstilstand te sluiten met de Spanjaarden. Dit komt voor de Fransen ook heel goed uit, want als het verdrag niet gesloten wordt, kan koning Hendrik IV de aansluiting van de Noordelijke gewesten bij Frankrijk wel vergeten. Hendrik IV beloont Van Oldenbarnevelt dan ook met een grote som geld. Deze ziet het geschenk niet als omkoping of verraad, want bij het sluiten van de wapenstilstand heeft hij alleen het belang van zijn land voor ogen te houden. Toch doet hij er niet verstandig aan het geld aan te nemen, want hij geeft op deze manier zijn vijanden al te gemakkelijk een wapen in handen. Het twaalfjarig bestand herstelt helaas de orde in de Republiek niet. Er ontstaat onenigheid op het gebied van religie en er ontstaat veel ophef tussen aan de ene kant de remonstranten, en aan de andere kant de contraremonstranten. Van Oldenbarnevelt wil het liefst de eenheid in de protestantse kerk bewaren. De Republiek met haar zeven zeer zelfstandige gewesten, vormt toch al zo weinig een eenheid. In 1616 gaat het zelfs zo ver, dat Van Oldenbarnevelt de prins vraagt of hij als opperbevelhebber wil helpen het gezag van de Staten te handhaven, maar Maurits weigert. Hij vindt dat de beide kerkelijke richtingen maar gescheiden diensten moeten houden. De tegenstelling Maurits / Van Oldenbarnevelt begint nu duidelijk zichtbaar te worden. Van Oldenbarnevelt merkt dat er heel binnenkort een burgeroorlog aan zit te komen en dringt er op aan dat de Staten de zogenaamde ‘Scherpe Resolutie’ uitvaardigen. Hierin wordt bepaald dat:

- de stadsbesturen zelf soldaten in dienst mogen nemen, de ‘waardgelders’. - de soldaten van het leger, die door Holland worden betaald, nog slechts gehoorzamen aan de Staten van Holland.

Hiermee wordt prins Maurits dus in feite als bevelhebber aan de kant gezet. Maurits accepteert dit besluit natuurlijk helemaal niet en verzet zich dan ook fel tegen de Scherpe Resolutie, zoals velen anderen in Nederland. Maurits doet er dan ook alles aan om zo veel mogelijk Hollanders aan zijn zijde te krijgen. Holland en Utrecht zijn echter staten die hij nauwelijks kan beïnvloeden, omdat Van Oldenbarnevelt daar zelf over het algemeen erg geliefd is. Toch moet Maurits proberen Holland tot de orde te roepen. Op 28 Augustus 1618 verschijnt hij in de onvoltallige Staten-Generaal. En die geven de stadhouder, zonder dat Holland het weet, volledige volmacht om alles te doen wat in het landsbelang nodig is.

Deelconclusie

Het blijkt dat dit een ingewikkeld conflict is geworden. Er zijn verschillende aanleidingen waarover de meningen van Maurits en Oldenbarnevelt steeds verschillen. Maar toch weet Maurits volledige volmacht te krijgen, wat nadelig zal uitpakken voor Oldenbarnevelt.

Hoofdstuk 7: Hoe eindigde het conflict?

Niet veel dagen nadat Maurits volledige volmacht heeft gekregen wordt Van Oldenbarnevelt gevangen genomen in naam der Staten-Generaal. Ook De Groot en Hoogerbeets, aanhangers van Van Oldenbarnevelt, worden door Maurits in de val gelokt en gevangen genomen. Andere aanhangers vernemen tijdig wat er gaande is en nemen de vlucht. De prins stelt een kleine krijgsmacht samen, zodat niemand kan denken dat hij een greep naar de macht wil doen. In veertien steden zet hij de remonstrantse bestuurders af en vervangt ze door contraremonstranten. Met de Staten van Holland, die immers bestaan uit afgevaardigde der steden, zal hij nu geen problemen meer hebben.

Om de gevangenen te berechten, wordt een bijzondere rechtbank samengesteld die boven de gewesten staat. De rechters bestaan voor een groot deel uit persoonlijke vijanden van de gevangenen, dus van een eerlijke rechtspraak kan dan nauwelijks meer sprake zijn.

De lijst van beschuldigingen die tegen Van Oldenbarnevelt wordt uitgesproken, is erg lang. Alles wat hij tijdens zijn veeljarige loopbaan heeft gedaan wordt uiterst kritisch onderzocht. Wat hiervan negatief kan worden uitgelegd, wordt bij de beschuldigingen toegevoegd. Zo zou hij tijdens de vredesonderhandelingen met Spanje de Republiek hebben willen verraden. Het wordt hem ook zwaar aangerekend dat hij geld van vreemde vorsten zou hebben aangenomen. Het bedrag van 20.000 gulden dat hij van Hendrik IV heeft aanvaard, breekt hem nu lelijk op. Hoewel de 24 leden van de rechtbank niet helemaal zeker zijn van hun zaak, wordt op de 12e mei 1619 het doodsvonnis opgelegd.

De volgende morgen werd hij met een zwaard onthoofd op het Binnenhof in Den Haag. Op het schavot, dat voor de Ridderzaal was opgetrokken, sprak hij tot het massaal toegestroomde publiek: \'Mannen, gelooft niet dat ik een landverrader ben, ik heb oprecht en vroom gehandeld, als een goed patriot, en die zal in sterven.\' En zijn laatste woorden, tot de beul: \'Maak het kort, maak het kort.\'

Deelconclusie

Wat verwacht werd gebeurde ook, Van Oldenbarnevelt werd gearresteerd waartoe Maurits opdracht had gegeven. Het proces verliep niet eerlijk en Oldenbarnevelt wordt onthoofd op het schavot in Den Haag.

Afsluiting

Deelconclusies · Johan van Oldenbarnevelt heeft een goed leven gehad, hij is zeer ambitieus en weet op verschillende fronten te scoren. Helaas eindigt zijn leven met een onthoofding door een conflict dat is ontstaan tussen Maurits en hem. Hierover in de hoofdstukken na het tweede hoofdstuk meer. · Maurits heeft net als Oldenbarnevelt een goed leven gehad. Hij heeft ook veel succes gehad in zijn carrière maar was qua karakter een heel ander persoon dan Oldenbarnevelt. Hij heeft ook een heel andere visie op het leven, dit komt nog naar voren in de volgende hoofdstukken. · Uit deze deelvraag blijkt dat Oldenbarnevelt er veel baat bij had als de handel goed ging. Met de oprichting van de VOC heeft hij veel voor de Nederlanden betekend en ook boekte hij grote successen samen met Maurits, die toentertijd stadshouder was. · Er waren verschillende aanleidingen voor het ontstaan van een conflict tussen Oldenbarnevelt en Maurits. De meest directe aanleiding was toch wel die over het partij kiezen tussen Gomarus en Arminius. De naaste aanleiding had te maken met het bestand dat was gesloten tussen Spanje en de Nederlanden. · Het blijkt dat dit een ingewikkeld conflict is geworden. Er zijn verschillende aanleidingen waarover de meningen van Maurits en Oldenbarnevelt steeds verschillen. Maar toch weet Maurits volledige volmacht te krijgen, wat nadelig zal uitpakken voor Oldenbarnevelt. · Wat verwacht werd gebeurde ook, Van Oldenbarnevelt werd gearresteerd waartoe Maurits opdracht had gegeven. Het proces verliep niet eerlijk en Oldenbarnevelt wordt onthoofd op het schavot in Den Haag.

Zowel Johan van Oldenbarnevelt als Maurits van Nassau hadden allebei een goede jeugd en kwamen uit een rijk gezin. Ook hadden ze beiden een goede opleiding genoten en waren werkzaam in hoge functies. Maar er was een verschil qua opvoeding en karakter tussen de twee personen wat leidde tot meningsverschillen, hoewel ze toch jarenlang vruchtbaar hadden samen gewerkt. Er was vooral een religieuze aanleiding tot een conflict tussen de twee. Dit conflict was een hevige strijd en leidde uiteindelijk tot de onthoofding van Oldenbarnevelt.

Slotconclusie

Hoe heeft er een conflict kunnen ontstaan tussen Johan van Oldenbarnevelt en Maurits van Nassau in een tijd van oorlog?

In een tijd van oorlog zouden de stadhouder en raadspensionaris elkaar eigenlijk moeten steunen en moeten samenwerken. Dit is jaren goed gegaan, maar door onderlinge religieuze verschillen en belangen bij functies ontstond er toch een conflict. Zo had Oldenbarnevelt baat bij een bestand omdat de koophandel beter kon floreren, en Maurits had juist baat bij oorlog omdat hij legeraanvoerder was. Deze politieke en godsdienstige verschillen tussen beiden leidde dus toch tot een conflict. Evaluatie

Als ik zo terug kijk op mijn werkstuk ben ik er heel erg tevreden mee. Ik had niet zoveel wilskracht op het begin omdat ik dacht dat ik nooit genoeg informatie zou hebben om aan de twintig pagina’s te komen. Maar uiteindelijk had ik eigenlijk teveel informatie en heb ik die twintig pagina’s gewoon gered. Wel kostte het me achteraf wat meer tijd dan ik had verwacht. Ik dacht natuurlijk niet dat het een heel makkelijk werkstuk zou worden want het is wel een praktische opdracht, maar het informatie zoeken kostte vooral heel veel tijd. Ik heb voor mezelf de informatie gekregen die ik van tevoren wilde krijgen. Ik was benieuwd naar het conflict tussen Johan van Oldenbarnevelt en Maurits van Nassau en ik heb hier heel veel van geleerd.

De dood van Johan van Oldenbarnevelt is natuurlijk al bijna vier eeuwen geleden. Toch is de terechtstelling een hele interessante, nu nog steeds. Oldenbarnevelt neemt een belangrijke plaats in als het gaat om de Nederlandse historie. Vondel noemde hem zelfs ‘Johan van Oldenbarnevelt: Vader des Vaderlants’. Ik vind het zelf een erg aangrijpend conflict, omdat Van Oldenbarnevelt nooit verkeerde bedoelingen heeft gehad als het ging om de Republiek. De onthoofding was toentertijd heel normaal maar nu, in het Nederland anno 2003 gebeurt zoiets gelukkig niet meer.

Wat ik storend van mezelf vond was dat ik steeds maar meer informatie ging zoeken terwijl ik voor sommige dingen allang genoeg had. Ik zou dus eigenlijk een bepaalde tijd moeten stellen aan het informatie zoeken en ik zou tevreden moeten zijn met de informatie die ik heb, tenzij het voldoende is natuurlijk. Maar het steeds maar weer zoeken naar iets beters heeft me veel tijd gekost. Wel goed ging het vaststellen van de hoofd- en deelvragen, daar hoefde ik niet lang over na te denken na het afbakenen van mijn onderwerp. Ook de opmaak van het werkstuk is me goed afgegaan want daar heb ik aardig wat ervaring mee.

Tijdschema

Voorbereiding: Informatie zoeken: 4 uur Vaststellen hoofd- en deelvragen: 0,5 uur
Uitvoering: Inleiding: 0,5 uur
Uitwerken van deelvragen: 6 uur Afsluiting: 1 uur Opmaak werkstuk: 1 uur
Totaal 13 uur

Bronnen

Websites: - http://www.onsverleden.net/nederlandseopstand/chronologie.htm - http://home.quicknet.nl/qn/prive/m.rijlaarsdam/Tonia/Johan%20van%20Oldenbarnevelt%20(1547%201619).htm - http://www.ned.univie.ac.at/publicaties/taalgeschiedenis/nl/gesch3.htm#karte - http://www.kun.nl/ahc/vg/html/vg000259.htm - http://www.ned.univie.ac.at/non/landeskunde/nl/h2/tekst2-24.htm - http://www.omroep.nl/schooltv/sites/studiehuis/cm/cm2c.htm - http://dutchrevolt.leidenuniv.nl/Nederlands/default.htm - http://schoolsite2.civ.utwente.nl/huiswerkservice/werkstukken/content/Algemeen/017.htm

Boeken: - Oldenbarenveldt door Theun de Vries (H.P. Leopold’s Uitegeverij 1937) - Prins Maurits door A. Hallema (Uitgeverij Born N.V.-Assen 1949)

Overige: - Stencils ‘Opstand en Gouden Eeuw’ - Cd-rom ‘Encarta encyclopedie 1998’

Inhoudsopgave

Inleiding - Motivatie - Introductie van het onderwerp - Hoofdvraag en deelvragen

De Nederlanden in de 16e en 17e eeuw

Hoofdstuk 1: Wie is Johan van Oldenbarnevelt?

Hoofdstuk 2: Wie is Maurits van Nassau

Hoofdstuk 3: Hoe vervulde Johan van Oldenbarnevelt zijn rol als raadspensionaris?

Hoofdstuk 4: Hoe vervulde Maurits van Nassau zijn rol als stadhouder

Hoofdstuk 5: Wat was de directe aanleiding tot het conflict?

Hoofdstuk 6: Hoe verliep het conflict?

Hoofdstuk 7: Hoe eindigde het conflict?

Afsluiting - Deelconclusies - Slotconclusie

Evaluatie - Mening - Tijdschema

Bronnen

REACTIES

P.

P.

hoi,

bedankt voor je PO, we hebben er veel aan gehad.

groeten

20 jaar geleden

M.

M.

Hoi!
Heel erg bedankt voor je PO!
Het is echt geweldig uitgebreid!

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.