Inca`s
De Inca`s leefden in Zuid- Amerika, voornamelijk in het Andes gebergte. Een van de nu nog bekende steden van de Inca`s is Machu Picchu, een stad, gelegen tussen twee bergen en op een hoogte van ongeveer vierentwintighonderd meter. De stad is pas in 1867 ontdekt door de Duitser Augusto Berns (alhoewel er eerst van uit werd gegaan dat de stad ontdekt is door Hiram Bingham in 1911). Wat vooral opvalt aan de gebouwen is dat, naast het feit dat voor veel gebouwen onduidelijk is waarvoor ze dienen, ze perfect in elkaar passen en er dus geen cement nodig was. Dit zorgde ervoor dat de Inca gebouwen veel beter bestand waren tegen aardbevingen dan de later door de Spanjaarden gebouwde gebouwen.
Machu Picchu is één van de weinige bronnen over hoe de Inca`s leefden en woonden, doordat het pas zo laat is ontdekt. De Spanjaarden hadden het niet ontdekt en konden het daarom ook niet vernietigen.
De deelvraag van dit deelonderwerp is:
Wat was de invloed van de gewone burger in de Inca cultuur?
Die deelvraag is weer opgedeeld in de vragen:
Wat zorgde voor de opkomst van de Inca cultuur?
Hoe was de opbouw van de bevolking, op sociaal gebied?
Hoe was de opbouw van de bevolking, op politiek gebied?
Wat zorgde voor de ondergang van de Inca cultuur?
De opkomst van de Inca cultuur
De vroege voorouders van dan de Inca`s waren jagers uit de Steentijd. Ze gingen geleidelijk aan gewassen verbouwen en dieren houden en werden een landbouw volk.
Rond 1200 n. Chr. migreren de Inca`s naar het Cuzcodal, onder leiding van Manco Capac, de eerste Incaheerser en stichten in die vallei de stad Cuzco en vestigen de Incadynastie.
Rond 1300 gebruikt Sinchi Roca als eerste de titel Sapa Inca, wat aangeeft dat hij de leider van de Inca`s is, hij was de zesde Inca- heerser.
Circa 1400 begonnen de Inca`s o.l.v. van Viracocha (de achtste Incaheerser) met de veroveringen van het Cuzcodal op de andere bevolking.
In 1438 verslaan de Inca`s de rivaliserende stam Chanca en komen zo aan de macht in het Cuzcodal. Over die periode is weinig bekend, doordat er in die tijd niets werd opgeschreven en later de machtige Incaheersers de geschiedenis herschreven en ze hun afkomst verbeterden met mythevorming en propaganda. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit het verhaal waarmee, volgens de overlevering, de basis werd gelegd voor het keizerrijk. In het verhaal wordt vertelt dat het volk Chanca de Inca`s aanviel en het de stad Cuzco belegerde. In die belegering zou de zoon van de toenmalige leider, Cusi Yupanqui, het uitgeschreeuwd hebben dat zelfs de stenen op het slagveld in mannen veranderden om de Inca`s te helpen met het vechten. Tijdens een latere slag versloegen de Inca`s hen opnieuw. Deze overwinningen zorgden voor de definitieve ommekeer. In de daaropvolgende periode had Yupanqui zichzelf gekroond als nieuwe Incaheerser, de negende van het Incarijk en nam de naam Pachucuti (of Pachacutec) Inca Yupanqui aan (Waarschijnlijk is de slag tussen de Inca `s en de Chanca heel anders verlopen, namelijk dat het een langdurige affaire was, die door overlevering tot een slag is geworden tijdens de belegering van de stad Cuzco).
Pachucuti zou eerst helemaal niet de opvolger worden van het rijk, maar de andere zonen van Viracocha Inca (de Inca leider), maar toen de Chanca aanvielen wilde Pachacuti de stad verdedigen, terwijl zijn broers de stad uit wilden vluchtten. In de strijd tegen de Chanca liet hij zijn tactisch inzicht zien en werd hij daarnaast ook nog erg populair bij het volk en kreeg uiteindelijk de steun van zijn vader om hem op te volgen.
Pachucuti begon samen met zijn broer Capac Yupanqui en zijn zoon Tupac Yupanqui een reeks veroveringen om zijn macht te vergroten en de grenzen van het Incarijk te verlegen. Hij veroverde gebied tot aan het Titicacameer (zie kaart).
Als Pachucuti nog aan de macht is veroverd Tupac Yupanqui de streek Cajamarca en Quito (naar het noorden) (zie de afbeelding, het gebied in het donkeroranje).
In 1471 volgt Inca Tupac Yupanqui zijn vader Pachucuti op en gaat verder met de uitbreiding van het rijk naar het westen en zuiden (zie de afbeelding, in het lichtoranje/blank), deze uitbreidingen duurden tot 1493, toen werd hij vermoord.
Na de moord op Tupac Yupanqui, volgde zijn zoon Huany Capac de troon. Hij breidde het rijk nog verder uit en verdubbelde bijna het hele rijk in een paar jaar tijd. Hij stierf in 1527.
De belangrijkste oorzaken, dat de Inca`s konden uitgroeien tot een groot keizerrijk, waren de afzonderlijke kwaliteiten van de keizers, die ervoor kozen om elke keer weer, meer grondgebied te veroveren.
De opbouw van de bevolking op sociaal gebied
Het grootste deel van de bevolking was boer of herder en was verdeeld naar leeftijd, beroep en familiegroepen. De maatschappij was gebaseerd op het gezin, maar uit administratief oogpunt was de ayllu belangrijker, dat was een familiegroep bestaande uit een aantal gezinnen met een gemeenschappelijk hoofd, die gezamenlijk werkten en woonden.
Iedere volwassen man kreeg bij zijn huwelijk een stuk land toegewezen, een topo, die werd vergroot bij de geboorte van elk kind. Met een deel van de opbrengst moest hij zijn gezin onderhouden, maar de grond was nooit het bezit van een individu, maar het bleef in het bezit van de Inca.
De geboorte van een kind was een belangrijke gebeurtenis in de Incamaatschappij, omdat elke baby een toekomstige arbeider voor de keizer vertegenwoordigde. De kinderen van de armen hadden geen recht op onderwijs, alleen de kinderen van de hogere standen, de elite. De kinderen die niet naar school gingen, waren alleen verplicht van hun ouders te leren hoe ze op het land moesten werken of ander ambachtelijk werk te doen. De Inca was zelfs bang voor elke vorm van groei, op het gebied van kennis bij de lagere opstanden, bijvoorbeeld door het naar school gaan, omdat ze bang waren dat de groei zou leiden tot opstandigheid.
Elke ayllu was mit`a verschuldigd, dat hield in, dat elke familiegroep of moest werken op de Koninklijke velden, de Koninklijke kuddes moest hoeden of het produceren van een bepaalde hoeveelheid goederen, bijvoorbeeld potten. Sommigen moesten werken als bediende in de Koninklijke pakhuizen, die overal in het rijk stonden. In die pakhuizen werden de goederen, geproduceerd door de bevolking, opgeslagen. Uit deze voorraden kregen de leiders van de overwonnen volken uitbetaald.
Naast het werken op bijvoorbeeld de Koninklijke velden, moesten de mannen verplicht mee werken aan bouwprojecten als versterkingen en de aanleg van wegen.
De vrouwen weefden stoffen, maakten het eten en hielpen de mannen op het land.
De huizen van een groot deel van de bevolking bestonden uit één kamer, waren rechthoekig en waren gegroepeerd rond een open binnenplaats waar de huishoudelijke werkzaamheden werden verricht, de muren bestonden uit steen en leem en het dak kon bestaan uit stro.
Als gewone burger waren er mogelijkheden om toch deel te hebben aan de aan de Incastatus gebonden privileges, in het geval de burger een zeer kundig of een getalenteerd persoon was en het Quechua sprak. Deze personen waren erg loyaal aan de Incakeizer, omdat ze hun positie alleen aan hem te danken hadden en daarnaast ook onmiddellijk op straat gezet konden worden, als ze niet langer functioneerden, want ze waren alleen aangenomen om hun verdienstelijkheid.
Ook voor de vrouw was er een mogelijkheid voor een functie bij keizerlijke allianties of ze moesten dienen in de staatscultus. Deze vrouwen werden de aclla`s genoemd en werden uitgekozen voor hun pubertijd, zodat ze helemaal geschoold konden worden. Doordat ze al voor hun pubertijd werden uitgekozen, hadden ze helemaal geen band met de provincie en waren ook zij loyaal aan de keizer. De aclla`s werden later vaak bijvrouwen van de keizer.
De ambachtsmannen die voor de staat werkten, hadden het voorrecht dat ze niet hoefden te werken op het land of te dienen in het leger. Deze specialisten werden naar Cuzco of andere belangrijke Incasteden gestuurd, waar ze hun technieken moesten leren aan de Inca`s.
Een belangrijke maatstaf om te kijken hoe hoog een persoon in aanzien stond was het aantal vrouwen. Hoe meer echtgenotes een man had, hoe rijker hij in de ogen van de anderen was en hoe meer prestige hij afdwong. De meeste mannen konden zich echter maar één vrouw permitteren. Een pas getrouwd stel kreeg voldoende land om een huis te bouwen en zichzelf te onderhouden (de eerder genoemde topo).
In het leger waren twee verschillende basistypen soldaten, de soldaten die permanent in dienst waren en de volwassen mannen die elk moment konden worden opgeroepen om hun staat te dienen. Als het nodig was, bijvoorbeeld bij een oorlog, waren de volwassen mannen verplicht om hun werk achter te laten, dit werk werd dan overgenomen door de achterblijvers.
De Inca`s aanbaden de zonnegod Inti, maar tolereerden bij de overwonnen volken ook de aanbidding van plaatselijk goden, zoals de god Virachocha, die werd beschouwd als de oppergod en schepper, ook namen ze veel goden over.
De Incakeizers, verplichten echter wel aan de overwonnen volken de cultus van de zonnegod. De Inca (keizer) zelf werd aanbeden als de aardse incarnatie van de zon en zijn vrouw als de incarnatie van de maan. De Inca werd ook na zijn dood nog vereerd, als onderdeel van de ouderenverering en de Inca`s gingen ervan uit, dat bij de dood alleen het lichaam stierf, maar de geest bleef doorleven, daardoor werden de keizers na hun dood nog verzorgd door bedienden.
De bevolking was op sociaal gebied dus opgebouwd in de gewone bevolking, de vissers en de boeren.
Sommige personen werkten zich op en kregen de speciale inca privéleges of de vrouwen, die uitverkozen konden worden.
Ook de ambachtslieden hadden een speciale status, naast de edelen, waar het volgende hoofdstuk onder andere over gaat.
De opbouw van de bevolking op politiek gebied
De samenleving van de Inca`s was goed georganiseerd, ook voor de lagere standen. Het hele volk was opgedeeld in verschillende, steeds kleiner wordende groepen.
De Inca keizer, werd gezien als de rechtmatige bestuurder van het rijk, omdat hij zou afstammen van de zonnegod Inti, hij stond bovenaan in de hiërarchie. Dat de Inca keizer van goddelijke afkomst was, werd onder andere verteld om te voorkomen dat de veroverde volken in opstand zouden komen, het moest de Incaoverheersing rechtvaardigen.
De eerste verdeling van het rijk was een onderverdeling in de vier windstreken met Cuzco als middelpunt van het rijk. Zo`n gebied werd bestuurd door een bloedverwant van de keizer.
Naast zulke bloedverwanten, bleven de plaatselijke vorsten aan de leiding, er was dus een tweekoppig bestuur. De bloedverwant en een plaatselijke vorst legden de mit`a en de andere belastingen op (dat waren naast de mit`a een belasting op de landbouw en een textielbelasting, die vooral in kleding en dergelijke werd uitbetaald).
In de hiërarchie bevond zich onder het bestuur van de vier streken, de hoge klassen, die weer waren verdeeld in “de Inca`s met privéleges” en in “de Inca`s met bloedbanden.”
Daarnaast had je ook de lagere stand, de curacas, die de lagere standen van de Inca-adel vormden. Zij vervulden de meeste hogere bestuursfuncties. De curacas stonden aan de basis van een ayllu, wat (zoals al eerder vermeld) een groep verwante individuen en families was. In het dagelijks leven beheerden de curacas alle eigendommen en het voedsel van de ayllu`s. Ze hielden ook de kalender in de gaten voor de oogst en dergelijke en zorgden voor genoeg drank bij de ritten. In ruil hiervoor, bewerkten de ayllu`s het land van de curacas. De curacas waren nog opgedeeld in het aantal mensen dat onder hem stond, dat waren tien, honderd, duizend of maximaal tienduizend mensen.
Wanneer een bevolking opstandig was, werd er soms een gedeelte of een hele bevolking verplaatst, zodat ze niet langer een gevaar vormden voor het rijk. Ook sommige, loyale, volken werden verplaatst naar de grens, zodat ze die konden verdedigen tegen invallen.
De bevolking was dus opgebouwd uit steeds kleinere groepen van tientallen, die telkens een leider boven hen hadden, met uiteindelijk de Incakeizer als hoogste in de hiërarchie. De gewone bevolking heeft niet zoveel invloed, omdat de bestuurlijke functies vooral aan de edelen werden gegeven.
De ondergang van de Inca cultuur
Het Incarijk heeft maar heel kort bestaan, de glorietijd duurde grofweg van 1438 tot 1532.
Na de dood van Huany Capac kwam er een burgeroorlog tussen zijn twee zoons, Huáscar en Atahualpa, omdat Huany Capac plotseling overleed en hij om die reden geen opvolger had aangewezen.
Huáscar werd aangewezen, omdat hij een wettige zoon was, terwijl Atahualpa een zoon was van een van de bijvrouwen van Huany Capac. De opvolging van een Incakeizer werd niet gemaakt op basis van het eerstgeboorterecht, maar de opvolger werd uitgekozen door de edelen op basis van verdienste en bekwaamheid. Om een einde te maken aan het conflict tussen de twee broers, werd beslist dat Atahualpa de op één na belangrijkste stad Quinto ging besturen.
Atahualpa was alleen niet tevreden met alleen een gouverneursfunctie en beweerde dat Huany Capac het rijk had opgedeeld in tweeën. Het voordeel van Atahualpa was dat hij gesteund werd door het grootste deel van het leger en de twee ervaren legergeneraals Quisquis en Chalcuchima hem steunden. Atahualpa vond uiteindelijk dat hij recht had op het hele rijk en ondernam veldtochten tegen zijn broer Huáscar, waarbij Huáscar gevangen werd genomen en Atahualpa Incakeizer werd over het hele Incarijk.
Het Incarijk was, naast de burgeroorlog, ook verzwakt door het contact met blanken, die een epidemie overbrachten op de Incabevolking en omdat Atahualpa verplichtte dat de bevolking kinderen moest offeren en hij hoge belastingen invoerde.
Één van de blanken die al twee keer eerder in het rijk was geweest, was Francisco Pizarro. Hij kwam aan in 1532 en hoorde van de plaatselijke bevolking dat Atahualpa zich in Cajamarca bevond, een stad die boven Cuzco ligt, op een niet zo grote afstand van de stad Chan Chan (aan de kust). Francisco Pizarro trok met zijn manschappen (zestig soldaten te paard en honderdtien gewone soldaten en de andere leider Pedro de Almagro) naar Cajamarca.
Toen Pizarro Atahualpa en zijn leger zagen, dat uit ongeveer dertigduizend mannen bestond, wilde Pizarro Atahualpa persoonlijk ontvangen en besloot een hinderlaag op te zetten. Atahualpa ging in op de wens van Pizarro en nodigde hem uit in de stad. De soldaten en Pizarro verstopten zich in de gebouwen rond het stadsplein en zagen hoe alle, ongewapende, soldaten van de Inca`s zich op het stadsplein verzamelden.
Onder het voorwendsel dat Atahualpa had geweigerd het kruis en de bijbel te eren, nam Pizarro hem gevangen en vermoorde alle aanwezige Inca`s.
Pizarro liet in 1533 Atahualpa executeren en stelde een broer van Atahualpa als opvolger, om de rust te bewaren, maar deze werd omgebracht door vergiftiging.
Hierna stelde Pizarro een andere broer aan, Manco Inca. De Spanjaarden hadden het Incarijk toen al veroverd, maar ze hadden de oorlog nog niet gewonnen.
Aan de ene kant was er de opstandigheid van de Inca`s en ook tussen de Spanjaarden onderling waren er conflicten tussen de twee leiders Pedro de Almagro en Francisco Pizarro, die allebei werden gedood.
Het eind van het Incarijk is officieel in 1572, toen de zoon van Manco Inca, Tupac Amaru, gevangen werd genomen en opgehangen.
Het Incarijk ging uiteindelijk ten onder aan de belegering door de Spanjaarden, maar het rijk was intern al verzwakt door een epidemie en een burgeroorlog.
Conclusie
In dit deelonderwerp hebben we geprobeerd om een antwoord te geven op de deelvragen van dit hoofdstuk. Aan de hand van deze deelvragen willen we nu de hoofdvraag van deze paragraag beantwoorden namelijk:
Wat was de invloed van de gewone burger in de Inca cultuur?
De Inca`s hadden in de Inca cultuur geen grote invloed op de besluitvorming, doordat alles werd beslist door de edelen.
Waar de gewone bevolking wel invloed op had was, hun eigen posititie, de mogelijkheid was er om je op te werken in de hogere kringen, maar dan moest je wel uitzonderlijke talenten hadden.
De bevolking had ook invloed op de manier waarop het incarijk werd bestuurd, want de hoofdmannen over de bevolking moesten worden betaald uit de Koninklijke pakhuizen, die werden gevuld met goederen geproduceerd door de gewone bevolking. Weigerde de bevolking, dan konden de plaatselijke hoofdmannen ook niet langer betaald worden en uiteindelijk kon dit tot een opstand leiden.
Bronnenlijst
David Drew (2000), oorspronkelijke titel Inca life (het leven van de Inca`s, 2000), uitgeverij Corona, Harmelen. Geraadpleegd in December 2009 en Januari 2010
Dr. David M. Jones (2007), oorspronkelijke titel The illustrated encyclopedia of the Incas (Inca`s: de geschiedenis, mythen, legenden en cultuur van het andesgebergte, 2008), uitgeverij Veltman uitgevers, Utrecht. Geraadpleegd in December 2009 en Januari 2010
Nicholas J. Saunders (2000) oorspronkelijke titel The Incas (de geschiedenis en cultuur van de Inca`s, 2002), Aartselaar, Oosterhout.
Maria Longhena en Walter Alva (1999), oorspronkelijke titel Splendors of the Inca`s and other Andean civilisations (De Inca`s : geschiedenis en cultuur van de beschavingen in de Andes, 1999), uitgeverij Zuid broekplas produkties. Geraadpleegd in December 2009 en Januari 2010
http://www.kronosworld.nl/Inca.htm
http://nl.wikipedia.org/wiki/Pachacuti
http://nl.wikipedia.org/wiki/Sapa_Inca
http://nl.wikipedia.org/wiki/Inca%27s
http://nl.wikipedia.org/wiki/Machu_Picchu
http://www.nu.nl/wetenschap/1601728/machu-picchu-al-eerder-ontdekt.html
Inleiding is uit Inca`s, de geschiedenis , mythen, legenden en cultuur van de oude inheemse volken van het Andesgebergte, Dr. David M. Jones, pagina 129
Inca`s
5.9- Praktische opdracht door een scholier
- 4e klas vwo | 2894 woorden
- 28 juni 2011
- 15 keer beoordeeld
5.9
15
keer beoordeeld
ADVERTENTIE
Bewaar of download dit verslag!
Om dit verslag toe te voegen aan je persoonlijke leeslijsten of te downloaden moet je geregisteerd zijn bij Scholieren.com.
26.441 scholieren gingen je al voor!
Ook lezen of kijken
Ver reizen? Zo gaan wij naar school!
Student Hanne en scholier Naomi over studiekeuzes: 'Het is jouw toekomst'
Amarins (26) studeert Scheikunde in Amsterdam: 'Ik wil graag weten hoe de wereld werkt'
REACTIES
1 seconde geleden