Indianencultuur in Noord-Amerika
1.1 Van Cristoforo Colombo tot Cristóbal Colón
1.2 De reis via het westen
1.3 Noord-Amerikaanse Indianen voor en na Europees contact
1.3.1 Cultuurgebieden
1.3.2 Het arctische en subarctische gebied
1.3.3 De Noordwestkust
1.3.4 Het Noordelijk Woudgebied
1.3.5 Californië en het Grote Bekken
1.3.6 Het Zuidwesten
1.3.7 De Prairie
1.3.8 Het Oostelijk Woudgebied
1.4 Conclusie
2. De sociaal-economische factoren die een rol speelden
bij de ondergang van de Indianencultuur in Noord-Amerika
3. De gevolgen voor de ondergang van de Indianencultuur
3.1 Het reservatensysteem
3.3 Migratie naar de steden 1 De rol van de Europese kolonist in de ondergang van de Indianencultuur in Noord-Amerika 1.1 Van Cristoforo Colombo tot Cristóbal Colón Er is weinig met zekerheid bekend over de afkomst van Columbus. Hij is in de loop der tijd beschreven als een burger van Genua, een Portugees, een Catalaanse Jood, een Mallorcaan, een Griek, een Zwitser of een Armeniër. Tegenwoordig geloven we dat hij als Cristoforo Colombo in Genua geboren is, ergens tussen 25 augustus en 31 oktober in het jaar 1451. Zelf heeft hij ook meegeholpen aan zijn mysterieuze identiteit te komen door veel te liegen en op te scheppen. Hij zei bijvoorbeeld dat hij van voorname afkomst was en dat hij gestudeerd had aan de universiteit van Pavia terwijl we nu weten dat zijn vader een lakenwever was en dat hij nooit op de studentenlijst van Pavia heeft gestaan. (1) Cristoforo ging al op vroege leeftijd naar zee, waardoor hij het vak van zeevaarder grondig leerde. In 1476 kwam hij in Portugal terecht, in Lissabon. Columbus’ broer Bartolomeo was daar kaartenmaker en zo maakte hij kennis met het in kaart gebrachte deel van de Middellandse Zee. Vanuit Lissabon maakte Cristoforo reizen naar Engeland, Ierland en naar de Afrikaanse kust, naar de Portugese goudmijn Guinee. Dankzij zijn huwelijk met Felipa Moniz de Pesterello in 1479 kwam hij op de Madeira Archipel terecht waar hij verschillende kaarten van de Atlantische Oceaan bestudeerde. Felipa stierf in 1481 bij de geboorte van zoon Diego. (2) In het boek Imago Mundi schreef Pierre d’Ailly dat slechts een kleine zee de meest westelijke kust van Spanje scheidt van het verre Indië in het oosten en dat deze met de juiste wind in een paar dagen bezeild kon worden. Dit, tezamen met de informatie die hij in de beschrijvingen van Marco Polo over Azië had gelezen, zette Colombus aan het denken. Als Portugal via het zuiden Indië wilde bereiken, waarom dan niet ook vanuit het westen? (3) Dankzij een aantal rekenkundige fouten dacht Columbus dat onze planeet kleiner was dan in werkelijkheid en het Aziatisch continent groter. De afstand bedroeg volgens zijn berekeningen 2.400 zeemijlen terwijl het er in werkelijkheid 10.600 zijn.(4) Cristoforo legde omstreeks 1482 zijn plannen aan Johannes 2 voor, de Koning van Portugal: Hij wilde via het westen Cipangu, ons tegenwoordige Japan, bereiken. Zijn plan werd verworpen omdat het te grillig en te fantasierijk was. Daarop vertrok hij samen met zijn zoon Diego naar Spanje waar hij in mei 1486 voor het eerst aan het hof van Isabel en Ferdinand werd ontboden. Beide vorsten hadden het te druk met de oorlog om Granada en zijn plannen werden wederom verworpen. Columbus had zijn diensten nogmaals aan Portugal aangeboden maar de weg naar Indië via het zuiden was al gevonden dus waarom nog een weg via het westen? Inmiddels was de oorlog om Granada in Spanje ten einde en dat betekende meer tijd en dus weer nieuwe hoop voor de Genuese zeeman. Dankzij de overste van het klooster ‘La Rábida’ werd Columbus opnieuw ontboden bij de Koning en Koningin. Alles ging goed totdat Colombus zijn eisen begon te stellen. De vorst was het hier niet mee eens maar dankzij een vurig betoog ten gunste van Cristoforo voorgelegd door Luis de Santángel kreeg de Koning toch vertrouwen in de plannen. Op 17 april werd de ‘Overeenkomst van Santa Fe’ getekend. Columbus was in Spaanse dienst en werd daar Cristóbal Colón genoemd, de reis kon beginnen. (5) 1.2 De reis via het westen Columbus verrtrok op 12 mei 1492 naar Palos om zijn reis voor te bereiden. De stad moest Columbus, als gevolg van een aantal overtredingen, als boete twee schepen ter beschikking stellen met uitrusting en al. De expeditie werd gefinancierd door onder andere Luis de Santángel en zelfs koningin Isabel stak een aantal van haar kostbare diamanten in de onderneming. Als kapiteins werden de gebroeders Alonso Pinzón en Vicente yañez Pinzón gevonden, terwijl Columbus zelf het derde schip bestuurde. “Op 3 augustus 1492 zeilden het vlaggeschip ‘Santa Maria’ en de twee karvelen ‘Niña’ en ‘Pinta’ de haven van Palos uit op weg naar het westen.”(6) De reis liep voorspoedig, geen stormen en een rustige wind. Columbus had twee berekeningen bij zich waarvan één de echte, geheime met de werkelijke afstanden en de ander, de “officiële” was, de kaart voor de bemanning. Op die kaart gaf hij minder gevaren mijlen aan zodat de mannen niet bang zouden worden dat ze te ver van Spanje raakten. De 2.400 mijlen die berekend waren door Columbus werden er tenslotte 10.600! Een oproer onder de bemanning om Cristóbal van boord te zetten werd verijdeld, maar het moreel van de zeelui daalde. Totdat op 12 oktober het bericht “land in zicht” kwam. Het was echter niet Cipangu noch Indië. Het was een klein eilandje dat Columbus San Salvador noemde. Omdat Columbus dacht dat hij bij Indië aangekomen was noemde hij de inwoners ‘indios’ waar ons ‘indianen’ weer van afgeleid is. De daarop volgende paar dagen kwamen steeds meer eilanden in zicht zoals onder andere Fernandina en Isabela, genoemd naar de koning en koningin. Bij het eiland Hispaniola (Columbus noemde dit eiland zo omdat de vissen, bomen en bloemen hem aan Spanje deden denken) voer de ‘Santa Maria’ op een koraalrif leed daardoor schipbreuk. Er werd een fort gebouwd waarin 37 mensen achter zouden blijven. Hiermee werd de eerste Spaanse kolonie in de Nieuwe Wereld gesticht, La Navidad ( ‘Kerstmis’). Op 16 januari 1493 aanvaarde Columbus de terugtocht. (7) Qua goederen was het geen waardevolle expeditie geweest maar de Katholieke Koningen zagen wel toekomst in de West, want spoedig werd Columbus weer gevraagd op reis te gaan, om te zorgen dat de eilanden onder Castiliaans beheer zouden blijven. (8) “Zo begon de geschiedenis van Spaans-Amerika, het verhaal van een man die waarschijnlijk als eerste zijn leven in de weegschaal stelde om de westelijke route te bevaren en zo bewees hij dat de aarde rond was.”(9) 1.3 Noord-Amerikaanse Indianen voor en na Europees contact De ontdekking van de Nieuwe Wereld wekte in Europa veel belangstelling op, vooral onder de landen Spanje, Engeland, Frankrijk en Portugal. Er werden dorpen platgebrand en veel indianen werden verscheept naar Europa om daar als slaven verkocht te worden. Nederzettingen werden overal uit de grond gestampt. (10) Voor de eerste contacten met de Europese kolonisten hadden de Indianen geen begrip voor eigendom van land. Ze ontkenden individuele eigendom, en nog belangrijker, ze kenden er geen waarde aan toe. Deze ideeën werden met typische Indiaanse welsprekendheid verwoord door een opperhoofd van de Blackfeet: “Ons land is meer waard dan geld. Zolang de zon schijnt en het water stroomt, zal dit land hier zijn om mens en dier te voeden, daarom kunnen we dit land niet verkopen. De Grote Geest heeft het hier voor ons neergelegd en we kunnen het niet verkopen, want het behoort ons niet.” (11) Voor de binnendringing van de blanken, hadden de Indianen de gebruiken voedsel, kleren, paarden, vaak hun meest geliefde bezittingen weg te geven. Voor hen was het belangrijk dat iedereen genoeg had om van te kunnen leven.De obsessie van de blanken met het vergaren van materiële goederen en hun bemoeienis met de inheemse cultuur verbaasde de Indianen. Over het algemeen waren de Indianen zeer welbespraakt. Ze hadden geen geschreven taal tot de blanken kwamen en hun zeiden dat ze er één nodig hadden. Zo hebben de Europeanen veel invloed gehad op de Indiaanse cultuur. (12) 1.3.1 Cultuurgebieden
In elk van deze gebieden is de invloed van de Europeaan op de inheemse stammen anders geweest. (13) 1.3.2 Het arctische en subarctische gebied
Dit gebied wordt bevolkt door diverse Inuit-(Eskimo) culturen. De Inuit-cultuur is uniek door zijn technische beheersing van de natuur. ’s Zomers jagen zij in open water op robben walrussen en walvissen. De eersten die tot het gebied van de Inuit doordrongen waren de Scandinaviërs. Zij hebben rond het jaar 1000 labrador bereikt. Nederlandse ontdekkingsreizigers die naar de Noordelijke doorvaart zochten, maakten pas in de 17e eeuw contact met de Inuit. Echter pas aan het eind van de 17e, begin 18e eeuw begon de handel met de inheemse bevolking. Toen in 1867 Alaska en de Aloeoten aan de Verenigde Staten werden verkocht verslechterde de situatie. Voordien moest de Inuit tribuut in pelzen aan de tsaar betalen. Daarbij heeft ook de opkomst van de walvisvaart tot begin vorige eeuw voor desastreuze gevolgen voor de Inuit geleid. Omstreeks de eeuwwisseling was de totale bevolking gehalveerd door besmettelijke ziekten, meegebracht door zeelui, en drankmisbruik. In 1910 werden rendieren uit Lapland ingevoerd waarvan ze tot omstreeks 1930 konden leven. Daarna ging het weer bergafwaarts, ondanks onderwijs pasten de Inuit zich niet aan het sociale en culturele leven van de blanke Amerikaan aan. (14) 1.3.3 De Noordwestkust
De Noordwestkust-Indianen bewonen de Fjordenkust tussen de Grote Oceaan en de Yakutat-Baai in Alaska en Puget Sound in de staat Washington. De cultuur van deze Indianen wordt door een drietal kenmerken bepaald. - Allereerst is dat de overvloedige voedselrijkdom, voornamelijk uit zee, waarbij zalm het hoofdvoedsel vormt. - De aanwezigheid van de Rode Ceder. Ceder is duurzaam, tegen vocht bestendig hout dat door de Indianen voornamelijk werd gebruikt om huizen mee te bouwen. - Tenslotte conserveringstechnieken, die de Noordwestkust-Indianen in staat stelden een bloeiende materiële cultuur te ontwikkelen, zoals die slechts bij landbouwculturen kan worden aangetroffen. De komst van de eerste blanken, ontdekkingsreizigers en pelsjagers, aan het eind van de 18e eeuw bracht veel verandering met zich mee, maar zorgde ook voor een korte laatste bloei van de traditionele cultuur. Dit werd veroorzaakt door het tot beschikking stellen van ijzeren gereedschap, waarmee het hout makkelijker bewerkt kon worden dan voorheen. Een negatief aspect van de goederen die nu in overvloed waren, had betrekking op de potlatch (Ceremonie waarbij iemand zijn titels en voorrechten pas kon gebruiken nadat ze bekrachtigd waren. “Het geven van geschenken aan gasten tijdens een potlatch maakte hen formeel tot getuigen van de titels en voorrechten van de gastheer).” Hierdoor werd een bekrachtigingceremonie stukken makkelijker. De potlatch leidde laat in de 19e eeuw tot een intensieve vorm van rivaliteit. Daarna werd door de overheid tot 1951 de potlatch verboden. (15) 1.3.4 Het Noordelijk Woudgebied
De Indianen in dit gebied leefden oorspronkelijk van de jacht. Handel en oorlogvoering namen een belangrijke plaats in het leven van deze Indianen in. Het eerste contact en de veranderingen kwamen in de 17e eeuw op de westelijke oevers van de Hudson en ten westen van de Grote Meren door de Frans sprekende handelaren. In de 19e eeuw had vooral de bonthandel invloed op het socio-economisch en het ecologische systeem van het noorden. De goudkoorts had veel invloed op het westelijke deel. In Alaska waren de veranderingen het sterkst. Zoals onder andere het gebruik van ander materiaal en veranderingen in de eetgewoonten. (16) 1.3.5 Californië en het Grote Bekken
Deze Indianen leefden voornamelijk in kleine dorpen. Omdat het voedsel schaars was in de gebieden waar deze stammen leefden, trokken zij veel rond. Zij leefden van vis uit riviertjes en waren verder vegetariër. In 1775 kwamen hier Europeanen; Spaanse soldaten en missionarissen vanuit Mexico. Na 1830, de Mexicaanse Oorlog, wisten veel Indianen niet meer hoe ze voor zichzelf moesten zorgen. In het noordelijke deel van het Grote Bekken werd aan het eind van de 19e eeuw oorlog gevoerd tegen de Amerikaanse regering. De Nez Percé kwamen in 1870 in opstand omdat ze niet in reservaten wilden leven maar uiteindelijk eindigden ze daar toch in. (17) 1.3.6 Het Zuidwesten
De Prairie Indianen hebben bij de Europeanen het meest bekende beeld van de ‘Indiaan’ geschapen. “Dit stereotype beeld van de paardrijdende, bizonjagende, in tipi’s wonende en met verentooi versierde Indiaan is bekend geworden, vooral door de filmindustrie.” Deze Indianen leefden op de grasvlakten tussen de Mississippi en de Rocky Mountains waar zij leefden van de landbouw en bizonjacht. Door de komst van vuurwapens en de grote vraag naar bont door blanken werd het natuurlijk evenwicht in de wildstand verstoord waardoor het leven moeilijker werd. De belangrijkste voedselbron van de Indianen, namelijk de bizon, verdween. De Indianen verzetten zich waardoor botsingen ontstonden: De Indianenoorlogen. Een laatste grote opstand leidde tot een groot aantal moorden op Indiaanse mannen, vrouwen en kinderen bij Wounded Knee, 1890. De meeste Indianen werden verplicht te leven in de reservaten. (19) 1.3.8 Het Oostelijk Woudgebied
Het zuidelijk gedeelte van het Oostelijk Woudgebied werd bewoond door Indianen die heuvelbouwers genoemd werden. In het noordelijk gedeelte leefden jagers, verzamelaars. Zij woonden in langhuizen en zijn bekend om de wampum gordels, kraalwerk met witte en paarse figuren tussen lange leren riempjes, die gebruikt werden om bijvoorbeeld verdragen vast te leggen. Door de komst van de blanken ontstond een gemengde bevolking. Ze konden zich lange tijd handhaven omdat zij de Fransen tegen de Engelsen uitspeelden. Hier kwam met de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten( hierover in Jaspers scriptie meer) in 1783 een eind aan. (20) Conclusie De kolonisten legden de Indianen steeds meer beperkingen op, waardoor het bestaan steeds moeilijker werd. De blanken eisten veel stukken grond op door middel van contracten door Indianen te laten tekenen. Indianen hadden geen geschreven taal dus werd dit alles nog veel moeilijker en zij verkochten de grond ook niet, omdat in hun beeld de Grote Geest het daar voor hen neergelegd had en het behoorde niemand toe. (21) De Indianen werden steeds meer naar het westen gedreven en ze werden uiteindelijk gedwongen in reservaten te leven. Ze kregen daarbij vaak ook nog de slechtste grond waar hun manier van leven bijna onmogelijk was. Door de blanke overheersers waren de vroeger in overvloed levende bizons en kuddes antilopen schaars geworden. Hiertegen kwamen de Indianen in opstand en braken er vele oorlogen uit zoals onder andere de Blackhawk-Oorlog(1832) en King Philip’s War(1675-78). Ook maakten de Indianen kennis met alcohol en nieuwe ziekten waardoor vele aantallen gestorven zijn. (22) “De blanke man weet hoe hij alles maken kan, maar hij weet niet hoe hij het moet verdelen.” Zittende Stier 2 De sociaal-economische factoren In het vorige hoofdstuk heb ik beschreven hoe de kolonisten de Indianen uit hun oorspronkelijke woongebieden verdreven. Het begon allemaal met het opeisen van stukken land door de kolonisten. Aangezien de Indianen geen waarde aan het land toe kenden, konden zij het land niet verkopen. Zij hadden geen geschreven taal en begrepen ook niks van de contracten die de blanken hen voorlegden. Zo tikte Peter Minuit het eiland Manhatten op de kop voor enkel wat sieraden en vishaakjes, ter waarde van zestig gulden. Hij moedigde de Indianen aan dit soort handelingen voort te zetten. (23) De gebieden waarin de Indianen woonden bepaalden grotendeels wat ze aten, ze leefden van wat de natuur te bieden had. Doordat de kolonisten de stukken land op gingen eisen, werden de Indianen steeds verder van hun eigen woongebied verdreven en werd het dus lastiger om aan voedsel te komen. Tussen 1795 en 1840 stonden de Miami’s zoveel grond af, dat er letterlijk niets meer over was om af te staan. De Indianen moesten dus hun cyclische leven veranderen waardoor de handel met de blanken versterkt werd.Vooral de bonthandel had veel invloed op het socio-economisch en het ecologisch systeem. Veel voedselbronnen zoals bizons en antilopen werden uitgeroeid. Ook vonden er veel volksverhuizingen plaats doordat de handel met de Europeanen concurrentie tussen de stammen veroorzaakte. Zo voelden de Wichita zich gedwongen te verhuizen van hun traditionele woonplaats Kansas naar het huidige Texas, omdat de Osage en de Comanche dankzij de handel over veel paarden en vuurwapens beschikten. (24) De verschillende Europese landen brachten veel producten en ook ziekten met zich mee. De nieuwe producten waren een voordeel maar de ziekten zoals de pokken en de griep, hadden als gevolg dat veel Indianen stierven. De Fransen hebben zich voornamelijk gericht op de bonthandel. Bont werd geruild tegen metalen voorwerpen, kralen, vuurwapens en rum. Veel Indianen raakten na de kennismaking met alcohol eraan verslaafd. (25) De Spanjaarden concentreerden zich vooral op het zoeken naar goud. Ze trokken steeds verder naar het noorden maar er was geen goudmijn te bekennen. De Spanjaarden plaatsten daarom grote plantages waar de Indianen voor loon op konden werken. Toen de Spanjaarden in de 19e eeuw de plantages ophieven, wisten de Indianen niet meer hoe ze voor zichzelf moesten zorgen. Velen stierven van de honger. (26) Later in 1848 was er de ontdekking van goudlagen in Californië. Een menselijke stormloop volgde die de Indianen verdrong. Hetzelfde verschijnsel deed zich voor in 1861 in Colorado en in 1875 in Dakota en Idaho. (27) In 1783 werd de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten in Parijs verklaard. Het eerste doel van de nieuwe regering ten opzichte van de Indianen was het verwerven van land. Een nevendoel was het sluiten van vrede met de Indianen, omdat dat gunstig voor de bonthandel zou zijn. Tussen 1784 en 1786 legden afgezanten van het comité van ‘Indian affairs’ de Indianen verdragen op, waarin zij afstand moesten doen van hun grondgebied vanwege hun vijandige houding in de oorlog. Deze naoorlogse politiek faalde.(28) Onder presidentschap van George Washington(1789-1797) verliep de situatie geheel anders. Hij was erg gedreven om elke stam rechtvaardig te behandelen. Hij was van mening dat het Amerikaanse expansiestreven ook voordeel moest schenken aan de oorspronkelijke bevolking. De regering moest stukken land afkopen maar koste wat kost oorlog proberen te vermijden. Door middel van een beschavingsprogramma zouden de Indianen langzamerhand in de Amerikaanse maatschappij integreren. Hij wilde de Indianen ervan overtuigen dat het in hun eigen belang was stukken land te verkopen. (29) Het ‘Bureau of Indian affairs’ (B.I.A.) was na de Revolutie ingesteld ter uitvoering van het Amerikaanse Indianenbeleid en ter controle van de verschillende gebieden waarin de autochtone bevolking gehuisvest was. De programmapunten van het B.I.A. waren: - Bescherming van het Indiaans grondrecht, definitieve grenzen trekken. - Controleren van het gebruik van land in bezit van de Indianen. - Handel met de Indianen in goede banen leiden. Voorwaarden bepalen waaronder particulieren handel mocht drijven. In 1822 afschaffing van het handelsposten systeem. Verbieden van sommige handelsklassen. De regering gaat zelf deelnemen aan handel. - Controleren van handel in alcohol en het gebruik ervan. - Verbieden van geweld tussen Indianen onderling. Het opleggen van boetes bij overtreding en invoering van smartengeld. - Verspreiden van de blanke beschaving in de hoop dat de Indianen zouden integreren in de Amerikaanse maatschappij. In 1830 kwam de echte harde klap voor de Indianen. Door toename van het aantal blanken ontstond er een steeds grotere vraag naar land en wel naar het land dat in bezit was van de Indianen. Er werden nieuwe verdragen opgemaakt waarin werd bepaald dat de Indianen hun geboortegrond zouden verlaten en zouden verhuizen naar gebieden te westen van de Mississippi. (30) 3 De gevolgen voor de ondergang van de Noord-Amerikaanse Indianencultuur In het begin, de tijd dat de kolonisten aankwamen, werd er veel onderling gehandeld. Dit was gunstig voor beiden. De blanken voerden nieuwe producten in zoals het paard en ijzer en de Indianen gaven op hun beurt bizonhuiden en tabak ervoor terug. De Europeanen brachten voor de Indianen onbekende ziekten met zich mee. Veel Indianen stierven. Ook de invoering van alcohol bracht niet veel goeds met zich mee. Veel Indianen raakten aan dit product verslaafd waardoor hun gezondheid sterk achteruit ging. (31) De kolonisten gingen stukken grond van de Indianen op eisen en verdrongen daarmee de stammen van hun woongebied dat ernstige gevolgen had voor de leefwijze. Ze moesten andere middelen van bestaan gaan zoeken. Eerst leefden de Indianen vooral van bizons en landbouw maar met de komst van de blanken en hun drang naar bont werden vele kuddes bizons gedood. Zij gebruikten ze dan ook enkel voor de vacht en lieten de kadavers gewoon liggen en wegrotten. (32) “Deze soldaten hakken mijn bomen om; zij doden mijn bizons; en als ik dat zie, is het alsof mijn hart breekt; ik ben bedroefd… Is de blanke man een kind geworden, dat hij zo onbekommerd dood zonder te eten? Als de Rode Mannen wild doden doen zij dat om te leven en niet te verhongeren. Satanta( Witte Beer) van de Kiowa’s (33) Van de Indianen werd steeds meer land afgenomen, waardoor zij naar de onvruchtbare gebieden werden gedreven. Wanneer de Indianen hier weerstand tegen boden, braken er oorlogen uit, hierdoor zijn veel Indianen om het leven gekomen. De situatie voor de Indianen verslechterde steeds meer. Ze kregen minder rechten en mochten uiteindelijk zelfs niet meer hun eigen religie volgen. Want daar ging het de Europeanen ook grotendeels om, het bekeren van de Indianen tot het Christendom.(33)
REACTIES
1 seconde geleden