Fruitvliegjes

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 1490 woorden
  • 5 juli 2004
  • 35 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
35 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij een maatschappelijke studie?

Misschien is een studie Sociologie of Antropologie dan wel iets voor jou! Bij beide opleidingen ga je aan de slag met maatschappelijke vraagstukken. Wil jij erachter komen welke bachelor het beste bij jou past? Kom naar de VU Bachelordag op zaterdag 8 februari.

Meld je aan!

Biologie Practicum: Drosophila melanogaster

Inleiding:

In dit practicum gaan we uitzoeken hoe de Drosophila’s melanogaster veranderen. We gebruiken dit vliegje omdat het zich snel voort plant en maar weinig genenparen heeft. Om precies te zijn vier. Omdat dit heel weinig is zijn de kenmerken goed te zien en als deze veranderen ook snel te zien. We gaan kijken hoe snel en op welke manier de vliegjes veranderen. Dit doe je door verschillende soorten Drosophila’s te laten paren. We gaan voorspellen, door middel van een kruisingsschema, hoe de F1 er uit zal zien als de parentes zich hebben voortgeplant van twee verschillende soorten vliegjes. Als de F1 is ontstaan en zich gaan voortplanten gaan we weer voorspellen hoe de F2 eruit zal gaan zien. Je gaat dmv kruisingschema’s berekenen hoe groot de kansen zijn dat bijvoorbeeld de F1 een zwart lichaam gaan krijgen. Je gaat hierbij kijken wat de het dominante allel is en de recessieve. Hierdoor kan je heel nauwkeurig gaan berekenen en voorspellen hoe de volgende generatie eruit zal zien. Na elke generatie vliegjes tellen we ze. We verdoven de vliegjes met ether en tellen ze vervolgens. De vliegjes mogen niet te lang verdoofd worden want anders gaan ze dood. In ons onderzoek hebben we te maken met een dihybride kruising. Dat wil zeggen dat je te maken hebt met 2 genenparen. We hebben te maken met twee soorten vliegjes, de parentes, waarvan 1 soort vleugels hebben die sterk gereduceerd zijn, vg: vestigial. De andere soort heeft een zwarte lichaamskleur, e: ebony. In deze kruising zijn de mannetjes vestigial en de vrouwtjes ebony. Hoe je mannetjes en vrouwtjes kan herkennen ligt aan de bouw. Vrouwtjes zijn over het algemeen langer en spitser dan de mannetjes. Ook hebben de vrouwtjes geen zwart stukje op het achterlijf en de mannetjes wel.

Hypothese:

In de hypothese van dit practicum gaan we proberen een voorlopig antwoord te geven over hoe de Drosophila eruit zal gaan zien na het voortplanten van twee verschillende soorten vliegjes, ieder apart één bepaalde eigenschap. Dit gaan we doen door middel van kruisingsschema’s. We hebben te maken met een dihybride kruising, hierbij zijn de mannetjes vestigial (vg: sterk gereduceerde vleugels) en de vrouwtjes ebony (e: zwarte lichaamskleur). We zullen nu de F1 en de F2 gaan berekenen, we gaan er hierbij wel vanuit dat één van de twee vliegjes homozygoot zijn. Hier komen we in de conclusie nog even op terug.

Eerste kruisingschema: Kruising van de Parentes

vvEE x VVee
Gameten: vE & Ve

F1 VvEe deze vliegjes zullen dus voor 100% eruit zien met gewone vleugels en een lichte lichaamskleur.

Hierbij staat V voor normale vleugels v voor kleine vleugels E voor lichte lichaamskleur e voor een donkere lichaamskleur Tweede kruisingschema: Kruising van de F1

VvEe x VvEe
Gameten: VE ve vE ve & VE ve vE ve

= de F2 VE Ve vE ve
VE VVEE VVEe VvEE VvEe
Ve VVEe VVee VvEe Vvee
vE VvEE VvEe vvEE vvEe
ve VvEe Vvee vvEe vvee

Normale vleugels en licht lichaam Normale vleugels en donker lichaam korte vleugels en licht lichaam korte vleugels en donker lichaam
Aantal vliegjes van de 16 9 3 3 1
percentage 56.25% 18.75% 18.75% 6.25%

Uit deze kruisingschema’s kun je afleiden hoe de F1 en de F2 er waarschijnlijk uit zullen gaan zien.

Materiaal en methode:

Materiaal: - reageerbuisje - luchtdoorlatende stop - voeding voor de vliegjes - ether - trechter
Dit is het enige materiaal wat je voor dit practicum nodig hebt. Een reageerbuisje waar de vliegjes inzitten. Daar moet een luchtdoorlatende stop op, anders stikken de vliegjes. In het reageerbuisje moet voeding voor de vliegjes zitten zodat de vliegjes niet dood gaan van te weinig voedsel. Verder heb je ether nodig om de vliegjes te verdoven. Daarbij heb je ook een trechter nodig om de vliegjes in op te vangen en op een blaadje leggen om te kunnen gaan tellen. Als de vliegjes verdoofd zijn kan je ze gaan tellen en de kenmerken van de vliegjes bestuderen. De vliegjes mogen zeker niet te lang in het ether bevinden anders worden ze gedood. Ze mogen niet langer dan een paar seconden verdoofd worden. De methode die bij dit practicum wordt gebruikt is heel simpel. Als eerste laten we twee soorten vliegjes, de parentes, paren. Omdat dit twee verschillende soorten vliegjes zijn gaan we, met kruisingschema’s, de F1 voorspellen. Met voorspellen bedoel ik hierbij uitrekenen hoe de fenotypes eruit zullen gaan zien. Als de parentes hebben gepaard worden ze verwijderd van de eitjes. Dit is vooral om te voorkomen dat als de F1 uitkomt, het niet gebeurt dat de parentes met de F1 gaan voortplanten. Als de parentes zich hebben voortgeplant, hebben we de gegevens om onze berekeningen en voorspellingen uit te voeren. Hiermee bereken je hoe de F1 er waarschijnlijk uit zal gaan zien. Als de parentes zijn verwijderd en de F1 is uitgekomen tellen we de nakomelingen en bekijken hun fenotype’s. We kunnen gaan bekijken of onze berekeningen, met voorspellingen, zijn uit gekomen. Daarna zetten we 3 mannetjes en drie vrouwtjes terug om zich voort te planten, waaruit de F2 ontstaat. Wanneer de F2 eitjes gelegd hebben, kunnen we de F1 verwijderen. Als je dit hebt gedaan ga je ook berekenen hoe waarschijnlijk de F2 eruit zal gaan zien. Als laatste wacht je af totdat de F2 is uitgekomen. Deze verwijder je ook uit het reageerbuisje en ga je ook onderzoeken of dat je berekeningen zijn uitgekomen.

Resultaten:

F1 Aantal getelde vliegjes: 13

Geslacht. Rode ogen Lichte kleur Normale vleugels
Man 7 7 7 7
Vrouw 6 6 6 6

Eigenschappen F1 Theoretische frequentie Percentage – Concreet Werkelijke frequentie Concreet – Percentage Afwijking
Rode ogen 100% 13 13 100% Geen
Ingekorte vleugels 100% 13 13 100% Geen
Zwarte lichaamskleur 100% 13 13 100% Geen

F2 Aantal getelde vliegjes: 29

Eigenschappen Normale vleugels, lichte kleur. Normale vleugels, donker kleur. Ingekorte vleugels, lichte kleur. Ingekorte vleugels, donkere kleur. Aantal vliegjes 17 6 5 1
Percentage. 58.62 % 20.69% 17.24% 3.44 %

De praktische opdracht gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

Eigenschappen Normale vleugels, lichte kleur. Normale vleugels, donker kleur. Ingekorte vleugels, lichte kleur. Ingekorte vleugels, donkere kleur. Aantal vliegjes 17 6 5 1
Percentage. 58.62 % 20.69% 17.24% 3.44 %

Eigenschappen F2 Theoretische frequentie Percentage – Concreet Werkelijke frequentie Concreet – Percentage Afwijking
Rode ogen 100% 29 29 100% Geen
Ingekorte vleugels ¼ of 25% 7,25 6 20.3% 2,6% Zwarte lichaamskleur ¼ of 25% 7,25 7 24.1% 4,7% Verhouding van de eigenschappen van de F2 è 17:6:5:1 (8.5 : 3 : 2.5 : 0.5)

Conclusie / discussie:

De resultaten van ons practicum komen bijna overeen met onze berekeningen uit de kruisingsschema’s. In de resultaten van dit practicum is te zien dat van de F1 alle vliegjes hetzelfde zijn. Namelijk lichte kleur en normale vleugels. Dit resultaat komt precies overeen met onze berekening. Het resultaat van de F2 verschilde wel wat vergleken met onze berekening. De resultaten hiervan zijn: van de 29 vliegjes zijn en 17 met normale vleugels en een licht lichaam, 6 met normale vleugels en een donker lichaam, 5 met kleine vleugels en een licht lichaam en als laatste 1 met kleine vleugels en een donker lichaam. Dit waren de resultaten. Uit onze berekeningen kwam er net iets anders uit. Het scheelt bijna niets, dus verder zijn de resultaten vergeleken met de berekeningen goed gelukt. Het enige verschil was dat uit onze berekeningen we net iets meer vliegjes hadden verwacht met een donker lichaam en ook iets meer met kleine vleugels en een zwart lichaam. We hebben het hier over een verschil van ongeveer 2%. Dit is een zodanig klein verschil dat je eigenlijk kan constateren dat de resultaten en berekeningen goed met elkaar overeenkomen. De reden waarom deze verschillen er zijn komt misschien omdat we het op een te kleine schaal hebben onderzocht. Misschien als we dit practicum op een grotere schaal hadden uitgevoerd, dus met meer vliegjes waren de resultaten bijna hetzelfde geweest.

Zoals gezegd in de hypothese, komen we nog even terug op het feit dat een van de parentes homozygoot moet zijn geweest. Dit denken wij om de volgende reden. Bij de F1 zagen we dat alle vliegjes normale vleugels hadden met een gewone kleur. Er zaten dus geen korte vluegels en donkere lichamen bij. Deze eigenschappen zijn ook alleen maar te verkrijgen met de volgende genotypes: vvEe, vvee, VVee of Vvee. Dit betekent dat er van de parentes de volgende gameten moeten zijn afgekomen: vE, ve, en Ve. Omdat deze genotypes niet voorkwamen, kwamen er dus ook geen dubbele recessieve allellen voor. Deze zijn ook alleen maar te verkrijgen als beide ouders hetrozygoot zijn. Dit was niet het geval. Daarom werken wij met een homo- en een hetrozygote ouder.

Verder is de proef over het algemeen goed verlopen. Het enige wat we zijn vergeten is bij de F2 de mannetjes en vrouwtjes te tellen. Hier moeten we volgende keer nauwkeuriger mee omgaan en preciezer de vliegjes observeren. Verder zijn er geen dingen voorgekomen die we vergeten zijn of nauwkeuriger hadden moeten doen. Dit zijn ook de dingen die wij volgende keer anders zouden doen. We zouden zorgvuldiger omgaan met het tellen, wat we hierbij vergeten zijn, de mannetjes en vrouwtjes te onderscheiden en te tellen. Dit is eigenlijk het enige wat we zouden veranderen en dat is ook het enige wat veranderd zou moeten worden. Verder is alles namelijk goed verlopen. We vonden het een leuk practicum om te doen. Het was ook zeker een leerzaam practicum. We hebben hierbij vooral goed kunnen werken met kruisingsschema’s en hoe het allemaal in zijn werk gaat met de kruisingen zelf, hierbij met vliegjes.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.