Visserij / visteelt

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 2230 woorden
  • 1 februari 2008
  • 30 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
30 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Slim oefenen met Mijn Examenbundel

Wil jij onbeperkt online oefenen met examenopgaven, uitlegvideo's en examentips bekijken en je voortgang bijhouden? Maak snel een gratis account aan op mijnexamenbundel.nl. 

Ontdek Mijn Examenbundel
Problemen rondom visserij en visteelt in de provincie Zeeland
Inleiding

Bijna iedereen eet wel eens vis. Het is lekker en gezond. Wereldwijd wordt er ongeveer 100 miljoen ton vis gegeten, dat is gemiddeld 13,5 kg per persoon per jaar. Maar waar komt deze gigantische hoeveelheid vis eigenlijk vandaan?
Vis wordt al sinds het begin der tijden uit de zee en rivieren gehaald. Maar door de groei van de wereldpopulatie en de schaarste van bepaalde vissoorten is men steeds meer vissoorten gaan kweken. Over de hele wereld (vooral Azië) verschijnen steeds meer viskwekerijen, zowel aan de kust als dieper het land in.

Zeeland en visserij, twee handen op één buik. Zeeland staat bekend om zijn vele soorten vis en schelpdieren. Vele Zeeuwen verdienen hun dagelijks brood in de vis-wereld. Zal dit zo blijven nu er steeds strengere regels komen omtrent visserij, vis steeds schaarser wordt en iedereen zich zorgen maakt over het milieu? Viskwekerij lijkt een oplossing, maar ook hier zitten vele nadelen aan. Men zal in Zeeland de vis-sector dramatisch moeten veranderen om ook in de toekomst nog bekend te blijven staan om de goede zeevruchten.

Visteelt algemeen

Nu het besef algemeen is doorgedrongen dat de zee geen onuitputtelijke bron van voedselvoorziening is, lijkt het kweken van vis een oplossing te kunnen bieden voor de moeilijkheden waarin de vissector zich bevindt. In de toekomstscenario’s zoals die door deskundigen worden geschetst, zal viskweek in de komende jaren dan ook een grote vlucht nemen. Als belangrijkste oorzaken hiervoor worden aangevoerd:
• De afnemende visproductie ten gevolge van de verdere
afbouw van visserij-inspanningen en verdere verlaging van
de toegestane vangsthoeveelheden;
• De toenemende behoefte aan vis als bron van gezond en
eiwitrijk voedsel, door een toename van de wereldbevolking
en een verschuiving van vlees- naar visconsumptie;
• De toenemende vraag naar vis als gezond en lichtverteerbaar
voedsel.

Verschillende soorten kweekvis

Zo’n 300 vissoorten worden met regelmaat door mensen geconsumeerd. Daarvan worden er op dit moment wereldwijd zo’n 50 gekweekt. Hiervan worden slechts enkele soorten ook in Nederlands gekweekt.
Paling
Paling is één van de populairste consumptievissen in Nederland. Sinds begin jaren ‘80 van de 20e eeuw wordt deze (zoet- en zoutwater) vis op commerciële schaal gekweekt. De meeste paling in Europa wordt gekweekt in Italië, Denemarken en Nederland. Nederland is met een productie van 4500 ton en de grootste palingconsumptie tevens het centrum van de Europese handel in paling. Nederland telt 60 palingkwekers. Deze bevinden zich vrijwel niet in Zeeland.

Meerval
Meerval wordt sinds de jaren ‘80 gekweekt in ons land. Dit gebeurt in recirculatiesystemen waarbij nauwelijks milieu-effecten optreden.Op dit moment zijn er zo’n 25 meervalkwekers die gezamenlijkruim 4000 ton vis produceren. De Nederlandse kwekers kweken vooral de Clarias Gariepinus, de Afrikaanse meerval. Deze zoetwatervis, die oorspronkelijk uit Centraal Afrika komt, beschikt over enkele bijzondere eigenschappen. Zo beschikt deze vis over een longachtig orgaan waardoor hij lucht kan happen en er in de kweekbassins geen zuurstof toegevoegd hoeft te worden. De Afrikaanse meerval is een zeer sterke vis die onder vrijwel alle omstandigheden goed gedijt. Daarnaast is de meerval een bijzonder vruchtbare vis. Een vrouwelijke meerval kan meerdere keren eieren produceren, tot wel 500.000 eieren per keer. Bijkomende voordelen voor kwekers zijn dat meerval in grote dichtheden gehouden kan worden en, in tegenstelling tot vissen als paling en forel, vrijwel niet zwemt. Dit heeft tot gevolg dat meerval in ruimtebesparende rechthoekige bakken gehouden kan worden. Fanatieke zwemmers als paling daarentegen gedijen het beste in ronde bassins waarin ze het idee krijgen grote afstanden af te leggen.
Meerval wordt bijna niet in Zeeland gekweekt.

Tilapia
Tilapia is een vis die oorspronkelijk uit Afrika afkomstig is. In zijn natuurlijke omgeving is deze vis onderhevig aan grote schommelingen in zowel waterkwaliteit als voedsel. Omdat de
vis ook in vrijwel alle kweeksystemen goed gedijt en zich bovendien snel voortplant is het een zeer populaire vis onder kwekers in de hele wereld. De Tilapia wordt dan ook al in ruim 85 landen gekweekt. De Nederlandse Tilapia-sector is geconcentreerd in Oost-Brabant waar veel (varkens) boeren zijn overgeschakeld op de milieu- en diervriendelijke teelt van Tilapia in recirculatiesystemen. De Tilapia gedijt overigens in zoet maar ook in zout en in brak water. Ook deze vis is in Zeeland nog niet populair, maar hier ligt wellicht de kans voor Zeeuwse ondernemers.

Tarbot
Tarbot is een relatief dure zoutwatervis die in heel Europa op steeds grotere schaal wordt gekweekt. Nederland is met een aanlanding van circa 2000 ton traditioneel een belangrijke leverancier van tarbot afkomstig uit visserij. Tarbot wordt door drie Nederlandse bedrijven gekweekt. Twee bedrijven bevinden zich in de provincie Zeeland (Yerseke en Kamperland).
Mosselen
Mosselen zijn misschien wel het bekenste product van Zeeland.
Mosselen worden gekweekt in ondiep water aan de kust of aan netten verder van de kust af, hangculturen genaamd. Hier wordt in open water gevangen mosselzaad (kleine mossels) aan vastgemaakt. Na een bepaalde tijd zijn de mossels klaar om geoogst te worden.

Oesters
Oesters worden op vrijwel dezelfde manier gekweekt als mossels.

Overbevissing

De overbevissing in de wateren rond Zeeland valt mee (in vergelijking met bijvoorbeeld de Noordzee), alleen mosselzaad is tegenwoordig niet zo talrijk als het vroeger was. Dit komt vooral door de grote hoeveelheden zaad die gevangen worden voor de kweek. Hierdoor is het voor mosselkwekers het steeds moeilijker om aan voldoende zaad te komen. Als er in de wateren rond Zeeland in hetzelfde tempo doorgegaan wordt met het vangen van mosselzaad, zal het voor vele mosselkwekers een moeilijke periode worden. Maar het niet vangen van het zaad is voor de kwekers ook geen optie; ze hebben voldoende zaad nodig om hun handel draaiende te houden.
Zeker als de vraag naar mosselen zal stijgen, zowel door de groeiende wereldbevolking, als door het verbeterde imago van vis tegenover vlees (vis is tegenwoordig ‘super’ gezond), komt er druk te staan op de mosselbestanden in Zeeland.

Oplossing
Er moeten dus maatregelen komen die enerzijds zorgen voor een beperking van de vangst van mosselzaad, anderzijds moet ervoor gezorgd worden dat het wél gevangen zaad eerlijk verdeeld wordt over de kwekers. Het zou namelijk voor zowel de kwekers, als voor Zeeland, als voor heel Nederland een slechte zaak zijn als een kleine groep kwekers een monopolie op de mossel zou hebben.

Het kweken van mosselen in hangculturen zorgt voor een hoger rendement.
Als er op de normale manier mosselen geteeld worden dan levert 1 kilo mosselzaad ongeveer 1,5 kilo aan mosselen op. Als er mosselen gekweekt worden in hangculturen dan levert 1 kilo mosselzaad meer dan 3 kilo aan mosselen op, dit vanwege het feit dat de mosselen in hangculturen beter beschermd zijn tegen vraat (door bijvoorbeeld zeesterren). Op deze manier is er minder mosselzaad nodig.

Gebruik van geneesmiddelen

Om ziektes van gekweekte vissen tegen te gaan worden er grote hoeveelheden antibiotica en andere geneesmiddelen in het water gedaan. Deze geneesmiddelen komen verslechteren de waterkwaliteit en dat kan weer effect hebben op alle organismen die in het betreffende water leven. De natuurlijke balans kan worden verstoord door het gebruik van geneesmiddelen.
Ook hopen deze geneesmiddelen zich op in de vis. Als de vis opgegeten wordt, krijgt de mens de geneesmiddelen binnen. Dit is erg ongezond. Door het eten van veel vis is het zelfs mogelijk dat de mens ziek wordt door de inmidels zeer hoge concentratie geneesmiddelen. Tevens is het effect van deze dierengeneesmiddelen op de mens nauwelijks onderzocht.

Oplossing
De enige juiste oplossing voor dit probleem is het stoppen met het toevoegen van geneesmiddelen aan de vis en het risico dat er vissen verloren gaan aan ziektes aanvaarden (het is misschien zelfs mogelijk een verzekering af te sluiten om dit risico volledig te ontlopen).

Aantasting van wilde populaties door ontsnapte kweekvissen

Als er kweekvissen ontsnappen (wat regelmatig gebeurt, zeker als er gekweekt wordt op zee) brengen deze het natuurlijk evenwicht uit balans. Teveel exemplaren van één bepaalde soort verstoort het evenwicht. Verder vermengen deze, vaak genetisch gemanipuleerde soorten, zich met de natuurlijke vissen. Hierdoor is de kans groot dat de soort verzwakt. Ook kunnen de ontsnapte exemplaren ziektes hebben die in de natuur niet voorkomen, grote vissterfte kan het gevolg zijn.
Ook het ontsnappen van Japanse oesters is hier een voorbeeld van, maar dit rekenen wij als een apart probleem waar wij het later over zullen hebben.

Oplossing
Dit is moeilijk te voorkomen, aangezien er altijd wel vissen ontsnappen als er vissen geteelt worden op zee. Maar het stoppen met genetisch manipuleren en het beter controleren op ziektes (zieke vissen ruimen) is al een stap in de goede richting.

Indirecte overbevissing door visteelt

Veel vissoorten (vooral de in Europa gekweekte soorten zoals zalm en forel) zijn carnivoren. Het dieet van deze vissen bestaat voornamelijk uit vismeel afkomstig van de industrievisserij. Om één ton zalm te produceren moet 3,3 ton zandspiering en sprot tot vismeel worden verwerkt. Het idee dat de viskweek de druk op de visbestanden zou verlichten wordt zo wel erg op de proef gesteld. In 2003 werd een derde van de 96 miljoen ton vis die jaarlijks werd gevangen gebruikt voor de productie van visvoer. Het telen van vleesetende vissen zorgt relatief meer druk op de visstand dan de visserij voor menselijke consumptie.
Onderzoekers van de Stanford Universiteit in Californië waarschuwden in 2000 dat het kweken van vis in gevangenschap een gevaar vormt voor de wereldvoorraad vis. De oceanen worden namelijk leeggevist om de vleesetende exemplaren in kweeksystemen te voeden.

Oplossing
Er moet gezocht worden naar commerciële vissoorten die alleen planten eten. Een andere oplossing is vissen die normaal vlees eten een vegetarische dieet te geven.
Jonge zalm, die in zoet water leeft, kan niet zonder vismeel. Maar de wat oudere zalm, die leeft in zout water, kan leven op een honderd procent plantaardig dieet. Weliswaar moeten er kunstmatig essentiële aminozuren aan het voer worden toegevoegd die het dier zelf niet kan maken. De zalm smaakt hetzelfde en groeit even hard.

Verder is er bekend dat ook kabeljauw heel goed kan groeien op een dieet van lijnzaadolie en soja. 'Vegetarische vis' bevatten minder gezonde vetzuren dan vis-etende vis, maar het blijft nog gezonder dan vlees.

Het is overigens zeer waarschijnlijk dat vis, die nu tot vismeel wordt vermalen, zich prima leent voor opwaardering tot consumptievis. Er zijn al blikjes ‘krab’, waar eigenlijk gemodificeerde wijting in zit. Een technologisch hoogstandje, want de textuur van de wijtingspieren is zodanig veranderd dat het precies lijkt op krabbenspieren. Verder hebben ze wat krabsmaken toegevoegd. Het schijnt goed te smaken. Zoiets zou je voor meer laagwaardige vis kunnen onderzoeken.
Ook is het mogelijk om ook het vismeel weer te kweken. Dus eerst plantenetende vissen kweken om deze vervolgens aan de vleesetende vissen te voeren, maar als je denkt vanuit duurzaamheid is het onzin om van vis, via visteelt, nieuwe vis te maken.

Afval van kwekerijen

Een ander nadeel, zo is gebleken uit onderzoek in Noorwegen, zijn de emissies van nutriënten afkomstig uit de uitwerpselen van de vis. In 2000 hebben viskwekerijen het grootste aandeel in de fosfaatvervuiling en het op één na grootste aandeel in de stikstofvervuiling. Deze emissies zorgen voor eutrofiëring en grootschalige algenbloei voor de kust. In Zeeland zou dit kunnen leiden tot een verandering van het ecosysteem. De organismen die van (redelijk) voedselarm water houden verdwijnen dan.

Oplossing
Afvalwater van kwekerijen reinigen, of helemaal stoppen met het direct dumpen van afvalwater in zee.

Overwoekering door uitheemse diersoorten

Dit is inmiddels een zeer groot probleem geworden in Zeeland. De Japanse oester verdringt de inheemse diersoorten.
De Japanse oester (Crassostrea gigas) is in 1964 in de Oosterschelde geïntroduceerd om de oestersector te redden na de massale sterfte van de platte oester (Ostrea edulis) die is opgetreden tijdens de strenge winter van 1962/1963.

Na onderzoek is gebleken dat de oesters zich door de gehele Oosterschelde verspreiden: zowel op de droogvallende platen als in de geulen en op de dijkglooiingen. Ook op de mossel- en oesterpercelen wordt een sterke toename van verwilderde Japanse oesters gemeld. Het totale bestand aan Japanse oesters zou naar schatting momenteel 800 hectare in het droogvallende) deel van
de Oosterschelde bedragen (1980: 15 hectare) en ruim 700 hectare voor de diepere delen. Het gewicht van het totale oesterbestand zou ruim 400 miljoen kg bedragen. In vergelijking met de kweekpercelen, waar zich gemiddeld 4 miljoen kg aan consumptie-oesters bevindt is deze hoeveelheid gigantisch. Het lijkt er ook niet op dat de oester zijn opmars stopt. De prognose is dat zeker dit jaar de groei niet zal stagneren. De Japanse oester kent namelijk geen natuurlijke vijanden van enige betekenis en is bovendien bestand tegen extreme omstandigheden zoals storm, kou en een laag zoutgehalte.
De oesters gaan de competitie aan met andere schelpdieren als het gaat om voedsel. Dit is te merken aan het geslonken aantal kokkels en een lager gewicht van de mosselen. Ook de vogels hebben zwaar te lijden van de oesters, dit vanwege het feit dat zij de oesters niet eten en het aantal mosselen en kokkels sterk is gedaald.
Ook voor recreanten is grote groei van het aantal oesters een slechte zaak, er zijn al meerdere mensen behandeld die diepe snijwonden hadden opgelopen aan de scherpe randen van de oesters.

Oplossing
Het ‘wegvissen’ van de Japanse oesters. Het op machinale wijze ingrijpen. Een andere manier om in te grijpen is er op het ogenblik nauwelijks.
Als de Japanse oesterkweek financieel aantrekkelijk zou worden gemaakt, zouden meer ondernemers de overwoekering van de oesters commercieel gebruiken. De oesters zouden door comsumptie in aantal kunnen dalen. Dit is echter lang niet genoeg om het oesterprobleem op te lossen.
Men maakt zich meer druk om de opbrengsten van de mosselen dan om de veranderingen van het ecosysteem in Zeeland. Zeker omdat men de optie van kreeftenteelt, door de Japanse oesters ontstaat er een geschikt kreeftenhabitat (zeer lucratief), in het achterhoofd houdt.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.