Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? 🔐
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

Spijsvertering

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 5154 woorden
  • 10 februari 2007
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
18 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test
1. Inhoudsopgave

1. Inhoud
2. Inleiding
3. De mond
4. De slokdarm
5. De maag
6. De dunne darm
6.1. Twaalfvingerige darm
6.2. Nuchtere darm en kronkeldarm
7. De dikke darm
8. De endeldarm en de anus
8.1. De endeldarm
8.2. De anus
9. Wat kan er mis zijn: De ziekte van Crohn
9.1. Oorzaken
9.2. Verschijnselen / Klachten
9.3. Behandeling
10. De conclusie
11. Bronnen

2. Inleiding

Iedereen weet dat je spijsvertering erg belangrijk is. Je lichaam heeft energie en voedingsstoffen nodig om te kunnen functioneren. Zonder alle onderdelen van je spijsvertering, zouden deze stoffen niet uit het voedsel gehaald kunnen worden en zou je dus niet kunnen leven. Je spijsvertering zorgt ervoor dat alle stoffen die je lichaam nodig heeft uit het eten gehaald worden. Van de mond tot de anus, elk spijsverteringsorgaan heeft een belangrijke functie. Ze zorgen er stuk voor stuk voor dat je eten op een goede manier wordt verteerd en de nodige stoffen als water, suikers, vetzuren, aminozuren, vitaminen en mineralen op de goede manier in het bloed terecht komen. Ook zorgen deze organen ervoor dat als er iets slechts in je eten zit het voedsel meteen via de mond weer naar buiten komt. De stoffen die nutteloos zijn voor je lichaam worden via de spijsverteringsorganen zo bewerkt dat de ontlasting van deze stoffen via een makkelijke en gezonde weg uiteindelijk in de WC terechtkomen.
Natuurlijk kan er ook van alles misgaan in dit proces. Het is zelfs zo dat ruim 2 miljoen van de inwoners van Nederland rondloopt met klachten over de spijsvertering. Dit loopt uiteen van lichte verstoppingen in de darmen tot chronische ziekten met infecties van het spijsverteringskanaal. De meest bekende ziekte op het gebied van de spijsvertering is de ziekte van Crohn.
Om duidelijk uit te kunnen leggen hoe het spijsverteringskanaal nu eigenlijk in elkaar zit heb ik in de hoofdstukindeling elk spijsverteringsorgaan apart genomen en een hoofdstuk toegevoegd over de ziekte van Crohn, omdat dit een erg slepende ziekte kan zijn en ik hier graag wat meer aandacht aan wil besteden. Binnen deze hoofdstukken kun je zien dat ik een vrij gedetailleerde onderverdeling heb gemaakt. Binnen de hoofdstukken in het werkstuk zelf zal ik deze verdeling niet compleet in stand houden, in ieder geval niet met al die nummertjes. Ik werk die onderverdeling uit door middel van kopjes, maar om de inhoudsopgave overzichtelijk te houden heb ik daarin wel nummers gebruikt.
Mijn hoofdvraag houdt in: Hoe verloopt het proces van de spijsvertering? Hier begint dus de reis van eten tot dat wat je in de WC kan vinden.

3. De Mond

De mond is het eerste spijsverteringsorgaan, waarmee het voedsel wat in de mond wordt gestopt te maken gaat krijgen. In de mond worden de koolhydraten uit het eten omgezet tot suikers, die later weer omgezet kunnen worden in energie. Ook vormt de mond een orgaan dat er voor zorgt dat het eten in een zodanig mate klein gemaakt wordt dat de rest van het spijsverteringsstelsel het gemakkelijker kan bewerken.

Hoe werkt het proces in de mond? Als je een hap neemt van je eten, helpen je tanden om een stuk van je eten af te kunnen bijten. De voornaamste hulpjes voor het afbijten van een stukje eten zijn je snijtanden. Zij kunnen door hun scherpe snijvlak gemakkelijk dingen zoals boterhammen en appels doorklieven. Wordt het voedsel echter taaier, dan gebruik je naast je snijtanden ook nog je hoektanden. Zij hebben de mogelijkheid om voedsel als vlees kapot te scheuren met hun puntvorm. Ook onze lippen helpen bij het bijten. Hun functie is het binnenhouden van een afgebeten stuk eten en de hulp bij het naar binnenwerken van lang voedsel als spaghetti.
Nadat een stuk eten afgebeten is, komen ook de rest van de tanden, maar vooral de kiezen in actie. Zij bewegen op en neer en op en neer door middel van de spieren die aan de kaken vastzitten. Door deze beweging van de kaken en de vaak draaiende beweging van de tong komt het eten steeds verder achter in je mond terecht en wordt door de achterste kiezen zo fijn mogelijk gemalen.
De tong heeft niet alleen de functie van het naar achteren dringen van het halfgekauwde voedsel. De tong zorgt er ook voor dat je hersenen een seintje krijgen als er iets in het eten zit wat niet lekker smaakt. Je hersenen geven dan weer een seintje dat je jouw eten uit moet spugen.
Op de tong zitten allemaal smaakpapillen. Zij vertegenwoordigen de verschillende smaken die voedsel kan hebben: zoet, zout, zuur en bitter. Als je bijvoorbeeld bedorven voedsel nuttigt, proeft je tong dus dat er iets vies in je mond zit en als reflex spuug je het eten uit. Je tong behoed je dus voor ziekten die je op kunt lopen door bedorven eten.
De volgende fase in het verteringsproces in de mond is de afbraak van een deel van de koolhydraten. Dit gebeurt door middel van het speeksel. Ten eerste is het speeksel handig voor het vervoerbaar maken van het gekauwde eten. Het eten wordt door het slijmerige water zo vochtig en soepel dat het goed vervoerd kan worden in de slokdarm. Ten tweede zit er in speeksel het enzym amylase. Amylase werkt als volgt: het knipt als het ware het uiteinde van een koolhydraatmolecuul af, zodat het in de rest van je lichaam makkelijker af te breken is. Dit enzym blijft werken tot het voedsel in de maag komt, omdat het zuur in de maag ervoor zorgt dat amylase zijn werking verliest.
Speeksel wordt gemaakt door 3 paar speekselklieren. Zij produceren per dag ongeveer 1,5 liter vocht. De samenstelling van speeksel is als volgt: water, slijm en amylase. Het speeksel heeft echter niet voor elk soort voedsel de bestanddelen in dezelfde verhoudingen. Als het voedsel droog is gebruik je veel wateriger speeksel dan als je bijvoorbeeld een taaie biefstuk eet. In dat geval is je speeksel veel slijmeriger van samenstelling.
Natuurlijk is het niet de bedoeling dat het verteerde eten van je mond na het slikken je neus inschiet. Hiervoor heb je in je lichaam een erg handig klepje: de huig. Als je slikt wordt door de huig je neusholte afgesloten. De huig heeft nog een functie. Eigenlijk is het een soort van laatste redmiddel. Bij de huig wordt beslist: óf het eten is “vies” en wordt uitgespuugd óf het eten wordt voor verdere bewerking de slokdarm ingeslikt óf het eten is nog niet goed bewerkt en wordt gewoon terug geduwd in de mond.
Nog een dergelijk handig klepje is het strotklepje. Door het strottenhoofd wordt met dit klepje de luchtpijp afgesloten, zodat er geen voedsel in de longen terecht kan komen.
4. De Slokdarm

De slokdarm is het volgende orgaan in het spijsverteringsstelsel. Via de mond en de keel komt het gekauwde voedsel in de slokdarm terecht. Deze is een ongeveer 25 centimeter lange, zeer gespierde buis. De slokdarm heeft geen echte functie voor het verteren van voedsel. Het is eigenlijk meer een verbindingsbuis tussen de mond en de maag. Het is wel zo dat het enzym amylase dat in de mond is toegevoegd nog steeds zijn werking heeft als het eten door de slokdarm naar de maag gaat.

Aan het begin en het eind van de slokdarm zitten een aantal kringspieren die ervoor zorgen dat het eten op een gecontroleerde manier aan en afgevoerd wordt. Helemaal aan het begin zit de keelholtekringspier. Deze verhindert dat de lucht die ingeademd wordt niet in de slokdarm terecht kan komen. Als je slikt ontspant deze spier zich, waardoor het eten de slokdarm in kan glijden. Als het eten in de slokdarm is aangekomen, begint deze zich op een speciale manier samen te trekken. Deze beweging wordt de peristaltische beweging genoemd. Dit houdt in dat de spieren in de slokdarm zich samentrekken net boven de voedselprop. Onder de prop ontspant de spier zich. Als de prop dan een stukje opgeschoven is, gebeurt weer hetzelfde tot de prop onderaan de slokdarm is beland.
Er zijn in de wand van de spieren 2 soorten spierweefsel die met elkaar samenwerken: Kringspierweefsel en lengtespier weefsel. Het voedsel kan niet alleen goed verplaatst worden vanwege de peristaltische beweging. Wat hier ook voor zorgt, is het feit dat het voedsel door het kauwen en het toevoegen van speeksel heel erg slijmerig is geworden. Ook aan de binnenkant van de slokdarm zit nog een slijmvlies laag, de mucosa, die ervoor zorgt dat het voedsel nog beter glijdt.
Aan het einde van de slokdarm zit nog een zeer krachtige kringspier: de maagpoortspier. Als de voedselprop onderaan de slokdarm is aangekomen ontspant deze spier zich en wordt het eten de maag in geduwd. Als er geen voedsel doorgelaten hoeft te worden is deze spier heel sterk aangespannen. Dit is zo, omdat anders het zure maagsap in de slokdarm kan komen, wat natuurlijk niet echt goed is voor je slokdarm.
5. De Maag

De maag is het volgende spijsverteringsorgaan dat we tegenkomen op onze reis. De maag heeft de vorm van een zak, zoals je kunt zien op het plaatje. Je zou het ook een kromme boon kunnen noemen. De grootte van de maag is natuurlijk op elk moment verschillend. Hoe meer je gegeten hebt en hoe meer daarvan in de maag zit zijn factoren die de grootte van de maag regelen. Op zijn kleinst is de maag ongeveer even groot als de hand van een volwassene. Als je echter gegeten hebt en de gehele maaltijd zit in je maag, kan deze tot drie keer zo groot worden. Is de maag op zijn grootst dan krijgt je lichaam een seintje: Je zit dan “vol”.
Door de krachtige spieren in de maagwand kan de maag erg goed samentrekken. Hierdoor wordt het voedsel nog verder gekneed en fijngemaakt. Tijdens dit verder kneden, worden er weer sappen aan het voedsel toegevoegd die het voedsel nog verder verteren.

De maag heeft drie functies. De eerste functie heb ik al genoemd in de inleiding: het kneden van het voedsel waardoor het verderop in het spijsverteringsstelsel beter verteerd kan worden. Dit proces verloopt goed, omdat de maag een extra spierlaag heeft. Het eten wordt gekneed in het bovenste gedeelte van de maag. Hierdoor wordt het eten gesplitst. De inhoud van de bovenste maaghelft heeft een hogere dichtheid, dan de inhoud van de onderste maaghelft. De vetten komen zo boven de koolhydraten en de eiwitten te liggen, waardoor de vetten als laatste de maag verlaten.
De tweede functie is het doden van de slechte bacteriën die met het voedsel het lichaam in liften. Dit gebeurt door middel van het maagsap. In het maagsap zit zoutzuur en omdat bacteriën niet tegen een te zure omgeving kunnen, worden ze gedood door het maagsap.
De derde functie is het afbreken van vetten en eiwitten. Eiwitten worden afgebroken door een enzym genaamd pepsine. Deze stof knipt eiwit moleculen als het ware in kleinere stukjes. De afbraak van vetten kan functioneren door een ander enzym: lipase. Eerst worden de vetten door de kneedbeweging in de maag in kleine bolletjes gekneed. De lipase zorgt er vervolgens voor dat de bolletjes vet omgezet kunnen worden in vetzuren en monoglyceriden.
Na de maag komt het eten in de Twaalfvingerige darm. Als verbindingsstuk tussen die twee is de pylorus geplaatst. Dit is een soort kringspier. Als de voedselbrij onderin de maag is aangekomen ontspant de kringspier zich en laat de brij door, beetje bij beetje. Na een normale maaltijd, dus geen schranspartij, duurt dit proces ongeveer drie uur.
6. De Dunne Darm

De dunne darm is in feite opgebouwd uit twee delen: “de Twaalfvingerige darm” en “de nuchtere darm en de kronkeldarm”. De Twaalfvingerige darm is ongeveer 25 cm lang. De nuchtere darm en de kronkeldarm zijn samen ongeveer 580 cm lang.

6.1. De Twaalfvingerige darm
De Twaalfvingerige darm heeft drie functies voor de vertering.
Ten eerste regelt de Twaalfvingerige darm hoe vaak de maag geleegd wordt. De hormonen die in de Twaalfvingerige darm geproduceerd zorgen ervoor dat de pylorus zich op tijd opent en sluit.
De tweede functie van deze darm is het neutraliseren van maagsappen. Het voedsel uit de maag is nog zuur door het maagzuur, maar dit zuur kan de wand van de Twaalfvingerige darm aantasten. Daarom krijgt de Twaalfvingerige darm van de alvleesklier een basisch bicarbonaat. Dit sap zorgt ervoor dat het maagsap zijn zure karakter verliest. Alle zure stoffen worden namelijk neutraal als je daar genoeg van een basische stof aan toevoegt.
De laatste functie van de Twaalfvingerige darm is het afbreken en opnemen van voedingsstoffen. In het sap uit de alvleesklier zit ook weer hetzelfde enzym als in de mond aan het eten wordt toegevoegd: amylase. Deze stof helpt ook in de Twaalfvingerige darm weer mee met het afbreken van de koolhydraten die over zijn. De suikers die hierbij ontstaan worden ook meteen opgenomen in de wand van de Twaalfvingerige darm. In het alvleeskliersap zit ook een ander enzym genaamd trypsine, wat zorgt voor de splitsing van eiwitteen. Bij de splitsing ontstaan aminozuren en peptiden, die meteen worden opgenomen in de darmwand. De lever levert gal aan de Twaalfvingerige darm. Dit wordt gebruikt om vet op te breken in kleine druppeltjes, waardoor ze gemakkelijker verwerkt kunnen worden door het enzym lipase. Dit splitst de vetten op in vetzuren en monoglyceriden.
Tijdens de processen die ik in de tekst hiervoor heb beschreven blijft de Twaalfvingerige darm zich samentrekken. Door deze peristaltische beweging komt de voedselbrij aan bij de nuchtere darm en de kronkeldarm. Tussen de Twaalfvingerige darm en de nuchtere darm zit geen kringspier, zoals tussen de maag en de Twaalfvingerige darm. Hiertussen zit alleen maar een knik in het darmstelsel.
6.2. De nuchtere darm en de kronkeldarm
De volgende onderdelen van de dunne darm en dus het spijsverteringsstelsel, zijn de nuchtere darm en de kronkeldarm. Dit zijn de twee nuttigste organen in het gehele spijsverteringsstelsel. In deze twee stukken, maar in de nuchtere darm in het bijzonder, vindt de grootste afbraak en opname van voedingsstoffen en water plaats.
Dit proces verloopt bijna hetzelfde als in de andere al besproken darmen. Alle koolhydraten die nog in de voedselbrij zitten, worden in de nuchtere darm omgezet in suikers en bijna meteen, samen met de suikers die al eerder in het stelsel omgezet zijn, opgenomen in de darmwand van de nuchtere darm. Hierdoor komen in de voedselresten in de kronkeldarm bijna geen suikers meer voor. De opname van deze suikers kan snel plaatsvinden, omdat de slijmlaag in de nuchtere darm en de kronkeldarm erg sterk geplooid is. Door deze plooiing wordt de oppervlakte van de darmwand met ongeveer 500 keer vergroot en kunnen de voedingsstoffen dus sneller worden opgenomen, vanwege een groter absorptiegebied. Dit is noodzakelijk, omdat er in dit deel van het spijsverteringsstelsel de meeste voedingsstoffen opgenomen worden en dit klusje zo snel mogelijk geklaard moet worden. Tussen de plooien die trouwens darmvlokken worden genoemd liggen klierbuisjes die spijsverteringssappen produceren voor de afbraak van eiwitten, koolhydraten en vetten.
Ik zal nu iets meer vertellen over de darmvlokken ook wel villi genoemd. Op de oppervlakte van deze villi kun je ook weer uitstulpingen vinden die op hun beurt microvilli genoemd worden. Door al deze uitstulpingen wordt het oppervlak van de darmwand vergroot tot ongeveer 200 m2.
Er is een vrij duidelijke onderverdeling tussen de taken van de nuchtere darm en de kronkeldarm.
In de dunne darm komen heel veel nuttige bacteriën voor. Deze helpen ook bij het afbreken van koolhydraten, vooral als de verteringssappen met die koolhydraten erg veel moeite hebben gehad. Deze bacteriën, en ook dezelfde bacteriën in de dikke darm, produceren ook een aantal vitaminen, waaronder vitamine B en vitamine K, die zorgen voor een betere gezondheid. Ten slotte hebben de bacteriën nog een belangrijke taak. Ze dragen bij aan het behouden van een goede weerstand. Ze “bezetten” namelijk de darmwand, waardoor slechte bacteriën geen kans krijgen om in de darmwand te geraken.
De nuchtere darm en de kronkeldarm hebben naast de functie van het opnemen ook nog een andere functie: het voortstuwen en vermengen van de voedselresten. Dit voorstuwen kan functioneren, doordat de nuchtere darm en de kronkeldarm voortdurend samentrekken. Door deze samentrekkingen worden voedselresten verder gemengd met de andere voedselresten en met de verteringssappen die óf al in de brij aanwezig zijn óf in de nuchtere darm en de kronkeldarm worden toegevoegd.
De kronkeldarm zit aangesloten op de dikke darm, het eerstvolgende spijsverteringsorgaan dat wij op onze reis tegen gaan komen. Beetje bij beetje wordt het voedsel, waar nu helemaal niks meer uit te halen valt, door gelaten in de dikke darm. Er zit aan het einde van de kronkeldarm een klepje genaamd valva ileocaecalis, dat ervoor zorgt dat het eten in kleine beetjes wordt doorgelaten. Het klepje zorgt er ook voor dat de ontlastingsbrij niet terug in de kronkeldarm kan lopen.
7. De Dikke darm

In de dikke darm worden de allerlaatste dingen uit het bijna compleet verteerde voedsel gehaald. Naar dit deel van het spijsverteringsstelsel wordt eigenlijk het voedsel al het voedsel gestuurd waar de rest van het stelsel geen raad mee weet. Hier leven echter bacteriën die wel weten wat ze moeten doen met deze overige voedingsstoffen. In de dikke darm worden vooral zouten en een deel van het water uit de ontlasting gehaald. Zij verwerken dus de allerlaatste resten van wat je gegeten hebt.

De voedselbrij die in de dikke darm terecht komt is een soort waterige massa, waar, zoals ik al gezegd heb, onverteerde voedselresten en afvalproducten uit de andere delen van het spijsverteringsstelsel inzitten. Ook weer door samentrekkingen in de darmwand worden de voedselresten gemengd. De wand in de dikke darm bevat niet alleen de 5 spierlagen die ook aanwezig zijn in de rest van de darmen, maar ook nog een drietal spierbundels, die lopen over de hele lengte van de darmwand. De darmwand is ook weer sterk geplooid, wat ervoor zorgt dat de voedingsstoffen sneller opgenomen kunnen worden Door het kneden in de dikke darm komen de voedingsstoffen in aanraking met de darmwand, waardoor de zouten en het water heel gemakkelijk in de bloedbaan opgenomen kunnen worden. Deze worden dan via het bloed vervoerd naar alle cellen die zout en water nodig hebben. Omdat het grootste deel van het water in de darmen opgenomen wordt in de dunne darm, wordt er in de dikke darm per dag maar ongeveer 900 milliliter water opgenomen.
In de dikke darm worden, zoals ik al gezegd heb, voedselresten verteerd die in de rest van de spijsverteringsorganen door de controle geglipt zijn. Een van de voedingsstoffen die hier afgebroken wordt, is een soort koolhydraatvezel, die vooral voorkomt in brood en fruit. Deze voedselresten worden afgebroken door de bacteriën in de dikke darm. De bacteriën gebruiken zetmeel, vezels, suikers en eiwitten als voedsel, waardoor deze stoffen door hen dus opgeruimd worden. Bij het verwerken van de overige voedingsstoffen door de bacteriën, stoten de bacteriën afvalgassen uit. Deze gassen zijn over het algemeen reukloos. Als deze gassen echter zijn ontstaan na de verwerking van een aantal soorten eiwitten, kunnen ze een zwavelgeur hebben. Ze stinken dan dus naar rotte eieren. Ongeveer 10 tot 20 keer per dag stoot je lichaam deze gassen uit. De meeste mensen noemen dit winden laten.
Ongeveer 3 tot 4 keer per dag trekt de darmwand van de dikke darm zich samen. Dit gebeurt vooral nadat we gegeten hebben. Door deze krachtige samentrekkingen verplaatst de hele inhoud van de dikke darm zich richting de endeldarm. Dit proces verloopt redelijk langzaam. De inhoud van de darm verplaatst zich per uur ongeveer 5 tot 10 centimeter. De voedselresten kunnen daarom ook vrij lang in de dikke darm blijven hangen: tussen de 15 en 30 uur.
8. De Endeldarm En De Anus

De endeldarm en de anus zijn samen het laatste deel van het spijsverteringsstelsel. De endeldarm is een soort van laatste opslagplaats voor de voedselresten voordat ze in de WC terecht komen. Er is een spier die ervoor zorgt dat het proces op de WC goed verloopt. Dit is de anus, een soort kringspier.

8.1. De Endeldarm
De endeldarm is eigenlijk nog het laatste deel van de dikke darm en ongeveer 12 centimeter lang. Deze darm heeft geen echte functie meer voor de spijsvertering. Al het voedsel wat hierin terecht komt is volledig verteerd. Er zitten dus geen bruikbare voedingsstoffen meer in. Ook worden via de endeldarm allerlei afvalstoffen afgevoerd. Hier zitten bijvoorbeeld onnuttige voedingsonderdelen in en dode bacteriën die het lichaam moeten verlaten. Ook de darmwand van de endeldarm is geplooid. Hierdoor krijgt de ontlasting zijn bekende vorm, zoals je hiernaast op de afbeelding kunt zien.
De endeldarm is leeg in de normale situatie. Pas als de dikke darm zich samentrekt en zijn inhoud de endeldarm in pusht, wordt deze gevuld. Dit is dus ongeveer 3 tot 4 keer per dag.
8.2. De Anus
De anus is ongeveer 4 centimeter lang en vormt de afsluiting van de endeldarm en gelijk de afsluiting van het hele spijsverteringsstelsel. De anus is niet zomaar een kringspier. Hij is extra krachtig en bestaat in feite uit 2 kringspieren: de binnenste kringspier en de buitenste kringspier. De anus opent zich als hij merkt dat de endeldarm gevuld wordt door de dikke darm. Nadat hij geopend is sluit de anus zich meteen weer, waardoor hij een barrière vormt voor bacteriën, schimmels en andere micro-organismen die van plan zijn om de endeldarm in te kruipen en degene waar ze naar binnen kruipen ziek te maken.
De anus geeft een seintje aan de hersenen als hij merkt dat de inhoud van de endeldarm zich tegen hem drukt. De binnenste kringspier ontspant zich meteen. De buitenste kringspier trekt zich in tegenstelling tot de binnenste kringspier strak aan. Dit gaat eigenlijk automatisch en wordt ook wel het “onvrijwillige reflex” van de anus genoemd. Na dit reflex stuurt je anus nog een seintje naar de hersenen, waardoor jij het gevoel krijgt dat je naar de WC moet. Toch blijft de anus dicht tot jij aangeeft dat hij zich mag gaan openen. De buitenste kringspier staat dus volledig onder onze controle. Dit is natuurlik erg handig, want anders zou je ontlasting zo maar op elk moment van de dag naar buiten kunnen komen. Het is ook zo dat de anus zichzelf weer waant in de lege stand als wij niet naar de WC gaan.
Toch zijn er situaties waarbij dit niet opgaat. Als je bijvoorbeeld erg bang bent of moet vluchten voor iemand, laat je heel soms je ontlasting gewoon lopen. Dit gaat terug op de oertijd. Als iemand achterna gezeten werd door een dinosauriër liet men hun ontlasting lopen, zodat ze voor het monster een minder aantrekkelijke prooi zouden zijn. Ook bij baby’s verloopt de regeling van de ontlasting anders. Bij hen is de controle over de buitenste kringspier nog niet zo als bij een ouder kind of een volwassene. Als bij baby’s de endeldarm gevuld wordt, opent de anus zich meteen en laten ze ontlasting het lichaam verlaten. Wij noemen dit verschijnsel zindelijkheid. Als de baby zijn sluitspier onder controle heeft is hij zindelijk geworden.
9. Wat Er Mis Kan Gaan: De Ziekte Van Crohn

Natuurlijk verloopt bij de meeste mensen het proces wat ik in de vorige hoofdstukken heb beschreven op een goede manier. Jammer genoeg zijn er echter ook mensen bij wie de spijsvertering om een of andere reden ontregeld raakt. Een erg ernstige (in ieder geval in sommige gevallen) ziekte aan het darmstelsel is de ziekte van Crohn. De ziekte van Crohn heeft vooral te maken met deze darmen, maar kan ook voorkomen in de mond, de slokdarm, de maag en de anus. De ziekte van Crohn is een langdurige en chronische ontsteking aan de darmen, die niet zomaar over gaat door een simpele antibioticakuur. Mensen kunnen met de ziekte op verschillende manieren te maken krijgen. Er zijn natuurlijk lichtere vormen met kleine zweertjes in het darmvlies, die geen behandeling nodig hebben. Natuurlijk zijn er ook erg hevige vormen. Er komen in dit geval grote zweren op de darmwand, die littekens, stugheid en vernauwing van de darm tot gevolg kunnen hebben. Er kunnen in hevige gevallen zelfs gaten ontstaan in de darmwand, waardoor die op hun beurt weer buikvliesontsteking of abcessen kunnen veroorzaken. Hier volgen een paar feitjes over de ziekte van Crohn. De ziekte van Crohn infecteert vooral het laatste deel van de dunne en het eerste deel van de dikke darm. Bij de meeste mensen wordt de ziekte tussen de 16 en 40 jaar opgemerkt. De ziekte van Crohn komt het meest voor in de Scandinavische landen. ± 0,005 % van alle mensen heeft de ziekte van Crohn. In verschillende hoofdstukjes behandel ik de belangrijkste aspecten van deze ziekten.

9.1. De Oorzaken Van De Ziekte Van Crohn
De echte oorzaak van de ziekte van Crohn is nog niet gevonden, daarom is het vrij moeilijk de ziekte te voorkomen. Er zijn wel een aantal factoren bekend die het risico op de ziekte kunnen vergroten. Ten eerste is er de kwestie van de erfelijkheid. Ongeveer 20% van de mensen met de ziekte van Crohn heeft ook een familielid dat ook aan de ziekte van Crohn leidt. Bovendien kan het risico op de ziekte verhoogd worden, denkt men, door een verstoord afweersysteem. Dit afweersysteem kan stoffen ontwikkelen, waardoor de eigen darmcellen, afgeweerd worden. Ook denkt men dat een aantal milieufactoren bij kunnen dragen aan het verhoogde risico. Dat wil dus zeggen dat mensen die in de stad wonen sneller de ziekte van Crohn krijgen, dan mensen die niet in de stad wonen. Ten vierde hebben mensen die roken of slecht eten een grotere kans om de ziekte op te lopen. Bij een slechte voeding moet je vooral denken aan voedsel met veel suikers en vetten, en te weinig fruit. Ten slotte heeft men een theorie dat een bacteriële infectie of een ander soort gifstof een reactie op kan wekken die de ziekte van Crohn veroorzaakt.
9.2. De Verschijnselen En Klachten Ten Gevolge Van De Ziekte Van Crohn
Er zijn een aantal verschijnselen en klachten ten gevolge van de ziekte van Crohn. Hieronder staan de belangrijkste op een rijtje.
# Buikpijn of krampen.
# Opgeblazen gevoel.
# Diarree: Met of zonder bloed.
# Pijn aan de anus of een soort van lekkage uit de anus.
# Abcessen in het slijmvlies van de darm of rond de anus.
# Misselijkheid en daaraan volgend braken.
# Koorts.
# Minder eetlust.
# Gewichtsverlies.
# Vermoeidheid.
# Huidafwijkingen, vooral op de onderbuik of de benen.
# Fistels tussen de delen van het zieke spijsverteringsstelsel en andere delen van het lichaam.
# Gewrichtspijn.
9.3. De Behandeling Van De Ziekte Van Crohn
Jammer genoeg hebben wetenschappers en doktoren nog geen manier gevonden om de ziekte van Crohn te genezen. De behandelingen die er zijn, zijn er vooral op gericht om de verschijnselen onder controle te houden en de complicatie te verminderen. Natuurlijk hangt het soort behandeling af van hoe ernstig de symptomen zijn en waar de ontstekingen zitten. Er is eigenlijk een onderscheid te maken tussen de verschillende behandelingen: De operatieve behandelingen en de medicinale behandelingen.
Eerst ga ik vertellen over de medicinale behandelingen. De medicijnen tegen de ziekte van Crohn zijn onder te verdelen in groepen. Per groep ga ik nu uitleggen wat deze medicijnen doen.
# Aminosalicaten:
 Tot deze medicijnen behoren: sulfasalazine, mesalazine, balsalazine en olsalazine. in de periode dat de ziekte van Crohn echt actief is, zorgen deze medicijnen voor een vermindering van de ontstekingen aan het spijsverteringsstelsel. Deze medicijnen kunnen erg vervelende bijwerkingen hebben die meteen gemeld moeten worden bij de huisarts: onverklaarbare bloedingen, bloeduitstortingen, keelpijn en koorts.
# Corticosteroïden:
 Tot deze medicijnen behoren: budesonide, hydrocortison en prednison. Ook deze medicijnen werken tijdens de actieve periode van de ziekte van Crohn en verminderen ontstekingen. Deze medicijnen hebben als bijwerkingen: botontkalking, acne en diabetes.
# Antibiotica:
 Worden gebruikt bij een patiënt die al een infectie heeft of bij wie een kans bestaat op een ontsteking. Het gebruik van antibiotica is vaak succesvol, omdat zij bacteriële infecties tegengaan, welke veel mensen beschouwen als de oorzaak van de ziekte van Crohn.
# Medicijnen tegen diarree:
 Deze medicijnen worden gebruikt als een patiënt lijdt aan diarree aanvallen om deze te verzwakken. Het kan ook zijn dat deze medicijnen het spijsverteringsstelsel te veel vertragen en dat dit daardoor erg ontregeld wordt.
# Immuunonderdrukkers:
 Deze medicijnen verminderen de reactie van het afweersysteem tegen, waardoor de infectie verminderd wordt. Omdat deze medicijnen erg hevige bijwerkingen kunnen hebben worden ze vaak pas voorgeschreven door de arts als andere therapieën en medicijnen geen effect hebben.
# Infliximab:
 Dit medicijn bevat een stof die een stof, die ontstekingen veroorzaakt, tegenwerkt.
Nu ga ik vertellen over de operationele behandelingen. In bijna alle gevallen is chirurgie geen echte oplossing voor de problemen. Meestal helpt een operatie namelijk voor een tijdje, maar vaak komt de ontsteking weer terug. In een aantal gevallen, heeft een patiënt een spoedoperatie nodig, omdat de darm lek is door een gat in de darm, ten gevolge van een ontsteking, omdat er een verstopping is ontstaan of omdat er een hevig bloedverlies plaatsvindt. De overweging kan gemaakt worden, wanneer er een abces is ontstaan of wanneer een medicinale behandeling niet werkt. Ook de operationele behandelingen ofwel de chirurgische handelingen zijn onder te verdelen in groepen.
# Darmresectie:
 Tijdens een darmresectie wordt alleen het aangetaste deel van de darmen weggehaald en de delen van de darm waar het stuk tussenuit is worden weer aan elkaar gemaakt. Deze operatie is vaak alleen een verlichtende maatregel, omdat na een dergelijke operatie de ontstekingen vaak terugkomen in een ander deel van het darmstelsel.
# Colectomie en Ileostomie:
 Bij een colectomie wordt de gehele dikke darm verwijderd. Na een colectomie vindt er altijd een ileostomie plaats. Deze handeling houdt in dat het uiteinde van de dunne darm gekoppeld wordt aan een gat dat gemaakt wordt in de onderbuik. Dit wordt ook wel een stoma genoemd. Vervolgens wordt er een zak onder het gat gehangen, waarin de ontlasting opgevangen wordt.
10. De Conclusie

Mijn hoofdvraag: Hoe verloopt het proces van de spijsvertering?
Deze vraag kan erg moeilijk in het kort beantwoordt worden, maar ik zal een poging doen. Het voedsel wat geconsumeerd wordt, komt langs de verschillende organen, waar wij op onze reis ook langsgekomen zijn. Achtereenvolgens zijn deze: mond, de slokdarm, de maag, de dunne darm, de dikke darm, de endeldarm en de anus. In de meeste van deze organen wordt het voedsel gekneed en worden er voedingsstoffen uitgehaald en opgenomen. Sommige organen voegen zelf spijsverteringssappen toe en andere gebruiken de al toegevoegde sappen. Ook komen er in een aantal van de organen bacteriën voor die meehelpen met de vertering. Natuurlijk kan er bij dit proces van alles misgaan en een van de dingen die mis kan gaan heb ik uitvoerig besproken in het hoofdstuk over de ziekte van Crohn.
Korter kan ik mijn hoofdvraag niet beantwoorden en ik hoop dat je alle antwoorden in de hoofdstukken terug hebt kunnen vinden.

11. Bronnen

nr. site
1 http://www.kruidenvrouwtje.nl/geheim/spijsvertering.htm

2 http://www.kruidenvrouwtje.nl/zozitdat/spijsvertering.htm

3 http://www.natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurdatabase.nl/i003275.html

4 http://www.astrazeneca.nl/patienten/maag_darmen/ziekte_van_crohn.asp

5 http://home.hccnet.nl/g.d.vos/index.htm

6 http://www.voedingscentrum.nl/voedingscentrum/Public/Dynamisch/hoe+eet+ik+gezond/spijsvertering.htm

7 http://www.mlds.nl/pages/aandoeningen.php?rID=155&aID=28&char=G

8 http://www.mlds.nl/pages/aandoeningen.php?rID=155&aID=56

REACTIES

E.

E.

dit duurt te lang

7 jaar geleden

H.

H.

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.