“Religie en de natuur brengen Maarten ’t Hart het leven”. Een essay over Maarten ’t Hart en drie van zijn boeken. Namelijk ‘De ortolaan’, ‘De kroongetuige’ en ‘Een vlucht regenwulpen’. Door eerst de biografie van Maarten ‘t Hart te bekijken, wordt het makkelijker om bepaalde stukken uit zijn boeken te begrijpen en te analyseren. Veel van zijn boeken zijn namelijk heel autobiografisch en komen voort uit een gedeelte van zijn leven.
Maarten ‘t Hart is geboren op 25 november 1944. Hij wordt streng gereformeerd opgevoed en later blijkt dat dat van grote invloed op zijn verdere leven is. Hij is de oudste zoon van een familie met drie kinderen. Na de lagere school krijgt Maarten het advies van zijn leraar om naar het Groen van Prinsterlyceum in Vlaardingen te gaan. Deze school behaalt hij en vervolgens is zijn grootste droom om biologie te gaan studeren. Zijn vader is het daar niet mee eens en wil dat Maarten in zijn eigen tuinderij komt werken. Maarten heeft daar absoluut geen zin in en gaat in 1962 beginnen met zijn studie biologie in Leiden. Door zijn studie ontloopt Maarten voorlopig zijn militaire dienst. Tijdens zijn studie geeft hij les aan het Groen van Prinsterlyceum, waar hij een oud-leerling is. Maarten behaald zijn doctorsgraad, op het doorkruipgedrag van de stekelbaars, en gaat vanaf 1970 werken als etholoog aan dezelfde universiteit waar hij eerder afstudeerde. Ondertussen is hij Hanneke van Muyzenberg, een hele lieve vrouw, tegengekomen waar hij mee trouwt. Nadat hij zijn studie heeft afgerond moet hij alsnog in militaire dienst. In zijn vrije tijd begint Maarten met het schrijven van boeken. In 1971 komt zijn eerste boek uit genaamd ‘Stenen voor een ransuil’, dat hij schreef onder het pseudoniem Martin Hart. Later volgen er nog vele boeken van hem. Tegenwoordig woont Maarten in Warmond en is hij ereburger van Maasluis. Maarten heeft in de loop van de tijd verschillende soorten van literatuur geschreven. Hij schrijft voornamelijk proza maar ook wetenschappelijk werk, essays en dagboeken. Maarten schreef met vier verschillende namen: Maarten ‘t Hart, Martin Hart, Jacob Stillebroer en Maartje ’t Hart.
Dit essay zal gaan over drie van Maarten ‘t Hart zijn boeken. Dit zijn ‘De ortolaan’, het boekenweekgeschenk van 1984, ‘De kroongetuige’ 1983 en ‘Een vlucht regenwulpen’1978. Het thema dat in verschillende boeken van Maarten ‘t Hart steeds weer terugkeert is ‘biologie’. Biologie is een belangrijk gedeelte uit Maarten zijn leven. Hij komt er vaak op terug en legt veel uit aan de hand van biologie. Voor hem is dit waarschijnlijk de makkelijkste manier van uitleggen, anders zou hij het wel op een nadere manier doen. Het is eigenlijk leuk dat Maarten dat doet aan de hand van de biologie, want wie geeft er nou nog meer voorbeelden aan de hand van de biologie? Het is een zeer originele manier van situaties en gebeurtenissen interpreteren en uitleggen. In ‘De ortolaan’ kom je Maarten tegen als een dertigjarige man die onderzoek doet in het gedrag van dieren. Het gaat erom dat hij iedere keer hetzelfde meisje tegenkomt waar hij zich erg tot aangetrokken voelt. Dat meisje is Alma, een jonge biologiestudente. ‘De kroongetuige’ gaat over een man, Thomas, die in een medisch biologisch centrum werkt. Thomas bestudeert het gedrag van ratten. Hij wordt ervan verdacht een moord te hebben gepleegd en het lijk aan zijn ratten te hebben gevoerd. In ‘Een vlucht regenwulpen’ heeft de hoofdrolspeler, Maarten, eveneens een grote passie voor biologie. Hij werkt in een laboratorium en onderzoekt dieren naar hun gedrag. Zelfs op hele belangrijke momenten verkiest hij de dieren boven de mensen. Het valt op dat in al deze drie de boeken het thema ‘biologie’ centraal staat. De hoofdpersonen zijn soms bijna meer verbonden met de dieren dan met de mensen. Zij geven hun leven voor de dieren en willen alles over hen te weten komen. Op zich is het niet verwonderlijk dat Maarten dit als een van zijn belangrijkste onderwerpen neemt. Hij heeft zelf biologie gestudeerd en weet er dus veel over te vertellen. Daarentegen zijn twee van de drie gelezen boeken autobiografisch en gaan dus over zijn eigen leven.
Naast biologie komen er ook nog een aantal andere gebeurtenissen en thema’s overeen in de drie verschillende boeken. Namelijk het thema; ongrijpbare liefde. Dit komt eigenlijk vooral voor in ‘De ortolaan’ en ‘Een vlucht regenwulpen, maar toch ook wel een beetje in ‘De kroongetuige’. Ook komen in alle drie de boeken zijn passie voor muziek naar boven. In ‘Een vlucht regenwulpen’ wordt beschreven hoe Maarten verliefd werd op Martha en niets daarmee doet. Hij durft geen contact met haar te maken of op haar af te stappen. Zo is het ongeveer ook bij ‘De ortolaan’. Het verschil is dat Maarten nu getrouwd is en kinderen heeft. Hij is daarnaast nog verliefd op Alma, maar dat kan nooit iets worden want Alma is veel te trouw aan haar vriend Pascal. In ‘De kroongetuige is het meer een soort aantrekkingskracht waarvan hij niet weet waar het vandaan komt. Naast zijn vrouw heeft Thomas het ook nog een vriendin waar hij zich erg toe aangetrokken voelt. Hij krijgt wel contact met haar, maar al snel is zij weg en denkt iedereen dat hij haar omgebracht heeft. De conclusie die hieruit getrokken kan worden is dat hij wederom zijn liefde voor een vrouw niet kan uiten. In de drie boeken laat Maarten merken dat hij een liefhebber is van Bach muziek. De muziek komt steeds weer terug en helpt Maarten op momenten dat hij het moeilijk heeft. De plaats waar Thomas, uit “De kroongetuige”, en Maarten uit “Een vlucht regenwulpen”, de “onbereikbare” meisjes van kent, is de bibliotheek. Hij komt hen daar tegen of ze werken daar. Het is mogelijk dat Maarten ’t Hart hiermee naar zijn liefde voor boeken verwijst. Hij probeert hierdoor op een subtiele manier de lezer wat over de mooie en leuke kanten van de bibliotheek te vertellen. Het is namelijk bijna onmogelijk dat hij willekeurig de bibliotheek twee keer in zijn boeken een grote rol laat spelen.
Na alle drie de boeken gelezen te hebben, valt op dat Maarten ’t Hart veel gedachten van de hoofdpersoon laat zien. Hij zorgt ervoor dat de lezer precies weet wat er omgaat in de hoofdpersoon. Dat is ook niet zo ingewikkeld om te doen omdat het voor een groot deel autobiografisch is waardoor hij eigenlijk gewoon zijn eigen gedachten en gevoelens over een situatie kan opschrijven. Hierdoor geeft Maarten ’t Hart zichzelf wel bloot tegenover zijn lezers maar blijkbaar vindt hij dat geen probleem. Hij zorgt er door middel van zijn boeken voor dat de lezers, hem echt een beetje als persoon leren kennen en niet alleen wat van zijn biografie, maar ook iets van hem als mens zelf.
In deze drie boeken komt dat niet zo erg naar voeren maar in bijna al zijn andere boeken wel, en dat is dat hij een grote aantrekkingskracht heeft tot vrouwen. Hij gaat zelf geregeld als travestiet over straat of naar feestjes. Vandaar dat hij ook een tijdje onder de naam Maartje ’t Hart geschreven heeft. Ook hierdoor laat hij zichzelf zien en hij schaamt zich niet voor zijn gedrag of zijn gevoelens. In de andere boeken is de rode draad gedurende het verhaal de verschillende vrouwen die hij heeft gekend of lief gehad heeft. Hij beschrijft dan wat hij voor hen voelde en wat voor een indruk ze op hem gemaakt hebben. Ook komt de lezer te weten wat de verschillende meisjes voor hem betekenen. Hij is daar heel open in.
Het blijkt wel uit het soort boeken dat Maarten ’t Hart gedurende zijn carrière geschreven heeft dat hij zichzelf waardeert zoals hij is, en toegeeft aan de verschillende behoefte die hij heeft. Bijvoorbeeld de behoefte om zich als een vrouw te verkleden en zich ook zo te gedragen. Hij laat zich niet door andere de wetten voorschrijven en probeert te leven zoals hij zelf wil en zoals hij zich op dat moment voelt. Hij gedraagt zich ook niet als een ‘doorsnee’ mens, maar laat ook zijn bijzondere kanten aan de buitenwereld zien
Door zijn uitgesproken mening en zijn openheid voor en over vrouwen is het zo dat veel lezers en andere schrijvers hem bewonderen en ook respecteren ondanks zijn soms rare verkleedpartijen. Maar natuurlijk is het zo dat niet iedereen het erg op prijs stelt hoe hij zich zo anders dan de doorsnee mens gedraagt. Maar wanneer men aan andere schrijvers vraagt wat ze van Maarten vinden zullen vele lovend antwoorden. Ook ik zal hem respecteren omdat hij zichzelf is. In een maatschappij zoals deze is het heel moeilijk om te doen zoals je zelf wilt. Hij is moedig genoeg om zich niks aan te trekken van de mening van een ander. In mijn omgeving zijn er weinig mensen die dat doen. Naast Maarten als een persoon zijn de boeken die hij schrijft heel leerzaam en fijn om te lezen. Je hebt het gevoel dat je iets nuttigs en leuks aan het lezen bent, in plaats van een of ander onzin verhaal wat nergens op slaap. Ook de schrijfstijl is erg mooi. Maar vooral makkelijk te lezen en te begrijpen. Waardoor je een boek van hem heel snel uitleest, wat ik altijd een groot voordeel vind. Het leuke eveneens is dat je je bij zijn boeken heel erg betrokken voelt, doordat alles heel duidelijk wordt. Je kan de gedachten gang van de hoofdrolspeler helemaal volgen, waardoor je goed in het verhaal kan komen. In bijvoorbeeld ‘Een vlucht regenwulpen’ is het heel goed te volgen door alle beelden en de spiegelingen die Maarten constant gebruikt.
Anna-linde 11 noord
Bronvermelding
‘De ortolaan’ Maarten ’t Hart
Boekenweekgeschenk, 1984,
Uitgegeven door CPNB.
‘Een vlucht regenwulpen’ Maarten ‘t Hart
Single pockets, 1978
‘De kroongetuige’ Maarten ’t Hart
De arbeiderspers, 1992.
REACTIES
1 seconde geleden
E.
E.
ik vind het een goed geschreven echt waar
21 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
het is echt een leuk gemaakte tekst
mzzl
20 jaar geleden
Antwoorden