Verslag bronsgieten Geschiedenis:
Het gieten van metaal is heel oud. In de prehistorie begon het met het maken van gereedschappen en gebruiksvoorwerpen. Zachte metalen zoals koper werden in Egypte gebruikt voor siervoorwerpen.
Koper en tin samen heeft een beter gietresultaat. Zo’n menging van stoffen wordt een legering genoemd. Brons is veel koper en weinig tin. De Grieken en Romeinen hebben het bronsgieten ontwikkeld. De Romeinen hebben de techniek verspreid en de Grieken hebben het beter gemaakt. Een voordeel van brons is bijvoorbeeld dat je meerdere afgietsels van een voorwerp kunde maken, zoals munten en beelden. Ook nu wordt brons nog veel gebruikt. Het bronsgieten: De klei modelleren naar het levende voorwerp. 1: neus, 2: ogen, 3: oren en haar, 4: mond. Het persoonlijke handschrift van de maker heet de fractuur. Mal wordt gemaakt van gips en gravel. Gravel is gemalen baksteen. Gravel wordt er doorheen gedaan omdat gips barst tijdens het bakken. Door gravel kan de warmte ontsnappen en barst het niet. Laag voor laag wordt de mal aangebracht. Door inkepingen passen de delen in elkaar.
Om brons goed te kunnen gieten wordt er een extra kanaal onder de kin geplaatst. Het zijvlak wordt met een zeepoplossing ingesmeerd. Luchtbellen worden weggeblazen. In twee delen wordt de mal weggeblazen. Dan kunnen ze de klei eruit halen, het kleibeeld gaat dan verloren. De twee contramallen blijven over. De helften worden dan weer aan elkaar gezet met kernankers. Als het aan elkaar gezet is wordt het volgegoten met warme was, die was ziet er zwart uit. De warme was stolt tegen de koude mal. Hoe langer ze wachten hoe dikker de waslaag wordt. Dan wordt de mal weer leeggegoten en de laag blijft over. De waslaag bepaald de dikte van het brons. Er worden twee trechters opgezet, een om lucht te laten ontsnappen en een om het brons in te gieten. De trechter die de lucht laat ontsnappen heet de opkomer. Dan wordt de vorm verder opgevuld met mal.
Dan wordt het geheel in de stookoven gedaan. Om het werkstuk te stutten wordt het geheel in een bak met zand gelegd. Om te voorkomen dat er zand in het beeld komt wordt er papier omheen gedaan. In aparte ovens van wel 1000 graden om het brons vloeibaar te maken. Kleine voorwerpen worden met een gietlepel gegoten. Het brons voor grote voorwerpen komt uit een smeltkroes. Dat is een bak waarin brons gesmolten wordt. Bloeibaar metaal wordt voorzichtig in de juiste vorm gegoten. Het bronsgieten is een warm en niet ongevaarlijk werk. Als het brons is afgekoeld wordt de buitenkant van de mal kapotgeslagen. Daarna wordt de ruwe bronzen vorm afgewerkt door alle uitsteeksels er af te slijpen. De gaten die door de kernankers zijn veroorzaakt worden met brons dichtgelast. Grote beelden worden in kleinere delen gegoten en na het gieten aan elkaar gelast. Bronzen beelden zijn altijd hol, zodat ze op een klein voetstuk kunnen blijven staan. De vorm is pas echt af als op de beschermende waslaag bijvoorbeeld platina wordt gedaan.
REACTIES
1 seconde geleden