Waarden en normen

· Gedrag: menselijke activiteiten zoals praten, aanraken, lezen, denken, koken, dansen enz
· Cultuur: Alle zaken die we binnen een samenleving hebben geleerd en alle dingen die we hebben gemaakt
· Waarden: rincipes van een groep mensen die in hun leven een belangrijke plaats innemen
· Normen: regels die volgen uit waarden.soms zijn die regels opgeschreven in b.v wetten. In andere gevallen gaat het om ongeschreven regels over gedrag dat van je verwacht wordt.
· Maatschappelijke positie: De plaats die je inneemt in een groep of samenleving.
· Macht: als je de mogelijkheid hebt om anderen te dwingen dingen te doen of juist niet te doen
· Status: als andere mensen naar iemand opkijken in de groep
· Belang: Iets waar jij je voordeel van hebt. Wordt er een beslissing genomen die nadelig voor jou is, dan is deze beslissing niet in jou belang
· Belangengroepen: Groepen mensen met dezelfde belangen

Met macht heb je bij tegenstrijdige belangen de mogelijkheid om voor je belangen op te komen, maar wanneer heb je macht? Daarvoor heb je machtsmiddelen nodig

· Aantal
Demonstreren in je eentje heeft geen zin maar met een groep kun je invloed uitoefenen
· Een officiele positie: sommige mensen kunnen van macht gebruik maken bijvoorbeeld een agent
· Kennis:een advies van de dokter kun je als zieke moeilijk tegenspreken. Hij heeft ervoor geleerd en dus volg jue zijn advies op
· Vaardigheden: om andere mensen te overtuigen van je gelijk of goed kunnen voetballen.
· Lichamelijke kracht: Hier speelt het recht van de sterkste rol
· Geld: een bedrijf kan iemand vervelend werk laten doen
Met beloning geld

Mensen met een hogere maatschappelijke positie hebben vaak meer machtsmiddelen

· Generaliseren: als je op bassis van een voorbeeld denkt dat jou voorbeeld altijd geldt.
· Vooroordeel: is een negatief oordeel over iemand voor dat je diegene kent en dat niet klopt met de werkelijkheid