Publieke omroepen
De publieke omroepen zijn in 1923 begonnen. Nederland was toen een verdeeld land en publieke omroepverenigingen waren een oplossing, iedereen kon zich aansluiten bij de vereniging waarvan hij dacht dat deze het beste was. Nederlanders deden dit dan ook massaal. In geen enkel ander land hebben ze ook omroepverenigingen, wel staatsomroepen of commerciële omroepen. Zo krijgen we de 5 eerste omroepen van Nederland: • de NCRV (de Nederlandse Christelijke Radio Vereniging) - voor de protestanten • de KRO (Katholieke Radio Omroep) - voor de katholieken • de VARA (Vereniging Arbeiders Radio Amateurs) - voor de socialisten • de VPRO (de Vrijzinnig Protestantse Radio Omroep) - voor de vrijzinnig protestanten • de AVRO (Algemene Vereniging Radio Omroep) - niet verbonden met geloof of politieke stroming
Er zijn 21 publieke omroepen, Op Nederland 1 zenden vooral de KRO, NCRV en de EO uit. Op Nederland 2 zenden vooral de TROS, BNN, AVRO en NOS uit. Op Nederland 3 zenden vooral de NPS, VARA, VPRO en RVU uit. Omroep verenigingen kunnen pas aanspraak maken op zendtijd als zij genoeg leden hebben, 150.000 leden hebben ze hiervoor nodig.
Verschil tussen commerciële omroepen en publieke omroepen
Een groot verschil tussen commerciële omroepen en publieke omroepen is dat de publieke omroepen worden betaald door de overheid het Nederlandse publieke bestel werd tot 2000 gefinancierd door de opbrengsten van de STER en door een wettelijk vastgestelde omroepbijdrage. Iedereen die een radio of tv had moest kijk en luister geld betalen. Vanaf januari 2000 is deze wet afgeschaft . Daarvoor in de plaats is er een Rijksomroepbijdrage aan de publieke omroep die wordt betaald uit de algemene middelen. In de mediawet zijn waarborgen opgenomen voor de onafhankelijkheid van de publieke omroep en het niveau van financiering. Het budget dat voor 2002 ter beschikking stond van de publieke omroep is 846 miljoen euro (dit is de Rijksomroepbijdrage plus de verwachte ster inkomsten.
Toen de Commerciële televisie binnen Nederland wettelijk nog niet mogelijk was, startte RTL 4 in 1989 zijn uitzendingen met Luxemburg als basis. RTL 5 volgde in 1991. Beide zenders vallen (nog) onder de bevoegdheid van de Luxemburgse overheid. Zenders die wel Nederlandse commerciële televisiestations zijn:Yorin, SBS6, Net 5, Veronica, TMF, en Cartoon Network. De algemene Commerciële televisiezenders zenden vooral films, dramaseries, spelletjes amusementsshows, nieuws en sport. Zij beschikten in 2001 gezamenlijk over ong. 46% marktaandeel. Er zijn in Nederland zo’n 10 commerciële landelijke radiostations actief. Sky radio is in korte tijd uitgegroeid tot de commerciële zender met het grootste marktaandeel: gemiddeld 14% in 2001. Sinds 1996 is ook commerciële omroep mogelijk. De meeste initiatieven ontstaan op het gebied van niet-landelijke radio. Niet-landelijke televisie lijkt vooralsnog commercieel moeilijk waar te maken. Voor commerciële omroep zijn er ook wetten. Deze ontstaan vaak uit de Europese televisie richtlijnen en gaan over reclame (maximum hoeveelheid, geen sluikreclame, geen tabak), en hoeveelheid Nederlands, europees en onafhankelijk product.
Conclusie:
Moet de publieke omroep blijven of niet? Ik denk van wel, want dan is er een groter aanbod van zenders op tv. Als er alleen maar commerciële omroepen zijn krijg je TE veel de zelfde soort programma’s. maar aan de andere kant, de overheid stopt wel erg veel geld in de publieke omroepen dat geld zouden ze misschien beter kunnen besteden aan andere belangrijkere dingen. Maar bijvoorbeeld het NOS journaal mag wel gefinancierd blijven. Want dit is een belangrijk informatief programma wat van maatschappelijk belang is. En dat ook genoeg kijkcijfers trekt om er geld aan te geven
REACTIES
1 seconde geleden