Watt, James (Greenock, Schotland, 19 jan. 1736 – Heathfield 23 aug. 1819), Brits uitvinder en constructeur, wiens naam onafscheidelijk verbonden is met de ontwikkeling van de stoommachine. Zijn vader, bouwer en reparateur van navigatie-instrumenten, gaf James als jongen al een werkkamer, waarin deze zijn neiging voor werktuigkundige bezigheden kon volgen; wegens zijn zwakke gezondheid ontving hij thuis onderwijs van zijn moeder.
Van juni 1755 tot juli 1757 verbleef Watt als instrumentmakersleerling in Londen; vervolgens werd hij instrumentmaker aan de universiteit van Glasgow, waar zijn levenslange vriendschap met de geleerde Joseph Black en diens leerling John Robinson begon. In 1759 vestigde Watt zich, in compagnonschap met John Craig, als zelfstandig handelaar in en maker van instrumenten in Glasgow.
Het bedrijf liep aanvankelijk goed, maar na de dood van Craig bracht de financiële afwikkeling van diens nalatenschap Watt in moeilijkheden. Hij werd toen tevens inspecteur voor rivieren, kanalen en havens in overheidsdienst. Zijn eigen tijd besteedde hij nu vooral aan het onderzoek van de werking van de stoommachine. In 1766 associeerde hij zich met de chemicus en industrieel John Roebuck te Birmingham. In 1769 kreeg Watt patent op zijn verbeterde stoommachine. In 1773 kwam aan de associatie een einde, doordat Roebuck in financiële moeilijkheden raakte. Vervolgens kwam Watt in contact met Matthew Boulton, met wie hij zich in 1774 associeerde. In de werkplaats en het laboratorium in Soho bij Birmingham heeft Watt, met zijn zoekende, vindingrijke geest en nauwgezette volharding, zijn belangrijkste uitvindingen gedaan. Het vermogen van zijn stoommachines drukte hij uit in ‘horsepower’ (paardenkracht), zodat voor de kopers direct duidelijk was hoeveel paarden er vervangen konden worden door één machine. In de fabrieken van Tangeys (Birmingham) is het Wattmuseum ondergebracht, met vele originele tekeningen, correspondentie en werkstukken van Watt.
Als zijn belangrijkste uitvindingen betreffende de stoommachine zijn te noemen de afzonderlijke condensor, de luchtpomp (droog of nat), de dubbelwerkende stoommachine en de cilindermantel, verwarmd met stoom, hete lucht of rookgassen (alle gepatenteerd in 1769). Voorts (in 1784) het parallellogram, de regulateur, de slagenteller en de indicateur. Daarnaast deed hij verscheidene vindingen van andere aard, zoals de kopieerpers, de kopieermachine en verscheidene vindingen op chemisch gebied.
Watt was ook een bekwaam constructeur, die op zijn uitvindingen gebaseerde toestellen zelf ontwierp en vervaardigde.
Encarta® - Naslagbibliotheek - Winkler Prins. © 1993-2002 Microsoft Corporation/Het Spectrum. Alle rechten voorbehouden.
Arkwright, Richard (Preston, in Lancashire, 23 dec. 1732 – Cromford 3 aug. 1792), Brits textieltechnicus en industrieel, veelal gezien als uitvinder van textielmachines. In feite bezat hij echter geen origineel technisch talent; hij ging steeds uit van de ideeën van anderen, wier uitvindingen hij verbeterde en op grote schaal in gebruik nam. Door enorme energie, praktische kennis, verkoopcapaciteit en geluk werd Arkwright de eerste grootindustrieel. Door imponeren en overredingskracht kwam hij in het bezit van verscheidene patenten.
In 1769 verkreeg Arkwright zijn eerste patent op het waterframe, een spinmachine, die hij in zijn bedrijven plaatste. Aangezien rechten van zijn patent moeilijk te verdedigen waren, begon hij met het verhuren van waterframes en hield daarbij de constructie in eigen hand. In de jaren 1755–1780 stichtte hij verschillende spinnerij- en weverijfabrieken.
Encarta® - Naslagbibliotheek - Winkler Prins. © 1993-2002 Microsoft Corporation/Het Spectrum. Alle rechten voorbehouden.
Arkwright, Richard
1732-1792
Engelse industrieel en uitvinder
De in Preston geboren industrieel en uitvinder Richard Arkwright is van grote betekenis geweest voor de ontwikkeling van de industrialisatie in de textielindustrie in Engeland.
Richard Arkwright begon zijn werkzame leven als kapper, maar hij groeide door enkele belangrijke uitvindingen en een goede handelsgeest uit tot een van de grootste textielfabrikanten van zijn tijd. Richard Arkwright was de uitvinder van een ingenieus spinsysteem, waardoor arbeidskrachten werden uitgespaard en de textielfabricage van huisvlijt tot industrie werd verheven.
Richard Arkwright zette een eigen textielfabriek op, waarin hij zijn uitvindingen kon toepassen. In plaats van paardenkracht, de in die tijd gebruikelijke energiebron, paste Richard Arkwright waterkracht toe als aandrijvingskracht voor zijn geautomatiseerde katoenmachine.
Vanaf 1775 gebruikte hij stoom om zijn machines in beweging te houden.
Als erkenning voor de belangrijkheid van de ontwikkeling van de Engelse industrialisatie werd Richard Arkwright in de adelstand verheven.
Richard Arkwright overleed in 1792 te Cromford in Derbyshire.
REACTIES
1 seconde geleden