Fotografie

Fotograferen

Foto’s maken doe je niet zomaar – klik en klaar – , je gaat eerst bedenken wat je gaat fotograferen en waar. Er zijn verschillende soorten lenzen.
Op eenvoudige camera´s zit een vaste lens, de groothoek.
Bij een spiegelreflex camera kan je kiezen; groothoeklens, standaardlens, close-uplens en telelens. Er is ook een specialere lens, de supergroothoeklens.

Met een groothoeklens kun je panorama’s maken van landschappen of steden, je kunt veel van de omgeving op één foto zetten. Deze lens geeft een breder beeld dan het gezichtsveld van onze ogen.

De standaardlens is niet veel anders dan dat ons oog ziet, even donker, even klein, enz.

Bij een close-uplens kan je van dichtbij scherpe foto’s maken, dus close-up’s.

Een telelens vergroot, het woord telelens stamt af van telescoop, want je concentreert je op een klein stukje van je omgeving. De telelens gebruik je vooral voor portretten en wilde dieren, of om kleine details uit landschappen op foto te zetten. Tele wil zeggen van veraf wordt dichtbij.

Een supergroothoeklens maakt eigenlijk een “foute” foto; rechte lijnen worden krom doordat de lenzen licht opvangen van een halve cirkel. Het middenpunt van je beeld lijkt uit te steken. Deze lenzen worden ook wel fish-eye-lensen genoemd, omdat vissenogen een heel breed beeld zien.

Als je portretten wilt maken, moet je ook rekening houden met licht. Je kunt van alle kanten licht laten komen, maar dat ziet er niet altijd even mooi uit. Omdat het te donker, of juist te licht is. Zorg er ook voor dat het hoofd en de schouders van je model het beeld vullen, maar let op dat je niet te dichtbij komt, dat lijd tot onscherpe beelden.

Waar let je op bij foto´s maken?
1. Ga niet te ver staan, maar ook niet te dichtbij
2. Kijk goed door de zoeker of alles wat je ziet ook op de foto moet
3. Hou je toestel stil, anders krijg je “bewogen” foto’s
4. Zorg dat je duim niet voor de lens zit
5. Ga met je rug naar de zon staan en zorg dat je model niet in de zon kijkt

Ontwikkelen

Een camera zonder filmrolletje erin is nutteloos, waarom op het knopje drukken als je er toch geen beeld van kan maken? Als je er een film in hebt, moet die eerst worden ontwikkeld, hierdoor ontstaan negatieven. Van de negatieven worden afdrukken gemaakt. Bij een negatief zien de kleuren er vreemd en onnatuurlijk uit. De echt kleuren komen op de afdrukken naar voren.

Amateurs ontwikkelen zwart-wit beelden meestal thuis, in een klein “tankje”.
In het donker wordt de film op een plastic spiraal gewikkeld. De spiraal gaat in de tank, waar de deksel op gaat. Een chemische vloeistof, de “ontwikkelaar” wordt in de tank gegoten, en na een paar minuten weer afgegoten.
Dan wordt er fixeervloeistof naar binnen gegoten. Na weer enkele minuten wordt het afgegoten en de film wordt met water schoongespoeld.
Na het spoelen worden de films gedroogd, het beste is dat in een stofvrije ruimte, echte amateurs hebben ook een speciale droogkast. Als de films droog zijn, kan de fotograaf ze bekijken en uitkiezen welke opnamen hij wilt afdrukken.

Op een ontwikkelde film zijn de beelden meestal erg klein om goed te kunnen zien. Dia’s kun je bekijken met een projector, die de beelden vergroot. Maar om opnamen op negatief-film te kunnen bekijken, moet je ze afdrukken. Het papier hiervoor, is erg lichtgevoelig, net als bij de film.
Bij het maken van een afdruk, krijg je eigenlijk een negatief van een negatief, dit wordt dus positief, en dan zie je je beeld zoals je die zag bij het nemen van de foto.

Vergroten

De eerste stap bij afdrukken is vergroten. Met een apparaat wordt het negatief geprojecteerd op een vel papier (dus een soort dia). Dit moet wel in het donker omdat het licht het papier kan bederven. De lichte gedeelten op het negatief laten meer licht door dan de donkere.

Dan word het papier met chemicaliën ontwikkeld (weer in het donker). Chemicaliën zijn stoffen die gebruikt worden bij het afdrukken en ontwikkelen. Dit kan wel erg gevaarlijk zijn, gebruik daarom ook altijd een tang of rubberen handschoenen (of beide!) De gedeelten waar net veel licht op het papier is gekomen, worden nu weer donker. Lichte gedeelten op het negatief worden dus donker, net als het oorspronkelijke beeld.

Nu is weer het drogen van toepassing, dit keer met extra veel zorg, zodat de afdruk niet krom trekt en er geen krasjes op kunnen komen.

Zelf afdrukken

Je kunt ook alles zelf doen, een camera maken, een beeld maken en die dan afdrukken
Hoe je het beeld maakt, is nu niet van toepassing, maar het afdrukken is belangrijk (en leuker!)
Zorg dat je alle benodigdheden heb, de chemicaliën, fotopapier, plastic tangen, plastic handschoenen, enz. Dit is echt belangrijk anders kunnen er dingen misgaan. Zorg er ook voor dat je plek waar je het doet heel donker is!
1. Leg een stuk fotografisch papier met de glanslaag naar boven op een plat vlak. Leg een negatief met de beeldzijde (dus hoe je hem goed ziet naar beneden) onder er bovenop.
2. Laat een lamp een paar seconden op de twee vellen schijnen (2 seconden is genoeg). Doe de lamp uit en haal je negatief van je fotopapier.
3. Doe in een vak wat “ontwikkel” waar je het papier even indompelt, zodat het overal goed nat is
4. In een andere bak doe je fixeer en doe je hetzelfde, je ziet dan vanzelf je beeld verschijnen
Nu moet je zorgen dat je het papier goed afspoelt en laat drogen, en klaar is kees! Nu heb je een kleurenfoto!
Een zwart-wit foto gaat in principe hetzelfde, alleen een beeld maken is veel makkelijker.

De geschiedenis van fotografie

Wie heeft fotografie bedacht?
Fotografie is bedacht door Sir John Herschel. De term fotografie is afgeleid van het Griekse woord ‘photos’,dat betekent licht,en het woord ‘graphos’, met de betekenis schrijven. Deze term,leidde ertoe dat de eerste generaties fotograven spraken over ‘schrijven over licht’.

Een zelfbeeld hebben van jezelf,hoe zat dat in de 18e eeuw?
Mensen hebben het altijd prettig gevonden,om bijvoorbeeld een betekenis van zichzelf te hebben. Vóór de 18e eeuw,had je natuurlijk geen fotografie,of makkelijk gezegd fototoestellen. Mensen konden hun zelf alleen laten schilderen,en hup,dat was je foto. Op een gegeven moment werd dat lastig,langdurig en te duur. De rijken -meestal waren hun degene die ’n foto van zichzelf wouden -zochten een manier om in 1 flits alles af te hebben,en dat ’t een stuk goedkoper was.

Oplossingen die werden gebruikt:
De ene oplossing was het maken van silhouetten, dat houdt in dat je de profiel van een mens natekent. Maar dat was niet zo boeiend,want je had geen details over het beeld of persoon.
Een andere oplossing was de camera Obscura. Als licht door een klein gat in een verduisterde kamer schijnt,wordt een beeld van de buitenwereld op de muur er tegenover geschenen. Dit is een handig manier om dat beeld over te trekken. Camera Obscura werd een handig werktuig voor kunstenaars,die de omtrek van het beeld maakten en deze schets gebruikten als basis voor een schilderij.

Wie was de eerste persoon die fotografie op papier zette?
De eerste persoon die een permanente afdruk maakte op papier was de Britse uitvinder William Henry Fox Talbot ( 1800-1877) Hij deed er 6 jaar over om te ontdekken hoe hij een negatief beeld moest omzetten in een positieve afdruk op papier. Maar uiteindelijk vestigde hij dat als transparant papier wordt gebruikt voor het eerste (negatieve) beeld,dit kan worden gebruikt om een tweede beeld (positief) te drukken,waarin de lichte en donkere delen precies tegengesteld zijn. Fox Talbot maakte ook kleine houten camera’s die makkelijk mee genomen konden worden. Zijn vrouw noemde het ‘muizenvallen’.