Evolutietheorie Darwin

Vraag 1 Wat behelst de Darwinistische evolutie theorie? De grote bioloog Darwin zei dat eigenlijk alles uit elkaar voortkwam. Elke levensvorm ontwikkelt zich uit een andere levensvorm. En volgens Darwin kwam dan ook nog eens hogere levensvorm voort komt uit een lagere levensvorm. De echte definitie is dan ook: “Hogere vormen in de natuur ontwikkelen zich uit lagere vormen”. Hiermee slaat hij de bijbelse kijk op de wereld neer. Hij zegt hiermee namelijk dat de aarde niet geschapen is, maar zich heeft ontwikkeld. Dit gaf voor mensen een andere kijk op de wereld. Een evolutie ging nooit acuut. Het gebeurde altijd en nu nog steeds chronisch. Langzaam aan verandert de ene soort in het andere soort. Bij zo een evolutie is het zo dat de jongen een klein beetje afwijken van ouders. Zo is het zo dat de mens de laatste jaren gemiddeld steeds groter is geworden, om even als voorbeeld te nemen. Het bekendste aan de theorie van Darwin is “Survival off the fittest”. De sterkste overleeft. De sterkste nakomelingen overleven en de zwakke sterven. De nakomelingen met gunstige afwijkingen overleven en hebben zo ook de mogelijkheid zich voort te planten. Door deze voortplanting verspreiden ze deze gunstige afwijking. Waardoor uiteindelijk een nieuwe soort ontstaat. Darwin stelt dus dat nieuwe soorten ontstaan door natuurlijke selectie die mogelijk is doordat soorten verschillende soorten kunnen voortbrengen. Dit gebeurt of door menging van eigenschappen van de ouders of door een afwijking in de chromosomen. Zo veranderen de eigenschappen en soms zo ver dat er een nieuwe soort ontstaat.

Vraag 2 Zijn er in mijn leven verschijnselen die deze theorie bevestigen? In onze samenleving zijn er veel dingen die deze theorie bevestigen. Zo is het zo dat degene met de grootste vaak het beste krijgt. Ze krijgen ook van iedereen aandacht omdat ze altijd wel wat te schreeuwen hebben. Niet alleen een grote mond heeft effect bij mensen, maar ook kracht. Degene met veel kracht weet te imponeren en mensen zijn daar eerder bang voor. Zo zal je eerder bang zijn voor een krachtpatser dan voor een kleine nerd. Deze grote jongen zal dan ook eerder dingen voor elkaar. Maar ook iemand met een hoger IQ is een voorbeeld. Zo een iemand zal makkelijker zijn weg in de maatschappij weten te vinden dan iemand met een lager IQ. Dit kun je ook zien als een natuurlijke selectie, want je kan niet je eigen IQ bepalen. Onder dieren is deze theorie ook te zien. Het is zo bij dieren dat de sterkste het meeste eten krijgen. Een heel goed voorbeeld is een kippenhok met kippen erin. In dit hok wordt de eerste week enorm gevochten. De veren vliegen je dan om je oren. Dan wordt er gevochten om de pikorde. Wie dan het sterkste is mag als eerste pikken oftewel die mag als eerste eten. Een voorbeeld van de theorie is die van de giraffen. Eerst hadden de giraffen niet zulke lange nekken, maar door een gunstige afwijking kregen sommige giraffen lange nekken. De met de kleinere nekken sterven af doordat ze niet hoog in de boom konden reiken. De met de langere nekken konden de bladeren nog hoog in de boom eten en hadden meer voedsel dan de kleinere. Het ene soort sterft uit en een andere sterkere soort neemt het over.

Vraag 3 Welke waarnemingen in de natuur rekenen volgens hedendaagse natuur wetenschappers af met de theorieën van Darwin? Geef een aantal sprekende voorbeelden. Een van theorieën die recht tegenover Darwin staan is die van Peter Scheele. Peter Scheele spreekt juist van een Degeneratie theorie. In deze theorie laat Scheele juist weer het licht op god en de bijbel schijnen. Zo zie je maar hoe ver de wetenschap gaat, zelfs tot in de theologie. Scheele spreekt juist van een schepping. Volgens hem moet er een schepping zijn geweest. Bij deze schepping hebben alle huidige soorten een oervorm gekregen en sinds deze oervorm is het er niet beter op geworden. In deze vorm zaten nog alle mogelijkheden. Van uit deze oervorm zijn steeds andere soorten gekomen. Deze soorten zijn niet beter geworden, juist slechter want de soorten zijn juist beperkt in hun mogelijkheden. Want zo zegt Scheele nieuwe soorten ontstaan juist doordat genen muteren en dus juist niet meer werken. Daardoor raakt een nieuwe soort juist bepaalde functies kwijt.

Een aantal voorbeelden die deze theorie toetsen: · De aalscholver, die het vliegen verleerde. De aalscholver komt op een afgelegen eiland voor, waar voldoende vis is, zodat het al springend van de rotsen toch in leven kan blijven zonder te hoeven vliegen. · Struisvogels die niet meer vliegen. · De eendagsvlieg, die alleen nog maar in staat is zich voort te planten en verder al zijn functies verloren heeft.

Vraag 4 Wat zou bedoeld worden met ‘een darwinistische wijze van economie bedrijven’. De darwinistische kijk op economie is die van een vrije markt economie. Ieder zorgt voor zijn eigen bedrijf en voor zijn eigen hachie. Een economie waarin veel concurrentie voorkomt en waar monopolypositie geen enkel probleem is. In zo een economie ligt dus het meeste succes in de handen van de grote bedrijven. Een grote bedrijf neemt dus een hele markt sector in beslag. De kleine bedrijven hebben meer moeite om te blijven bestaan en niet failliet te gaan of te worden opgenomen door een grote bedrijf. Dit komt doordat de grote bedrijven gebruik maken van massaproductie en daardoor minder hoeven te betalen voor het produceren van producten. Dit maakt dat het voor de consument aantrekkelijker is om producten van grote bedrijven te kopen. Dit maakt dus dat een hele marktsector in handen kan vallen van een bedrijf. Dit maakt dat zo’n bedrijf voor god kan gaan spelen. Zo kan hij de prijzen van zijn producten torenhoog verhogen zodat hij enorme winst maakt. Dit omdat de consument wel het product nodig heeft maar hij slechts bij een leverancier terecht kan. Een mooi voorbeeld ervan is de monopolypositie van Microsoft een tijd geleden. Dank zij dat is Bill Gates op dit moment de rijkste man op de aarde.