1. A. In Soedan staan twee groepen tegenover elkaar in conflict, dit zijn in het noorden de Islamieten (die nauwe banden onderhouden met de Arabische landen) en in het zuiden de Afrikanen met hun christelijke of animitische religie. B. De religie en de bijbehorende cultuur: de Islamieten willen de Soedanezen bekeren tot het Islamitische geloof en cultuur. Zij zijn van mening dat het gezicht versieren met littekens belachelijk is, ook beoefenen zij een totaal ander geloof. De Soedanezen voelen zich sterk gediscrimineerd vooral omdat de regering altijd uit Islamieten bestaat. Ook zijn de Soedanezen van mening dat de Islamieten de zuidelijke olie als de hunne beschouwen en dus zichzelf ook toe-eigenen. C. De zuiderlingen hebben een sterk regionaal bewustzijn omdat zij zich ten opzichte van de noorderlingen in een ander ‘gebied’ bevinden, het zuiden bezit namelijk veel vruchtbaardere grond. Maar men heeft er ook een andere cultuur, geloof en taal. Het gebied waarin zij leven heeft dus andere ruimtelijke kenmerken, evenals de bevolking. Naast dat deze een ander geloof uitoefent, zien zij er ook anders uit. Ze versieren zichzelf met littekens, dragen andere kleding en zijn over het algemeen wat donkerder van huidskleur.
2. A. Soedan is een droog en arm land wat aan de Rode Zee licht. Het wordt omringd door landen als Egypte, Libië, Tsjaad, Ethiopië, Kongo en de Centraal Afrikaanse Republiek. Het bezit weinig bronnen van inkomsten, zowel in de primaire, secundaire als tertiaire sector. De grond is slecht vruchtbaar, waardoor de primaire sector matig presteert. Door de slechte opleidingen en grondstoffen komen de secundaire en vooral de tertiaire sector niet van de grond. Het land staat onderleiding van een Islamitische regering, maar het land bezit ook een ander meer Christelijk volk, die zich in het zuiden bevinden. B. Het zuiden van het land bezit in verhouding tot het noorden en productievere grond; het noorden is vrijwel ‘improductief’. Het zuiden bezit oliepalmen, aardnoten, licht tropisch woud en savanne met zelfvoorzienende akkerbouw en extensieve veeteelt, zelfs een deel akkerland voor graansoorten. Het noorden daarentegen bezit wel wat extensieve veeteelt en katoenplantages, ook wat akkerbouw en suikerriet, maar deze vallen in het niets bij de producten die de zuidelijke grond voortbrengt.
3. A. De Islamieten maken in Soedan de dienst uit, al sinds de vorming van de staat domineren de Islamieten en moeten de zuiderlingen de onderdrukking tot zich nemen. B. Bron 1 en 2 vermelden de in 3A genoemde informatie aan de hand van een bijschrift van een kaartje en een foto. Tevens doet de foto het dominerende beeld van de Islamieten versterken, ze zal haar eigen volk voortrekken in verhouding met de zuiderlingen. Die moeten zoals de foto suggereert in armoedige hutjes leven in de woestijn. C. De zuiderlingen zien de verschillen tussen de twee volken in het land: de Islamieten die hen onderdrukken, producten toe-eigenen etc., de totaal andere cultuur en religie. Doordat de zuiderlingen dit zien versterken zij onbewust hun verlangen naar een eigen soevereine staat voor hun eigen volk. Vervolgens, als de zuiderlingen genoeg hebben van het gevoerde beleid en voldoende moed hebben, gaan zij zich organiseren tegen de Islamieten, ze streven en vechten om een eigen staat. Men is de onderdrukking zat en wil veranderingen, die de Islamieten niet toe zullen laten, waardoor het conflict blijft voortduren.
4. A. Het regionaal bewustzijn heeft zich aangepast aan de politiekruimtelijke organisatie. B. De zuiderlingen willen namelijk geen oorlog meer, ze willen een rustig leven, dit zal niet lukken als ze bij de zuiderlingen blijven, ze zijn namelijk in de minderheid en zullen daarom het land nooit veroveren. Doordat vele zuiderlingen vluchten zijn ze niet meer zo sterk gebonden aan een plaats en regio, daar moeten ze zich te vaak voor aanpassen. Men vindt het dan geen probleem om zich in de Islamitische cultuur te voegen, en past zich vervolgens aan de politieke situatie aan, neemt de cultuur en taal over.
5. Het is voor het noorden een overwinning, omdat ruim twee miljoen zuiderlingen nu ook naar het noorden (naar Khartoem) zijn gevlucht vanwege het terreur en oorlogsgeweld wat in het zuiden plaatsvindt. Deze zuiderlingen hangen nu ook de Islamitische godsdienst aan, want anders zijn ze niet welkom in het noorden van Soedan. En dat is natuurlijk het doel van de noorderlingen, de Islamitische godsdienst te nationaliseren, dus hebben de noorderlingen een overwinning behaald.
7. \'De mensen zijn verplicht om zichzelf te verdedigen en willen geen moslim worden\'; zegt bisschop Erkolano Lodu van Yei. \'De kracht van het geloof komt voort uit het feit dat ze zo zwaar worden aangevallen.\'
De oorlog in Soedan is inmiddels de langst lopende oorlog van Afrika. De oorzaak van de oorlog is tegenwoordig meervoudig. Ging het eerst alleen nog om de verscheidenheid in godsdienst, tegenwoordig wil het rijke noorden ook de olie en het water van het vruchtbare zuiden. Want Soedan heeft een geschatte olievoorraad van twee miljard vaten. Het grootste deel bevindt zich in het zuiden van het land, waar de verzetsbeweging SPLA de macht heeft. En ook de VS ziet nu zijn belangen in deze oorlog, want Soedan had een toegevoegde energieleverancier voor de VS kunnen worden.
Inmiddels zijn er sinds 1985 meer dan twee miljoen doden gevallen als gevolg van deze oorlog en volkerenmoord. Vanwege de oorlog wordt het land geplaagd door hongersnoden omdat de mensen niet kunnen planten en oogsten. Gezinnen in het zuiden worden geterroriseerd, vaders vermoordt, moeders verkracht en kinderen als slaven verkocht. Deze verschijnselen hebben opvallend wel geleid tot een sterke en oprechte opleving van het kerkelijk leven onder de Zuid-Soedanese bevolking. Want de kerk en het ceremoniële gedeelte erbij (bidden enz.) speelt nog steeds een grote rol. Dus de kans wordt steeds kleiner dat de Zuid-Soedanese bevolking de Islamitische godsdienst aan gaat hangen. Door de oorlog hebben ongeveer één miljoen mensen zich nu over het zuiden van Soedan verspreid. Ze hebben hun huis, hun vee, hun plantages en al hun bezittingen achtergelaten en vele dagen gelopen naar kampen waar onvoldoende voedsel is. Veel vluchtelingen sterven van dorst of door ziektes als cholera. Talloze jongens gaan de oorlog in een komen lange tijd niet terug, als ze überhaupt ooit terugkeren. Over enkele maanden, zo verwacht het Wereld Voedsel Programma (WFP) van de VN, dreigen door de combinatie van droogte en geweld opnieuw zeker zeshonderdduizend mensen in acute problemen te komen.
Organisaties als Christian Aid beweren ook dat de oliemaatschappijen bewust hun ogen sluiten voor grove mensenrechtenschendingen die het Soedanese bewind begaat bij het veroveren van zuidelijke oliegebieden. Christian Aid meent dat vandaag de dag de uitgaven voor de oorlog, één miljoen dollar per dag, inmiddels gelijkstaan aan de inkomsten door de uitvoer van olie.
Vredesorganisaties, en met name de VS, proberen intussen het vredesakkoord op gang te krijgen. Alleen is hier gebrek aan overeenstemming op verscheidene punten: - Wie er autonomie over het zuiden krijgt. - Wat de regering wordt, waar het uit bestaat. - De scheiding van godsdienst. - Wie de controle krijgt over de rijke olie regio\'s. - De scheiding of eenheid van de staat zelf.
Dus het vredesakkoord heeft helaas nog een lange weg (van terreur) te gaan.
REACTIES
1 seconde geleden