(figuur 1) De Warme Golfstroom, over de hele wereld zo goed te zien. (figuur 2) Een satelliet opname van het westelijke deel van de Atlantische Oceaan laat goed zien hoe de warme Golfstroom zich in noordelijke richting beweegt
land dat droog kwam te liggen door dalend zeeniveau. (figuur 3)
Korte inleiding
Met de aardrijkskundeles hebben we de film ‘The day after tomorrow’ gekeken. De film gaat over een ongelofelijke klimaatverandering in een paar dagen, dat plaatsvindt in Amerika en de omliggende landen. De film is mooi gemaakt met veel special effects, het ziet er erg realistisch uit. Maar is dat het ook?
Wat is klimaat?
Het is heel moeilijk om kort uit te leggen wat klimaat eigenlijk inhoud, klimaat is een groot begrip. Het klimaat is het gemiddelde weer van een plaats of gebied, meestal is dat het gemiddelde van een aantal jaren van temperatuur, vocht, luchtdruk, wind, bewolking en neerslag. En er wordt gekeken naar variaties, dingen die ongewoon zijn, anders dan anders, zoals hittegolven en zware regen met wateroverlast of overstromingen. Meteorologische instituten zoals het KNMI, doen ongeveer elke dag waarnemingen over het klimaat, sinds anderhalve eeuw. Over het klimaat van voor die tijd halen ze hun informatie uit oude documenten, jaarringen van bomen en boringen in gletsjers, ijskappen en diepzeesedimenten. Daardoor hebben we veel informatie over het gemiddelde klimaat maar ook over de klimaatschommelingen en klimaatveranderingen. Er bestaan verschillende soorten klimaten. De Duitser Köppen heeft verschillende klimaten met namen vast gesteld, zodat wij ze uit elkaar kunnen houden. Hij heeft bij de verschillende benoemingen rekening gehouden met alleen de (maand) gemiddelde temperatuur, en de (maand) gemiddelde neerslag. Hij heeft vijf hoofdgroepen van klimaten benoemd. Daar heeft hij de letters A, C, D, E, B gebruikt, waarbij A het tropische klimaat inhoudt, C de gematigde klimaten, D het landklimaat, E het poolklimaat, en B het droge klimaat. Het ‘landklimaat’, dit klimaat heeft koude winters, warme zomers, en matige neerslag. Polen heeft zo’n landklimaat. Nederland heeft een ‘gematigd klimaat’, omdat het aan zee ligt, wij hebben milde zomers, en zachte winters, en veel neerslag. Het land koelt sneller af dan de zee, de zee is dus warmer en er waait ‘s winters nog een redelijk warme wind over het land. Daarom hebben we dus nooit extreem koude winters, of extreem warme zomers. Het Nederlandse klimaat is een voorbeeld van een ‘zeeklimaat’. Het subtropische klimaat (rond de Middellandse Zee) behoort ook tot de gematigde klimaten. Er is ook ‘tropische klimaat’, dit hebben de landen die vlak bij de evenaar liggen zoals bv. Brazilië, Peru, Equador, Kenia, en Bolivia. Dit klimaat heeft warme zomers én warme winters. Er is over het jaar bijna geen verschil te merken in het weer. Wel hebben de landen een natte tijd. Dan valt er veel neerslag maar het blijft warm. Dan heb je ook nog het ‘pool klimaat’, als voorbeelden Antarctica, een deel van Rusland, en Groenland. In deze landen is het het hele jaar door koud. Er is daar geen verschil tussen de zomers en winters. En als laatste het ‘droge klimaat’. Daar is de verdamping van water hoger dan de neerslag die valt. Het is er warm, en droog. Hierbij moet je denken aan een woestijn, zoals de Sahara. Maar om het begrip klimaat echt te kunnen begrijpen moeten we het hele systeem van de aarde goed begrijpen
Klimaatveranderingen
Klimaatveranderingen worden veroorzaakt door zowel natuurlijke als menselijke factoren. Klimaatonderzoekers proberen er achter te komen wat de oorzaken van klimaatveranderingen zijn en in hoeverre ze voorspelbaar zijn.
• Het klimaat wordt door de natuurlijke factor veranderd, dat komt door; verschuivingen van aardplaten (continenten) en zeestromen, inslagen op aarde van kometen of meteorieten, vulkanisme, verschillen in de aardbaan, de zon die veranderd (veranderende zonneactiviteit) het onverwachte gedrag van de atmosfeer. - De zon maakt in 1 jaar een rondje om de aarde. Sinds 1979 zijn er door satellieten waarnemingen gemaakt waaruit je kan zien dat de sterkte (intensiteit) van de zon gelijk loopt met de 11 jarige duur van de zon van de rit om de aarde. De variaties in de zonnestraling (in 11 jaar) zijn klein. Ze zijn dan ook bijna niet terug te vinden. Er zijn ook aanwijzingen dat de zon langzame variaties vertoont. Die langzame variaties kunnen wel merkbare invloed op het klimaat hebben, en misschien komt het daardoor dat er in de helft van de 17de eeuw lage wintertemperaturen waren en in de helft van de 20ste eeuw opwarming plaatsvond. Heel erg veel weten we er nog niet over, er wordt ook nog onderzoek naar gedaan. Er wordt soms ook gesuggereerd dat de zon nog op een andere manier dan via zonnestraling invloed zou hebben op het klimaat, maar of dat echt waar is? - Als er een vulkaan uitbarst kan er veel stof in de atmosfeer komen, dit stof reflecteert zonlicht (net als bij menselijke factoren je de aerosolen heb). Meestal verdwijnt het stof binnen een paar jaar vanzelf weer uit de atmosfeer. Maar sterke vulkaanuitbarstingen hebben een grote invloed op de warmtebalans van de aarde. En tast dus ook het broeikaseffect aan. - Het weer, het klimaat en vooral de temperatuur in West-Europa is heel erg afhankelijk van de zeewatertemperatuur in het noorden van de Atlantische Oceaan. Een warme oceaan houdt de temperatuur in de gebieden die daarbij liggen op een gematigd niveau. Het water in het noorden van de Atlantische Oceaan is warm omdat daar de Warme Golfstroom loopt. Die je kan beschrijven als een transportband van warmte, de stroming gaat met een slingerende rivier met draaikolken, zinkende bellen van koud en warm water. De Golfstroom begint in de Golf van Mexico (daar komt de naam ook vandaan), en vanaf daar brengt het warm water naar het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan. Omdat het water in dat gedeelte best wel zout is zinkt het nadat het afgekoeld is naar beneden, en daarna stroomt het in zuidelijke richting weer terug. De stroom wordt waarschijnlijk in beweging gebracht door enorme wervels in de wateren rond Zuid-Afrika, er lekt daardoor warm wat er ui de Indische Oceaan naar de Zuidelijke Atlantische Oceaan. (zie figuur 1 en 2). Onderzoekers hebben uitgezocht dat een warmer klimaat de Golfstroom kan afremmen omdat er dan door de warmte ijsblokken afbreken en het ijs smelt, en er meer zoet water bij de Warme Golfstroom komt, waardoor het water in het Zuiden van de Atlantische Oceaan niet meer naar beneden zingt omdat het te zoet is. Dus het hele proces raakt dan in de war.
De opdracht gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden