Geografisch beeld: China.
1
a. Absolute ligging:
• China ligt tussen 20-50 NB en 75-135 OL.
b. Relatieve Ligging:
• Buurlanden: China is in het noorden begrensd door Mongolië en Rusland; in het noordoosten door Rusland en Noord Korea; in het oosten door de Gele Zee en de Oost Chinese Zee; in het zuiden de Zuid Chinese Zee, Vietnam, Laos, Myanmar, India, Bhutan, en Nepal; in het westen door Pakistan, Afghanistan, en Tajikistan, met Kyrgyzstan en Kazakstan in het noordwesten.
• Rivieren: De twee grootste rivieren van China zijn de Huang He of Gele Rivier (4845 km) en de Yangzi Jiang (5200 km). De Gele Rivier is berucht om zijn overstromingen, die grotendeels worden veroorzaakt door de grootschalige ontbossing in het binnenland, waardoor de waterhuishouding in het stroomgebied van de rivier bijna niet te beheersen is. De laatste 2000 jaar is de rivier zo’n 1500 maal overstroomd, en wordt daardoor ook wel ‘China’s zorg’ genoemd. Door de zeer grote hoeveelheden vruchtbare grond (löss) die door de rivier naar de zee gevoerd wordt, heeft de rivier de naam \'Gele Rivier\' gekregen.
De Yangzi Jiang heeft lang niet zo’n desastreuze invloed op het landschap en is met haar wijdvertakt stelsel van zijrivieren dan ook van veel grotere betekenis voor de scheepvaart. Na de Amazone en de Nijl is de Yangzi Jiang de langste rivier ter wereld.
• Bergen: De Hoogvlakte van Qinghai-Xizang ligt gemiddeld 4000 meter boven de zeespiegel en omvat de provincies Tibet (Xizang), Qinghai en West-Sichuan. Bijna alle grote rivieren van China en Zuidoost-Azië ontspringen hier.
De tweede hoogvlakte varieert in hoogte van 1000-2000 meter en omvat van noord naar zuid het Tarimbekken, de Mongoolse Hoogvlakte, het Lössplateau, het Rode Bekken, en de Yunnan-Guizhou-Hoogvlakte.
2
a. Hoe is het reliëf?
b. Welke klimaten komen er voor?
• In west-China vind je het B-klimaat en het EH-klimaat, in het oostelijk kustgebied overheerst het Cw- en Cf-klimaat.
c. Welke delfstoffen?
• China heeft de grootste reserve delfstoffen van de wereld. De reserve aan kolen bijvoorbeeld in China wordt geschat op meer dan één biljoen ton, hoewel de kwaliteit ervan niet bepaald goed is. Ongeveer driekwart van de binnenlandse energiebehoefte wordt door kolen gedekt. De belangrijkste kolencentrales liggen in de provincies Hebei, Shanxi, Shandong, Jilin en Anhui. In 1994 behoorde China tot de grootste drie kolenproducerende landen ter wereld met haar 1212 miljoen ton aan kolen.
Grote voorraden ijzererts zijn er onder andere te vinden in de provincies Shanxi, Hebei en Shandong. Deze reserves worden geschat op ongeveer 496 miljard ton.
Sinds 1996 is China de grootste producent van ruw staal ter wereld. Maar een probleem is wel dat de ijzerertsreserves van lage kwaliteit zijn, waardoor dus ook het geproduceerde ijzer en staal van slechte kwaliteit zijn. Ze zijn dus nauwelijks van waarde voor de export. Vreemd is het dan ook niet dat er jaarlijks toch nog miljoenen tonnen aan allerlei soorten staal geïmporteerd moeten worden. Om dat probleem op te lossen zodat de productie verbeterd en geoptimaliseerd wordt, worden er veel kleine ijzer - en staalfabrieken gesloten en is het de bedoeling om tot maar zes grote conglomeraten te komen. Zij moeten op de internationale markt gaan en concurreren met Zuidoost - Aziatische en Westerse staalbedrijven.
China bezit de grootste reserves ter wereld van onder anderen wolfraam, antimoon, titanium, tantalium en zware fluoriet. De exploitatie van niet-ijzerhoudende metalen is echter moeilijk, door de grote hoeveelheden die hiervan moesten worden ingevoerd in de tweede helft van de jaren zeventig (o.a. koper, aluminium, nikkel en lood).
d. Is er veel water in het gebied ?
• De geschiedenis van China is doordrenkt met verhalen over water. Kenmerkend voor de problemen in het waterbeheer zijn vooral de extreme verschillen. Er zijn vaak grote watertekorten in het noorden en oosten van het land en grote overstromingen in het zuiden. De belangrijkste uitdagingen voor de overheid zijn de beschikbaarheid van voldoende water voor de voedselproductie en de drinkwatervoorziening, het zuiveren van verontreinigd water, de bescherming tegen overstromingen en het duurzaam omgaan met het milieu. Het treffen van technische maatregelen alleen is niet voldoende. De overheid is ervan overtuigd dat een vergaande integratie van beleids- en beheersmaatregelen nodig is om het watermanagement op peil te brengen.
e. Waar liggen de Steden ?
• Speciale economische zones en open steden bieden belastingvoordelen en een goed infrastructuur aan buitenlandse investeerders. Deze steden liggen vooral aan de kust.
f. Hoe is het grondgebruik ?
• Bouwland: 15.4%
Permanente oogst: 1.25%
Overige: 83.35% (2001)
3. Bevolkingskenmerken
a. Culturele kenmerken:
• In China worden verschillende talen gesproken. De officiële taal in zowel de Volksrepubliek China als Taiwan is het Mandarijn
De term Chinese cultuur heeft betrekking op een veelheid aan tradities en religieuze gebruiken zoals deze in alle uithoeken van China gedurende de geschiedenis van China hebben bestaan en nog steeds bestaan. Het uitgestrekte land kent een grote verscheidenheid aan culturen en volkeren, zowel in het verleden als in het heden. De grootste etnische groep - met een grote onderlinge verscheidenheid - zijn de Han-Chinezen. China kent echter veel minderheidsvolken, waaronder Mongolen en Tibetanen
b. Demografische kenmerken:
• Aantal inwoners: In China wonen ongeveer 1.4 Miljard mensen, dat is ongeveer een kwart van de wereld bevolking. In China wonen veel mensen in de steden langs de kust. Daar mogen kapitalisten komen, dus daar mogen ze alles zelf bepalen wat ze met hun bedrijven gaan doen. Die ‘open’ steden liggen aan de kust, want daar kan je het beste handeldrijven.
Bevolkings Dichtheid: In het zuid-oosten 200 of meer mensen per vierkante kilometer, in het westen en in het midden gemiddeld 30 mensen per vierkante kilometer.
Geboortecijfer: minder dan 18 per 1000 inwoners.
Sterftecijfer: minder dan 8 per 1000 inwoners.
Geboorte overschot: minder dan 10 per 1000 inwoners.
Zuigelingen- en/of kindersterfte: 60 tot 100 per 1000 levendgeborenen.
Levensverwachting: tussen de 65-75 jaar.
Verstedelijking: 3,0 tot 4,5% in jaarlijkse toenamen van de stedelijk bevolking in de periode van 1980-1988.
c. Economische kenmerken:
• De economische tweedeling van China (binnenland - kustgebied) lijkt op de centrum-peniferietegenstelling. Het arme westen levert grondstoffen tegen slechte producten van het oosten, de betere producten zijn voor de export.
d. Politieke kenmerken:
• Beroepsbevolking: Landbouw (50%), industrie (24%), diensten (26%).
Analfabetisme: 15 tot 20% van de bevolking is analfabeet.
BNP/Inkomen/Welvaart:
BNP: 4.3 Miljard Dollar (1997 geschat)
Staatsschuld 131.0 Biljoen Dollar (1997)
Export: 182.7 Miljoen Dollar (1997 geschat), elektrische apparaten, kleren, schoenen, speelgoed, brandstof, leer, plastic (1997)
Import: 142.4 Miljoen Dollar (1997 geschat), mechanische apparaten, elektronische machines, brandstof, plastic, ijzer and staal, katoen (1997)
Werkloosheid: Stedelijke werkloosheid ruwweg 10%, substantiële werkloosheid en onvoldoende productieve werkgelegenheid in rurale gebieden.
Bezit van bijv. auto’s, telefoons, televisies, etc:
auto’s: minder als 5% van de bevolking heeft een auto.
televisies: 272 op de 1000 inwoners heeft er een.
Telefoons: 70 op de 1000 inwoners heeft er een.
Aantal artsen: 500 tot 2500 per vierkante kilometer
Energie verbruik: 500-2000 kg steenkoolequivalenten per inwoner
4. Relaties:
• Relaties met andere regio’s
Handel: vooral in elektronica
Migratie: het is vooral druk in het noord-westen en in andere delen niet zo druk
Guangdong, Zhejiang en Beijing zijn ook drukke plaatsen.
Geografisch beeld China
6.2
ADVERTENTIE
REACTIES
1 seconde geleden