Atoomwapens

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 1587 woorden
  • 21 maart 2004
  • 29 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
29 keer beoordeeld

Atoomwapens

*1: Welke landen hebben atoomwapens?

Vijf landen die het Internationaal Atoomagentschap van serieuze én tegelijkertijd verborgen atoomactiviteiten verdenkt, zijn: Algerije, Libië, Irak, Iran en Noord-Korea.

1. ALGERIJE Algerije bezit een atoomreactor gebouwd door China. De reactor wordt gebruikt voor onderzoek en werd opgericht in Aïn Oussera. Algerije ondertekende het internationaal atoomakkoord niet, maar gaf het Internationaal Atoomagentschap in Wenen (AIEA) wel toelating inspecties uit te voeren. Het AIEA sluit niet uit dat behalve onderzoeken nog andere activiteiten worden uitgevoerd in het centrum in Aïn Oussera. Op korte termijn zou echter geen gevaar bestaan voor het aanmaken van atoomwapens. Toch vindt het AIEA dat Algerije in het oog moet worden gehouden gezien de politieke toestand in het land.

2. LIBIË Libië bezit zelf geen nucleaire technologie en is niet in staat zelf een atoombom te maken. Niettemin tracht het land via relaties in het buitenland en tal van andere middelen de hand te leggen op een atoombom. Het atoomwapen zou al jaren een ware obsessie betekenen voor kolonel Kadhafi. In 1981 richtte hij zelfs een secretariaat voor nucleaire energie op waardoor de geruchtenmolen over de \"Islamitische bom\" weer volop voedsel kreeg. Terwijl Libië vooral chemische wapens heeft en zoals gezegd, zelf niet in staat is een atoomwapen te fabriceren, blijft de internationale gemeenschap waakzaam, de ervaring met Irak indachtig

3. IRAK Irak tekende het akkoord over het niet verder verspreiden van atoomwapens, maar lanceerde naderhand toch een uitgebreid programma voor de ontwikkeling van verreikende nucleaire wapens. Het staat nu vast dat Irak in 1991 in staat was in twaalf tot achttien maanden een atoombom in elkaar te steken. Sadam Hoessein wordt trouwens al langer dan 1991 verdacht. In 1982 vernietigde Israël het atoomcentrum in Osirak. Ondanks de vernietiging van nucleaire installaties tijdens de Golfoorlog, mogen de technische mogelijkheden van Bagdad en vooral de wil atoomwapens te hebben, niet onderschat worden.

4. IRAN Iran tekende het atoomakkoord. Toch wordt Teheran verdacht van het uitvoeren van een clandestien atoomprogramma. Iran rekruteert al enige tijd ingenieurs uit de vroegere Sovjetunie en het land onderhoudt uitstekende betrekkingen met Pakistan. De enige controles van het AIEA werden uitgevoerd in installaties die Teheran officieel bekend had gemaakt. Verscheidene aanwijzingen laten echter vermoeden dat Iran enkele atoomcentra verborgen heeft gehouden voor de controlegroepen. Ondanks deze verborgen centra zou Iran toch niet voor het jaar 2.000 zijn eigen atoomwapens kunnen fabriceren.

5. NOORD-KOREA Noord-Korea is een type-voorbeeld van een flagrante schending van de internationale atoomakkoorden. Een experimentele reactor in Yongbyon zou meer plutonium produceren dan het land officieel aangeeft. In december 1991 beloofden beide Korea\'s geen nucleaire wapens in hun bezit te hebben, nooit atoomwapens te zullen kopen en er geen te zullen maken. Sindsdien hebben inspecteurs van de Verenigde Naties al tal van onregelmatigheden vastgesteld tijdens hun bezoeken. In maart 1993 liet Noord-Korea weten dat het zich zou terugtrekken uit het atoomakkoord. Noord-Korea bezit nucleaire middellange-afstandsraketten. E.C.

The \"Atoms for Peace\" Agency

*2: Handel in atoomkennis.

Naar mate de jaren verstreken bleek dat steeds meer landen zich het bezit van atoomwapens zouden kunnen permitteren, waardoor het einde zoek zou zijn. Om dit te voorkomen staken de Amerikanen, Russen en Britten de koppen bij elkaar en kwamen met een kernstopverdrag dat zorgde voor een bevriezing van de situatie. Zo werd de wereld verdeeld in \'gearriveerden en have-nots\'. Eerstgenoemde beloofden geen atoomwapens te leveren aan anderen, laatstgenoemden moesten beloven nooit atoomwapens te zullen vervaardigen. Hierbij kon men zich wel neerleggen, aangezien het bijdroeg aan de handhaving van de vrede, alhoewel er in feite duidelijk sprake was van discriminatie. Het lag minder eenvoudig op het terrein van de controle. De have-nots moesten zich laten controleren op hun doen en laten op het gebied van kernenergie, de gearriveerden daarentegen helemaal niet. Als men niets te verbergen had, hoefde dit uiteraard geen problemen op te leveren. Het was alleen de vraag hoe de controle georganiseerd zou worden. De Amerikanen hadden voorgesteld de controle te laten uitvoeren door het Internationale Agentschap voor Atoomenergie in Wenen, waar ook de communistische landen bij aangesloten waren. En het Oostblok had een gedegen reputatie op het gebied van spionage, dus de kans dat de bij een controle verworven inzichten en ideeën snel achter het IJzeren Gordijn zouden verdwijnen, was er groot. Natuurlijk zouden ze niet alleen verdwijnen, maar ze zouden ook toegepast worden. De verspreiding van nucleaire (= kern) wapens wordt vanwege de verwoestende uitwerking van deze wapens algemeen beschouwd als de gevaarlijkste vorm van proliferatie. Het Non-Proliferatieverdrag (NPV), in 1970 in werking getreden en in 1995 voor onbepaalde tijd verlengd, is gericht tegen de verspreiding van kernwapens. Het verdrag bepaalt dat de vijf kernwapenstaten (China, Frankrijk, Groot-Brittannië, de Russische Federatie en de Verenigde Staten) geen kernwapens of kernwapentechnologie mogen overdragen aan niet-kernwapenstaten (alle andere landen). Deze landen mogen op hun beurt geen kernwapens verwerven. Het ter beschikking stellen dan wel verwerven van nucleaire technologie voor vreedzaam gebruik is wel toegestaan. De Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA), een in 1957 opgericht VN-orgaan, is belast met de controle op de naleving van het NPV (onder meer door middel van inspecties). Om te voorkomen dat er nucleair materiaal voor militaire doeleinden wordt gebruikt, worden de ondertekenaars van het NPV regelmatig door de IAEA gecontroleerd. Ondanks het NPV beschikt tenminste nog één land over kernwapens (Israël) en beschikken twee landen over de kennis om deze wapens te maken (India en Pakistan). Deze zogenaamde \"drempellanden\" hebben het NPV nooit ondertekend. Bovendien wordt van andere landen vermoed dat zij in het geheim een kernwapen trachten te ontwikkelen (onder meer Iran en Noord-Korea). Een ander land, Irak, is na de Golfoorlog met harde hand voorlopig van zijn nucleaire ambities genezen. Of het NPV voldoende zal zijn om de verdere proliferatie van kernwapens te voorkomen is de vraag. De standaard IAEA-inspecties zijn in het verleden ontoereikend gebleken, zoals de late ontdekking van het hierboven genoemde geheime kernwapenprogramma van Irak heeft aangetoond. Voor vreedzame doeleinden verkregen nucleaire technologie kan zonder al te veel moeite worden benut voor het ontwikkelen van kernwapens. Met name de Russische Federatie en China hebben de afgelopen paar jaar nucleaire technologie verkocht. Een extra probleem is de (na het uiteenvallen van de Sovjetunie) toegenomen kwetsbaarheid van de Russische nucleaire installaties voor terrorisme en diefstal. De veiligheidsmaatregelen bij opslag en gebruik worden algemeen als volstrekt onvoldoende omschreven. Er verschijnen geregeld berichten in de pers over een stroom van radio-actieve materialen die overal in Europa zou opduiken. Bovendien dreigt er een uittocht van werkloze wapenexperts naar allerlei crisisgebieden in de wereld. Deze \"brain drain\" vormt een ernstig gevaar voor het streven naar het voorkomen van de verspreiding van kernwapens. In het Westen is dan ook een programma opgezet om deze mensen, waarvan sommigen beweren aanbiedingen te hebben gekregen, financieel te ondersteunen en aan het werk te houden.

* 3: Wat te doen tijdens of na een kernoorlog?

Alhoewel de blootstelling aan ioniserende straling een risico draagt, is het onmogelijk blootstelling volledig te vermijden. De straling is altijd aanwezig geweest in het milieu en in onze organismen. Wij kunnen echter onbehoorlijke blootstelling vermijden. Hoewel de mensen ioniseren straling niet kunnen voelen, is er een waaier van eenvoudige, gevoelige instrumenten geschikt om minieme hoeveelheden straling uit natuurlijke en kunstmatige bronnen te ontdekken. De dosimeters lijken op pennen, en kunnen aan iemands kleding worden geknipt. Zij meten een absolute dosis die over een periode van tijd wordt ontvangen. Zij moeten periodiek vernieuwd worden, en de resultaten moeten geregistreerd worden. Geigertellers en scintillometers meten onmiddellijk de dosis van ioniserende straling.

Bovendien zijn er vier manieren waarop wij ons kunnen beschermen:

Tijd: Voor mensen die aan straling naast natuurlijke achtergrondstraling worden blootgesteld: beperk of minimaliseer de blootstellingtijd, wat de dosis uit de stralingsbron zal verminderen.

Afstand: Op dezelfde manier dat de hitte van een brand verder weg minder intens is, vermindert de intensiteit van de straling verder van de bron van de straling. De dosis vermindert drastisch naarmate u uw afstand van de bron verhoogt (2 keer zo ver weg betekent over het algemeen 1/4 van de stralingsbelasting).

Bescherming: Een schild van lood, beton, of water geven goede bescherming tegen het doordringen van straling zoals gammastralen en neutronen. Dit is waarom bepaalde radioactieve materialen onder water worden opgeslagen of behandeld, of met behulp van op afstand bediende apparaten in ruimten die van dik beton worden geconstrueerd of die met lood worden gevoerd. Er zijn speciale plastic schilden die bètadeeltjes tegenhouden en de lucht zal alfadeeltjes tegenhouden. Het gebruik van het juiste schild tussen u en de stralingsbron zal de stralingsdosis verminderen of elimineren. De afscherming kan ontworpen zijn met kennis van de zogenaamde \"halverende dikten\": de hoeveelheid materiaal die de helft van de straling tegenhoudt. Voor gammastralen worden halverende dikten besproken in het Engelstalige artikel gamma rays in de Engelstalige Wikipedia. Insluiting: De radioactieve materialen worden beperkt tot de kleinste mogelijke ruimte en uit het milieu gehouden. De radioactieve isotopen voor medisch gebruik, bijvoorbeeld, worden verplaatst in gesloten containers, terwijl de kernreactoren binnen gesloten systemen met verschillende barrières werken die de radioactieve materialen binnenhouden. De zalen hebben een verminderde luchtdruk zodat er zelfs als er gaten in de ruimte zitten er geen materiaal naar buiten kan lekken. In een kernoorlog vermindert een effectieve radioactieve neerslagschuilplaats de blootstelling van mensen minstens 1000 keer. De meeste mensen kunnen hoge dosissen verdragen als 100 R, als die zijn verdeeld over een aantal maanden, hoewel met verhoogd risico van kanker in het latere leven. Andere burgerbeschermingsmaatregelen kunnen helpen blootstelling van bevolking door opname van isotopen en beroepsmatige blootstelling verminderen tijdens oorlogstijd. Één van deze beschikbare maatregelen is het gebruik van kaliumjodidetabletten (KI) die effectief het opnemen van gevaarlijke radioactieve jodium in de menselijke schildklier blokkeren.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.