Ik begon al heel vroeg met lezen. Ik had dat mezelf aangeleerd en vond lezen meteen heel leuk. Ik ging daarom ook iedereen zelf voorlezen. Mijn eerste boeken die ik me kan herinneren zijn, denk ik, de boekjes van Elsje en Joost. Ik had bijna alle boekjes van die serie. Ik ging ook vaak met m’n vader naar de bibliotheek om weer nieuwe boeken te halen.
Op de basisschool heb ik de meeste boeken gelezen. We hadden een paar keer per week een leesuurtje. In de lagere groepen werd je dan nog door een vader of moeder van school geholpen met lezen. Daar moest je dan ook een soort leesverslagje over maken. Het niveau van de boeken bestond uit avi’s en in de loop van de jaren hoorde je dan bij avi 9 te zijn. De boeken die wij op school moesten lezen waren vaak eigenlijk wel oud en ik vond ze meestal niet zo leuk. Ook werden we altijd voorgelezen na de pauze. Boeken die ik me kan herinneren zijn: ‘De Grote Vriendelijke Reus’, ‘Mathilda’ en ‘De Reuzenkrokodil’. ‘De GVR’ heeft wel de meeste indruk op mij gemaakt. De hoofdpersonen kan ik me nog herinneren (Sophie, GVR). Buiten school las ik wel veel, maar dan écht kinderboeken. Bijvoorbeeld tinatoppers, ofzo. (Van het tijdschrift ‘Tina’)
Toen ging ik naar de middelbare school. Ik kreeg minder tijd om te lezen, omdat ik heel veel huiswerk had. Wel vond ik het nog steeds heel leuk. Dus als we bijvoorbeeld een leesopdracht moesten maken, nam ik wel écht de tijd om een leuk, goed boek te kiezen en te lezen. Ik vond (en vind) vooral de boeken van Carry Slee heel goed. Ze kan heel realistisch schrijven en dat spreekt mij wel aan. Ik houd niet van science fiction boeken, omdat ik er niks van het ‘echte leven’ in terug kan vinden. Bij fictie boeken kan ik me daar wel goed bij inleven. En dat maakt het wel leuker om te lezen. De leraren/leraressen hebben natuurlijk invloed gehad op mijn leesgedrag. Want zij zeggen wat je wel of niet mag lezen voor je opdracht. Als ik die boeken dan leuk vond om te lezen ging ik naar meer boeken van dezelfde schrijver zoeken. Maar ook mijn ouders hebben wel invloed gehad op mijn leesgedrag. Want als ze naar de bibliotheek gingen, namen ze ook weer boeken voor mij mee.
Mijn top-3:
1. Blauwe Plekken
2. Spijt!
3. De moeder van David S.
1. ‘Blauwe Plekken’ is een boek van Anke de Vries. Ik heb dit boek misschien wel 5 keer gelezen. Het taalgebruik is gemakkelijk en modern. Ik vind boeken leuk die ‘nu’ zouden kunnen gebeuren boeiend. 2. ‘Spijt!’ is een boek van Carry Slee. Het taalgebruik in het boek was gemakkelijk te volgen. Daarom leest het boek ook zo lekker. 3. ‘De moeder van David S.’ is een boek van Yvonne Keuls. Ik zou dit boek niet uit mezelf hebben gekozen, maar mijn vader had het een keer meegenomen voor mij uit de bibliotheek. Op vakantie had ik dit boek gelezen en ik kon het in één adem uit lezen! De bouw was niet zo ingewikkeld en er zaten niet echt veel moeilijke stukken in; alles hangt goed met elkaar samen.
REACTIES
1 seconde geleden