Nederlands Poëzieanalyse. \'De Beweging van Vijftig\'.
De \'Beweging van Vijftig\' was een stroming in de poëzie die ontstond rond 1950. Deze was een radicale vernieuwingsbeweging in de poëzie, als reactie op de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Deze \'Beweging van Vijftig\' kom voort uit een even radicale vernieuwingsbeweging in de beeldende kunst, de \'Cobra\'.
De dichters van de \'Beweging van Vijftig\' wilden een poëzie met een nieuwe inhoud en een nieuwe vorm; ze wilde experimenteel te werk gaan. Dit hield in dat ze als ze begonnen met dichten, ze nog geen idee hoefden te hebben hoe het gedicht zou eindigen, of in wat voor vorm; het gedicht moest al dichtende tot stand komen.
De belangrijke dichters uit de \'Beweging van Vijftig\" zijn Lucebert, Kouwenaar, Elburg en Campert.
Gerrit Kouwenaar.
Uit: \'Een geur van verbrande veren\'.
De Dag.
1. Globaal lezen.
De dag.
De wand is dun, men hoort zijn vader
de tijd opwinden, de heel fijne dove
steeds vleziger ademhaling van een machine
wiens dagen sinds jaren geteld zijn
een voorjaar is het maar voorgoed november
een slachtmaand mak als brood
de opgeheven zwaarte van een hamer
het is alsof het handschrift aarzelt
de pagina berouwt, zich afvraagt wat het moet
met al die klinkers scherven zekerheden
het licht droogt op in inkt, het raam
ziet enkel in, verhelend dat de straat
zich inslaapt in een kiek, de uitgang dicht -
2. Grondig lezen. Dit gedicht is geschreven voor Hugo Claus, ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag.
De titel \'De dag\' slaat op de dag dat Hugo Claus zestig wordt.
De verjaardag wordt vergeleken met oud in de eerste strofe, in de tweede strofe wordt somberheid beschreven, in de derde strofe wordt aarzeling beschreven en in de vierde strofe wordt het einde beschreven.
Eerste strofe oud, vanwege: vierde regel; wiens dagen sinds jaren geteld zijn.
Tweede strofe somberheid, vanwege: het is voorjaar, tijd van ontluiking en vrolijkheid, maar het lijkt november, einde van het jaar, onguur en sombere tijden.
Derde strofe aarzeling, vanwege: de dichter weet niet meer hoe het te beschrijven, alsof hij vergeten is hoe het moet (eerste regel; \'het is alsof het handschrift aarzelt\').
Vierde strofe einde. vanwege: licht droogt op in inkt; de woorden staan op papier, de taak is af. Dat de straat zich inslaapt in een kiek, de uitgang dicht; het wordt nacht.
3. Eigen interpretatie.
Volgens mij word in dit gedicht de laatste levensfase van Hugo Claus beschreven. Dit maak ik op uit de sombere en negatieve manier waarop het gedicht geschreven is. In de eerste strofe wordt beschreven dat Hugo Claus al oud en aan het aftakelen is. In de tweede strofe wordt beschreven dat Hugo Claus zich ook oud voelt, zo komt het in ieder geval over op de dichter. In de derde strofe wordt beschreven dat Hugo Claus niet weer weet wat te doen en zich daardoor verward voelt. In de vierde strofe wordt het naderende einde c.q. de dood van Hugo Claus beschreven.
4. Verstechniek.
Het gedicht bestaat uit zes strofen.
Het gedicht rijmt niet en heeft dus ook geen rijmschema.
Het gedicht heeft een langzaam en traag ritme.
5. Persoonlijke waardering.
Ik vind het gedicht heel ontoegankelijk, want als je het gedicht een aantal keer hebt gelezen, valt er nog niet of moeilijk uit op te maken wat de dichter precies bedoeld.
Verder vind ik het wel een mooi gedicht, vooral vanwege de manier waarop Kouwenaar alles beschrijft. Hij kiest mooie woorden uit voor zijn gedichten en dat spreekt mij wel aan.
Ik vind het alleen jammer dat het gedicht niet rijmt, want ik vind dat toch meestal wel een pluspuntje aan een gedicht.
Gerrit Kouwenaar.
Afscheid.
1. Globaal lezen.
Afscheid.
Er hapert iets, men heeft teveel gerookt, vlucht
kuchend in de boomgaard, najaar ademt
ternauwernood, stil als een bed is dit, het zwijgt
een mond, alleen de slakken op dood hout bewegen
men zou hier willen blijven zitten op een steen
uren of eeuwen lang, terend op een boordevol
achtergebleven beker toen zomer vlees en geest
zich in een hees driestemmig koor even onteeuwigden -
2. Grondig lezen.
De titel slaat op het afscheid dat Kouwenaar neemt van Hans Faverey.
De zinnen bestaan uit losse woorden die ogenschijnlijk niet met elkaar samenhangen, maar weer associaties oproepen voor de volgende woordgroep.
Dit gedicht maakt deel uit van vier gedichten, samen getiteld de Vier Boomgaarden. Dit staat voor de vier jaargetijden. Afscheid symboliseert de herfst c.q. winter.
De eerste strofe symboliseert het begin van het begin, de tweede strofe het einde van het begin, de derde strofe het begin van het einde en de vierde strofe het einde van het einde.
Eerste strofe begin van het begin, vanwege: er hapert iets (regel 1); er wordt geconstateerd dat er iets mis is.
Tweede strofe einde van het begin, vanwege: stil en zwijgend (regel 1); alsof men wacht op wat er komen gaat.
Derde strofe begin van het einde, vanwege: men zou hier willen blijven zitten op een steen; men wil niet naar het einde toe, men wil niet afsluiten.
Vierde strofe einde van het einde, vanwege: zich in een hees driestemmig koor even onteeuwigden; aan het einde zijn het alleen de herinneringen die overblijven.
3. Eigen interpretatie.
Ik heb het gevoel dat de dichter het einde beschrijft en de aanloop naar het einde. In de eerste strofe beschrijft hij het lichaam dat opgebrand is; er hapert iets, men heeft te veel gerookt. In de tweede strofe beschrijft de dichter dat het niet goed gaat en dat het steeds slechter wordt en wacht op wat er nog meer gaat komen. In de derde strofe beschrijft de dichter dat men eigenlijk niet dood wil en ondanks dat het lichaam van de moeheid het bijna begeeft, wil men blijven bestaan.
De gedichtbespreking gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
P.
P.
Hai Jessica!
mooie analyse, maar wat ik graag nog zou willen weten is welke bundel het is haha! Ik heb hem namelijk ingeleverd, met eigen analyses, maar hij is niet beoordeeld omdat ik er niet bij heb gezet uit welke bundel ze komen.
Ik hoop dat je me ff terugmaild, zou echt geweldig zijn. Verder nog succes met je examens!
Groetjes van pascalle Neijenhuis
23 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Hoi Jessica,
Ik ga je gedichten bespreking gebruiken voor mijn mondeling, aangenomen dat dat je intentie was bij het plaatsen van je verslag op het internet. Uiteraard heb ik de gedichtenbundel wel zelf gelezen, maar ik heb wederom tot het laatste moment gewacht met het maken van een verslag.
Hoewel ik je niet ken, zal ook jij wel iets weten van de eeuwige drang.......om alles uit te stellen. Maar dat kan ook aan mij liggen.
Ik wilde je vragen; is het je grote interesse voor gedichten en poëtische kunst die je drijft je verslagen op het internet te plaatsen? of heb je gewoon medelijden met de luie mensen onder ons.
Wil je mij een reactie geven, maakt niet uit wat. Misschien antwoord op mijn vragen. Misschien je 06. Geintje.
p.s. Dit de eerste keer dat ik iemand iets stuur over internet. Ik ben namelijk niet zo'n computer-achtig persoon. Maar ik ga het toch eens proberen en het liefst met jou. Zonder reden, zonder bij- bedoelingen.
Groetjes, joost Quanjel.
18-3-2002, Geleen.
22 jaar geleden
Antwoorden