Gautama Buddha (2007)

Boeddhisme.

Siddharta Gautama:

Zijn moeder was koningin Maya, die droomde dat er een witte olifant haar rechterzij binnendringt. Later krijgt ze te horen van Droomuitleggers dat ze op een wonderbaarlijke manier zwanger is geworden, en zal bevallen van een heilig kind, die later tot volmaakte wijsheid zal komen voor het welzijn van heel de wereld. Wanneer koningin Maya maanden later de tijd van de bevalling voelt naderen, begeeft zij zich naar het Loembinipark. En daar, onder het dichte bladerdak van de bomen, wordt de toekomstige Boeddha op wonderbaarlijke manier geboren. Ook het pasgeboren kind doet wonderen: het gaat staan en doet zeven passen in elke windrichting. Op de plaatsen waar zijn voeten de aarde raken komen Lotusbloemen tevoorschijn. Zeven dagen na de geboorte van haar zoon sterft Koningin Maya. Koning Sjoeddhodana geeft het kind de naam Siddharta, wat volmaakte vervulling betekent.
Siddharta wordt in grote rijkdom opgevoed in het paleis van zijn vader, die hem met rijkdommen overspoelt. Siddharta’s vader hoopt dat Siddharta uiteindelijk de troon zou willen overnemen. Maar wanneer Siddharta 29 jaar is, doet er zich een omkeer in zijn leven voor. Tegen het verbod van zijn vader in, die niet wilde dat Siddharta buiten de muren van het paleis kwam om geen narigheid in zijn leven te zien, laat hij een rijtuig gereed maken om ondanks het verbod buiten het paleis een tocht te maken. Tijdens deze rit heeft hij vier opmerkelijke ontmoetingen die zijn leven grondig veranderen.
Allereerst ontmoet hij een oude man die hem duidelijk maakt dat ook een prins niet eeuwig jong zal blijven. Daarna komt hij in contact met een zieke, waardoor hij zich realiseert dat er ook lichamelijke lijden bestaat, zelfs al ben je jong. Bij een derde ontmoeting ziet hij een rouwstoet die een dode voor de verbranding naar de rivier brengt.
Deze drie ontmoetingen doen Siddharta zijn vergankelijkheid beseffen, en zetten hem aan tot nadenken over de zin van het leven en het doel van lijden en dood. Maar de grootste indruk maakt een vierde ontmoeting op hem, waarbij hij in gesprek raakt met een bedelmonnik, een Sadhoe die in armoede leeft en er lichamelijk niet goed uitziet, maar bij wie een groot geluk uit zijn ogen straalt. Deze Sadhoe zegt tegen hem: “als je er in slaagt de begeerten van het lichaam als voorbijgaand te zien, geen kwaad meer te denken of te doen, maar goed te doen aan alle levende wezens, dan ben je op weg naar de volmaakte verlossing.”

Siddharta besluit daarop zijn prinselijke bestaan op te geven, afstand te doen van de troon, al zijn bezittingen en een bedelmonnik te worden. Hij sluit zich aan bij een groepje Brahmaanse Sadhoes om te leven in volledige onthechting en zelfkastijding.

De weg naar verlossing vindt hij hier echter niet en daarom trekt hij zich terug in de eenzaamheid. Na zes jaar kwam hij tot het inzicht dat zelfpijniging niet naar verlichting en het einde aan het lijden lijdt. Hij vond een middenweg tussen het streven naar sensueel plezier en de zelfkastijding, en besloot te mediteren onder een Bodhi Boom in Bodhgaya totdat hij volledige verlichting zou bereiken óf zou sterven. De volgende ochtend rond zonsopgang bereikte hij de verlichting, hij zag plotseling de weg naar verlossing uit het lijden en uit de kringloop van wedergeboorten. Door deze wonderbaarlijke ervaring, die hem als het ware deed ontwaken en hem ‘verlichtte’ met inzicht werd Siddharta later de Boeddha genoemd.