The Prince of Egypt (1998)

Deel 1

Het verhaal gaat over het leven van Jozef, dat is de zoon van Jacob.
Het verhaal begint op een slavenmarkt waar handelaren Jozef proberen te verkopen aan de farao Potifo. De farao twijfelt want Jozef is een semiet maar uiteindelijk koopt hij toch Jozef want de farao wil een tempel laten bouwen en daar zijn veel slaven voor nodig. Jozef moet mee gaan helpen aan de bouw van de tempel.
Bij de tempel moet iedereen bidden tot de god (Aman) van de farao Potifo maar Jozef heeft een andere god dus die bid niet en wordt daar hard voor gestraft.
Tijdens de bouw van de tempel komt de architect kijken en wil Jozef kopen want hij kan namelijk lezen en schrijven. Maar de farao wil hem zelf houden maar dan voor iets lichter werk. Ook krijgt Jozef een eigen kamer met een bad.

Terwijl Jozef in bad zit komt de vrouw van de farao binnen en begint hem te omhelzen en te masseren maar dat wil Jozef helemaal niet en dat vindt ze dus niet leuk.

Deel 2

De volgende dag wordt Jozef opgepakt omdat hij volgens de vrouw van de farao heeft aangeraakt enzo . Jozef wordt verhoort door de farao. Tijdens zijn verhoring vertelt hij een verhaal over zijn jeugd. En dat gaat zo:
Hij vertelt dat hij tien broers heeft, zijn vader heet Jacob, en zijn moeder heet Rachel en hij heeft 1 zus. Jacob heeft 2 vrouwen en 2 slaven.
Op een dag komt er een koning, Sichem langs met zijn twee zonen. Die biedt de nomaden ruimte aan en dat nemen de nomaden aan, maar de voorwaarden is wel dat alle mannen van de koninklijke familie worden besneden. De dag erna wordt er een groot feest gehouden. Maar tijdens dat feest maakt een van de zoons van de Koning de dochter van Jacob zwanger. De koning is diep teleurgesteld in zijn zoon maar zegt tegen Jacob dat er een oplossing is. Zijn zoon kan trouwen met de dochter van Jacob en dan is het probleem opgelost. Jacob denkt daar lang over na en vindt het goed, maar zijn zoons denken daar anders over. De zonen van Jacob gaan wraak nemen door de hele familie van de koning en hem zelf te vermoorden en hun zus terug te halen. Als Jacob erachter komt wat zijn zonen hebben gedaan is hij verschrikkelijk kwaad.
Na een tijdje bevalt de dochter van Jacob van een zoon die benjamin heet. Tijdens de geboorte overlijdt de moeder.
Dan beslist Jacob dat Jozef de nieuwe leider van de stam wordt en daar zijn z’n broers niet blij mee. Z’n broers vinden hem steeds irritanter worden want hij wordt een beetje voorgetrokken door Jacob. Ze willen hem graag dood hebben maar een van de broers (Ruben) vindt het allemaal overdreven. De dag erna moeten de zonen met de kudde naar het westen want daar is meer gras volgens Jacob. Daar pesten de zonen Jozef heel erg. Ze hebben honger en zeggen dat ze een lam moeten eten. Jozef vind het geen goed idee. Dan gaat Jozef naar huis. Daar zegt hij het tegen z’n vader. Als de zonen thuis komen krijgen ze een hele erge preek van hun vader, en zijn boos op Jozef omdat hij hen heeft verraden.

Deel 3

De volgende dag moeten de broers weer van hun vader naar een ander stuk land, want daar is meer gras voor de dieren. Als ze daar zijn roddelen ze over Jozef. 1 broer(de oudste) wil Jozef vermoorden. Maar een andere vind dat te erg worden.
Jozef krijgt thuis de taak van zijn vader om zijn broers te gaan zoeken. Als Jozef ze tegenkomt worden de broers kwaad ze gooien hem in een put met slangen. Jozef schreeuwt om hulp maar zijn broers doen niks. De volgende ochtend wil de oudste broer een grote steen in de put gooien op Jozef zijn hoofd. Maar dan ziet hij een paar handelaren. Hij vraagt of hun ze Jozef willen kopen. De handelaren geven hem daarvoor 20sikkels en nemen Jozef mee. Jozef wordt vastgebonden. De broers hebben het vest van Jozef gehouden. Die smeren ze in met schapenbloed. Zodat hun vader denkt dat hij opgegeten door de wilde beesten. Vader schrikt heel erg.

Terug bij de farao:
Jozef staat ergens in de gang. De vrouw van de farao komt weer en wil Jozef zoenen. Jozef wil het niet en loopt boos weg. De vrouw vertelt gelijk aan haar man dat Jozef haar heeft uitgescholden en geslagen (dat natuurlijk helemaal niet waar is). De farao vraagt aan Jozef of dat waar is. Als Jozef zou liegen zou hij vermoord worden. De farao bindt hem vast en roept iedereen bij elkaar. Zijn vrouw wil dat Jozef dood gaat. Maar de farao geeft hem alleen een gevangenis straf. Zijn vrouw snapt hem niet. Maar dat farao zegt: Jozef zweert op zijn eigen god en daar zou hij nooit over liegen.

Deel 4:

Jozef gaat de gevangenis ingegooid hij schreeuwt om zijn god. Waarom heeft hij hem verlaten?

7jaar later:
Jozef word erbij geroepen na 7 jaar gevangenisstraf. De baas laat 2 andere gevangenen aan Jozef zien. Het waren de kok en schenker van de farao die zijn beschuldigt van diefstal. De baas gaat weg en Jozef gaat de cel binnen want hij moet hun gaan bedienen. Ze willen Jozef gaan beschuldigen omdat hij slechte dingen over de farao beweert. Ze willen dat iemand Jozef gaat slaan. De gevangene pakt de sleep van de bewaker af en slaat heel hard tegen de rug van Jozef.

De baas praat met Jozef, hij zegt dat de gevangenen rare dromen hebben en niet weten wat ze betekenen. Hij vraagt aan Jozef ze op te lossen. Jozef gaat naar de gevangenen. De gevangenen vertellen hun dromen. Jozef zegt tegen de ene dat hij een hogere rang zal krijgen. Bij de andere wil Jozef het niet zeggen. De gevangene wordt boos en zegt dat hij dat wel moet doen. Jozef zegt dat ook hij een hogere rang zult krijgen maar dan aan de galg wordt gehangen en het vlees wordt opgegeten door vogels.
Dan zie hem als hij wordt opgehangen.

Terug bij Jacob:
Jacob praat met Benjamin. Dan komt er iemand aanrennen die schreeuwt dat Juda er is. Juda omhelst iedereen. Het wordt stil als hij voor Jacob staat. Jacob is verbaast dat hij is teruggekomen maar ook heel blij.

Terug bij de Farao:
De farao zegt tegen een dienaar dat hij rare dromen heeft gehad. De dienaar zegt dat er een slaaf (Jozef) is die zijn dromen kan oplossen. De farao twijfelt of hij het zal doen. Maar doet het uiteindelijk wel. Jozef wordt geroepen. Maar hij moet eerst schoon zijn. Als hij bij de farao staat buigt hij niet. De farao wordt boos en vraagt waarom hij dat niet doet. Jozef antwoord: ik buig alleen voor mijn eigen god.

Mening:

Ik vond het een erg mooi verhaal en erg zielig voor Jozef dat hij gewoon wordt weggedaan door zijn broers. Ook erg vind ik dat de vrouw van de farao allemaal dingen over Jozef liegt.