Daens (1992)

Deans

Inleiding:

Er heerst grote armoede in Aalst en niemand komt op voor de armen tot dat pastoor Deans in Aalst komt.
Pastoor Deans neemt het op voor deze groep en is tegen Charles Woeste die de arbeiders onderdrukt.
Mede door Deans komen er opstanden door de armen.

Samenvatting:

Pastoor Daens woont in bij zijn broer die drukker is van de krant. Hij vindt dat Charles Woeste de lonen van de arbeiders moet verhogen. Woeste is politicus en bedrijfseigenaar die vindt dat de arbeiders meer respect moeten tonen. Hij wil de lonen verlagen omdat veel fabrieken geld te kort komen. Hij wil dit doen door middel van: Alleen vrouwen en kinderen laten werken en voor veel werk weinig te betalen. De socialisten die opkomen voor de arbeiders zijn hier zwaar tegen net zoals Daens. Nette Scholliers is een meisje die werkt in de fabriek. Daens komt op een dag nadat hij gewond is geraakt bij de familie Scholliers. De vader van Nette is die dag net ontslagen en verteld zijn verhaal aan Daens, ook Nette verteld over hoe het allemaal zit in Aalst en Daens is geschokt. Vanaf die dag begon Daens met actie voeren, zijn actie begon door artikelen te schrijven inde krant om de arbeiders om duidelijk te maken dat ze ongelijk behandeld worden. Als de mensen dit lezen komen ze in opstand en krijgt hij steeds meer volgelingen. De arbeiders komen in opstand hierdoor wordt het algemeen stemrecht ingevoerd. Dan stelt Deans zich beschikt als kandidaat maar bij de eerste verkiezingen worden de stemmen op Deans ongeldig geteld en moet er opnieuw gekozen worden.
Bij de 2de verkiezingen wordt Deans gekozen.
Woeste kan dit niet uitstaan en wil op verschillende manieren er voor zorgen dat Daens wordt ontslagen. Hij koopt dan de paus om en Daens moet naar Rome voor een gesprek met de Paus. Omdat de paus is omgekocht ontvangt hij Deans niet. Als Deans terugkomt Aalst wordt bekend gemaakt dat hij niet door de Paus ontvangen werd en hij geen missen meer mag houden. Zo komen de arbeiders niet meer naar de kerk.
En ook in het parlement heeft Daens nu niks meer te vertellen. Hij stapt daarna ook nog uit zijn functie omdat het huis van zijn broer in brand is gestoken.
Hij wordt dan gedwongen ander werk te doen voor de kerk maar weigert dit. Hij wordt dan uit de kerk gezet.
Maar hij blijft zijn werk als pastoor verrichten voor de burgers ook al is ie geen pastoor meer.

Conclusie:

In Aalst is er grote armoede omdat de rijken te veel macht hebben en zich zelf overal bovenaan kunnen zetten en andere mensen van alles kunnen afdwingen door de macht die ze hebben.
Maar ook al hebben de rijken veel macht de armen verzetten zich hier toch tegen met opstanden.

Begrippen

Confessionelen: Deans is christelijk en vecht voor stemrecht voor de arbeiders.

Aanpassingspolitiek: Het gaat slecht met de arbeiders in de fabrieken daarom word algemeen kiesrecht ingevoerd zodat ze kunnen gaan stemmen.

Eigen verantwoordelijkheid: Deans wil de partijen overhalen om op hem te stemmen, zodat hij verantwoordelijk kan zijn over de partijen en kan beslissen over hen.

Werkverschaffing: De fabrieken geven soep aan de mensen die wel komen werken zodat er meer mensen gaan werken, en het beter gaat met de economie.

Economische crisis: Alleen de vrouwen en kinderen werken in de fabrieken omdat de mannen te duur zijn.

Openbare armenzorg: Mensen die geen geld hebben krijgen hulp van de overheid.