Titel: Anna, Hanna en Johanna
Auteur: M. Frederiksson
De titel van het boek is “Anna, Hanna en Johanna”. Het is geschreven door Marianne Frederiksson. Ooit zei zij in een interview: “Ik behoorde tot een zelfstandige generatie vrouwen die het lot in eigen hand moesten nemen. Totdat ik, door eigen ervaringen en door wat ik om me heen zag, erachter kwam dat de vrouwen van nu veel minder zelfstandig zijn dan ik had verwacht. Ik wilde weten waarom, ik wilde het patroon grootmoeder, dochter en kleindochter onderzoeken. Alleen de opeenvolging van generaties onthult het patroon...”. Het boek is uitgegeven bij DE GEUS. De eerste druk (in het Zweeds) was in 1994. De druk die ik heb gelezen was uit 1997. De druk staat niet vermeld.
Het boek bestaat uit 351 bladzijden. Deze zijn verdeeld in 5 delen. Deel één heet ‘Anna (inleiding)’, deel twee heet ‘Hanna’, deel drie heet ‘Anna (intermezzo)’, deel vier heet ‘Johanna’ en deel vijf heet ‘Anne (Epiloog)’. Het boek is een psychologische roman omdat de gedachten van de personen een grote rol in het verhaal spelen.
Titel De titel slaat op de drie hoofdpersonen in het boek. Ik vind wel dat de titel bij het boek past. Deze drie vrouwen en de verschillen tussen hen zijn het hoofdonderwerp van het boek.
Tijd Het verhaal “begint” ongeveer in 1883. Wanneer Hanna 12 is. Het verhaal eindigt aan het eind van de twintigste eeuw. Als Hanna en Johanna dood zijn en Anna een jaar of 60 is. Dat kan je weten doordat er jaartallen in het boek staan. De schrijfster heeft deze tijd gekozen omdat ze drie generaties vrouwen wou beschrijven met waarschijnlijk als jongste generatie haar eigen. Het boek duurt dan ook wel 120 jaar.
Plaats Waar het verhaal zich afspeelt wisselt nog wel eens. Het boek begint in Bräter. Dit is een klein Zweeds dorpje. Het geboorteplaats van Hanna. Daar in de buurt zijn erg veel bergen, bossen en meren. Als Hanna 17 is gaat ze met John Broman trouwen en wonen zo op een oude molen aan de meren. Aan het eind van haar leven verhuist ze met Johanna en de rest van de familie naar de grote stad. Daar woonde Ragnar, de oudste zoon van Hanna, al. Ze komen daar met z’n allen in een klein flatje in de stad te wonen. Wanneer Johanna groot is geworden gaat ze samen met Arne, haar man, in een mooi landelijk gelegen huisje buiten de stad wonen. Ze hebben daar een grote tuin en uitzicht op de zee. De omgeving van haar huisje wordt een van Johannas’ grootste hobby’s. Al met al is de ruimte waarin het verhaal zich afspeelt belangrijk. Bijvoorbeeld de verhuizing van dorp naar stad is een grote en belangrijke gebeurtenis.
Personen Anna, Hanna en Johanna zijn de belangrijkste personen uit het boek. Hanna is de moeder van Johanna en Johanna is de moeder van Anna.
Hanna (round person) is een kruidje-roer-me-niet: alles is zoals het is en het moet zo blijven! Verder accepteert ze alles zoals het is. Als haar man haar slaat is dat zo. Dat moet zij dan maar accepteren. Toen ze verkracht werd op haar 12e werd ze door het hele dorp uitgemaakt voor hoer. Ze was immers ongehuwd moeder en dát werd in die tijd niet geaccepteerd. De gebeurtenissen in haar jeugd hebben haar nog sterker gemaakt dan ze al was. Verder is ze erg bijgelovig.
Johanna (round person) was als kind het lievelingetje van haar vader. Toen die overleed toen de 7 jaar was heeft ze het daar heel moeilijk mee gehad. Johanna en Hanna zijn verschillend, ze zijn elkaars tegenpolen. Toen Johanna op haar 12e klaar was met haar opleiding wilde ze verder gaan studeren. Om dat Johanna slim is vond de rest van de familie dat ook een goed idee. Alleen Hanna werkte tegen. Johanna moest dienstmeid worden. Toen Johanna in haar dienstgezin aangerand werd is ze weggelopen. Deze gebeurtenis heeft de relatie tussen Johanna en haar moeder niet versterkt. Anna beschrijft Johanna als een vrouw die altijd iedereen probeert te begrijpen en altijd met anderen meeleeft.
Anna (round person) lijkt erg veel op haar moeder. Ze is alleen onafhankelijker, kropt haar gevoelens veel op en kan Hanna moeilijker begrijpen met haar oude ideeën over het leven. Ze wordt door haar moeder beschreven als een trotse vrouw die bang is zich te laten gaan bovendien heeft ze een breekbare verlegenheid en is ze eigenwijs
Anna, Hanna en Johanna lijken qua uiterlijk en innerlijk veel op elkaar. Het zijn alledrie mooie meisjes met bruinblond haar. Verder wordt er in het boek niet verder ingegaan op het uiterlijk van de hoofdpersonen. Zij vinden hun uiterlijk ook helemaal niet belangrijk.
Andere (belangrijke) personen in het boek (allemaal flat persons) zijn ten eerste John Broman. John is de man van Hanna. Hij is veel ouder. Als Hanna 17 is, is Broman 44. John Broman is een aardige, vriendelijke en sympathieke man. Hij heeft alleen last van woede uitbarstingen. Ragnar is de oudste zoon van Hanna. Hij is erg knap en populair bij vrouwen. Hij heeft wel een vrouw maar hij gaat ook met andere vrouwen naar bed. Ragnar is niet de zoon van Broman. Hij is verwekt bij de verkrachting van Hanna toen de 12 was. Hanna en Ragnar hebben een hele speciale band. Arne is de man van Johanna. Hij is aardig en knap maar heeft net zoals John Broman last van woede uitvallen die hij niet onder controle kan houden. Als laatste Rickard. Rickard is de man van Anne. Hij lijkt qua uiterlijk en gedrag erg op Ragnar. Hij gaat dus ook wel eens vreemd. Rickard komt verder niet veel in het verhaal voor.
Vertelperspectief Het boek is geschreven in auctorieel- en ik perspectief. Maar in bijvoorbeeld het hoofdstuk over Hanna zijn de gedachten en de meningen van Hanna het belangrijkst en worden ze ook het meest besproken. Zo worden bepaalde gebeurtenissen twee keer heel verschillend beschreven.
Het perspectief wisselt in het boek tussen Anna, Hanna en Johanna. Het is dus een wisselend perspectief. De schrijfster heeft dit perspectief gekozen om de gedachten en de meningen van een persoon goed te kunnen beschrijven. Ik vind deze perspectieven goed passen bij het boek. Het leest simpel, makkelijk en lekker.
Stijl en taalgebruik Het boek is geschreven voor volwassenen. Dat kan je ook zien aan de stijl en het taalgebruik. Maar, de stijl is niet overdreven formeel. Bij personen wordt vooral gelet of ze knap zijn of niet en welke familie-eigenschappen ze hebben, op wie ze lijken, enzovoort. De sfeer in het boek is heel erg belangrijk. Daar wordt veel aandacht aan besteed. Ook aan de omgeving wordt veel aandacht besteed. Elke nieuwe ruimte wordt tot de kleur van de gordijnen toe uitgebreid beschreven.
Verhaalmotieven In het boek zijn veel verhaalmotieven. Ik heb 3 abstracte motieven kunnen vinden. Verhaalmotieven: 1. het krijgen van kinderen: Bij zowel Anna, Hanna en Johanna verloopt het kinderen krijgen moeilijk. Hanna en Anna hebben zware bevallingen en Johanna heeft 4 miskramen. 2. Het meubileren van het huis: Dit heeft ook een grote rol in het boek. Arne en John maken zelf de meubels. Bij elke verhuizing in het boek beginnen hier moeilijkheden. 3. Jagen: Zowel Ragnar als zijn biologische vader zijn bij de jacht dood gegaan. 4. Dood: Natuurlijk speelt dit een grote rol. In het boek gaan erg veel mensen dood (Hanna’s ouders, Hanna, John, Johanna, Arne, Ragnar, de broers van Johanna enz.) 5. Werk: werk is een verhaalmotief omdat het in het boek als een symbool van onafhankelijkheid is. Hanna werkt in de bakkerij, Johanna werkt in het winkelcentrum en Anna werkt thuis aan een boek. De twee abstractemotieven die ik heb kunnen vinden zijn: 1. natuur: Alle drie vrouwen hebben een zwak voor de natuur en wonen er dichtbij. Zo woont Hanna aan de Noorse meren en Johanna aan de zee. 2. Sofa: De oude sofa van Hanna is een duidelijk abstractiemotief. Bij elke verhuizing duikt het ding weer op. Niemand wil hem weg doen ook al is hij groot, oud en onpraktisch. 3. Geheimzinnigheid: In de familie van Anna, Hanna en Johanna zitten veel geheimen die alleen leden van de familie weten.
Onderwerp Het onderwerp van het verhaal is: ‘drie generaties vrouwen in hun relatie tot elkaar’. De hoofdgedachte is: ‘het schrijven van geschiedenis door vergelijking van karakters’.
Samenvatting Het verhaal begint als Hanna 12 is. Ze werkt als dienstmeid voor de familie Eriksson. Daar heeft ze het niet naar haar zin. Lovisa, de huisvrouw, is streng en staat bekend om haar hardheid en hoogmoed.
Hanna lag op een nacht te slapen in de hooizolder. Ze werd wakker gehouden door Lovisa en haar man, Joel. Ze maakten ruzie omdat Joel vond dat Lovisa haar zoon te veel verwende. Rickard, de zoon, werd wakker. Hij verkrachtte Hanna. Zonder reden. Negen maanden later, nadat Hanna allemaal bijgelovige pogingen had gedaan om van het kind af te komen, baarde ze een mooie baby: Ragnar. Als die tijd bleef ze werken bij de Erikssons. Toen kwam een man uit Värmland in het dorp wonen. De voedvrouw vertelde hem over Hanna en de man besloot haar eens op te zoeken. De man heette John Broman en Hanna trouwde hem.
Hanna had een gelukkige tijd met hem. Ze kreeg nog vier kinderen. De jongste was Johanna. De bevalling van Johanna was zwaar en pijnlijk maar ze was een mooi meisje. Johanna werd het lievelingetje van John. Hij vertelde haar altijd verhaaltjes, sprookjes en maakte met haar lange wandelingen door het bos. Zeven jaar na de geboorte van Johanna ging John Broman dood. Ragnar wou dat Hanna en haar kinderen bij hem in de stad zouden gaan wonen.
In de stad kreeg Hanna een baantje als bakker. Johanna ging verder met haar school. Maar haar drie boers, drie sterke jongens die prima konden werken, deden niks. Behalve alcohol drinken in huis. Daar kreeg Ragnar op het laatst genoeg van. Johanna’s broers moesten naar het leger.
Johanna groeide op. Ze was een koppig meisje wat zich opzette tegen haar moeder. Toen Johanna klaar was met de basisschool wou ze verder gaan studeren. Ze was immers slim. Iedereen vond het een goed idee behalve Hanna. Hanna wou dat Johanna, net als zijzelf en de generaties voor haar, een dienstmeisje werd. Ze stuurde Johanna naar de familie Viktorieagatan. Na twee jaar lang de vreselijkste tijd van haar leven gehad te hebben werd ze daar door de heer des huises aangerand. Ze werd door Ragnar acuut bij dat gezin weggehaald. Uit die periode van haar leven komt de haat tegen de Bourgeoisie.
In die familie is ze ook sociaal-democraat geworden. Veel later ontmoet ze op een partijbijeenkomst haar toekomstige man: Arne. Drie weken na de ontmoeting met Arnes aparte ouders trouwen ze. Johanna is in verwachting. Het werd een miskraam. Haar volgende zwangerschap liep ook uit op niks. Pas de derde keer dat ze zwanger was kreeg ze een kind. Anna. Genoemd naar de verloskundige van Hanna.
Anna groeide op in de tweede wereld oorlog maar ze was een sterk, gelukkig meisje.
Anna ging studeren. Ze ontmoette een man, trouwde hem. Toen bleek dat haar man vreemd was gegaan scheidde ze van hem. Later trouwde ze weer.
Hanna stierf. Johanna kreeg Alzheimer en ging later ook dood. Anna bleef alleen over.
Verloop De volgorde van het verhaal is zacht gezegd nogal rommelig. Het begint in de tijd van nu. Gaat dan terug naar ongeveer 1883. Vanaf 1883 tot ongeveer 1925 loopt het verhaal met flash backs, flash forwards, tijdversnelling en tijdverdichting. Daarna gaat het verhaal weer terug naar de tijd van nu. Ook in de tijd van nu loopt het verhaal niet chronologisch. Na het stukje in de tijd van nu gaat het verhaal terug naar ongeveer 1920 en met veel flash backs, flash forwards enz. loopt het verhaal tot ongeveer 1985. Als laatst gaat het verhaal weer teug naar de tijd van nu en loopt het redelijk chronologisch door tot het eind.
Ik denk dat Marianne Frederiksson deze volgorde heeft gekozen omdat als het boek chronologisch geschreven was de personen veel verder van elkaar af zouden staan.
Belangrijke gebeurtenissen Belangrijke gebeurtenissen in het boek zijn: · De verkrachting van Hanna · De ontmoeting met John Broman · De dood van John Broman · De andere denkwijze van Johanna · De dementie van Johanna · De relatie van Anna en Rickard
Uit deze gebeurtenissen kan je opmaken dat de spanning het grootst is aan het eind en aan het begin van elk deel. Het middenstuk is in het boek minder belangrijk en er gebeuren minder belangrijke dingen in.
De opening van het boek is informatief. Het beschrijft de wereld waarin Johanna als kind heeft geleefd. Johanna is, als het boek begint, dement. Het boek begint als het ware in haar gedachten. Het einde van het boek is open. Het boek is afgelopen maar Anna leeft gewoon verder.
Ik ben dit boek gaan lezen omdat mijn moeder het erg goed vond. Ik wou wat nieuwe schrijvers uitproberen. Dit boek was wel erg anders dan vorige boeken die ik had gelezen maar ik vond het op zijn eigen manier mooi en spannend. Toen aan het eind van het boek Johanna dement werd en dood ging heb ik zelfs gehuild. Verder kon ik me heel erg herkennen in karaktertrekken van de hoofdpersonen. Vooral in Johanna.
---voorbeeld bladzijde--- Die vrijdagmiddag liep Hanna door het bos in de richting van het Noorse water. Het was al eind oktober, maar de zon bleef stug schijnen en de lucht was glashelder en gemakkelijk in te ademen. Maar Hanna was niet blij met het mooie weer. Het was de schuld van het runenstokje. En dan de woorden die haar moeder had gefluisterd toen ze wegging. ‘blijf vannacht maar slapen’ Haar moeder had erbij gelachen. Hanna wilde het niet geloven. Maar die lach was vreemd en wellustig geweest. Toen ze langs de wolvenrots kwam nam ze opeens een besluit. Hier zou ze zich ontdoen van haar runenstokje. Ze klom een stukje omhoog op de steile helling, deed eikenbladeren rond het stokje en bond er een stukje houd aan voordat ze het in een van de reuzenkloven gooide. ‘Je hebt gedaan wat je moest doen’ zei ze en ze voegde er voor de zekerheid aan toe: ‘Voor deze keer. Mocht ik je nog eens nodig hebben, dan weet ik je te vinden.’ Daarna liep ze verder. Ze stak de beek over en bereikte de plek waar het pad omhoog liep. Het was wel steil maar niet zwaar, want vanaf dit punt kon je met een wagen bij de molen komen. Al gauw hoorde ze het bruisen van de waterval. Het duurde even voordat ze begreep dat er nog een ander geluid dan de waterval te horen was. Het verdronk bijna in het geruis van het water, maar het was toch net te horen. Vioolspel! Hanna verstijfde van schik. Ze stond een hele poos helemaal stil: de watergeest! De lachende watergeest wilde John Broman naar de waterval lokken, de dood tegemoet. Bij die gedachte lukte het haar eindelijk om haar benen weer in beweging te zetten; ze rende zo hard dat ze buitenadem raakte en steken in haar zij kreeg. Met een vuist gebald in haar zij bereikte ze de molen, waar John Broman bij de waterval op een viool zat te krassen. --- voorbeeld bladzijde---
REACTIES
1 seconde geleden
A.
A.
jo goeie bespreking van t boek! Heb k veel aan gehad! Je wordt hartelijk bedankt! boek was echt super! dank dank!
liefs annelie
20 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Wow meid !!
Merci dat je jou boekbespreking op internet gezet hebt want ik moet ze overmorgen al afgeven!!
Heel veel groeten en een dikke kus van Heleen
20 jaar geleden
Antwoorden