Gebruikte editie voor het boekverslag
Gebruikte druk: 1e
Verschijningsdatum eerste druk: januari 2009
Aantal bladzijden: 167
Uitgegeven bij: Contact te Amsterdam
Beschrijving voorkant
Op de voorkant staan de silhouetten van een aantal huizen met schoorsteen tegen de achtergrond van een ondergaande zon. ( die van de Zondagavond)
Genre van het boek
Een psychologische roman over de verwerking van de waarheid.
Opdracht
“Voor Len. “
De aangeleverde flaptekst
Plaats van handeling: een appartement aan de Churchilllaan in Amsterdam. Tijd: september, begin jaren negentig. Personages: Robert Blauwhuis, weduwnaar; Freeke, zijn dochter; Mila Salomons, de vrouw die hij in de oorlog in veiligheid heeft gebracht. De vrouwen mijden elkaar als waren zij rivalen in de liefde.
‘Je kunt je dankbaarheid niet in een gat gooien,’ schrijft Robert in een brief aan zijn dochter. Hij heeft zijn levenlang verzwegen wat er gebeurd is toen hij als tweeëntwintigjarige student Mila, toen nog een baby, naar een onderduikadres bracht. Door een gelukkige samenloop van omstandigheden – ‘of moet ik het een wonder noemen?’– heeft hij haar kunnen redden. Op een zondagavond lukt het hem eindelijk zich uit te spreken. Hij beseft nog maar nauwelijks wat hij al pratende heeft ontdekt, als hem iets overkomt dat hem opnieuw de mond snoert. Dan zijn de vrouwen aan elkaar overgeleverd, en hij aan hen.
Titelverklaring
Een heel groot gedeelte van het verhaal speelt zich af op een zondagvond in september 1992. Op zondagavond gaat Freeke Blauwhuis altijd op bezoek bij haar ruim 70-jarige vader. Op de laatste zondag avond van zijn leven wil hij haar iets vertellen, maar ze heeft eigenlijk geen tijd voor hem omdat ze uit wil gaan eten met een jongere man. Daarvan krijgt ze later wel spijt, want ze zal hem niet meer levend ontmoeten.
Structuur en/of verhaalopbouw
Er zijn 9 getitelde hoofdstukken met een wisselend perspectief. Daaraan vooraf gaat een soort proloog die “ Maastricht-Amsterdam is getiteld. Het verhaal wordt besloten met een soort epiloog die “Amsterdam-Berlijn” heet.
In de negen hoofdstukken wordt het verhaal van een zondagavond verteld, waarbij enkele keren wordt teruggeblikt naar een situatie uit de Tweede Wereldoorlog die voor de personages van belang is geweest .
Vonne van der meer staat bekend als een schrijfster met een doorgaans hechte compositie. Ze laat in het begin van het verhaal “broodkruimels”vallen die door een oplettend Klein Duimpje (de lezer) eenvoudig kunnen worden opgeraapt. Daardoor word je als lezer steevast naar het einde van het verhaal geleid. Vaak heeft Vonne van der Meer dan nog een verrassing in petto.
Gebruikt perspectief
De schrijfster maakt gebruik van een meervoudig perspectief. Er zijn enkele vertellers in de roman. Dat zijn personale vertellers. De oude jurist Robert Blauwhuis is een verteller, zijn dochter Freeke en de door hem in de oorlog geredde joodse baby Mila vertelt ook een deel van het verhaal. Het zijn dus allemaal zij/vertellers. Voor het verhaal is het meervoudig perspectief wel van belang, omdat je op die manier als lezer de kans krijgt het drama uit de oorlog van verschillende kanten te bekijken. Heel aardig is de vondst van de schrijfster om een in coma geraakte Robert toch te laten beschrijven wat hij waarneemt.
De tijd van het verhaal
Het is een warme herfstdag in september. Uit tekstgegevens kun je opmaken dat het verhaal zich in 1992 afspeelt. Op blz. 19 staat een citaat : en vorig jaar in ’91….” Ook uit andere tekstgegevens valt een en ander op te maken.
Wanneer Robert in de oorlog zijn gevaarlijke missie moet volbrengen, is zijn vrouw in april 1943 net in verwachting. Daarom neemt hij haar plaats in. Dat betekent dat Freek aan het einde van het jaar 1943 zal zijn geboren. In de rest van het verhaal vertelt ze dat ze ook 48 jaar is. Dat klopt want ze zal aan het einde van dat jaar 49 worden.
De epiloog speelt 7 jaar na het ziekbed van Robert. Dat zal dus in 1999 zijn. Wellicht is in die tijdlaag sprake van een anachronisme, want in dat haar was het sms-gebruik per mobiele telefoon nog lang niet zo gewoon als Freeke ons wil doen geloven. Drie jaar daarvoor zou het adres van de Duitse soldaat via Internet zijn opgespoord door Mila, maar in 1996 was dat gebruik van zoekmachines ook nog niet zo ingeburgerd als nu.
De plaats van handeling
De proloog speelt zich af in Maastricht. Daarna gaat Freeke op weg naar Amsterdam waar haar vader woont. De volgende negen hoofdstukken spelen alle in Amsterdam. Robert woont daar in een huis aan de Churchilllaan. De epiloog vindt weer plaats in een andere grote (Duitse) stad : Berlijn waar Freeke de Duitse soldaat uit de bezetting opzoekt.
Samenvatting van de inhoud
Maastricht- Amsterdam (perspectief Freeke)
Freeke Blauwhuis, een 48-jarige plastisch chirurg (symbolisch beroep) heeft in Maastricht haar zoon Jochem naar zijn nieuwe kamer gebracht (hij is ruim achttien jaar) Zijn kamer ligt tegenover een koffieshop Huize Lucifer (leuke symbolisch naam) Ze vindt het erg dat hij het huis uitgaat. Na de scheiding van 14 jaar geleden waarbij haar man haar verliet, had ze steeds voor hem gezorgd. Hij zegt dat ze ’s middags moet weggaan. Ze kan dan nog even langs bij haar vader Robert Blauwhuis, een 72-jarige jurist (symboliek van het beroep) die na de dood van zijn vrouw alleen in zijn woning in Amsterdam leeft en bij wie ze elke zondagavond op bezoek gaat. Onderweg wordt ze gebeld door Gamal, een Egyptische veel jongere kok die in Brandwondenziekenhuis werkt die een oogje op haar heeft. Ze wil wel met hem gaan eten. Ze spreekt met hem af.
Vader,dochter (perspectief Freeke)
Freeke bezoekt toch haar vader maar vertelt hem dat ze moet werken (leugentje) ze wil nl. niet dat hij weet dat ze met Gamal gaat eten. Toch heeft hij haar door, omdat ze gewoon te netjes gekleed gaat om te gaan werken. Hij wil haar iets vertellen, maar ze zegt dat dat later kan. Ze herinnert zich een verhaal met Mila (een door haar vader gered joods kind) Bij een familielid van haar hadden ze gespeeld in een jurk van een joodse vrouw die nooit was teruggekeerd uit een kamp. De man was boos geworden en Freeke had in de auto terug gehuild. Ze vertelt ook dat haar vader een litteken aan de oorlog heeft overgehouden. Dat is natuurlijke een mooie symbolische wond wanneer je over verwerking spreekt.
Robert, Auke (perspectief Robert)
Robert heft watt e vertellen aan Freeke. In de oorlog was zijn vrouw zwanger geworden en hij had haar taak (een joods kind wegbrengen) overgenomen. Evelyne zat ook in het verzet. Dit meisje Mila is intussen ook bijna 50 jaar geworden. Ze komt altijd op woensdagavond op bezoek. Robert is in zijn leven enkele keren vreemd gegaan, maar dat was allemaal binnen de perken gebleven. Na har dood beleefde hij soms betaalde seks. Ook deze avond belt hij naar een seksclub, maar wanneer zijn geliefde hoertje er niet is, wordt hij moe van de vragen van de vrouw die een ander wil regelen, dat hij ophangt.
Mila’s zondag (perspectief Mila)
De bijna 50-jarige Mila zit in een bioscoop bij een film over een driehoeksverhouding. Ze vindt het een spannende film. Ze heeft net een verhouding achter de rug met ene Jack die haar recent doodleuk vertelde dat zijn vrouw zwanger was geworden. Dat betekende het einde van hun relatie. Ze besluit bij Robert Blauwhuis langs te gaan. Hij vindt het heel fijn dat ze komt, want hij voorzag een eenzame avond. Hij kust haar op haar mond: net even iets te gewillig.
De biecht (perspectief Mila)
De seksuele aantrekkingskracht is groot. Ze voelen zich tot elkaar aangetrokken en willen seks met elkaar: ook Mila (door de film?) Maar wanneer het puntje vlak bij het paaltje is, ziet Robert er van af. Eigenlijk voelt het toch aan als een soort incest. Daarna vertelt hij Mila wat hij op zijn hart heeft liggen als een zware steen.
In de oorlog was hij met haar op weg gegaan, maar hij was aangehouden door twee Duitse soldaten. Toen ze hem vroegen van wie de baby was, antwoordde hij dat hij die niet kende (Petrusmotief) Daarna zei één van de soldaten dat hij schoten op het station hoorde, waarna ze vertrokken. Robert kon ontkomen, maar vertelde later een verhaal dat hij had moeten vechten voor Mila. Met een glasscherf had hij zichzelf een verwonding toegebracht. Zo was hij een held geworden. Mila dient hem een klap in zijn gezicht toe.
Stilte (perspectief Mila)
Later komt ze bij in het bed in zijn slaapkamer. Ze gaat op zoek naar Robert en die ligt buiten westen (hartaanval) in zijn badkamer.
Dan wisselt het perspectief naar Freeke. Die heeft tijdens het eten geen goed gevoel over haar vader: ze had naar hem moeten luisteren. Nu komt ze weer naar zijn huis, omdat Gamal dat haar heeft aangeraden. Ze ziet dat Mila er is en begrijpt uit de slingerende kleren en bh dat ze seks heeft gehad met haar vader. Mila neemt haar mee naar de badkamer.
Hondenwacht (perspectief Robert)
Robert ligt in coma in het ziekenhuis, maar hij hoort toch bijna alles wat er gebeurt en gezegd wordt. Mila en Freeke zijn bij hem. Mila verwijt Freeke min of meer dat z eis weggegaan op zondagavond omdat haar vader haar iets wilde vertellen. Bovendien heeft ze tegen hem gelogen over haar afspraak. Freeke denkt nog steeds dat Mila en Robert seks hebben gehad en is daarover boos. Dat is toch bijna incest. Mila ontkent het.
Ouderlijk huis (perspectief Freeke)
De volgende dag gaat Freeke naar haar ouderlijk huis. Eerst belt ze Mila en vraagt of haar ouders op de begrafenis willen spreken. Dan kunnen ze eindelijk eens hun dank betuigen.
Mila reageert voor Freeke onbegrijpelijk
Ze vindt een brief van haar vader aan haar geschreven. Hij vertelt het verhaal van de laffe daad. Ook heeft hij later nog geprobeerd te achterhalen of er inderdaad op het station was geschoten, maar dat bericht krijgt hij niet bevestigd. Het is zelfs mogelijk dat de jonge Duitse soldaat het had gedaan om de baby te redden. Die was dan meer een held dan Robert. Hij had het verhaal alleen ooit aan Evelyne verteld: haar moeder had dus alles geweten, maar ze was toch bij hem gebleven.
Een kwestie van tijd (perspectief Robert)
Robert (in coma) beschrijft wat hij hoort van de dingen die Mila en Freeke aan zijn ziekbed met elkaar bespreken. Freeke laat gevoelens van jaloezie merken. Maar Mila zegt dat Robert met de beslissing in de oorlog eigenlijk voor zijn ongeboren dochter koos. Freeke is van mening dat hij gewoon bang was. Ze wil wel een priester voor hem waarschuwen want ze heeft een adres van een geestelijke uit Abcoude gevonden in zijn huis. Zelf heeft ze niets met het geloof.
Laatste sacrament (perspectief Robert.)
Robert ligt nu twee dagen in coma en er is een priester gewaarschuwd die het sacrament der stervenden komt toedienen. Hij ziet hoe Jochem, Mila, Freeke en Joy alsmede zijn zoon Pieter aan zijn sterfbed zitten. De priester werkt zijn rituelen af en zalft de ledematen van Robert. Hij praat hem vrij van zonden en ook de mensen om zijn bed zijn heel lief voor de man. Freeke leest op verzoek van de priester nog een psalm op. Jochem doet de laatste regels en dan laten ze de oude man doodgaan. Die treedt buiten zijn lichaam en is dood.
Amsterdam- Berlijn (perspectief Freeke)
Freeke reist zeven jaar na het sterfbed van Robert naar Berlijn. Ze heeft van Mila het adres van de Duitse soldaat gekregen, naar wie Mila steeds op zoek is geweest. Ineens herinnerde ze zich de naam die Robert tegen haar had gezegd en via internet heeft ze de inmiddels 80 jarige man te pakken. Het is 1999. Mila heeft een cadeau meegegeven voor de man om haar dankbaarheid te tonen. Het is de scheepsklok van Robert. Op het laatste moment had Mila het niet aangekund door Duitsland te reizen.
Freeke komt bij de oude man en vraagt aan hem of hij zich nog iets uit de oorlog op het station in Bussum kan herinneren. Nee, dat kan hij niet. Wel geeft Heinz Schnell aan dat hij wel eens meer individuen heeft kunnen redden, maar dat hij daartoe niet altijd in staat werd gesteld. Hij is dus niet zo trots op zijn oorlogsverleden. Dan gaat Freeke weg. Wanneer ze beneden is, ziet ze zijn scootmobiel staan en ze doet de scheepsklok in het mandje. Dat heeft hij verdiend. Ook wil ze nog de zwanen in de vijver gaan voeren als teken van dankbaarheid. Schnells zwanen zijn het volgens haar. Dan sms-t Mila met de vraag hoe het was. Freeke overweegt te antwoorden, maar doet het niet. Zo heeft ze de tijd om na te denken tijdens de treinreis wat ze gaat antwoorden. Mag ze liegen tegen Mila of moet ze de waarheid vertellen dat Heinz het gewoon niet meer wist.
Thema, motieven en interpretatie
Het is niet zo lastig om naar de thematiek in de roman op zoek te gaan. Alles valt terug te voeren naar de situatie in de Tweede Wereldoorlog. In die tijd werd Robert gedwongen om een joods meisje weg te brengen, maar hij wordt bang als hij wordt aangehouden door Duitse soldaten. Een van de soldaten redt hem door te doen alsof er een schietincident op het station is, waardoor Robert (in de oorlog) Auke alsnog kan ontkomen. Om geloofwaardig over te komen snijdt hij zich met een glasscherf en aan dat lelijk gehechte litteken wordt hij vijftig jaar na de oorlog nog steeds aan zijn laffe daad herinnerd. De wond is als het ware slecht geheeld en hij zijn geheim altijd kunnen bewaren . Alleen zijn vrouw Evelyne weet ervan.
Hoe pijnlijk zal het voor Robert zijn geweest om na de oorlog een huis te betrekken in de Churchilllaan, immers die man die symbool staat in het westen voor de ware oorlogsheld. Andere mensen keken tegen Robert aan als een Churchill, maar in werkelijkheid was hij een lafaard, hoewel met zijn ontkenning tegenover de Duitse soldaat is hij meer een discipel met de naam Petrus dan die van Judas.
Als Robert zijn einde voelt naderen, wil hij schoon schip maken en op de bewuste zondagavond zou hij het verhaal aan zijn dochter Freeke willen vertellen. Die heeft echter een afspraakje met een jonge man en liegt hem voor dat ze moet werken. Hij heeft wel door dat ze niet de waarheid spreekt en is daar bedroefd om. Dan wil hij een meisje uit een seksclub bellen, maar zijn favoriete hoertje is er niet. Dat wordt een eenzame avond totdat de door hem geredde Mila langskomt. Ze zijn seksueel tot elkaar aangetrokken, maar hij beseft dat het bijna een incestueuze daad zou zijn wanneer hij met haar zou vrijen. Dan vertelt hij aan Mila het echte verhaal uit de oorlog: die is wel van slag maar houdt nog steeds van hem: ze is immers wel door hem gered. Blijkbaar heeft Robert diezelfde avond ook het verhaal nog opgeschreven voordat hij een hartaanval kreeg. Mila treft hem zo aan en de spijtoptante Freeke komt ook weer terug naar het huis. Ze is verbaasd dat Mila en Robert misschien wel seks hebben gehad en vindt dat het eigenlijk niet kan. Een dag later vindt ze de brief en weet ze eindelijk de waarheid van de oorlog. Later wordt er zowel door Mila als Freeke naar de ware en feitelijk bewezen waarheid gezocht, maar er zijn al te veel jaren verstreken om erachter te komen. De bewuste Duitse soldaat is het voor hem blijkbaar minder heftige incident alweer vergeten.
Toch overheerst bij de drie personages het gevoel van dankbaarheid: Robert dat hij toch Mila naar het onderduikadres heeft mogen brengen, bij Mila dat ze toch ooit gered is, al wordt ze wel eens gepijnigd door het syndroom van de overlevende. Freeke beseft pas na het gesprek met Heinz Schnell wat het verlangen van haar vader was geweest. Het verlangen om je dankbaarheid te kunnen tonen aan iemand. Op blz. 166 vertelt ze : Je kunt je dankbaarheid niet in een gat stoppen. Je kunt het niets niet bedanken.”
Ook al had Schnell het niet gewild, ze wilde een dankoffer brengen. Daarom zet ze de scheepsklok die Mila had geërfd toch in het mandje van de scootmobiel.\"
Een laatste belangrijk motief is dat van de godsdienst. Op latere leeftijd heeft Vonne van der Meer zich laten dopen; haar ouders waren agnost. ( Interview in Boek magazine, januari/februari 2009) Vonne werd aangetrokken door het ritueel van het sacrament der stervenden. Ze beschrijft in het negende hoofdstuk dan ook op liefdevolle wijze hoe de priester het toedient aan haar vader. Jammer dat haar personage Freeke die geloofservaring mist. Ze schampert over het “paradijs”wanneer de priester daarover spreekt en in de epiloog wanneer ze over haar dankbaarheid voor het overleven van Mila nadenkt, weet ze niet of dat door goddelijk ingrijpen is. Als er een God is, had hij er niets mee te maken, papa, Want waarom greep hij toen wel in en al die andere keren niet. Het was Schnells werk of het was stom toeval. Als je je eerder had gerealiseerd dat Schnell jou heeft geholpen, had je hém gaan zoeken en niet God, dat weet ik zeker. (blz. 155-156) In het interview met Boek zegt Vonne van der Meer dat ze het jammer vindt dat Freeke niet gelovig is. Daarom laat ze het boek niet eindigen met het toedienen van het sacrament, maar heeft ze de epiloog nodig om te laten zien dat het leven doorgaat. Symbolisch is wel dat Freeke de reis van Maastricht naar Amsterdam naar Berlijn maakt: in Maastricht woont haar zoon tegenover een koffieshop die Huize Lucifer (de duivel!) heet. In Amsterdam wordt ze met het Sacrament der Stervenden geconfronteerd en in Berlijn ziet ze een café dat Gottlob heeft (ere zij aan God!) Oftewel ook zij maakt in dit opzicht toch een ontwikkeling door. Ze is ook aan het einde van de roman helemaal niet verbitterd, immers dankbaarheid overheerst en ze heeft een treinreis voor de boeg om na te denken over de waarheid die ze aan Mila moet vertellen.
Ik zet de motieven die een rol spelen in deze roman voor je leesdossier op een rijtje:
- nawerking van de Tweede Wereldoorlog
- het geheim
- het daarmee gepaard gaande schuldgevoel
- de vader-dochterverhouding
- de verhouding goed-kwaad in combinatie met het vriend-vijandmotief
- seksualiteit (die tussen Mila en Robert)
- het uiten van dankbaarheid
- de godsdienst en de troost die je daarin kan vinden
Waardering scholieren.com
Hoewel in enkele recensies de kwaliteit van de roman ter discussie staat, heb ik het een prachtig vertelde roman gevonden. De pienter uitgekiende vertelwijze (het wisselend perspectief in de juiste hoofdstukken) en de heldere structuur die we van Vonne van der Meer gewend zijn, maken het evenals de moreel belangrijke inhoud tot een mooi verhaal. Mede door de fijn lezende bladspiegel en het voorbeeldig doseren van verhaalgegevens, wordt de lezer naar het einde van het verhaal gedreven. Het oordeel over Robert laat de schrijfster blijkbaar graag aan de lezers over, want bij de drie personages overheerst de dankbaarheid die het leven hun heeft geboden. Het slechtst af is wellicht Robert die het geheim van zijn laffe daad 50 jaar voor Freeke en Mila geheim heeft moeten houden. En dat zal voor een jurist een pijnlijke opdracht zijn geweest. Dat zijn dochter plastisch chirurg is geworden, terwijl hij een aan het incident lelijk gehecht litteken heeft overgehouden, is ook al een schrille tegenstelling. Robert houdt zich wel staande in zijn seksuele toenadering tot Mila: blijkbaar was dat bewijs van haar dankbaarheid voor hem een brug te ver. Daarvoor koesterde hij ook teveel vaderlijke gevoelens voor haar. Immers, zij was een baby en zijn vrouw was zwanger van Freeke toen hij haar redde.
Vonne vader Meer schrijft met “Zondagavond” een indrukwekkende roman over een altijd interessant onderwerp uit de oorlog, die voor scholieren heel goed te lezen, niet veel tijd kost en goed te begrijpen valt. Voor de lijst waardeer ik de roman op 2 punten, maar de amusementswaarde voor een geïnteresseerde scholier van havo of vwo zal waarschijnlijk wel een ruime 7 of zelfs 8 zijn.
Recensies
“Zondagavond”werd besproken in de grote landelijke bladen.
Sonja de Jong bespreekt op 15 januari 2009 het boek in het Parool
Dit verhaal biedt voldoende stof voor een mooi psychologisch portret van deze mensen, zou je denken. Maar helaas laat Van der Meer over al deze emoties meer te raden over dan dat zij ze uitdiept. Ze zweeft er aan de oppervlakte overheen, suggereert, maar zoekt nergens echt de diepte. Een in aanleg boeiend gegeven verzandt daardoor in een wat vlak verhaaltje, dat hier en daar angstwekkend dicht op de rand van melodrama balanceert. Nergens gaat zij in op de vraag wat het met een mens doet als hij vijftig jaar met een geheim leeft. En nergens ook beantwoordt zij de vraag wat het voor Mila en Freeke betekent als de man die zij altijd zo hebben bewonderd, heel anders blijkt te zijn. En als die man vervolgens sterft voordat dingen kunnen worden uitgepraat. Jammer. Een gemiste kans.
Op 16 januari 2009 is Arjen Peters in De Volkskrant erg enthousiast :
Dit boek is een pleidooi voor onbestemdheid, voor het openlaten van mogelijkheden, en dat vraagt van een schrijver een grote mate van beheersing en doseerkunst. Aanraken, laveren, aftasten, het zijn de kwaliteiten van de behoedzaamheid, en die worden in deze precaire roman gevierd. Terwijl er een heftig oorlogsverhaal aan ten grondslag ligt: Freekes vader heeft in 1943 een Joodse baby naar een onderduikadres gebracht, en het is mede door zijn moedige gedrag dat zijn dochter, ook in 1943 geboren, later besloot dat ‘mensen redden’ haar opdracht moest worden. [….]Ronduit meesterlijk is de apotheose van Roberts leven, als hij in coma ligt in het ziekenhuis en alles kan horen maar niet meer reageren – de familieleden en verwanten rond zijn bed, het gestuntel en gekuch en gestoot tegen stoelen, de warreling van herinneringen en geuren, compleet met een zalving door een opgetrommelde pastoor, wiens olie de stervende sterk doet denken aan ‘de goudgele olijfolie die hij zo vaak over een bord met tomaten, mozzarella en basilicum heeft gegoten… Insalata Caprese’.
Denk je lichtelijk ongerust dat er een zalvende gedachte over leven en dood gaat komen, denkt Robert vergenoegd aan de fameuze Italiaanse delicatesse.
Vroom is anders. Of is het misschien zo onverwacht en realistisch als het leven ook ineens kan zijn? En is dat niet even wonderlijk als de diepzinnige overpeinzing die je hier wellicht had verwacht? Net als je dat begint te bedenken, heeft Van der Meer nóg een apotheose in petto. Tot in de slotalinea blijft ze ons voor, en ze is al uit het zicht voordat ze ons de hoed kan zien afnemen.
Op vrijdag 23 januari 2009 bespreekt de bekende recensent Arjen Fortuin in het NRC de roman heel lovend. Ondanks de zachte aanprijzingen van het geloof is Van der Meer veel meer romanschrijver dan missionaris. Als haar personages geen geestelijke kunnen bereiken, bellen ze een escortbureau. In Zondagavond is ze vooral op dreef in het inventariseren van de twijfel die mensen overvalt wanneer zij betekenis moeten geven aan iets wat hun overkomt. Cruciaal is – uiteraard – de toedracht van de ‘redding’ van Mila als baby, die ongeveer halverwege de roman uit de doeken wordt gedaan. De hoofdrol wordt daarbij gespeeld door een Duitse soldaat die op een cruciaal moment beweert dat er ergens geschoten wordt. De verwarring maakt dat Mila toch uit handen van de Duitsers blijft. Een toevallige samenloop van omstandigheden of iets wat je een wonder zou kunnen noemen? Later blijkt dat er in geen enkel archief een spoor van de schietpartij te vinden is.
Zo zijn er twee mogelijkheden: Mila gered door een toevallig oorlogsincident, waarbij je het toeval natuurlijk ook een wonder kunt noemen. Of er was sprake van een doelbewuste actie van de Duitse soldaat, die de aandacht afleidde zodat het kind uit handen van zijn collega’s bleef.
Zo staat het wonder tegenover de menselijke wil en de menselijke interventie tegenover de ingreep van een hogere macht. Althans, voor de meeste betrokkenen in Zondagavond. Uitzondering is Robert Blauwhuis, die ervan overtuigd is dat de soldaat met opzet de aandacht afleidde, maar die dat niet minder wonderlijk vindt dan een ‘toevallig’ optredende schietpartij. Hij weet immers waar hij met zijn dankbaarheid heen moet. Het ligt voor de hand dat hij in die analyse zijn schepster aan zijn zijde weet.
Het sterke van Zondagavond is echter dat Van der Meer minstens evenveel aandacht besteedt aan Freeke en Mila. Ook zij lopen over van dankbaarheid, om maar even in die terminologie te blijven, maar die is verweesd geraakt door Roberts bekentenis. Hem kunnen ze immers niet meer dankbaar zijn. Uiteindelijk vinden ook zij iets van een bestemming en een vorm voor hun dankbaarheid, niet steunend op religie, maar wel afhankelijk van haar seculiere zusje: de verbeelding.
Over de schrijfster en haar eerder gepubliceerde werk
Bron: website schrijfster
Vonne van der Meer werd in 1952 in Eindhoven geboren.
Ze was het jongste kind in een gezin van drie.
Haar moeder was een gretig lezer die haar kinderen vaak en graag voorlas.
De familie verhuisde naar Laren, waar Van der Meer na de lagere school de MMS bezocht. Omdat ze zich bij de lessen nederlands onderscheidde bij het opstelschrijven mocht Van der Meer bij haar eindexamen verhalen inleveren. Na haar eindexamen ging ze een jaar naar een high school in de Verenigde Staten, waar haar liefde voor het toneel werd aangewakkerd door de acteerlessen die ze volgde.
Twee jaar later werd ze toegelaten tot de regieafdeling van de Amsterdamse Theaterschool. Tijdens deze opleiding bleef ze schrijven: verhalen, toneel, scènes.
Al snel werd ze de tekstleverancier van haar klas:
\"Als er voor koninginnedag een straattheaterstuk gemaakt moest worden, bewerkte ik in één nacht een sprookje. Als twee medeleerlingen een stuk zochten om samen aan te werken, maar niks konden vinden wat bij hun leeftijd en mogelijkheden paste, schreef ik het. Daar ontdekte ik ook dat het niet handig is om je eigen werk te regisseren. De afstand ontbreekt dan. Als een scène niet meteen lukt ben je geneigd te gaan herschrijven, in plaats van de acteurs een andere opdracht te geven\".
In 1976 werd Van der Meers monoloog De Behandeling door toneelgroep Centrum op het repertoire genomen. In 1978 sloot ze haar toneelopleiding af en werd ze regieassistent van Franz Marijnen bij het RO-theater.
Al snel regisseerde ze zelf stukken van Goethe, Osborne, Frisch en een bewerking van Plato\'s Symposium. Daarna regisseerde ze een kleine tien jaar bij uiteenlopende gezelschappen als Baal, Centrum, De Haagse Comedie en het RO-theater. Bij het laatste gezelschap ging in 1996 ook haar toneelstuk Weiger nooit een dans in premiere.
Van der Meers verzamelde verhalen uit Hollands Maandblad werden in 1985 gebundeld tot haar debuutbundel Het limonadegevoel en andere verhalen. Daarna publiceerde ze ongeveer om de twee jaar een boek: romans, verhalenbundels en novelle\'s.
Bijlage
Interview met Vonne van der Meer over het boek op www.ezzulia.nl
Vorige week is bij Uitgeverij Contact de nieuwe roman Zondagavond van Vonne van der Meer uitgekomen. Het verhaal speelt zich af in een kleine setting van slechts drie personages, Robert, Freeke en Mila, wiens levens onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Een verbintenis die zijn oorsprong vindt tijdens een gebeurtenis in de tweede wereldoorlog, wanneer Robert, gevraagd wordt om een baby, Mila Salomons, in veiligheid te brengen. Een gebeurtenis met grote gevolgen, zichtbaar en onzichtbaar.
Vonne van der Meer is er wederom in geslaagd om een aangrijpend en intrigerend boek te schrijven, waarin de band tussen drie mensen centraal staat. Op station Naarden-Bussum, een locatie die een belangrijke rol speelt in Zondagavond, heb ik het genoegen om Vonne van der Meer te interviewen over haar nieuwste roman.
Het verhaal vindt zijn grondslag in een gebeurtenis tijdens WO II. Hoe ben je op het idee gekomen voor dit specifieke verhaal?
Ik ben zelf zeven jaar na de oorlog geboren en ken de verhalen dus alleen van mijn ouders en familieleden. Op mijn achttiende heb ik een vrouw leren kennen die tijdens WO II kinderen wegbracht die moesten onderduiken. Haar naam is Len en inmiddels is zij zevenentachtig jaar oud. Zij heeft mij vaak over die periode in haar leven verteld.. Intrigerende verhalen. Ik wilde er iets mee doen. En het leek mij een goed idee om het verhaal te vertellen van iemand die dit verzetswerk doet, maar dan - anders dan mijn vriendin - faalt. Ik wilde een dilemma schetsen, geen heldenverhaal.
Jouw roman heeft eigenlijk maar drie personages en is als zodanig zeer minimalistisch. Het eerste hoofdstuk valt hierdoor een beetje uit de toon, aangezien hier de kleinzoon van Robert en de zoon van Freeke ook een actieve rol speelt en eigenlijk geldt dit ook voor het laatste hoofdstuk wanneer Freeke een ontmoeting met de Duitser Heinz Schell aangaat. Waarom heb je ervoor gekozen om het verhaal op die manier te beginnen en te eindigen?
Het klopt dat het verhaal zich eigenlijk rondom drie personages afspeelt. Robert, Freeke, zijn dochter en Mila, het joodse meisje dat Robert heeft ‘gered’ in de tweede wereldoorlog. Het eerste hoofdstuk is dan ook eigenlijk een proloog, net zoals het laatste hoofdstuk min of meer een epiloog is. Daartussen spelen zich zeven hoofdstukken met de drie personages af. Ik vond het zelf mooi om te beginnen met een afscheidsscène tussen moeder en zoon. Ook omdat afscheid een thema is dat door het boek heenloopt. Door met Freeke te beginnen leer je haar als lezer heel goed kennen, wat nodig is om je de rest van het boek bij haar betrokken te voelen.
De titel voor jouw roman is ‘Zondagavond’. Hoe ben je hierop gekomen?
Het is altijd lastig om een goede titel te verzinnen, maar Zondagavond paste gewoon het beste bij deze roman. Het is een familieavond, een intieme avond. De kiemscènes van het boek spelen zich allemaal op die ene avond af.
We hebben voor dit interview afgesproken op station Naarden-Bussum. Het gevoel dat ik bij aankomst kreeg, was: ‘ Hier is het allemaal gebeurd.’ Het station ademt de sfeer van jouw verhaal. Wat betekent deze locatie voor jouw boek en voor jezelf?
Het station speelt een korte, maar zeer belangrijke rol in het boek. Hier speelt de ‘scèna-madre’ van Zondagavond zich af, de plek waar Robert zijn ‘schuld’ opdoet en onder druk een verraad pleegt dat de rest van zijn leven zal gaan beheersen. Het station is nagenoeg nog steeds in dezelfde stijl als tijdens de tweede wereldoorlog en ademt de sfeer uit van het boek. De architectuur heeft mij altijd enorm aangesproken en van binnen is het rijk aan details. Het komt bij mijn weten helemaal niet voor in boeken en films. Het is altijd station Amsterdam of Haarlem en ik vind dat dit authentieke station, ontworpen door H.G.J. Schelling, het verdient om een plaats in een boek te komen.
Hoe heeft jouw omgeving gereageerd op jouw roman?
Tot nu toe hebben nog maar weinig mensen mijn roman gelezen. Daarom vind ik dit soort interviews zo leuk, je krijgt het boek als het ware terug. Ik heb het wel aan Len, de vrouw die de inspiratie is geweest voor het boek, laten lezen. Ik vond het belangrijk dat zij het qua sfeer geloofwaardig vond.
Op een gegeven moment raakt Robert in een coma waar hij niet meer uit ontwaakt. Hij hoort wel alles en in zijn hoofd reageert hij hier ook op, maar ontwaken doet hij niet meer.
Dat klopt, ik heb hier bewust voor gekozen. Het was belangrijk voor het verhaal dat hij geen antwoorden meer kon geven. Hij moest er nog wel even zijn, maar kan dan niet meer praten. Hierdoor voel je de beklemming die Robert op dat moment ervaart. Ook wordt hierdoor duidelijk dat de twee vrouwen, Mila en Freeke, altijd met elkaar verbonden zullen blijven.
Er zit dus een moraal in het verhaal?
Ja, je hebt wel gelijk als je zegt dat er een moraal in dit boek zit. Maar op een impliciete manier. Zeg de dingen op tijd tegen elkaar. Zelfs op het eind is Freeke laat, pas een paar jaar na het overlijden van Robert gaat zij de Duitser zoeken die Robert tijdens de tweede wereldoorlog op station Naarden-Bussum tegenkwam. Ze verzint steeds excuses, ze wil er niet aan.
Wat zijn jouw inziens de belangrijkste thema’s in ‘Zondagavond’?
Schuld is een belangrijk thema in het boek, net als verlies, maar ook dankbaarheid. Het schuldgevoel dat Robert meedraagt is uiteindelijk zijn hele leven gaan beheersen en zijn handelen gaan beïnvloeden. Het raakte meerdere mensen en had invloed op zijn omgeving, hoewel deze hier helemaal niets van wist.
Ga voor gehele interview naar http://www.ezzulia.nl/interviews/vonnevandermeer.html
Zondagavond door Vonne van der Meer
7.2- Boekverslag door Cees
- Docent | 5426 woorden
- 1 februari 2009
- 176 keer beoordeeld
7.2
176
keer beoordeeld
Bewaar of download dit verslag!
Om dit verslag toe te voegen aan je persoonlijke leeslijsten of te downloaden moet je geregisteerd zijn bij Scholieren.com.
26.308 scholieren gingen je al voor!
Ook lezen of kijken
Ver reizen? Zo gaan wij naar school!
Student Hanne en scholier Naomi over studiekeuzes: 'Het is jouw toekomst'
Amarins (26) studeert Scheikunde in Amsterdam: 'Ik wil graag weten hoe de wereld werkt'
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
lol titelverklaring klopt niet echt xD.
het is het jaar 1943 waar het zich afspeeld en niet in 1992 xD faalt nogal
14 jaar geleden
AntwoordenCees
Cees
Het verhaal speelt zich toch echt af in september 1992. Je kunt dat overigens ook in de flaptekst lezen.
13 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
geen beschrijving van de hoofpersonen, jammer!
12 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
als dit verslag is geschreven door een docent is dit wel een man/vrouw van laag niveau;
-je zou denken dat een docent zijn werk controleert op spellingfouten ("Robert heft watt e vertellen aan Freeke.")
-verder is de zinsbouw niet gerelateerd aan het niveau van een docent ("Onderweg wordt ze gebeld door Gamal, een Egyptische veel jongere kok die in Brandwondenziekenhuis werkt die een oogje op haar heeft. Ze wil wel met hem gaan eten. Ze spreekt met hem af.")
- een docent moet ook weten dat herhalen van woorden kan leiden tot irritatie van de lezer
kortom een slechte recensie van een docent, prima recensie van een 3 havist.
11 jaar geleden
Antwoorden