Boekverslag - Zoeken naar Eileen W.
Zakelijke gegevens
Auteur: Leon de Winter
Titel: Zoeken naar Eileen W.
Uitgeverij: Uitgeverij Maarten Muntinga bv
Jaar van uitgave: de eerste uitgave was in 1981
Druk: 1989
Verwachtingen en eerste reactie
Dit boek stond thuis in de boekenkast. Mijn moeder vertelde dat zij het een mooi boek vond, dus heb ik besloten het te lezen. Ik verwachtte dat het een mooi en romantisch boek zou zijn. Het boek bleek niet zozeer over de liefde te gaan maar over het verhaal erachter. Ik had verwacht meer antwoordden te krijgen in het boek dan dat ik eigenlijk kreeg. Mijn verwachtingen zijn dus voor het grootste deel niet uitgekomen.
De schrijfstijl van het boek had ik me ook anders voorgesteld, iets ouderwetser met kortere zinnen.
Het lezen van het boek heeft mij niet teleurgesteld, maar mij juist aangenaam verrast. Wel vind ik het jammer dat je op het einde van het verhaal geen antwoorden krijgt op de vragen die je jezelf bent gaan stellen tijdens het lezen van het boek.
Samenvatting:
Een antiquaar in Londen komt toevallig in contact met Eileen W. Hij moet voor haar het boek Tristan en Isolde bestellen. Wanneer hij haar dit wil geven, is ze verdwenen. Hij schrijft naar een adres wat ze achtergelaten had en zo komt hij in contact met Eileen=s man: Marc Nolan. Aan de hand van wat Marc vertelt en met behulp van zijn eigen fantasie stelt hij vast hoe het leven van Eileen eruit gezien moet hebben: de Noord-Ierse katholieke Eileen werd op 17 jarige leeftijd zwanger van haar (geheime) protestants vriendje Kevin. Kevin verdwijnt, nadat hij het nieuws gehoord heeft een paar dagen en Eileen weet niet hoe ze zich uit haar situatie moet redden. Nu maakt haar werkgever, Marc Nolan, haar avances en zij besluit erop in te gaan. Op de tweede avond uit gaat ze met hem naar bed. Wanneer ze in de vijfde maand is verdwijnt ze samen met Kevin. Samen proberen ze de realiteit te ontvluchten. Dit lukt niet en ze keert terug. Eileen laat Marc te weten komen dat ze zwanger is van hem. (Wat niet zo is) en ze trouwen. Eileen bevalt van een dochter. Kevin is na de vlucht uit de realiteit verdwenen. Eileen wil heel graag haar dochtertje aan Kevin te laten zien. Ze vertrekt met baby naar Londen en ontdekt daar dat Kevin zich met een overdosis drugs om het leven heeft gebracht. Ze dwaalt door Londen en ziet plotseling een boekwinkeltje en gaat daar naar binnen. Eileen vraagt om het boek van Tristan en Isolde, waar Kevin het een aantal keer over heeft gehad. De antiquaar is de ik-figuur in het boek en hij raakt geïnteresseerd in Eileen en gaat op zoek naar haar en haar verleden. Eileen wordt echter niet gevonden, wel leer je haar verleden kennen.
Behalve dit verhaal speelt ook nog het verhaal van de antiquaar mee. Je krijgt een beeld van zijn jeugd in Eindhoven en van zijn studententijd. In die tijd kreeg hij een vriendin: Marianne. Marianne was een meisje vol met idealen en had iets nodig om naar te leven. Lange tijd ging het goed tussen de ik-figuur en Marianne, maar toen erfde de ik-figuur een antiquariaat in Londen van een oom. Hij wilde er graag naar toe en ook voor Marianne was het een uitdaging. Na een jaar echter was die er voor haar wel af en gingen ze uit elkaar. De ik-figuur begroef zich in het werk van zijn winkel en was één geworden met de sleur. Die sleur werd echter plotseling doorbroken door Eileen, die zijn aandacht trok.
Analyse
Genre:
Het boek is een literair/psychische roman.
Psychisch, omdat het voornamelijk over gevoelens en gedachtes gaat en niet over gebeurtenissen. Het is een literaire roman, omdat in het boek buitengewoon veel literaire trucjes zijn toegepast. De ik-figuur probeert het leven van Eileen te construeren. Hij krijgt hier voor zichzelf een bepaald beeld over, maar of dit het juiste is? Je gaat er echter als lezer wel vanuit dat het het juiste is. Het verhaal kan ook anders zijn. Marc kan bijvoorbeeld best echt de vader van Eileen’s dochter zijn. Om de lezer zo te misleiden is heel knap en daarom is het een literaire roman.
Opbouw:
Het boek bestaat uit 28 hoofdstukken, zonder titel.
Het verhaal begint bij het begin (wanneer Eileen met Kevin naar Dublin gaat). Het verhaal wordt verder vertelt met veel flashbacks (De verteller heeft er een heleboel flashbacks, maar ook Marc vertelt in één grote flashback wat er is gebeurd). Het verhaal is niet continu. Het is fragmentarisch. Dan weer wordt een episode uit het leven van de verteller verteld. Dan weer vertelt Marc een stuk uit zijn verhaal. Vaak wordt ook het leven van Eileen, zoals de verteller dat zich voorstelt, beschreven.
Er zijn drie verhaallijnen: die rond het leven van de verteller, die rond de visie van de verteller op het leven van Eileen en het ooggetuigenverslag vertelt door Marc Nolan.
Het boek is opgedragen aan Bernadet. Ik kan verder niks over dit persoon vinden.
Personages:
Eileen W.
Eileen is een Noord-Iers katholiek meisje van 17jaar. Ze is aantrekkelijk en heeft rood haar en blauwe ogen. Aan het begin van het boek is Eileen erg naïef, later niet meer. Ook is ze vriendelijk, bescheiden en zelfstandig, ze wil elk probleem zelf oplossen. Eileen werkt als secretaresse op een installatie- en onderhoudsbedrijf. Ze heeft een relatie met Kevin Fletcher, een Protestantse jongen. Ze raakt zwanger van hem. Wanneer ze besefte dat ontkenning van de zwangerschap geen zin heeft, besluit ze in te gaan op de avances van haar katholieke baas Marc Nolan. Ze gaan met elkaar naar bed en Eileen laat hem denken dat hij de vader van haar dochter is.
Haar probleem is dat ze is zwanger geraakt van een protestantse jongen terwijl ze zelf katholiek is. Dit was in Ierland een schande en het zou misschien wel hun dood betekenen als iedereen er achter kwam. Ze zoekt een uitweg en gaat een relatie aan met haar baas, zodat het net lijkt alsof haar baby van hem is. Het probleem is dus eigenlijk dat ze een onmogelijke liefde koestert voor een jongen.
Ontwikkeling: Eileen wordt wat minder naïef en ze gaat zich meer afzetten tegen alles wat haar wordt opgelegd. Ze maakt natuurlijk ook wel wat mee in het boek. Hierdoor is ze voorzichtiger en meer een volwassene geworden.
Typering: round character
De ik-figuur (de antiquaar).
De naam van de verteller kom je niet te weten, ook zijn uiterlijk is niet bekend. Zijn leeftijd wordt ook niet genoemd, maar ik schat hem in de dertig. De ik-figuur houdt van joggen en is geen ondernemend type. Hij houdt van een geordend, regelmatig, zeker bestaan en heeft niet veel sociale contacten. Hij is een antiquaar in Londen. Hij heeft een relatie gehad met Marianne, zij is eerst met hem meegekomen naar Londen maar een jaar later weer teruggegaan naar Nederland. De ik- figuur heeft hierna geprobeerd zijn leven te ordenen en hij sluit zich af van de rest van de wereld. De sleur werd echter doorbroken wanneer hij Eileen ontmoet, hij voelt zich tot haar aangetrokken.
Zijn probleem is dat hij een geïsoleerd leven leidt en hij bang is om zonder enige identiteit te sterven.
Ontwikkeling: Hij ontwikkelt zich niet erg duidelijk. Later in het verhaal vertelt hij wel dat hij door het verhaal van Eileen alles is gaan opschrijven wat hij meemaakte.
Typering: round character.
Kevin Fletcher
Kevin Fletcher is 19 jaar oud en een aantrekkelijke jongen die bezit over een ontwapende glimlach. Hij heeft donker, zwart haar en last van acne. Kevin kan verlegen zijn maar als hij zich op zijn gemak voelt is hij charmant en innemend. Kevin werkt als monteur bij het installatie- en onderhoudsbedrijf waar Eileen ook werkt. Hij is verliefd op Eileen en hij is de vader van Eileen’s dochter. Samen willen van de werkelijkheid ontsnappen en vertrekken naar Engeland. Na een tijdje komt hij erachter dat het niet mogelijk is en voelt zich schuldig en verraadt de schuilplaats van Eileen.
Kevin’s probleem is dat hij Eileen zwanger heeft gemaakt en dat hij niet bij haar kan blijven en openlijk van haar kan houden. Zijn ouders zijn vroeg overleden: Vermoordt door de IRA. Hij denkt nog elke dag aan ze en heeft een steeds grotere afkeer aan alles wat Iers is. Hij is dan ook niet trots dat hij er een is. Hij schrijft in een van zijn brieven aan Eileen: “Ik begrijp dat jij voor mij ook het typische roodharige Ierse meisje betekend hebt, de mooie, zinnelijke en onaanraakbare dochter in het typische vrome katholieke Ierse gezin; als ik jou zou veroveren, zou ik me kunnen verzoenen, zou ik Ier worden.” Hij is dus nog steeds erg in de war met zichzelf en probeert er achter te komen hoe hij wil leven.
Ontwikkeling: Kevin verhuist later naar Londen, en raakt daar verslaafd aan de drugs. Hij pleegt ‘zelfmoord’ door een vieze naald te gebruiken bij een shot.
Typering: round character.
Marc Nolan
Ik denk dat Marc Nolan rond de dertig is. Hij heeft blond, krullend haar, zware wenkbrauwen en blauwe ogen. Marc wil de werkelijkheid niet onder ogen zien, omdat hij niet wil accepteren dat Eileen niet van hem hield, maar hem alleen maar gebruikt heeft. Hij is de baas van het installatie- en onderhoudsbedrijf in het plaatje S. Hij was getrouwd met Eileen, maar zij is weggelopen met hun kind (Marc denkt dat het zijn kind is, de ‘ik’ persoon denkt dat het Kevin’s kind is).
Zijn probleem is dat zijn vrouw is weggelopen met het kind. Hij wil haar vinden.
Marc maakt niet echt een ontwikkeling door in het boek.
Typering: flat character.
Ann
Ann is de vriendin van Eileen, en waarschijnlijk ook 17 jaar oud. Ann is eerlijk en vind het moeilijk om geheimen te bewaren. Ze is een beetje jaloers op Eileen wanneer zij een relatie met Kevin heeft.
Typering: flat character.
Susan
Susan is de zus van Ann en ze woont in Dublin. Zij is een paar jaar ouder dan Eileen en Ann. Susan is een kleine, mollige jonge vrouw met lang, dun snel vet wordend haar. Susan studeert geschiedenis aan de Dublin University. Susan is aardig en schroomt niet om de ‘ik’ persoon te helpen met zijn zoektocht.
Typering: flat character.
De vader van de antiquaar
De vader van de antiquaar is een bejaarde man. Hij is een Engelse leraar. Hij is bezeten door de ‘Engelse gentleman’ en heeft dan ook een heel kostuum om een goede interpretatie te geven van zijn verbeeldende figuur.
Typering: type.
Marianne
Zij is de vriendin van de verteller en gaat mee naar Londen. Maar het saaie leven in de boekenwinkel kan zij niet aan en kiest voor haar eigen carrière in Nederland; als docente.
Typering: flat character.
Perspectief en verteller
Er is sprake van een ik-verteller. De 'ik' speelt in het verhaal een grote rol, maar is niet de hoofdpersoon (de antiquaar). Hij vertelt over Eileen W. De schrijver heeft dit perspectief gebruikt, zodat hij meningen en gevoelens die hij bij dit verhaal had op papier kon zetten. Er zijn hoofdstukken die niet vanuit de 1e persoon verteld lijken, omdat ze alleen over Eileen gaan, maar het is dan telkens een deel uit het verslag dat de schrijver heeft opgeschreven, en er wordt af en toe gezegd "zo stel ik me het voor."
Het is voor een groot deel een onbetrouwbaar perspectief. De ‘ik’ persoon vertelt dingen waarvan hij niet zeker weet dat ze waar zijn.
Er is sprake van een Auctoriale verteller.
Het effect op de lezer is dat je de gedachten van de verteller ontzettend goed te weten komt. Je leest al zijn opvattingen van het levensverhaal van Eileen en je ziet ze als waarheid, terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn.
Ruimte
Het verhaal speelt zich voor het grootste deel in Noord-Ierland af. Daar speelt het verschil tussen de Protestantse en de Katholieke christenen.
Delen van het verhaal spelen ook op andere plaatsen:
- De dorpjes B. ( een kustplaatsje en Eileen woonplaats ) en S. ( heeft Marc zijn bedrijf ) die verder onbekend zijn. - Dublin, waar ze in het begin van het boek een weekend naar toe gaan.
- Het dorpje Aberystwyth, waar het gezin van Eileen een stacaravan heeft en op vakantie gaat. Het wordt beschreven als een kleurloos Engels badplaatsje.
- Het huisje in Lough Mask, waar Eileen en Kevin zich een tijdje schuilhouden.
- En als laatste in Londen.
Er wordt meer gebruik gemaakt van ruimteverwerking door overeenkomst dan van ruimteverwerking door contrast.
Er worden veel bijvoeglijk naamwoorden gebruikt bij het beschrijven van de plaatsen. Hierdoor krijg je dus een goed beeld van de verschillende plaatsen. Hier een voorbeeld:
“Ze hadden de dagboot en arriveerden 's avonds in Aberswyth. Een ruime stacaravan aan de rand van een uitgestrekte, propvolle camping vromde het onderdak voor de komende week. Eén van de opzichters, die haar dadelijk avances maakte, demonstreerde hoe het interieur van de caravan omgetoverd werd tot een grote slaapkamer, waarin ruimte was voor een heel gezin. Er was buiten veel lawaai. Ze hoorde tot laat op de avond het gezoef van badmintonrackets op de verlichte baan vlak bij hun caravan.”
Dat het verhaal zich in Noord-Ierland afspeelt is relevant omdat daar de situatie was met de grote tegenstellingen tussen katholieken en protestanten. Katholieken en Protestanten konden in feite geen contact met elkaar hebben. Eileen was Katholiek en Kevin was Protestant, hun liefde was niet onmogelijk geweest als het verhaal zich bijvoorbeeld in Nederland had plaatsgevonden.
Het effect op de lezer is dat je het verhaal goed kunt plaatsen omdat je waarschijnlijk al eerder van de situatie in Ierland hebt gehoord.
Tijd
Historische tijd: Het verhaal speelt enige tijd geleden. Nu is de situatie in Noord-Ierland betrekkelijk rustig. Rond 1981 (toen het boek voor het eerst werd uitgegeven) was dit nog niet het geval. Er waren problemen tussen de katholieke en de protestantse christenen. De historische tijd is essentieel voor het verhaal. Dit is omdat het gaat over een onmogelijke liefde tussen een katholiek meisje en een protestantse jongen. Het is dus belangrijk dat het verhaal in deze tijd speelt, anders zou het niet over een onmogelijke liefde gaan.
Het verhaal over het verleden van de verteller, begint rond de Tweede Wereldoorlog. Hierbij is de tijd minder essentieel.
Vertelde tijd: De tijdsduur van de avonturen van de verteller zijn een paar weken. Hij vertelt het verhaal van Eileen, de tijdsduur daarvan is ongeveer één jaar.
Verteltijd: 254 bladzijden.
Chronologie: Het verhaal loopt niet precies chronologisch: De ene keer wordt er verteld over de ontwikkelingen van Eileens belevenissen (vroeger) zoals de schrijver die 'reconstrueert', en de andere keer over hoe de schrijver van het verhaal dat allemaal uitzoekt (later). Als je het verhaal in twee groepen zou verdelen (In de ene groep alles over Eileens belevenissen, in de andere groep alles over de ontberingen van de schrijver, en zijn ontmoetingen met Marc) dan zou de tijd in die twee groepen apart wel chronologisch zijn.
Een groot deel van het verhaal zou je een grote flashback kunnen noemen, namelijk de stukken waarin de schrijver verteld over wat Eileen (volgens hem en zijn onderzoeken) heeft beleefd.
Vooruitwijzingen waren er genoeg. Een voorbeeld van een onbelangrijke vooruitwijzing staat op de eerste bladzijde van het verhaal (blz. 7): "De glanzende rugleuningen waren nog niet versierd met viltstiftkreten". Een belangrijke vooruitwijzing staat achterin het verhaal: "Haar vriendin zou het belangrijke geheim niet voor zich kunnen houden, en zo zouden haar ouders denken dat haar kind van Marc was" (blz. 141).
Het effect op de lezer is dat je soms in de war kan raken (door de grote tijdsprongen). Ik vind dat deze tijdsprongen het boek wel een stuk interessanter maken.
Stijl / taalgebruik
De auteur schrijft in vlot, modern Nederlands.
De schrijver gebruikt uitvoerige beschrijvingen met rijen van aan elkaar gehechte bijvoeglijke naamwoorden:
“(...) Ann's zus Susan, een kleine, mollige, jonge vrouw met lang, dun, snel vet wordend haar die aan Dublin Univerity geschiedenis studeert.”
(blz. 9)
Ook rare zinsconstructies komen voor:
“Eileen zei: ja natuurlijk, dat leek haar wel leuk, en tegelijk besefte ze (...)”
(blz. 76)
Ook gebruikt de schrijver bladzijden vol met indrukken, zinnen zonder werkwoorden die van alles in de omgeving beschrijven, zoals:
“De levensmiddelen in de volle koelkast, de volle voorraadkast, veiligheid,voorbereid-zijn
De opspattende belletjes boven haar glas cola.
Alsof haar oogbollen brandden, met peper waren ingesmeerd.”
(blz. 95)
De auteur gebruikt niet veel moeilijke woorden. Sommige zinnen zijn lang en ingewikkeld qua bouw. Het boek bevat (zoals ik hierboven als vermeldde) veel beschrijvingen, maar ook dialogen komen aardig wat voor, bijvoorbeeld wanneer de ik-figuur praat met Eileen’s man Marc. Het taalgebruik was op sommige momenten vrij grof vooral bij sommige conservaties tussen de ‘ik’ persoon en Marc Nolan.
De auteur maakt nauwelijks gebruik van beeldspraak. Ook zit er niet veel humor in het boek.
Ik vind dat het taalgebruik past bij de personages, vooral bij Eileen omdat zij toch een vrijdenkend meisje is.
Het effect op de lezer is dat het soms moeilijker wordt om het verhaal te begrijpen, maar het verhaal wordt ook spannender door Leon de Winters’s stijl en taalgebruik.
Titelverklaring
De hoofdpersoon in Leon de Winters roman Zoeken naar Eileen W. beschrijft zijn zoektocht naar het verhaal van Eileen, een denkbeeldige reconstructie ( naverteld ), die op tweeërlei wijze wordt gemotiveerd: De verteller is op zoek naar een eigen identiteit, die hij niet langer wil ontlenen aan anderen. Maar -belangrijker nog- hij zoekt een verhaal dat aan de een toevallige gebeurtenis betekenis wil geven. Op zoek naar een ordening, die verscholen ligt in een ontwarbare werkelijkheid, die van het toeval aan elkaar lijkt te hangen.
Het boek geeft alleen Eileen W. als Eileen’s naam omdat Eileen nooit aan de ‘ik’ persoon heeft verteld wat haar hele achternaam is.
Er is geen ondertitel en geen motto.
Motieven
statische motieven
- Duiven als symbool voor vrijheid (in tegenstelling tot Eileen).
- Roest,veroudering als symbool voor verroeste patronen in de samenleving, waardoor Eileen en Kevin een eeuwenoud verhaal herleven.
- Leegte, als symbool voor innerlijke leegte, karakterloosheid en lege levens.
- Lot, toeval, natuur als symbool voor de onmogelijkheid je leven naar inzicht in te delen, maar alleen aan de hand van gebeurtenissen, dus het lot.
Dynamische motief
- Het joggen van de hoofd persoon als symbool voor zijn strakke schema dat aan het eind verbroken wordt.
In veel boeken van Leon de Winter speel het Jodendom/ de tweede wereldoorlog een grote rol (schrijversmotief). Dit is in het boek ‘zoeken naar Eileen W’ niet het geval.
Thema
Het thema is de onmogelijke liefde tussen een katholiek meisje en een protestantse jongen in Noord-Ierland.
Dit verhaal kan worden terug geleid worden naar het verhaal van Tristan en Isolde. Daarin speelt zich ook een driehoeksverhouding af tussen koning Marc en de wees Tristan, die bij Marc opgegroeid, en Isolde. Beide mannen zijn verliefd op Isolde , bovendien is de liefde van Tristan voor Isolde in strijd met de heersende moraal. Slechts de dood kan ze verenigen. Een onmogelijke liefde dus, zoals we ook in het boek Zoeken naar Eileen zien. De onmogelijke liefde daarin is de strijd tussen de protestanten en de katholieken en liefde tussen die twee is niet mogelijk.
Eindoordeel en evaluatie
Dit boek heeft me verast. Ik vond het bijzonder hoe Leon de Winter met de tekst heeft gespeeld. Je denkt steeds dat het verhaal dat de verteller over Eileen vertelt, het echte is, maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Ook krijg je op het begin niet veel over Eileen te weten, vooral niet over wat haar relatie is met de antiquaar en hoe en waarom ze verdwenen is. Dit zorgt ervoor dat je nieuwsgierig blijft en het boek helemaal uitleest. Het vreemde is dat je bijna geen antwoorden krijgt; Eileen blijft een mysterieus figuur. Ook van andere personages kom je veel dingen niet te weten; zo weet je op het einde van het verhaal nog steeds niet de naam van de verteller.
De ik-figuur gaat niet echt voor me leven, omdat het een totaal ander figuur is dan dat ik ben. Soms dacht ik echt: Wie doet nou zoiets. Eileen sprak me meer aan. Misschien ook omdat dit een meisje is van ongeveer mijn leeftijd.
Ik vind de opbouw van het boek erg uitzonderlijk. Het verhaal komt ongewoon tot stand, doordat het voor een deel is beschreven en je dan, met de ik-figuur, achterhaalt hoe het nu waarschijnlijk zat.
Het verhaal in totaal was heel levendig en beeldend beschreven, dit komt voornamelijk door de lange beschrijvingen. Op sommige momenten vond ik deze beschrijven wat vervelend omdat ze nogal langdradig waren.
Er zitten veel stijlfiguren in en er worden erg lange zinnen gebruikt. Er zit wel een hele denkwijze achter dit boek. Je kunt er heel diep op ingaan; over de kleinste dingen kun je al filosoferen. Dat heeft dit boek me wel duidelijk gemaakt. De ik-figuur wil elke toevalligheid een betekenis geven. Daar wordt het boek soms erg langdradig van.
Terwijl ik het boek aan het lezen was, heb ik niks gemerkt van motieven. Maar toen ik later er nog eens goed naar ging kijken was ik verbaasd over hoeveel er in het verhaal verwerkt zijn.
De titel leek me erg voor de hand liggend, later kwam ik er echter achter dat de titel toch dieper ging dan dat ik aannemelijk dacht.
Het onderwerp op zich vond ik wel interessant. Dat was dan ook een van de redenen waarom ik het boek had gekozen. Het heeft me aan het denken gezet over de strijd tussen de protestanten en katholieken in Noord-Ierland. Hoe dat het leven van mensen kan beheersen, terwijl ze dat helemaal niet is wat ze willen.
Ik vond het een mooi boek, alleen jammer van het open einde en de lange gedetailleerde beschrijvingen.
Twee secundaire bronnen / recensies
Deze recensies heb ik van de site Literom.nl
Recensie 1.
Iseghem, J. van. (1981). Weggevolgen. In: De Standaard (4 september).
Zo stel ik het me voor. Zo iets kan zich voorgedaan hebben. Laten we zeggen dat dit zich heeft voorgedaan. Mogelijk vond toen het volgende plaats. De lucht was zwaar bewolkt; of was volkomen helder. In de nieuwe roman van de Nederlandse auteur Leon de Winter (geboren 1954) bots je voortdurend op dergelijke zinswendingen van onzekerheid; telkens wordt je door een bescheiden verteller duidelijk gemaakt dat het verhaal slechts zijn versie van de feiten is. Op die manier ben je lezend eigenlijk aan het nadenken over een wezenlijke trek van het genre. De auteur helpt je de vereiste afstand scheppen, sleept je niet zomaar kritiekloos in een fictief wereldje mee.
Het is daarom een verdienste dat hij er tegelijk toch in slaagt je met het verhaal te boeien; want hij maakt zijn lezer wel nieuwsgierig op zijn speurtocht: Wie is de persoon die hij opspoort? Hoe kwam ze in zijn leven te voorschijn? Waarom is ze weer verdwenen?
Van bij de eerste hoofdstukken evolueert de roman op een dubbel niveau: je krijgt gegevens over een zekere Eileen, zeventien, een meisje uit een katholiek gezin in Noord-lerland; anderzijds ook over de verteller zelf, een uitgeweken Nederlander die in Londen een boekenantiquariaat heeft overgenomen en die om ongekende redenen naar de inmiddels verdwenen Eileen op zoek gaat.
De eerste verhaallijn is een duidelijke reconstructie. De verteller bouwt het geheel op zoals de gebeurtenissen zich volgens hem hebben afgespeeld. Hierbij baseert hij zich op feitelijke gegevens, enkele getuigenissen en vooral ook eigen inzicht. Tussendoor verneem je ? op het tweede niveau ? heel wat over zijn eigen leven en achtergronden. Zo lijkt hij soms wel zelf de protagonist, eerder nog dan de zo vanzelfsprekende Eileen. In ieder geval fascineert zij hem, en één van de redenen voor je nieuwsgierigheid als lezer is precies dat het oorspronkelijke verband en de exacte tijdsverhouding van de twee verhaallijnen onderling pas op het einde van de roman verklaard worden. Zo zoek je lezend niet enkel naar Eileen, maar ook naar haar verteller. En die boeit wel.
Ook in verband met zijn leven immers worden een aantal vraagtekens in het midden gegooid. Hoe kwam hij als Nederlander op Clapton Road in Londen? Wie is die Marianne die drie jaar geleden bij hem vertrokken is? Waarom loopt hij Marc Nolan, Eileen’s man, voortdurend lastig te vallen (in Noord-lerland dan nog) om gegevens over haar los te krijgen? Op het randje af wordt hij soms even geheimzinnig als Eileen zelf.
Zo zijn verteller en personage aan elkaar verwant. Bovendien raken ze allebei door de gang van het leven overtuigd van het absurde in hun bestaan: de verteller vooral wanneer hij om zijn onbescheiden vragen door Marc Nolan tegen de grond wordt gemept, Eileen o.a. wanneer ze radeloos de uitkomst zoekt voor haar verboden liefde of wanneer ze met haar kind verdwaasd door Londen dwaalt.
Niet dat de roman zich bij die absurditeit neerlegt. Zowel Eileen als haar verteller leveren een verbeten strijd om zin te geven, om zich los te maken van de loop der omstandigheden en zichzelf te scheppen binnen de grenzen van hun bestaan. En misschien is dat de diepste band die hen verbonden houdt: de verteller geeft vorm aan de dagen en overstijgt toeval en tijdsverloop door middel van Eileen. Haar weer, ontdekken, haar banale levensverhaal uitschrijven en herscheppen tot kunst bevrijdt hem, maakt hem persoonlijk tot wat hij werkelijk is. Zo zijn personage en verteller samen vorm en vormgever binnen één en hetzelfde boek.
We hebben de indruk dat er voor beiden afzonderlijk ook op een eerste teken van bevrijding wordt gezinspeeld. Voor Eileen menen we dat te kunnen afleiden uit het beeld van de duiven, vooral in de mooie passage waar we haar opnieuw ontmoeten op Trafalgar Square, lachend met haar kind in de zon, vol trots en geluk.
‘’Ze keek gelukzalig naar de vogels, strooide handenvol gele korrels in de rusteloze zee van duiven, die onverzadigbaar haar handpalmen leeg pikten en hoopvol op meer bleven wachten. Ze richtte zich op en keek verrukt rond. Met beide handen verfrommelde ze de lege zak en ze wendde voldaan en met gesloten ogen haar gezicht naar Nelson" (247).
Het beeld van de duiven wordt gaandeweg trouwens uitgebouwd tot een metafoor voor Eileen zelf.
‘’Terwijl ik door lege straten liep, fris, onvermoeibaar, turend naar de witte, terugdeinzende muur, verzon ik hoe Eileen verdwenen was: als een vogel, te midden van honderden duiven; ze was weggevlogen; op een ochtend had ze zich losgemaakt van de grond en ze was verdwenen "(263).
Kort daarop volgt ook het einde van het boek, waar de verteller in trainingspak door de vroege mist van Londen holt, en een tijdlang meeloopt naast een ruiter van de Household Cavalry: ook hij voelt zich ergens bevrijd en beweegt zich nu onbegrensd harmonieus, hij die voorheen nog struikelde en neer smakte in de modder.
Enkel Kevin, misschien de enige man die Eileen ooit beminde, blijft in de modder van het leven liggen: hij geeft het op, breekt en verdwijnt zonder naam. Voor hem gelden nog de oude waarheden van Romeo en Juliet, Tristan en Isolde. Deze twee, verhalen vormen een duidelijk achtergrondstramien van het werk; Kevin dweept er bovendien mee in zijn wanhoopsbrieven op het einde. Is het daarom ook een symbool dat Eileen het boek van Tristan niet kent, terwijl de verteller het in zijn zaak niet eens te koop heeft? Het kan toeval zijn.
Eén zaak is echter zeker: de schrijnende waarheid van deze roman blijft het drama van Noord-Ierland. En daaraan is er weinig poëtisch. Het boek voert je op een boeiende wijze binnen in de weerslag van een politieke situatie op het leven van kleine, eenvoudige mensen. Scherp hekelt het in al zijn stilte wat Kevin "de historische absurditeit" van Ulster noemt - een tragedie die er nog steeds in slaagt, levens te vernietigen of te breken. Want zonder de verstarde belangen van een niets ontziende politiek, zonder de ingegraven overtuiging van mensen die elkaar onophoudelijk met hun geloof belegeren, zouden Kevin en Eileen waarschijnlijk gelukkige mensen zijn geweest. Romeo en Juliet trouwens ook.
Recensie 2.
Winkel, R. van. (1981). Leon de Winters verbeelding van de wedloop met de natuur. In: . Nieuwsblad van het Noorden (26 juni).
Terwijl in Noord-Ierland de spanning van dag tot dag toeneemt, verschijnt in Nederland een roman die zich gedeeltelijk in Noord-Ierland afspeelt. Zijn deze twee gebeurtenissen toevallig met elkaar verbonden of is hier sprake van een onafwendbare speling van het lot? De roman werd niet geschreven op een moment dat voorzien kon worden, dat Noord-Ierland weer in het nieuws zou komen. Het al dan niet toevallig samengaan van bepaalde gebeurtenissen is een van de belangrijkste vragen van Leon de Winters nieuwe roman Zoeken naar Eileen W.Het verhaal, de inhoud, de fabel is toevallig-(denk ik) actueel en verder niets: De zaken die door middel van de vorm van het verhaal worden uitgedrukt zijn tijdloos, omdat ze problemen behandelen die de mens zichzelf heeft opgelegd; een situatie die schijnbaar al eeuwig duurt en misschien wel eeuwig zal voortduren. Maar doordat de problemen te maken hebben met de huidige toestand in Noord-Ierland, spreken ze eerder tot de verbeelding en worden ze des te aangrijpender.
De verteller, de ik-figuur, drijft een tweedehands boekwinkel in een buitenwijk van Londen. Hij is tevreden met deze situatie, in tegenstelling tot zijn vrouw, die in maatschappelijke veranderingen en zinvolle toekomsten gelooft en hem heeft verlaten om het vacuüm van de boekhandel te ontvluchten. Op een dag komt een meisje met een baby op de arm de zaak binnen. Zij vraagt om het klassieke liefdes- en noodlotsverhaal Tristan en Isolde. Vanaf dat moment gaat zich in de verbeelding van de verteller de geschiedenis van het meisje Eileen W. ontwikkelen. Het is niet van belang of de voorgestelde zaken werkelijk gebeurd zijn. De verteller kiest steeds een mogelijke gebeurtenis en de mogelijke gevolgen daarvan. Het gaat om de zaken waaraan die mogelijke gebeurtenissen hun ontstaansrecht ontlenen. Daarbij is de vraag, wat toeval en wat noodlot is, en hoe het had kunnen zijn, belangrijk. De geschiedenis wordt in niet-chronologische fragmenten aan de lezer onthuld, die daardoor steeds nieuwsgierig blijft naar de relaties die de ik met de overige, personages onderhoudt. Bovendien is het niet van het begin af aan duidelijk dat een deel van het verhaal zich slechts in de verbeelding van de ik afspeelt.
Verboden liefde
Er ontstaat een verhouding tussen de katholieke Eileen en de protestantse Noordier Kevin. Kevins ouders zijn bij een aanslag om het leven gekomen en daarmee is de basis gelegd voor het haat/liefde-karakter van de verhouding van zijn kant. Die haat is niet door Eileen ingegeven, maar door Kevins verleden. Kevin is ziek; de haat is nep. De liefde is puur en echt, maar als gevolg van de omstandigheden waarin de personen verkeren door lot, toeval en menselijk handelen, verboden! Op protestantse bevruchting van een katholiek meisje staat praktisch de doodstraf. Het inwijdingsproces in de liefde, dat toch een hoogtepunt in het menselijk bestaan zou moeten zijn, verloopt daarmee voor Eileen noodlottig. (Zoals dat steeds maar weer en overal gebeurt).
Eileen verliest het geloof in ons aller moeder, de Natuur, die haar immers verraadt en met een verboden vrucht opscheept. Het enige dat haar overblijft is zelf in te grijpen. Ze moet de natuur verslaan, wat haar soms lukt in de droom, in het romantisch verlangen en in de verbeelding. (Abortus is in haar katholieke geest ondenkbaar, ? zo blijft er altijd een probleem over). De gebeurtenissen omtrent Eileen spelen zich dus af in de geest van de verteller.
Verstikkende rust
Voor hem wordt het verbeelden een manier om te ontsnappen aan het schijnbare, want verstikkende geluk van de rust en het evenwicht van de boekhandel. Hij beseft, dat de strijd met de heersende normen gestreden dient te worden, waarbij het vinden van een evenwicht met de soms tegenwerkende krachten van lot, toeval en natuur van groot belang is. Aan het eind wordt de ik-figuur al joggend langzaam door een man te paard (de natuur) ingehaald. Hij versnelt zijn pas en ze rennen, elkaar grijnzend aankijkend, een eind gelijk op. De natuur wordt geëvenaard. Dan vervolgt de verteller met: "... toen hij (man te paard) linksaf Dean Street insloeg en ik rechtdoor ging naar Cambridge Circus, had ik de zekerheid gevonden dat ik zou doorhollen, verder lopen, de grens zou zoeken .... "
Er heeft zich een wezenlijke verandering voltrokken in de geest van de verteller. Zijn romantisch verlangen is strijdbaar geworden. Het proces, waarin dit alles plaatsvindt, is niet star, maar open. Er zijn allerlei lijnen te trekken naar hedendaagse gebeurtenissen, allerlei parallellen aan te wijzen. Als zoiets mogelijk is, vind ik dat een schrijver erin geslaagd is een goede roman te schrijven, ook wanneer de gehanteerde taal, zoals hier, niet bijzonder opvallend, en ondergeschikt aan de fabel is.
REACTIES
1 seconde geleden