Wolf, de speurhond door Jan Postma

• Zakelijke gegevens

1. De auteur is Jan Postma.
2. De titel van het boek is Wolf de Speurhond.
3. De verhaalsoort van het boek is een dierenverhaal.
4. Ik heb deze verhaalsoort gekozen omdat me het een leuk boek leek omdat er een 

           Hond de hoofdrol speeld.             

1. De uitgeverij is Kluitman, de boeksoort is fictie, het boek heeft 111 pagina’s.
2. De illustrator is Dick van de Pol.
3. Toen de hond van Postma werd uitgekozen om deel te nemen aan een televisieserie van de NCRV en later van de KRO werd hij geïnspireerd om politieromans te schrijven. Zijn eerste boek was een politieroman  De vliegende brigade; De terriër contra narcotia.            In deze serie zijn later nog twee boeken gemaakt. Verder schreef hij nog een andere politieserie, Wolf en een paar boeken voor volwassenen.

     Sinds 2003 is Jan Postma ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

• Inhoud

1. Op een zomeravond rijdt een auto het bos in. Een man stapt uit en bindt een Duitse herder aan een boom vast.

De volgende ochtend wordt de hond wakker. Als Arne en Paul door het bos fietsen om te gaan vissen s’ ochtends vinden ze hem en nemen hem mee naar huis. Ze vragen hun moeder of ze de hond mogen houden. Ze bellen hun vader die politieagent is om te vragen of een hond vermist is. Hun vader zegt dat ze Wolf onder een voorwaarde mogen houden.

S’nachts worden de broers wakker als ze Wolf horen blaffen.

Ze luisteren dan even naar een politiebericht over een inbraak bij een juwelier. De broers hebben namelijk met het geld van hun krantenwijk zendapparatuur en portofoons van de politie gekocht. Na het luisteren van het bericht laten ze Wolf even uit.

Ze nemen de portofoons mee. Na de kraak zijn de dieven op weg naar hun tweede doel: Een landhuis, ze zetten hun auto in het bospad neer. ‘De Neus’ en de ‘Pom’ [hun bijnamen] lopen te voet naar het huis toe en wachtten vervolgens totdat de bewaker weg is.

‘De Pom’ maakt de achterdeur in een mum van tijd open en ze gaan naar binnen.

De twee broers lopen inmiddels over de raadweg en plotseling schiet Wolf naar links het bospad op naar de sportvelden, de jongens volgen hem. Vlak daarna zien ze een oude Opel op het bospad staan, Arne voelt aan de aan de motorkap en die is blijkbaar nog warm, hij schat dat de auto er ongeveer 20min staat.

De jongens vinden het verdacht, en maken voor de zekerheid de auto onklaar. Vervolgens volgen ze Wolf die hen naar het landhuis brengt. Ze voelen aan de open achterdeur maar gaan niet naar binnen omdat ze de inbrekers hoorden praten waardoor ze vervolgens snel het bos terugindoken.

De inbrekers hebben inmiddels een kluis naar buiten getild, een van hen gaat de auto halen waardoor Arne en Paul de kans krijgen om de een te pakken. De dief geeft zich al snel over en wordt vervolgens met het doorgesneden touw van Wolf’ s riem vastgebonden. Arne past op de ene inbreker en Paul gaat de ander achterna. In de tussentijd wordt door het hoofdkantoor van de politie ‘de 50’ gewaarschuwd van een alarm door een laserstraal van het landhuis. Het politiebusje van ‘de 50’ rijdt er heen, de inbreker hoort hem aankomen en zet ’m op het lopen. Hij snelt door het bos naar de jachthaven, Paul gaat hem met Wolf achterna, de inbreker zwemt naar de overkant en Paul gaat hem samen met Wolf in een roeiboot achterna. Wolf springt in het water en gaat als een torpedo op de inbreker af en krijgt hem te pakken. Paul levert hem vervolgens af bij ‘de 50’.

De volgende dag herinneren de jongens dat ze nog een portemonnee op het bospad hadden gevonden ze bekijken wat erin zit en vinden een advertentie voor een caravan, de jongens rijden er op hun brommer naartoe met Wolf. Ze komen uit bij een boerderij waar ze vuurwapens vinden. De jongens vermoeden dat het het hoofdkwartier van de dieven is. Opeens gaat er een telefoon af en komt er een auto aangereden, de jongens herkennen de inbreker van de vorige nacht en pakken een wapen voor de zekerheid.

Opeens rent Wolf naar buiten en bijt hem in zijn been, vervolgens weten ze de man te overmeesteren en bellen ze hun vader en wordt de ontsnapte inbreker opgepakt.

• Thema

1. Het thema van het boek is detectieve.

• Personages

1. De hoofdpersonen van het boek zijn Arne en Paul, Arne is lang en slank, met  donkerbruin, krullend haar, blauwe ogen en donkere wenkbrauwen.

              Paul is iets kleiner maar hij is steviger gebouwd. Zijn haar is helblond en sluik ook heeft hij net als zijn broer lichtblauwe ogen. Ze zijn allebei rond de 16,17 jaar en zijn allebei een groot fan van de recherche, ze hebben ook allerlei zendapparatuur gekocht van hun  Krantenwijkgeld.

1. De andere personen in het boek zijn:

    Jan Westra                                          Boswachter de Jong

    Mira Westra                                         Nelis Plooij  (de Neus)

    Aukje Westra                                       Peerke Janssen (de Pom)

• Plaats

1. Het verhaal speelt zich af in Hilversum onder andere ook op Camping de Rogge-Akker, het bos en een oude boerderij.

• Tijd

1. Het verhaal speelt zich af in de 21^e eeuw.
2. Het verhaal speelt zich in de 21^e eeuw af omdat de jongens moderne zendapparatuur van de politie hebben.
3. Het verhaal wordt in de chronologische volgorde besteld maar op het eind is er nog een flashback van de jongens die dan terug denken aan de gevonden portemonnee.
4. Tussen het begin en het eind van het boek verlopen er 3 dagen.

• Begin

1. Het verhaal begint met een inleiding want het verhaal begint met het is een mooie zomerdag in Noord-Holland je hoort niets en het is opvallend rustig daarna wordt er verteld dat een auto rijdt over een van de vele zandpaden het bos in. Hij zet de lichten uit en laat zich nog een eindje uitdrijven. Als de auto stilstaat, stapt een man uit. Hij sleept een Duitse herder naar een boom toe. De herder stribbelt tegen maar het lukt niet om los te komen. De man bindt de hond met een stevig touw aan de boom vast. De man stapt weer in zijn auto en rijdt weg. De hond doet nog een aantal pogingen om los te komen maar zonder enig succes.

En in het volgende hoofdstuk kom je pas in kennismaking met Arne en Paul.

• Probleem en afloop

1. Het probleem in dit boek zijn de inbrekers, er is een overval en de politie kunnen de daders niet vinden.
2. Het einde van het boek is een Happy-end want de overvallers zitten in de bak en Arne en Paul mogen Wolf zeker houden.

• Spanning

1. De schrijver maakt gebruik van een spanningsboog, hij plaats de personages in een gevaarlijke situatie, een informatievoorsprong geven en een onverwachtse wending.
2. De schrijver plaats Arne en Paul in een gevaarlijke situatie wanneer ze de inbrekers op het spoor zijn en proberen aan te houden en op het einde wanneer ze in de boerderij zitten en een van de ontsnapte inbrekers aan komt rijden.

Een informatievoorsprong krijg je ook wanneer de inbrekers proberen in te breken terwijl Arne, Paul en de politie van niks weten.

En het boek heeft een onverwachtse wending wanneer Paul en Arne in de boerderij zijn en er achter komen dat de inbreker is ontsnapt.

• Titel

1. De titel is Wolf de speurhond omdat de jongens Wolf veel op een wolf vonden lijken. En speurhond omdat hij de inbrekers rook en zo Arne en Paul naar de inbrekers leidde.
2. Beginsituatie à Wolf wordt aan een boom vastgebonden in het bos.

Ontstaan van probleem à Er is een overval bij en juwelier.

Steeds meer moeilijkheden à De inbrekers breken bij het  landhuis in en er ontsnapt een en Paul gaat hem met Wolf achterna.

Dieptepunt à Arne en Paul zijn in de boerderij en de ontsnapte inbreker komt aangereden.

Slot à De inbrekers zitten achter de tralies en Arne en Paul mogen Wolf houden.

• Beoordeling

1. Spannend, omdat er veel verschillende spannende dingen in het  boek gebeuren vooral rond de inbraak in het landhuis.

Humoristisch, omdat er in het verhaal een papegaai zit die ook allemaal rare dingen zegt zoals Gijs (de kat) is gek en eruit eruit en soms zegt hij suiplap, ouwe zak.

Veel actie, omdat ze 2 inbrekers achterna zitten en Wolf hapt ook in hun benen en op het einde komen er ook wapens in het spel.

Realistisch, omdat ik het ook gemakkelijk zou kunnen meemaken en als de politie met elkaar communiceert zeggen ze ook: “hier de 50” wat ze in het echt ook vaak zeggen.

1.  Arne spreekt me het meest aan omdat hij altijd vooruitdenkt en de juiste beslissingen neemt.
2. Het fragment van toen de inbraak was omdat ik dat het spannends vond.
3. Ik heb dit boek gekozen omdat dit boek me het spannends leek en er een hond in voorkomt en dat vind ik wel leuk.
4. In het boek kwam er op het eind een verrassende zaak voor, toen de ontsnapte inbreker kwam aanrijden en dat verwachtte ik niet.
5. Ik kan me in Arne het beste identificeren omdat hij steeds vooruitdenkt en slimme beslissingen neemt en ik zou hetzelfde doen.