Warenar een renaissancekomedie
Het toneelstuk Warenar is geschreven door P.C. Hooft. De eerste opvoering van dit stuk was in 1617 bij de opening van de Nederduytsche Academie in Amsterdam. Voor dit leesverslag heb ik het vijfde druk van Warenar Tekst in Contextgelezen, van Amsterdam University Press.
De renaissance
Het verschil tussen Humanisme en Middeleeuwen
De Middeleeuwen was ten eerste een religieuze periode. Het was God die centraal stond en de rooms-katholieke kerk voerde het woord. Hier kwam een verandering aan onder de humanisten. Er werd meer gefocusseerd op het mens en zelfstandigheid. De beweging afkomstig van de noordelijke delen van Italië, veranderde zo hoe kunst en uitvindingen op de markt kwamen. Het humanisme streefde voor centralisatie en absolutisme. Het was een opstand door de Italiaanse burgerij voor eigen geloofsinzichten.
In Nederland betekende het humanisme een stijging in mogelijkheden om vakken te studeren als grammatica, literatuur, retorica, geschiedenis en ethiek. Zo werd de maatschappij meer antrocentisch in plaats van theocentrisch. Naast de positieve kanten van het humanisme begon ook de Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje. Dit was omdat Karel V met de Bourgondische hertogen werden verenigd door middel van huwelijk. De Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden was op dat moment onder de Bourgondische hertogen en met het huwelijk met de Spaanse troon onder Spanje. Karel V vond humanisme fantastisch en wou ook in de Republiek een absolustische centralisatiepolitiek invoeren. Hier verzette de Nederlanders zich tegen, en zo begon de Tachtigjarige Oorlog.
Empirisme en Rationalisme
Deze twee begrippen waren veel gebruikt in de renaissance. Hoewel ze veel op elkaar qua definitie lijken, betekenen ze twee verschillende dingen. Empirisme is de kennis van het vertrouwen op je zintuigen en waarneming hebben, terwijl het rationalisme gebaseerd is op kritisch nadenken en geen twijfel hebben. Zo onderscheidde men de betekenissen van kennis.
De renaissance
Het woord renaissance betekent wedergeboorte. Deze beweging ontstond in 15de eeuw in Noord- en Midden-Italië. De stad Florence was de hoofdstad hiervan. De renaissance was een poging om de cultuur, kunst en literatuur van de Oudheid van de Grieken en Romeinen verder uit te breiden. Hij was de zogenaamde maatschappelijke deel van het humanisme. Hij werd hoewel alleen doorgevoerd door kunstenaars en de hogere klassen van de periode. In Nederland geld de periode van de 15de tot 16de eeuw als de renaissance.
“Boerengezelschap”
In het lied van Bredero ontmoeten twee partijen en monden hun feestelijkheden op elkaar af. Het ontwikkelt zich tot een vechtpartij waar het bloed over de vloer loopt. Het was vooral Bredero die kluchten schreef over dit soort ongewenst boers gedrag. In deze komische verhalen werd geargumenteerd hoe je je niet zou gedragen. Het publiek kreeg zo via een lied te horen wat er allemaal aan toe ging als men zich boertig gedroeg. “Boerengezelschap” is een goed voorbeeld van het gebruik van exempla contraria, een verkeerde of omgekeerde wereld.
Hooft
P.C. Hooft
Pieter Corneliszoon Hooft, P.C. Hooft, was een belangrijke dichter in de renaissance in de Republiek. Hij was lid van de rederijkskamer De Eglentier, maar stapte later uit en vormde samen met collega´s Bredero en Samuel Coster de Nederduytsche Academie in Amsterdam.
Dit deden ze omdat ze vonden dat er te weinig plaats was voor hun ideeën. In de Schouwburg, die later gebouwd werd, werden zijn treurspelen en komedies gespeeld. Enkele van Hoofts bekendste werken zijn Granida, Bato, Geeraerdt van Velsen en natuurlijk Warenar.
Verder was Hooft voornamelijk een bewerker van de literatuur van de Romeinen en Grieken, zo gebruikte hij imitatio, translatio en aemulatio. Hooft was drost van Muiden, maar verwoorde hiernaast zijn eigen wereldbeeld in geleerde spelen.
Tragedies en treurspelen
De meest bekende tragedies en treurspelen die wij kennen zijn geschreven door P.C. Hooft en Joost van den Vondel. De meeste schrijvers van de renaissance begonnen hun literaire carrière met het schrijven van tragedies en treurspelen. Hooft schreef zo in zijn tijd bij de rederijkskamer De Eglentier de tragedie Geeraerdt van Velsen. Deze retorisch-didactische imitatio van de originele Romein Seneca speelde af in Holland in 1296.
Van den Vondel schreef liever Aristotelische tragedies. Een van zijn meest bekende werken is Gysbrecht van Aemstel. Het verhaal speelt zich af kort na de moord van Floris V, waarover P.C. Hooft ook had geschreven. De werken sluiten duidelijk aan elkaar aan. Gysbrecht van Aemstel is ook een imitatio, deze was gebaseerd op Vergilius. Van den Vondel schreef ook treurspelen. Lucifer volgde vele van de toneelwetten van filosoof Aristoteles.
Boertige kluchten
P.C. Hooft schreef naast tragedies ook komedies. Warenar is een van de komedies die hij schreef. Met behulp van het imitatioprincipe herschreef hij Aulularia van Rome naar Amsterdam.
Hoofts collega in de Nederduytsche Academie, G.A. Bredero, werd beroemd om zijn komische kluchten. De bekendste kluchten van Bredero zijn Klucht van de koe en Klucht van de Meulenaer. Ook bekend is zijn renaissancekomedie Spaanschen Brabander. Het verhaal spiegelde de maatschappij zijn probleem van de immigrantenstroom van het zuiden.
Warenar
Warenar gaat over Warenar, zijn gierigheid en zijn zwangere dochter die uitgehuwelijkt wordt. Warenar zelf is een gierige man, maar heeft ondanks de staat van zijn woning een grote pot met geld. Deze wil hij geheimhouden. Door zijn gierigheid is hij ook zeer wantrouwig.
Wanneer zijn rijke buurman door zijn zus wordt aangespoord om eens te gaan trouwen gaat hij eerst naar Warenar. Rijkert wil namelijk met de dochter van Warenar trouwen, geen andere meid vindt hij goed genoeg. Warenar vertrouwt het helemaal niet en besluit om voor de trouwerij zijn schat ergens anders te verbergen. Rijkert die hier niets van af weet heeft zich al ingezet om van Warenar geen bruidsschat te eisen gezien zijn staat van leven. Dit maakt Warenar alleen maar meer wantrouwig.
De dochter van Warenar is zwanger, van de neef van Rijkert, Ritsert. Deze kan het geheim niet langer voor zich houden en vertelt het aan zijn moeder, de zus van Rijkert. Zij spoort Ritsert aan om het Warenar te vertellen. Dan kan hij misschien de dochters eer redden door dat hij met haar gaat trouwen in plaats van Rijkert.
Op weg naar Warenar ontdekt Ritsert waar Warenar zijn pot met geld heeft verborgen en wie hem heeft gestolen. Warenar die helemaal van stuur is wanneer hij aankomt klaagt Ritsert eerst aan voordat hij besluit om alleen met zijn huwelijksverzoek in te gaan als Ritsert zijn geld kan terugvinden. Ritsert gaat snel terug om het geld en de dief te vinden. Bij de terugkomst dankt Warenar hen hartelijk voor het terugvinden van zijn geld.
Ritsert wordt beloond met de hand van Warenars dochter en een bruidsschat erbij. De bedienden die door Rijkert waren ingehuurd krijgen ook geld van de nu niet meer gierige Warenar.
Een renaissancekomedie
Warenar en de renaissance
Warenar is een renaissancekomedie omdat hij de kenmerken draagt van deze genre. De komedie heeft een boodschap en bevat stereotypische personages. Hiernaast is het ook een werk van imitatio, het verhaal in zichzelf bestond al en werd door Hooft aangepast om in Amsterdam in de 17de eeuw af te kunnen afspelen. Het aangepaste stuk was de Romeinse Aulularia van Plautus.
Translatio, imitatio en aemulatio
De begrepen translatio, imitatio en aemulatio worden vaak gebruikt over de geschreven werken van de renaissance. Imitatio is het bewerken van een stuk om het in een andere tijd en samenleving af te laten spelen. Warenar is bijvoorbeeld een imitatio van Aulularia. Een stuk werd immers ook alleen maar vertaald. Dit noemt men een translatio. Sommige spelen kwamen pasten niet in geen van beide van deze principes. Men verzocht de oude spelen te overtreffen. Men schreef een stuk met het klassieke model van de Grieken en Romeinen in de volkstaal. Omdat het niet gericht was om het verhaal te imiteren zoals bij de imitatio, werd het aemulatio genoemd. Een stuk waar nieuw leven in werd geblazen.
Allegorieën
Een allegorie is een symbolische voorstelling van een begrip of idee die het hele verhaal volgt. De allegorie is deel van het hele werk en weerspiegelt zo de handeling. De allegorieën in Warenar zijn abstracte allegorieën. Gevoelens en karakteristieken zoals hier mildheid en gierigheid worden gepersonifieerd.
Mildheid en Gierigheid
In het begin van de komedie staan de allegorieën met elkaar te praten op het toneel. Het zijn Mildheid en Gierigheid. Ze bikkeren hevig over geld en gedrag. Uiteindelijk heeft Gierigheid er genoeg van gekregen en verlaat het huis. Parallel met dit verhaal is het verhaal van Warenar. Aan het einde van de komedie heeft ook gierigheid Warenar verlaten.
Blijspelen en kluchten
De kenmerken van blijspelen en kluchten zijn dat er gebruik is van stereotypen die een morale les overbrengen naar het publiek. Dit was namelijk makkelijker om te doen via gelach dan via tranen. Zo werden er expres komische onrealistische situaties geschreven. De komedies waren er om het publiek te vermaken, net zoals alle andere toneelstukken. Een klucht is korter dan een blijspel. De bekendste van de kluchten die tijdens de renaissance werden opgevoerd, waren geschreven door Bredero.
De moraal werd ook uitgesproken via terzijdes. Zo konden de personages hard op denken en het publiek zo een voorsprong van informatie te geven. Dit zorgde ook voor komische situaties wanneer er meerdere personages in de scène waren.
Een voorbeeld hiervan is van het derde bedrijf, tweede scene waar Teeuwes de kok beschuldigd wordt van het stelen van de pot met geld door Warenar. Nadat Warenar met zijn spullen het huis weer in is gegaan en Teeuwes zijn weerwoord heeft gezegd, zegt de kok terzijde: “Getsamme, soms gaat alles anders: dacht ik geld te verdienen an m’n gebraden kippen, nu doet de barbier ’t an mij”. Hier zien wij een voorbeeld van wanneer de personage tegen zichzelf praat.
De terzijdes ontstaan niet alleen wanneer er maar een personage ter plekke is op het toneel, maar ook tijdens gesprekken met een ander. Hier volgt een voorbeeld van het derde bedrijf, vijfde scéne. Warenar verdenkt deze keer Rijkert van het plannen om zijn pot geld te stelen. Het terzijde gaat als volgt: “Ik doe maar of ik gek ben, maar ik weet waar ie ’t op gemunt heeft: hij denkt me met ’n slimmigheidje dronken te voeren, om vlotjes en makkelijk an ’t geld te kommen. Maar broerlief, zo pak je me niet, ik steek ‘r ’n stokje voor, of mijn naam is geen Warenar! Ik zal ’t ergens buitenhuis verstoppen, waar niemand ’t ken roven, dan zal hij zich bij z’n lege glas nog vergeefs ’t hoofd breken”. Sinds ‘alleen’ Warenar en het publiek dit horen wordt de scéne zeer komisch. Rijkert die dit allemaal niet heeft gehoord volgt daarom met: “Wat zeg je d’r van, zul je vanavond Duits wezen?” Hier schrikt Warenar van alsof de duivel hemzelf tegen hem sprak en bied Rijkert een gehaast adieu.
Er worden ook stereotypen gebruikt voor de personages in het verhaal. Rijkert is rijk en Ritsert bedriegt. Doordat de personages dicht bij hun karakteristieken blijven zorgt dit naast de terzijdes ook voor vele komische situaties. Zoals bijvoorbeeld wanneer twee personages met elkaar praten en er terzijdes worden gebruikt. Deze terzijdes werken dan ook om de stereotypen te versterken.
Morale lessen
In de theaterstukken van de renaissance werden vaak morale lessen in het verhaal verborgen. In het laatste bedrijf (5) komt het verhaal te einde. Hij begint met dat de pot met geld gevonden wordt door Lekker, die door Ritsert wordt betrapt. Ritsert overtuigt Lekker om het geld niet meteen uit te geven. Even later krijgt Ritsert de kans om met Warenars dochter te trouwen als hij de pot geld kan vinden. Dit komt goed uit en Ritsert gaat meteen naar Lekker toe. Ritsert overtuigt Lekker weer wegens mogelijk schuldgevoel en zo zorgen ze ervoor dat Warenar zijn geld terugkrijgt. Dit looft een goede daad te zijn en iedereen krijgt een bonus van Warenar.
De les hierin is dat men eerlijk moet zijn en teruggeven wat men gevonden heeft aan de rechtmatige eigenaar. Wie weet is de eigenaar jou dankbaar en word je beloond. Deze handeling spreekt ook aan hoe je het eenvoudigst iemand een gedrag aanleert. Beloningen en lof werkt in de meeste gevallen beter dan straf.
Couleur locale
Warenar speelt zich af in Amsterdam. Dit kunne wij leiden uit de taal en meerdere benamingen van gebouwen en straten die alleen in Amsterdam te vinden zijn. Warenar werd namelijk geschreven met de Amsterdamse dialect als schrijftaal. Zo konden ook de ongeleerde in het publiek het blijspel volgen en er beter mee relateren. In het verhaal wordt er bijvoorbeeld naar de bank gelopen, langs de kerkhoven en de markt. De komedie werd speciaal voor Amsterdamse luisteraars geschreven, bezoekende zouden er niet veel van begrijpen zonder context.
Mijn mening
Ik vond het verhaal over Warenar zeer grappig om te lezen. Niet alle humor had ik door, maar door de tekst met de context erbij te herlezen begreep ik het. Toneelstukken in zichzelf vind ik weleens leuk om te lezen, en deze was zeker leuk. Wat mij niet aanstond was dat ik als niet-in-Amsterdam-wonende het lastig vond om door de context te lezen. De taal die men toen sprak is goed te begrijpen, maar ook niet gebruikelijk. Zelf ben ik maar één keer als toerist in Amsterdam geweest, veel van de verwijzingen vlogen mij daardoor voorbij.
REACTIES
1 seconde geleden