Feitelijke gegevens over het boek
Gebruikte druk: 1e
Verschijningsdatum 1e druk: 21 januari 2010
Aantal bladzijden: 299
Uitgegeven door: Lebowski-uitgevers
Beschrijving van de cover
Op de voorkant die doorloopt naar de achterzijde is een afbeelding te zien van een ouderwets strandtafereel. Hiermee zal het strand van Noordwijk worden bedoeld dat immers het decor is van deze historische roman. De foto is afkomstig uit het Regionaal Archief van Leiden.
Genreaanduiding van het boek
“Vloed “ is een historische roman die gebaseerd is op de familiegeschiedenis van Susan Smit. Dat betekent dat er veel historische feiten uit haar eigen familie worden vermeld en dat er dus sprake is van een biografische roman aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw.
Susan Smit geeft echter ook vooraf aan dat een gedeelte van de roman op fictie berust. En zo hoort het natuurlijk ook. Anders zou het geen roman zijn, maar non-fictie en een biografie. Het verhaal van haar voorouders is dus geromantiseerd.
De flaptekst
Schitterende, epische, historische roman, gebaseerd op Susan Smit’s eigen familiegeschiedenis.
Noordwijk, 1899. Adriana van Konijnenburg weigert haar eerste huwelijksaanzoek. Liever zit ze te lezen of te schrijven, zoals haar vroegere speelkameraadje Henriëtte Roland Holst. Haar vader, hotelier en reder, verandert het vissersdorp in een mondaine badplaats door badkoetsjes op het strand te zetten en een badhotel te beginnen.
Als Adriana liefdadigheidswerk doet in een clubhuis voor vissers ontmoet ze Jacob, een jonge visser op wie ze verliefd wordt. Het verschil in klasse is groot en de verhouding strandt. Ze stort zich op haar poëzie en laat zich schaken door een ober die in een van de hotels werkt, een charmeur en bastaardkind van Willem III.
Ze wordt onterfd en verbannen uit Noordwijk, maar kiest vol overgave voor de liefde, alsof ze alsnog de juiste keuze wil maken. Jaren later, als ze inmiddels moeder is, levert ze de grootste strijd van haar leven om terug te keren…
Motto
Het motto is een drietal dichtregels van Henriette Roland Holst, De vrouw in het woud.
Want de stem van de zee is de moederzang
Van alle vage en half-bewuste willen
Alle begeren die zijn doel niet kent.
In dit motto wordt door de dichteres (die bovendien in het verhaal een bescheiden rol speelt als speelkameraad van Adriana) het allesomvattende idee van de zee (de moederzang) aangegeven. Het verlangen naar iets wordt bepaald door de kracht van de zee.
Samenvatting van de inhoud
In de proloog legt de vertelster uit dat alles ligt besloten in de eerste ontmoeting : ook de liefde op het eerste gezicht. Die eerste blik legt eigenlijk vast hoe een liefde zal verlopen. Adriana geeft aan dat ze het verhaal van haar leven gaat vertellen en dat het makkelijker is wanneer je ouder bent, omdat dan alle schroom van je afgevallen is.
In het eerste hoofdstuk wordt verteld dat de 24-jarige Adriana van Konijnenburg door de oudere heer Alkemade (40)wordt benaderd. Hij doet haar een huwelijksaanzoek, maar aangezien Adriana van Konijnenburg niets voor hem voelt, wijst ze het verzoek af. Haar moeder vindt dat een schande voor de familie en een gemiste kans bovendien (want als je zo oud bent – 24 - moet je alles aangrijpen) , maar haar liberale vader vindt het verder prima. Waarom zou je een man trouwen van wie je niet houdt? Haar ene zus is naar Java verhuisd om de man te ontmoeten met wie ze met de handschoen was getrouwd Twee broers Jan en Nanning gaan bij elkaar wonen. Een wat losbollige (misschien homofiele) broer Dominicus gaat na een woelig leven in Leiden e.o. ook naar Java. Haar andere zus Nettie gaat trouwen, maar vindt later weinig seksuele bevrediging in het leven als getrouwde vrouw. Adriana van Konijnenburg beschrijft de opkomst van de mondaine badplaats Noordwijk. Ook speelde ze vroeger met Henriette Roland Holst die later beroemd zou worden als dichteres. Adriana van Konijnenburg is gecharmeerd van taal en poëzie. Ze schrijft zelf gedichten, al worden die niet gepubliceerd, zoals later die van haar vriendin wel.
AvK raakt wel gecharmeerd van de stoere, eenvoudige visser Jacob, die ze in het pas opgerichte door de rijken betaalde zeemanshuis in Noordwijk heeft leren kennen. Hij leent op haar aanraden het boek “Van de koelen meeren des doods”, en hij vindt de eigenwijze liefde van Hedwig wel aantrekkelijk.
Hij vaart op één van de bomschuiten. Op zee maakt Jacob een verschrikkelijke storm mee en hij beseft dan dat hij geen tijd moet verliezen om Adriana te benaderen.
Maar hij is natuurlijk wat zijn afkomst betreft te min. Toch geeft Adriana daar helemaal niet om. Zo gauw hij op zee is, zucht ze van verlangen om hem weer te zien. Het komt later ook wel tot het eerste kusje, maar het verantwoordelijkheidsbesef van Jacob gaat te ver. Hij wil zijn geliefde niet in moeilijkheden brengen, wanneer hij met haar in het duinzand komt te verkeren. Hij wil niet dat ze haar maagdelijkheid verliest. Dat element wordt ook door Adriana van Konijnenburg beschreven en ze voelt zich afgewezen door de visser. Jacob verdwijnt weer naar zee en als hij terugkeert doet hij wat afstandelijk tegen haar. Ze is erg teleurgesteld.
Adriana heeft een goede band met haar vader, maar die sterft plotseling aan een hartaanval. In de dagen tot aan de begrafenis komt ook Jacob weer van zee. Intussen heeft hij “liefde “ opgevat voor een meisje uit eigen kring, Betje. Later zal hij beseffen dat de nieuwe liefde morfine is voor het verdrijven van de pijn van de ware liefde. Ook vanuit Jacob zien we de pijn: hij neemt het zichzelf kwalijk dat hij vergeten heeft tegen Adriana van Konijnenburg te zeggen dat hij van haar houdt. Jacobs moeder sterft en daarna trouwt hij met Betje, die hem kort na elkaar drie kinderen schenkt. Betje leert lezen bij Adriana, wat Jacob erg wil stimuleren. Betje is niet bijster intelligent. Adriana van Konijnenburg beschrijft hoe ze Betje heeft ontmoet in de leeszaal. Betje neemt haar een keer mee naar haar huisje en ze ziet hoe Jacob met zijn gezinnetje omgaat. Dat geluk wil ze niet verstoren voor haar eigen verlangens.
In het restaurant dat op de plaats staat van het oude badhotel ontmoet Adriana van Konijnenburg een kelner Hendrik. Hij is een echte charmeur, schrijft haar liefdesbrieven en gaat met haar wandelen in de duinen. In het dorp praat men over hun verkering. Hij is natuurlijk eigenlijk ook te min voor haar. Hendrik gaat steeds verder in zijn lichamelijke liefde voor haar. Adriana van Konijnenburg laat zich inpalmen en ze heeft voor de eerste keer seks (ze is 36 jaar, Hendrik 24) Hij vraagt haar niet lang daarna ten huwelijk: haar moeder weigert toestemming vanwege het standsverschil , maar dan blijkt dat Adriana van Konijnenburg zwanger is. Het wordt dus een “moetje.” Haar moeder wil niet dat ze haar dikke buik in het dorp vertoont en vindt dat ze weg moet. Adriana vertrekt voor de bruiloft met Hendrik naar Meppel. Door haar moeder wordt ze onterfd en die laat ook niets meer van zich horen, ook niet wanneer Adriana haar brieven schrijft. Jacob vindt het verschrikkelijk dat ze weggaat: hij vindt zichzelf laf door nooit zijn liefde voor haar te willen uitspreken
In Meppel trouwt Adriana van Konijnenburg met Hendrik. Hij heeft haar inmiddels verteld dat hij een bastaardzoon van Koning Willem III is. Dat zou kunnen, want die strooide zijn zaad kwistig rond en dan niet op de grond zoals de Bijbelse Onan. Tijdens de zwangerschap heeft Hendrik zijn seksuele belangstelling voor Adriana verloren. Egbert wordt geboren en later nog twee kinderen: Nettie en Zus. Als haar jongste zusje Mien gaat trouwen, krijgt ze geen uitnodiging voor de bruiloft, omdat haar moeder dat niet wil. Ze schrijft wel brieven met Dominicus die nog steeds in Indië woont. Hij blijft haar steunen.
Ze leest de nieuwste gedichten van dichteres Henriette Roland Holst en leest daarin hetzelfde verlangen naar seks als zij heeft, maar niet krijgt. Is de man van Henriette dan toch ook homoseksueel>
De Eerste Wereldoorlog breekt uit, Nederland blijft neutraal maar mobiliseert toch alle jonge mannen. Jacob moet op komen in de kazerne en moet zijn gezin achterlaten. Hij vindt het soldatenleven maar niets. Hij drinkt veel alcohol, omdat hij zijn vorige liefde maar niet kan vergeten. Hij voelt de afstand tot Betje groeien. Hij beseft dat hij voor Adriana had moeten kiezen. Haar huwelijk loopt ook spaak: ze verlangt naar seks en heeft heimwee naar Noordwijk. Ze hebben het niet rijk en ze verhuurt zich als min (zoogmoeder) aan een welgestelde dame die haar kind dan zelf niet hoeft te voeden.
In 1995 overlijdt aan haar moeder, maar ze mag niet naar de begrafenis komen,. Ze was onterfd, maar Hendrik wist dat niet en hij wordt woedend op haar. Was het hem toch allemaal om het geld te doen? Ook vindt ze een briefje in zijn zak waarin hij een andere vrouw de liefde verklaart. Ze had al vermoed dat hij vreemd ging. Ze besluit dan terug te gaan naar Noordwijk. Wanneer ze dat aan hem vertelt, wordt Hendrik woedend en wil haar fysiek geweld aandoen. Dan weet ze het zeker: ze gaat terug. Ze hebben een soort scheiding tussen tafel en bed en ze woont met de kinderen in Noordwijk. Ze wordt in het dorp toch een beetje argwanend bekeken: waar is haar man? Ze ontmoet Betje die haar vertelt dat Jacob nog steeds in dienst is. Hij is ook aan de drank om iets te vergeten. Hendrik komt af en toe overwippen: een enkele keer heeft ze nog seks met hem, omdat ze dat voor haar zelf wil.
Dan komt ineens het bericht dat Betje (voor de vierde keer zwanger) een hersenbloeding heeft gekregen en is gestorven. Jacob komt over en is nu dus weduwnaar. Tegelijkertijd loopt de oorlog op zijn einde en wordt hij ontslagen uit de dienst. Hij ontmoet Adriana weer op straat. Ze voelen hun liefde weer opborrelen.
Jacob wordt de geheime minnaar van Adriana. In de epiloog is ze 45 jaar en in haar buik groeit een kind (dat kan alleen van Jacob zijn) Ze is nog steeds de vrouw van Hendrik, die af en toe overkomt, maar ze is de minnares van Jacob.
Structuur en/of verhaalopbouw
Er gaat een proloog vooraf aan de gewone hoofdstukken. Na de proloog zie je twee familiefoto’s.
Het verhaal wordt opgebouwd in een 30-tal genummerde hoofdstukken. Een groot aantal daarvan wordt verteld door de ik-figuur Adriana van Konijnenburg. Een kleiner aantal (9) wordt personaal verteld vanuit de visser Jacob, maar in die stukken is ook een alwetende verteller zichtbaar die vaak weergeeft wat er in Noordwijk aan het begin van de twintigste eeuw gebeurt. Soms worden anekdotes door beide personages verteld: een keer door Adriana en een keer door Jacob. Je krijgt dan als lezer hun beider gevoelens te zien. Je ervaart als een soort mediator dat je hen beiden een helpende hand had kunnen toesteken. Dat verhoogt wel de betrokkenheid.
Aan het einde is er nog een epiloog, waarin wordt verteld wat er met Adriana en Jacob is gebeurd.
Gebruikt perspectief
Er zijn twee vertellers. Er is de in de ik-vorm vertellende Adriana en de personale verteller Jacob. Ze vertellen allebei als achterafvertellers. Aan het einde gaat Adriana over in de o.t.t.
Ze is dan 45 jaar en zwanger van Jacob.
Er zijn meer hoofdstukken waarin Adriana het woord voert dan Jacob. De laatste vertelt de hoofdstukken: 3-7-8-12-14-17-21-24-27.
Er zijn dus steeds enkele hoofdstukken die verteld worden door Adriana en daarna een hoofdstuk dat verteld wordt in een personaal/auctoriaal perspectief vanuit Jacob.
De tijd van het verhaal
Het verhaal start aan het einde van de 19e eeuw: 1899. Het wordt bijna geheel chronologisch verteld. Adriana van Konijnenburg is aan het begin 24 jaar. Als lezer groei je met haar mee, aan het einde van het verhaal is ze 45 jaar: het moet dan dus 1920 zijn. Dat betekent dat de vertelde tijd speelt van 1899 tot 1920.
De plaats van handeling
Noordwijk is de centrale plaats waarin de gebeurtenissen zich afspelen. Adriana van Konijnenburg is de dochter van een rijke reder die ook een badhotel runt. Als haar vader sterft, valt ze in handen van de charmeur Hendruk, die haar zwanger maakt. Ze moet dan verhuizen van haar moeder. Ze komt terecht in Meppel, waar ze twee kinderen baart. Uiteindelijk komt ze weer terug in Noordwijk, waardoor je ook het motief van de queeste kunt terugzien in dit verhaal: het zoeken naar de ware liefde, dat start en finish heeft op dezelfde plaats. Het overleven van de opdracht geschiedt dan in “den vreemde” (hier Meppel)
Titelverklaring
“Vloed” is een liefdesverhaal dat zich inderdaad tussen de twee getijden van eb en vloed afspeelt. Het leven bestaat uit eb en vloed , uit hoogte -en dieptepunten. De liefde behoort tot één van de hoogtepunten en Adriana van Konijnenburg leert de liefde volop kennen in het oergevoel voor Jacob. Jammer genoeg is hij maar een visser en hij voelt dat ook zo aan. Daarom weigert hij door te zetten om zijn liefde voor haar te tonen.
Al op blz. 12 beschrijft de vertelster dat de constante factor in ons bestaan de zee is. De zee zal ebben en vloeden lang nadat ik dood ben, heeft dat gedaan lang voordat ik geboren was, ren dat geeft me op een of andere manier rust. Het biedt verlichting aan de zwaarte van mijn beslommeringen.
En aan het einde (blz. 299) Alle wel en wee is maar eb en vloed.
Thematiek en interpretatie
“ Vloed” geeft een romantische beschrijving van de familiegeschiedenis van Susan Smits voorouders. Ze zal zich ongetwijfeld in het verleden van haar familie hebben gestort.
In dat leven van Adriana staat eigenlijk maar een ding centraal en dat is de ware liefde.
Het wordt al op prachtige wijze in de proloog verwoord. In het eerste hoofdstuk wijst ze een huwelijksaanzoek van een oudere heer af, omdat ze voelt dat dit geen ware liefde is. Haar vader die een liberale inborst heeft, keert het afwijzen goed, in tegenstelling tot haar moeder die het maar moeilijk kan accepteren dat haar dochter niet getrouwd is. Zo’n goede partij moet je niet laten lopen.
driana leert de ware liefde kennen in haar gevoelens voor Jacob, de stoere visser. Iedereen om haar heen weet dat het standsverschil te groot is, maar daar stoort Adriana zich niet aan. Jacob heeft echter te veel eergevoel om haar te verleiden en beheerst zijn seksuele verlangen. Omdat hij daarover niet praat, voelt Adriana zich afgewezen. Beide geliefden zoeken de fout bij zichzelf, maar omdat ze zich er niet over uit laten, komen ze niet te weten wat ze voor elkaar werkelijk voelen. Voor beiden is dan de oplossing het zich storten in een andere liefde. Ze treffen in het begin niet echt slechte partners. Jacob krijgt de eenvoudige Betje op het oog en Adriana raakt gecharmeerd van Hendrik. Dat is een bastaardzoon van Willem III die het kwistige zaad van zijn onwettige vader heeft geërfd en seksueel Adriana weet te bekoren. Maar zo gauw ze zwanger is, veranderen de dingen. Omdat haar moeder het huwelijk niet wil accepteren, moet ze weg en de verhuizing naar Meppel betekent een armzalige fase in haar bestaan. Hendrik verliest zijn fysieke neiging haar te beminnen en zoekt zijn heil buiten de deur. Wanneer ze hem daarop betrapt is haar verlangen naar Noordwijk en het verlangen naar de ware liefde van Jacob te groot. Ze vertrekt. In Noordwijk ontmoet ze eerst Betje (de vrouw van Jacob) Die vertelt haar dat ook Jacob niet echt gelukkig is geweest: hij heeft zich in de drank gestort. Ook hij moest immers leren vergeten. Gelukkig helpt het noodlot een handje. Betje sterft aan een hersenbloeding en de weg is vrij voor Jacob en Adriana. Die komen elkaar weer tegen en Jacob wordt haar geheime minnaar. Ze is 45 jaar wanneer het verhaal eindigt en ze is in verwachting van Jacob. Eindelijk heeft ze haar liefde ondanks het standsverschil toch gekregen. Zo is “ Vloed” een mooie roman over de liefde.
Enkele motieven voor je leesdossier:
- Liefde en seksualiteit
- Liefdesproblemen
- De queeste naar de ware liefde
- Standsverschil tussen geliefden
- Moeder-dochterverhouding
- De ontwikkeling van het feminisme
- De ontwikkeling van een badplaats
- Dood
- Het bastaardkind
Beoordeling scholieren.com
“ Vloed” is een fraai geschreven roman over een familiegeschiedenis met het thema liefde in relatie met standsverschillen. (Door het beschreven thema zal het eerder een boek voor meisjes en vrouwen zijn dan voor mannen en jongens.) Daarnaast is het boek ook nog eens heel fraai uitgegeven in een gebonden uitgave. Op die manier moet je m.i. inderdaad mooie romans uitgeven : mooie bladspiegel en een mooie cover.
Al in de proloog word je gegrepen door de opvatting van de schrijfster/vertelster over de ware liefde. Dat thema wordt in het eerste hoofdstuk gekoppeld aan het motief van de zee: de stabiele factor in de eeuwigheid. De zee kent eb en vloed: de liefde kent voor –en tegenspoed.
Susan Smit weet het liefdesverhaal en haar familiegeschiedenis prachtig te beschrijven. Ze doet dat enerzijds in een helder( “ lekker verteld” ) verhaal, anderzijds in prachtige, poëtische zinnen. Er is trouwens niets mis mee om “een lekker verhaal te kunnen vertellen.”vgl. Ook de romans van Maarten ’t Hart.
Natuurlijk is de inhoud enigszins clichématig (ware liefde versus onechte liefde en de problemen die daaruit voortkomen) maar ze zal de werkelijkheid van het verleden van haar voorouders niet heel veel geweld hebben willen aandoen. Voor een liefdesroman leest het boek als een “pageturner.”
Al eerder heeft Smit over de liefde geschreven in de eveneens prachtige romans: “ Helena’s vlucht “ (ook al over een onmogelijke liefde met grote verschillen) en “ Wat er niet meer is.”
De amusementswaarde van de roman is hoog.: 8 (vooral voor vrouwelijke scholieren en studenten van havo en vwo)
De literaire waarde voor de scholieren.comlijst is m.i. drie punten.
Relevante recensies
In De Volkskrant van vrijdag 22 januari 2010 is Danielle Serdijn niet heel positief in een heel korte recensie. Smit heeft haar best gedaan om het 1900 te laten zijn: veel aandacht voor historische kostuums en personen. Ook in de taal zie je typische fin de siècle-verwijzingen, al sta je ineens in het hier en nu wanneer Smit schrijft over een bruid ‘die het plaatje compleet maakte’. Vloed houdt mooi het midden tussen verkleedkistproza en de literaire streekroman.
Over de schrijfster en eerder gepubliceerde werk
Bron: website Susan Smit
Susan Smit (1974) werkte tien jaar als fotomodel in binnen- en buitenland. Ze ervoer hoe oppervlakkig en eenzaam de wereld van uiterlijkheden kan zijn, wat haar behoefte aan inhoud voedde. Op haar zesentwintigste studeerde ze af in Culturele Studies, richting Publicistiek, aan de Universiteit van Amsterdam. Ze recenseert literatuur voor AvantGarde en het tv-programma Goedemorgen Nederland (Ned. 1). In de tijdschriften Marie Claire, Happinez en BOEK schrijft ze columns over haar werk en leven. Ze presenteert het wekelijkse boekenprogramma \'Uitgelezen\' op de nieuwe televisie zender Het gesprek.
HP/De Tijd noemde haar ‘een fenomeen in wording. Ze is meer dan een heks. Eerder een geestelijk baken in hectische, goddeloze tijden’. De Telegraaf schreef dat ze ‘een brug slaat tussen spiritualiteit en sensualiteit, tussen hekserij en hoge hakken, tussen kruidenthee en Ebay’. Ze werd als Best dressed schrijfster 2006 in Elle genoemd (\'consequent glamoureus en piekfijn verzorgd\') en Marie Claire riep haar uit tot een van de meest Gewilde Vrouwen van 2007: \'Smit = it\'. JFK noemde haar \'de mooiste en meest stijlvolle schrijfster van ons land.\'
Toen ze in 2000 een artikel schreef over moderne heksen werd ze gegrepen door het fenomeen. In het jaar dat volgde, deed ze research naar de geschiedenis van deze eeuwenoude religie, reisde door de Verenigde Staten om vooraanstaande heksen te ontmoeten, stortte zich in rituelen en leerde werken met magie en kruiden. Uiteindelijk liet ze zich inwijden als heks. Over haar ervaringen schreef ze het boek Heks. Een magische reis door de westerse spiritualiteit (uitgeverij Arena), dat eind 2001 uitkwam. Het werd tot dusver elf keer herdrukt en zorgde voor een ware mediahype in Nederland en België. Susan Smit verscheen in zo’n beetje elke talkshow en mocht haar verhaal doen in talloze tijdschriften en kranten.
In november 2003 verscheen haar tweede boek: Wijze vrouwen. Inspirerende gesprekken over liefde, moed en magie (uitgeverij Arena), dat inmiddels acht keer herdrukt is. Hierin verdiept ze haar ontwikkeling als heks door ontmoetingen met oudere vrouwen als koningin Noor van Jordanië, Isabel Allende en Irene van Lippe-Biesterfeld. Ze ontketende discussie over de positie van de oudere, wijze vrouw (in de hekserij ‘Crone’ genoemd) en vindt dat zij hun invloedrijke, inspirerende positie in de maatschappij weer moeten opeisen. In 2004 verscheen haar derde boek De stad en de sterren (uitgeverij Arena), waarin ze schrijft over haar voortdurende zoektocht naar een balans tussen spirituele diepgang en het jachtige moderne leven.
Voor Susan heeft hekserij, de oeroude westerse spirituele traditie, niets te maken met toverdrankjes. Hekserij omvat voor haar alles wat we onder spiritualiteit verstaan: meditatie, magie, reïncarnatie, natuurgeneeswijzen, intuïtieve ontwikkeling en verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leven. In haar boeken, artikelen, columns en lezingen in het land geeft ze blijk van een kritische en eigenzinnige houding tegenover spiritualiteit en zingeving.
In september 2005 maakte ze haar romandebuut met Elena’s vlucht (uitgeverij Pimento), waarvan er in de eerste maand bijna 15.000 exemplaren over de toonbank gingen. Het is een historische roman over de onmogelijke liefde tussen een Roma-zigeunermeisje en een katholieke jongen in het onrustige Europa tussen de twee wereldoorlogen. In de media werd het boek omschreven als ‘kleurrijk en doorleefd’, ‘warmbloedig en mythisch, met genoeg inhoud en diepgang om te beklijven’. Arthur Japin noemde het ‘een pleidooi voor de liefde, vol menselijkheid en verrassende ideeën. Een roman waar ik van kan houden’.
Eind 2006 verscheen De zweefmolen, een boek dat voortvoeide uit een rubriek in het tijdschrijft Happinez waarin Susan therapieën onderging die ze met een knipoog beschreef. In De zweefmolen onderneemt ze nog meer avonturen, geeft tips om je als consument staande te houden in de alternatieve jungle en probeert het kaf van het koren te scheiden. Het Algemeen Dagblad noemde het een aanrader. \'Smit schrijft kritisch, mild-ironisch én ze belicht het onderwerp van alle kanten.\' Margriet noemde het \'een hilarische, nuttige en zeer amusante bundel ervaringen\'.
In 2007 stelde ze samen met Siska Mulder de verhalenbundel van de Writers on Heels De verleiding samen, waarvoor ze ook een kort verhaal schreef. Ze nam plaats in de jury van de Gouden Strop 2007, de prijs voor de beste Nederlandstalige thriller, was panellid in het VARA discussieprogramma Wat nu?! en maakte een reis naar Costa Rica voor omroep LLink. Eind 2007 publiceerde ze haar tweede roman Wat er niet meer is waarover Jan Siebelink schreef: \'Smit is in staat met woorden de niet-zichtbare wereld te suggereren of zichtbaar te maken\'.
Sinds de Boekenweek van 2008 interviewt Susan schrijvers op de nieuwe televisiezender Het Gesprek. Ze was gastpresentatrice van Goedemorgen Nederland en interviewde voor Ivo Niehe\'s De TV Show op reis Nobelprijswinnares Doris Lessing. In april 2008 verscheen haar autobiografische boek Letterhonger. Ze speelde zichzelf in een aflevering van Gooische vrouwen en was te gast bij Rik Felderhof in Tanzania voor de serie Schrijvers op de veranda. In december werd in de serie Literaire Juweeltjes haar verhaal \'Kijk naar mij\' aangeboden bij boekhandel Bruna.
Eind april 2009 verscheen haar spirituele reisgids 100 spirituele plekken die je gezien moet hebben waarvoor ze jaren bijzondere bedevaartsoorden en krachtplekken in de wereld bezocht. Ze ging op tournee met het literaire theatergezelschap Nightwriters, was te zien in de serie Ranking the stars (BNN) en interviewde schrijvers voor Ivo Niehe’s De TV Show. Voor de campagne ‘Because I’m a girl’ maakte ze een documentaire over uitgebuite meisjes in Bangladesh die door LLink werd uitgezonden. Ze is jurylid voor de Libris Literatuurprijs 2009 die op 10 mei 2010 wordt uitgereikt.
Vloed door Susan Smit
7.4- Boekverslag door Cees
- Docent | 3939 woorden
- 1 februari 2010
- 39 keer beoordeeld
7.4
39
keer beoordeeld
Bewaar of download dit verslag!
Om dit verslag toe te voegen aan je persoonlijke leeslijsten of te downloaden moet je geregisteerd zijn bij Scholieren.com.
26.790 scholieren gingen je al voor!
Ook lezen of kijken
Hoe stemden scholieren op de Top2000?
Zo wordt kerst op andere plekken in de wereld gevierd
Naïm won twee keer de Nederlandse Wiskunde Olympiade: ‘Het is echt mijn passie’
REACTIES
1 seconde geleden
H.
H.
Naar mijn mening is het vierde kind van Hendrik, die immers op de bank mag komen logeren in Noordwijk, en waarmee Adriana toch samen gaat slapen.
13 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
ligt het aan mij of gaat Jacobs moeder pas na hun eerste kind dood en niet al voor de bruiloft? want na de bruiloft trekken ze samen in bij zijn moeder.
5 jaar geleden
Antwoorden