Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? 🔐
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

Vlinders door Simone van der Vlugt

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover Vlinders
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 2e klas vwo | 1605 woorden
  • 15 maart 2012
  • 31 keer beoordeeld
Cijfer 7
31 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Simone van der Vlugt
Genre
Jeugdboek
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
2008
Pagina's
175
Geschikt voor
onderbouw vmbo/havo
Punten
1 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Zintuigen,
Magie,
Misdaad: moord: whodunit,
Wraak

Boekcover Vlinders
Shadow

Zoë heeft haar draai gevonden op haar nieuwe school en vrienden gemaakt. Over haar paranormale gave heeft ze nog niemand iets verteld. Op een dag wordt haar aandacht getrokken door een jongen. Hij is blond, groot en cool gekleed. Al snel blijkt echter dat niemand anders hem kan zien: hij is door een stel jongens op het schoolplein doodgetrapt. De daders zijn nooi…

Zoë heeft haar draai gevonden op haar nieuwe school en vrienden gemaakt. Over haar paranormale gave heeft ze nog niemand iets verteld. Op een dag wordt haar aandacht getrokken…

Vlinders door Simone van der Vlugt
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test

Vlinders – Simone van der Vlugt

1. Titel en genre

1.1 Waarom heb je dit boek gekozen?
Ik heb dit boek gekozen omdat ik eens iets anders wilde proberen. Normaal gesproken lees ik altijd boeken over jongeren met problemen, of juist boeken over alledaagse onderwerpen. Mijn vriendin had dit boek al gelezen en ze vond het een echte aanrader. Toen besloot ik het boek te proberen. Toch wist ik niet zeker of ik het leuk zou vinden, boeken over paranormale gaven worden snel heel vaag of zweverig. Toch maakte ik een goede keuze door het te lezen: ik las het boek in één avond uit.

1.2 Tot welk genre behoort het boek?

Het is niet gemakkelijk om te vertellen wat het genre van dit boek is. Ik dacht eerst dat het een beetje fantasie was, aangezien Zoë (de hoofdpersoon) paranormaal begaafd is. Maar toen ik eenmaal begon te lezen kwam ik erachter dat het ook een beetje een psychologisch verhaal is. Het boek gaat voornamelijk over de gedachten van Zoë en de redenen waarom ze iets doet of wil gaan doen.

1.3 Is de titel goed gekozen?

Ik vind dat de titel erg goed bij het boek past, want telkens als Zoë alleen op school is, ziet ze witte vlinders. Deze stukjes komen erg vaak in het boek terug. Het is alleen wel jammer dat er aan het einde niet wordt uitgelegd waarom ze nou steeds die vlinders zag.

1.4 Past de omslagillustratie goed bij het verhaal?

Ik vind dat de omslagillustratie erg goed bij het verhaal past. Aan de voorkant van het boek zie je twee handen (waarschijnlijk van Zoë), die de vlinder vasthouden. Op een gegeven moment lees je dat ook terug in het verhaal. Aan de achterkant van het boek kun je lezen waar het boek over gaat en is er een wazige achtergrond van een meisje: Zoë. Zij is de hoofdpersoon, dus die afbeelding past vanzelfsprekend bij het verhaal. Er staat dus niet alleen een afbeelding aan de voorkant.

2. Vorm

2.1 Vanuit welk perspectief wordt het verhaal verteld?
Het verhaal wordt verteld vanuit een hij/zij perspectief. De schrijfster zegt wat Zoë zegt of doet door haar naam te noemen en door ‘zij’ te zeggen. Dit is te merken aan stukken zoals: ‘Zoë zou de jongen niet gezien hebben, als ze de vlinder niet met haar ogen had gevolgd. Hij fladdert over de hoofden van de leerlingen op het schoolplein, met tere roomwitte vleugeltjes in de zon.’

2.2 Hoe bouwt de schrijver de spanning op?
Het is me opgevallen dat Simone van der Vlugt een bepaalde schrijfstijl heeft waardoor er niet heel veel spanning wordt opgebouwd. Het is altijd heel rechtstreeks, terwijl andere schrijvers er meestal wat langer omheen zouden draaien. Eigenlijk is dat wel het fijne aan dit boek. Maar er is wel één stuk waarbij ze goed de spanning op probeert te bouwen:
‘‘Ken jij een jongen die Olaf heet?’ vraagt Zoë aan Ivar. ‘Bedoel je Olaf Lemstra?’ vraagt Ivar. Zoë knikt. ‘Vertel me over hem.’Olaf zucht: ‘kijk maar eens op YouTube,’ zegt hij, onder deze zoekopdracht.’’
Door niet gelijk te vertellen wie Olaf is wordt de spanning opgebouwd, dat maakt de lezer nieuwsgierig.

2.3 Wanneer wordt de tijd duidelijk versneld?
Het verhaal loopt van dag tot dag, er is maar een moment waarop er ineens een paar dagen worden overgeslagen. Eerst is het donderdag, vervolgens is het alweer zondag. Dat is te merken aan deze zin: ‘De volgende zondag zit Zoë op de tribune en weet ze het opeens.’

2.4 Wanneer wordt de tijd duidelijk vertraagd?

Op een gegeven moment vertelt Ivar aan Zoë dat ze op YouTube moet kijken om erachter te komen wie Olaf Lemstra is. Daarna fietst Zoë naar huis, zodat ze het filmpje kan bekijken. Normaal gesproken zou er niet worden beschreven hoe ze naar huis fietst. Ook zou de manier waarop ze het filmpje opzoekt niet zo uitgebreid worden beschreven.
‘Zoë gaat naar de website van YouTube en vult vervolgens Ivars instructies in het vakje voor de zoekopdracht in en meteen krijgt ze een lijst met onderwerpen op het scherm te zien.’

2.5 Waarom wordt de verteltijd daar vertraagd?

De verteltijd wordt vertraagd omdat de schrijfster dan de spanning op kan bouwen. Je moet namelijk het hele hoofdstuk lezen om er eindelijk achter te komen wie Olaf is. Er wordt tijd gerekt, waardoor je als lezer steeds nieuwsgieriger wordt.

3. Personen

3.1 Wie is de hoofdpersoon?
De hoofdpersoon is Zoë. Het verhaal gaat natuurlijk ook over andere mensen, zoals Ivar, Renske, Shanna en Olaf. Maar die spelen meer een hoofdrol in de gedachten van Zoë. Ze praten op school wel tegen haar, maar er wordt in het verhaal nooit beschreven wat ze op dat moment denken. Dat is alleen maar het geval bij Zoë. En als ze in het boek voorkomen heeft het altijd iets met Zoë te maken.

3.2 Wat is het probleem van de hoofdpersoon aan het begin van het verhaal?

Het probleem van Zoë aan het begin van het verhaal is dat ze een leuke jongen op het plein ziet. Niemand anders kan hem zien, maar ze beseft nog niet echt dat hij dood is. Ze heeft al paranormale gaven sinds haar vierde, dus ze heeft wel een klein vermoeden. Algauw wil Zoë erachter komen wie hij is en wat er met hem is gebeurd. Dit probleem moet ze dus zien op te lossen.

3.3 Welke moeilijkheden moet zij overwinnen? Lukt dat uiteindelijk?

Zoë moet erachter zien te komen wat er met Olaf is gebeurd. Algauw praat ze met hem, waardoor ze weer een nieuwe opdracht krijgt. Zoë moet naar de vader van Olaf gaan om hem ervan te overtuigen dat Zoë contact heeft met overleden mensen, zoals Olaf. Ze moet vertellen welke jongens Olaf op het schoolplein hebben doodgetrapt, zodat hij aangifte kan doen. Dit is niet gemakkelijk, aangezien de vader van Olaf wel vaker onbekenden aan de deur krijgt die zeggen dat ze Olaf kunnen zien. Uiteindelijk wordt Zoë weggestuurd. Gelukkig komt de vader van Olaf terug, hij heeft nagedacht en hij gelooft wat Zoë zei. Het is Zoë dus gelukt om hem te overtuigen.

3.4 Beschrijf het uiterlijk en het innerlijk van de hoofdpersoon.
Zoë is een slank meisje met lang, blond haar en blauwe ogen. De meeste mensen vinden dat ze een lief uiterlijk heeft. ‘Voordat Zoë terugloopt naar de klas kijkt ze nog even in de spiegel. Met dat blonde haar en die blauwe ogen ziet ze er niet bepaald stoer of onverschillig uit.’
Zoë is een lief, behulpzaam, maar ook een heel moedig meisje. Ze is lief omdat ze veel over heeft voor anderen en bijna iedereen mag haar. ‘‘Ach Zoë, ik voel me helemaal niet lekker. Wil jij mijn werk bellen en zeggen dat ik niet kom?’ vraagt Zoë’s moeder. ‘Natuurlijk. Kan ik nog iets anders voor je doen?’ vraagt Zoë. ‘Dat is lief van je, maar nee, dank je,’ zegt de moeder van Zoë.’
Ook is ze erg behulpzaam omdat ze er veel voor over heeft om Olaf te helpen. Ik vind dat ze ook heel moedig is, omdat ze zonder te twijfelen meewerkt aan het zoeken van de daders. ‘‘Ik ben niet bang,’ zegt Zoë. ‘Dat kun je maar beter wel zijn,’ zegt haar broer. ‘Maar Tijmen, de daders zijn gevaarlijk. We móeten ervoor zorgen dat ze opgepakt worden,’ zegt Zoë.’

3.5 Welke persoon uit het verhaal zou jij absoluut niet willen zijn?

Ik zou absoluut niet in de schoenen van Zoë willen staan. Het lijkt me best wel eng om met overleden mensen te praten, of om zomaar dingen te weten. Als een flits in je hoofd. Ook lijkt het me echt geen pretje om beelden uit de toekomst te zien. Ik zou me dan verantwoordelijk voelen voor alles waarvan ik wist dat het zou gaan gebeuren, terwijl ik er niks aan gedaan had.

4. Plaats en tijd

4.1 In welke tijd speelt het verhaal zich af?
Het verhaal speelt zich af in het heden. Dit kan ik halen uit meerdere citaten. Dit zijn er twee van:
‘‘Ken jij een jongen die Olaf heet?’ vraagt Zoë aan Ivar. ‘Bedoel je Olaf Lemstra?’ vraagt Ivar. Zoë knikt. ‘Vertel me over hem.’Olaf zucht: ‘kijk maar eens op YouTube,’ zegt hij, onder deze zoekopdracht.’’
YouTube bestaat al jaren, dus het is niet een verhaal van lang geleden.
‘Toen de daders vertrokken zag ik iemand dichterbij komen met een mobiele telefoon,’ zegt Olaf. ‘Het was een meisje dat haar hond aan het uitlaten was en dat op enige afstand alles had staan filmen.’
Alweer een citaat dat bewijst dat het geen oud verhaal is, aangezien er al mobiele telefoons zijn.
Het verhaal speelt zich ook niet af in de toekomst, er worden namelijk geen apparaten gebruikt die nog niet bestaan.

4.2 Op welke plaatsen speelt het verhaal zich voornamelijk af?
Het verhaal speelt zich voornamelijk af bij Zoë thuis en bij haar op school, ze gaat ook heel vaak de stad in met haar beste vriendinnen. In haar huis praat ze met haar moeder, maar vooral met haar broer. Hij helpt Zoë. Op school praat ze met Olaf, haar vriendinnen en Ivar.

Boekenquiz 8 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
Welk dier volgt Zoë met haar ogen als zij Olaf voor het eerst ziet?
Wat is de echte naam van Nora?
Stelling: Zoë weet dat ze een halfzusje gaat krijgen voordat haar vader dit weet.
Hoeveel jongens hebben Olaf doodgetrapt?
Waar woonden Zoë en Tijmen eerst?
Stelling: Zoë heeft altijd meteen door dat het een geest is als er iemand aan haar verschijnt.
Hoe wordt de zaak uiteindelijk opgelost?
Aan wie schrijft Zoë alle e-mails in het boek?

REACTIES

A.

A.

die vlinders vliegen door het boek omdat dat olaf en aan het eind evi is

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.