Vlaamse frieten, heilige koeien en groot applaus door Peter Hoogenboom

Als Pieter, zijn vader Hugo en zijn zus Marieke, Jochem op gaan halen zijn ze in de metro getuige van een spectaculaire juwelenroof. De grootste diamant uit India is gestolen uit de grootste bank in Parijs. Als ze Jochem hebben opgehaald gaan ze op weg naar hun camping in België. Als ze door de stad lopen, ziet Pieter een poster met de Europees Kampioen kanovaren. Pieter denkt deze man te herkennen als de man die hem in de metro naar achteren stuurde. Pieter wil natuurlijk graag op onderzoek uit. Zo vindt hij in zijn jaszak het kaartje met het adres van de barones die hij in Nederland had ontmoet. Ze besluiten om haar een bezoek te gaan brengen in haar kasteel in België. Ze vragen haar of zij de man op de poster herkent. Ze vertelt dat hij Jean-Luc heet. s’Avonds gaan ze eten in het hotel waar Jean-Luc logeert. Ze zien hem in een busje stappen en volgen hem. Ze komen erachter dat hij woont in een school voor kanovaren. Als de wedstrijd bezig is, besluiten ze om maar eens een kijkje op die school te gaan nemen. Als ze binnen zijn ontdekken ze een geheime tunnel. Deze tunnel leidt naar een kamer waar de juwelen zijn bewaard. Pieter wil ze pakken, maar dan gaat het alarm. Ze moeten rennen voor hun leven als er twee boeven achter hun aan komen. Gelukkig kunnen ze ze afschudden. Ze gaan nog even bij de wedstrijd kijken. Hij wordt opgehaald door en helikopter en vliegt daar weg. Pieter en Jochem vraag aan de helikopterpiloot van de barones of hij die helikopter wil volgen. Een kwartier later zitten ze vlak achter ze. De helikopter voor hun doen net alsof ze pech hebben en landen. Ook de helikopter van Pieter landt en Jean-Luc komt naar ze toe. Hij zegt dat hij denkt dat Pieter in de geheime tunnel en dat ze hem steeds achtervolgen. Pieter geeft dit toe en Jean-Luc legt uit waarom hij de juwelen heeft gestolen. Om de kinderen in India te helpen. En als Pieter niks tegen de politie zegt, mag hij naar India komen om te zien hoe hij de kinderen helpt. Maar in India vertelt Jean-Luc dat hij er is ingeluisd en dat ze het geld nu gebruiken voor wapens. Ook zijn zijn vrouw en kind ontvoerd. Jean-Luc wil zo snel mogelijk naar Londen om ze te bevrijden. Maar ze houden het vliegveld in India in de gaten. Pieter stelt voor om naar het stadje waar Jochem is geboren te gaan, zodat Jean-Luc de grens met Pakistan kan oversteken en zo ongezien in Londen te komen. Terwijl ze hier verblijven, ontdekken ze dat Jochem een broer heeft. Een tweelingbroer om precies te zijn. Maar veel tijd om bij de kletsen hebben ze niet, want ze komen erachter dat ze de president van Amerika willen ontvoeren om zo meer geld te kunnen krijgen. Als Pieter deze aanslag weet te verijdelen wordt hij uitgenodigd bij de president. Jochem gaat niet mee naar Amerika. Hij heeft zijn ouders gebeld en samen met hen gaat hij eens bijpraten met zijn broer. In Amerika horen Pieter, zijn vader en zijn zus dat het ford van de terroristen is aangevallen en alle dieven nu gepakt. Ook is de familie van Jean-Luc nu in veiligheid. Hij krijgt zijn beloning, twee miljoen, voor het terugvinden van de juwelen en de president verdubbeld dit bedrag. Als ze huiswaarsts keren vragen ze zich af: Zou iemand ons ooit geloven?