Deel 1
Gijs Brouwer en Jan van Dieren, beiden 15 jaar oud, wonen in het dorpje Stroe, vlak bij de Veluwe. Ze zitten in het verzet, net als hun vaders, hun meester en nog meer mensen. Jan en Gijs krijgen af en toe opdrachten van hun vaders. Als het maar gevaarlijk is, want daar houden de jongens van. Deel 2 is een vervolg op deel 1. In deel 1 ontdekken Gijs en Jan in een nacht een Duitse legerbasis. Dit moesten hun vaders weten dus ze renden snel naar huis. Maar dat ging nog niet zo gemakkelijk, want een NSB’er stond in de weg… De NSB’er was van plan om de jongens dood te schieten. Maar gelukkig was Sjoerd de oudere broer van Gijs net op tijd en schoot de NSB’er neer. Zo kwamen ze toch nog veilig thuis. En de vaders wisten nu dat de jongens opdrachten deden voor het verzet. Op een nacht werd er op de ramen geklopt en Gijs keek uit zijn raam en schrok zich dood. Een jongen stond voor zijn raam en vroeg of ie hem binnen wou laten eenmaal binnen bracht Gijs hem naar de kelder. Toen klopte de Duitsers aan en gooide alles overhoop en toen liep een Duitser naar de kelder waar die jongen zat. Hij scheen zijn zaklamp en toen scheen hij precies op een rat toen liep hij terug en zij dat er niets was.later vertelde de jongen dat zijn familie was opgepakt omdat hij een jood was. de jongen heette David Cohenhij is later naar het kamp gegaan om voor iemand in de plaats gaan werken .
Deel 2:
De vaders wisten nu dat ze in het verzet zaten dus ze kregen de opdracht om alles te weten te komen over de Duitse basis.
Het is een heldere nacht en Gijs en Jan gaan er op uit. Hun opdracht niet geheel zonder gevaar staat te wachten. Gijs en Jan zijn helemaal gecamoufleerd, ze zijn eigenlijk helemaal onzichtbaar. Het enige probleempje is dat ze doodsbang zijn. Na een stuk wandelen komen ze bij de oversteekplaats. Vanaf nu moet alles gesmeerd lopen. Het is doodstil en donker maar de maan geeft net voldoende licht om te zien wat voor Jan en Gijs ligt. Eerst steekt Jan over. Gelukkig zonder geluid te maken komt hij in het bos. Nu moet Gijs nog. “Oké zegt Gijs nu moet ik gaan.” Gijs was bang maar hij moest wel. Ondertussen was Jan zonder gevolgen overgestoken. Dus waarom zou Gijs het niet kunnen. En hup weg was hij als een speer stak hij over. Binnen 5 sprongen was hij er. Zo kwamen ze in het bos terecht. Na 2 a 3 meter. Voelde Gijs Jan’s hand. Samen slopen ze onder de sparren door. Dat was nog niet zo simpel als het leek ze kregen allemaal takken in hun gezicht, maar gelukkig deed het geen pijn en gelukkig maakte het ook bijna geen geluid. Toen ze eenmaal op dreef waren ging het snel. Ziezo de sparren hielde op. Ze lagen nu in het mos. Gijs tikte Jan aan en ze stonden op. Ze liepen een aantal meter vooruit. Gijs en Jan stonden even stil. Tot nu toe ging alles nog goed. Hopen dat de rest ook zo goed loopt. Jan rook sigarettenlucht. Hij tikte Gijs aan. “Gijs ik ruik sigarettenlucht.” fluisterde Jan. En nog geen 20 meter stond er een Duitser te roken! Hij vroeg “Wie spät ist es?” En achter 2 betonnen palen ruisten er takken en zagen ze een schaduwvlek van een persoon. Toen hoorden ze “Ein viertel nach eins.” Gijs dacht dat die jongens niet veel ouder waren dan zij. Toen ging de schim weer terug. De jongens gloeide helemaal. En besefte dat het wel heel gevaarlijk was wat ze aan het doen waren. Door het luid gepraat van de Duitsers konden Gijs en Jan rustig doorlopen. En even later stonden ze voor een poort van een enorm terrein. Er stonden barakken en luchtkanonnen opgesteld. Ze slopen even door en ze wisten nu hoe ze het terrein konden binnenkomen. Gijs en Jan gingen terug op weg naar huis. Ze gingen dezelfde weg terug. Via de sparren en de oversteekplaats. Toen ze eenmaal bij de oversteekplaats kwamen moesten ze weer proberen om aan de andere kant van de weg te komen. Ze staken samen over. “Halt staan blijven” en er werden kogels afgevuurd. Ze doken een bosje in. Zouden ze nu nog neergeschoten worden of ontvoerd worden? Deze gedachte schoot door de hoofden van de jongens. David Cohen kwam uit het kamp en had iemand bevrijd en was daarna zelf ontsnapt en ging toen naar Volendam om op een schip werken; eenmaal in Volendam werd hij achtervolgd door een NSB-er toen hij wou vluchten schoot hij de NSB-er dood en vluchtte naar Engeland waar later de bestudeerde Duitse werd gebombardeerd. David Cohen werd piloot bij de luchtmacht en heeft toen vele basissen platgegooid in Nederland en vele andere landen.
Over de schrijver
Henk van den Berkt is geboren op 14 maart 1939 in Utrecht. Zijn beroep is schrijver.
Hij heeft als hobby's: schrijven en dichten muziek maken. In het kerkkoor is hij dirigent. Daarnaast behoren ook tot zijn hobby's pianospelen, zeevissen, motorrijden, trimmen, schaatsen en lezen.
De boeken die hij heeft geschreven zijn:
Verzet op de Veluwe deel 1 en 2 .
Weerzien met de vijand deel 1 en 2.
De verborgen buit.
Smokkelaars op Texel.
Gevaarlijke stropers.
De jeugdbende..
Ridderspoor 1 en 2
REACTIES
1 seconde geleden
R.
R.
Heten de jongens niet Gijs van Dieren en Jan Brouwer? in mijn boek (deel 1) staat namelijk: ''Maar ben jij dat? Gijs van dieren, jongen wat voert jou hierheen?''
Overigens een goed verslag:)
12 jaar geleden
Antwoorden