A Praktische gegevens.
1 Bibliografische gegevens.
1 Tsjip / De Leeuwentemmer.
Willem Elsschot.
2 Em. Querido\'s Uitgeverij B.V Amsterdam.
3 Tsjip 1934
De Leeuwentemmer 1940
4 16e / 14e druk 1991
5 167 bladzijden
6 Psychologische-familie-roman
7 Het boek bestaat uit twee delen (Tsjip / De Leeuwentemmer) daar tussen zit een korte passage dat de overgang vormt van het eerste deel naar het tweede. Verder bestaat Tsjip uit 21 hoofdstukjes en De Leeuwentemmer uit 16 hoofdstukjes.
8 Het boek is geschreven aan de kleinzoon van de auteur, Jan Maniewski. Ook is er aan het begin van het boek opdracht.
9 5 februari ’04
2 Titelverklaring. De titel van het eerste deel is: Tsjip. Dit slaat op de naam van de jongen die aan het eind van het eerste deel geboren wordt, hij heet eigenlijk Jan, maar zijn opa (Laarmans) geeft hem gelijk de bijnaam Tsjip. Als op het gezicht van Jan een glimlach verschijnt, zegt Laarmans dat hij voortaan \'Tsjip\' zal heten. De reden dat dit hele deel de naam Tsjip heeft is doordat de geboorte van de zoon helemaal centraal staat in het verhaal. Er wordt de hele tijd toegeleefd naar het moment van de geboorte van het kind. In het tweede deel van het boek, De Leeuwentemmer, gaat het om de band die er is tussen opa en kleinkind (Laarmans en Jan (Tsjip/De Leeuwentemmer). Echter is het vreemd dat in dit deel Laarmans Jan (Tsjip) ineens de bijnaam De Leeuwentemmer geeft. Deze bijnaam krijgt hij omdat Jan in zijn gesprekken met zijn grootvader constant over leeuwen vraagt. Dit gebeurt gedurende de tijd dat grootvader en Jan bij elkaar zijn door het hele boek, waardoor het hele boek deze titel draagt.
3 Tijd in de geschiedenis. Het verhaal speelt zich ongeveer af in de tijd waarin het boek ook geschreven is, dus zo rond 1934 / 1940, tussen de wereldoorlogen in. De argumenten die er zijn om te denken dat het boek in die periode speelt, is doordat ze in het boek spreken over een radio, die toen net geïntroduceerd was. Ook gaan ze naar Polen toe met de trein als ze op familiebezoek gaan, waarvoor de mensen nu ook niet meer zouden kiezen. En er worden in het verhaal veel telegrammen verstuurd, wat ook duidelijk uit die tijd was. De reden dat het verhaal in die tijd is geplaatst is doordat, de schrijver een verhaal heeft geschreven over iets dat hem is overkomen, en dan waarschijnlijk rond die periode.
4 Tijdsduur. De tijdsduur van het verhaal is zo ongeveer vijf à zes jaar. Dit heb ik gebaseerd op het feit dat het verhaal begint ongeveer zo\'n jaar voor de geboorte van Jan, waarna het eerste deel is afgesloten. Daarna in het tweede deel wordt er nog zo\'n vijf jaar beschreven van de eerste levensjaren van Jan, en wat hij daarin wel niet allemaal meemaakt.
5 Ruimte. Het eerste deel speelt zich voornamelijk af in Leuven, waar Bennek en Adele beide op de Handelshogeschool zitten en waar ze elkaar dus hebben leren kennen. Het huwelijk vindt plaats in een klein plaatsje aan zee, Coxijde, waar Laarmans een huisje heeft. Later gaan ze naar Polen toe, waar ook voornamelijk het tweede deel van het boek zich afspeelt, hier komt Bennek oorspronkelijk vandaan en hier woont ook nog steeds zijn familie. Verder wordt er in het tweede deel gereisd tussen België en Polen, doordat Adele en Bennek scheiden en de ouders beide recht hebben op het zien van hun kind. Er vinden dan ook veel briefwisselingen plaats. Wel is te concluderen dat er geen van de gevallen sprake is van een belangenruimte, maar alleen van speelruimtes.
6 Hoofdpersonen. In het boek heb je voornamelijk te maken met: Adele, dochter van Laarmans en zijn vrouw, (ex)-vrouw van Bennek, moeder van Jan (tsjip / de leeuwentemmer) en zus van Ida, Walter en Jan. Zij is een flat character, doordat je niet een duidelijke ontwikkeling ziet in haar karakter. Ze heeft echter wel een aantal duidelijke karakter eigenschappen, die je vooral in het eerste deel duidelijk naar voren ziet komen, deze eigenschappen zijn dat ze soms terughoudend is, ze is emotioneel en toch sterk. Inde tijd dat ze haar zoon kwijt is blijft ze ervoor vechten om hem terug te krijgen. Over haar uiterlijk valt niet veel zinnigs te vertellen.
Laarmans, echtgenoot van zijn vrouw (in het boek niet anders genoemd), vader van Adele, Ida, Walter en Jan, schoonvader van Bennek en grootvader van Jan (tsjip / de leeuwentemmer). Ik vond dit een heel krachtig persoon, zoals hij in het boek is beschreven, een echte vader. Hij probeert langere tijd zijn kleinzoon terug te krijgen door veel telegrammen te schrijven, hierdoor zie je duidelijk hoeveel hij van zijn kleinzoon houdt en dat hij echt veel om hem geeft. Tevens doet hij erg zijn best om bij de schoonouders van Adele een goede indruk te maken. Ik denk dat je bij hem te maken hebt met een round character. In het begin is hij heel rustig en een beetje op de achtergrond geplaatst, terwijl later, als zijn kleinzoon is geboren, en meegenomen zie je een duidelijke band ontstaan tussen deze twee, waarin hij zich tot een echte opa ontwikkeld en opkomt voor bepaalde rechten Hij houdt dus van rust en staat voor iedereen klaar alhoewel hij zich soms ook heel strijdig is. Verder is hij op bepaalde punten onzeker, bijv. als hij in het gevecht is om zijn kleinzoon terug te krijgen.
Bennek zijn relatie tot andere is hierboven duidelijk genoemd. Hij is een flat character. In het begin laat hij een van zijn karaktereigenschappen zien, namelijk dat hij heel lief, gemoedelijk en zorgzaam is. Later weet hij het te presteren om zijn zoon zomaar van zijn vrouw weg te nemen. Dit is een soort machtuiting en heel anders als die zorgzame uit het begin. Dit zijn twee heel tegenstrijdige eigenschappen. Of hij verandert in deze (korte) tijd zo extreem, of hij doet zich in het begin anders voor als dat hij werkelijk is.
Jan (tsjip / de leeuwentemmer) zijn relatie tot andere is hierboven duidelijk genoemd. Hij komt in het eerste deel nauwelijks te sprake, doordat hij dan nog niet bestaat. Hij is verder gewoon nog een jong en hopeloos kind, dat niet veel inspraak heeft en alleen maar mee wordt getrokken in het verhaal, hierdoor weet je niet echt karaktereigenschappen. Hij is daardoor in mijn ogen een flat character.
In het tweede deel worden er brieven geschreven aan de oudste zoon van Laarmans (Walter), alleen komt deze persoon in dit deel verder niet als persoon naar voren die zelf dingen beleefd.
Bapcia, zij is een tante van Bennek en hier wordt Jan (tsjip / de leeuwentemmer) deels ondergebracht tijdens zijn verblijf in Polen. Zij is ook de vrouw die uiteindelijk reageert op de brieven van Laarmans.
Mevr. Landau, met deze mevrouw reist Jan (tsjip / de leeuwentemmer) mee naar Polen en met haar zou hij ook weer mee terug komen, wat dan uiteindelijk alleen niet gebeurt.
B Vertelwijze. 1 Perspectief. In het eerste deel van het boek (Tsjip) heb je te maken met een \'personaal ik-perspectief\'. De \'ik\' figuur in dit deel is Laarmans, die beschrijft hoe zijn leven is op het moment dat zijn dochter met een Pool gaat trouwen, waaruit dan later kinderen ontstaan. Hijzelf neemt ook deel in het verhaal, waardoor er sprake is van een I-protagonist. Een aantal zinnen waaruit dit blijkt zijn: -\'\'Ik doe mijn boord aan, die ik had uitgelaten omdat die jongen…\'\' (Blz.32) -\'\'Ik stel haar nu gerust en zeg dat zij moet opschieten.\'\' (Blz.63) In het tweede deel van het boek (De Leeuwentemmer) is het zo dat het verhaal wordt verteld aan de hand van brieven die Laarmans aan zijn oudste zoon, Walter, schrijft, om hem op de hoogte te houden van wat er gebeurt met zijn zus (Adele). Deze brieven worden geschreven vanuit Laarmans, waardoor je eigenlijk een beetje een vertellers perspectief (auctorieel perspectief)krijgt. Hij vertelt als het ware het verhaal rondom Jan, Bennek en de overige familie.
De auteur heeft voor deze perspectieven gekozen, doordat zijn verhaal zo het best naar voren komen. In het tweede deel staat namelijk centraal hoe de band is tussen opa en kleinzoon. Door die brieven die hij dan aan zijn zoon schrijft, zie je duidelijk zijn emoties en hoeveel hij om dat kind geeft. In het eerste deel blijft de auteur naar mijn idee meer op de achtergrond, terwijl het perspectief toch bij hem ligt. Ik heb een beetje het idee dat hij meer een verteller is en het verhaal vertelt over zijn dochter en dat dit centraal staat.
2 Taalgebruik. Om te beginnen was het natuurlijk een Vlaams boek, waardoor er een aantal woorden in stonden die ik geen duidelijke betekenis kon geven, zoals: souper= maaltijd \'s avonds laat. Verder is het boek geschreven in een tijd, toen er nog ander Nederlands werd gehanteerd, waardoor er woorden in staan die je nu niet meer zou gebruiken. (ginder). Het boek is verder geschreven in de voltooid tegenwoordige tijd, het zijn korte simpele zinnen, beeldspraak komt er niet of nauwelijks voor in het boek. Al met al was het niet een lastig boek om te lezen.
3 Beschrijving van personen en ruimte. De auteur heeft niet (bewust) aandacht besteed aan het beschrijven van personen en ruimte. Dit heeft hij waarschijnlijk niet gedaan doordat het toch niets toevoegt aan het verhaal. Alleen in het begin lijkt het of hij Bennek en zijn familie wat beschrijft, dit heeft hij dan gedaan om duidelijk een tegenstelling te laten zien tussen hoe lief hij is en de andere kant van hem, als hij dat kind mee neemt naar Polen.
C Thematische aspecten. 1 Motieven. De verhaalmotieven die ik heb uitgekozen bij dit verhaal zijn: Problemen in een huwelijk, het begint allemaal zo mooi, dan scheiden ze en dan beginnen de echte problemen pas. Namelijk het gedoe rondom het kind, wat van hen beide is. De liefde van een grootvader voor zijn kleinzoon, dit is toch wel het centrale thema in het tweede deel. Alles gaat erom dat opa, maar natuurlijk ook de rest van de familie, kleine Jan weer terug wil hebben. Het missen van het kind, dit geld voornamelijk voor Adele die haar Jan moet missen, maar nadat Bennek en Adele net getrouwd zijn, geld dit ook voor Laarmans en zijn vrouw. Hun kind gaat namelijk naar Polen, dit is echter maar voor een korte periode. De problemen van het hebben van een buitenlandse echtgenoot, Bennek is hier voor de studie, maar zijn familie woont nog gewoon in Polen, waardoor Adele ook genoodzaakt is (soms) daar heen te gaan. Vooral in die tijd was dat niet een kwestie van pak het vliegtuig, maar zat daar een lange reis aan vast. Opgroeiende kinderen, dit is ook een aspect in het verhaal. Laarman en zijn vrouw hebben namelijk vier kinderen die ouder worden en steeds meer zelf hun weg gaan. Op een gegeven moment moeten zij die kinderen ook los laten en hun eigenweg laten gaan, terwijl zij natuurlijk eeuwig voor hen wilden zorgen.
De abstracte motieven die ik heb uitgekozen bij dit verhaal zijn: Liefde, dit is toch wel de belangrijkste. Je hebt in het verhaal namelijk de liefde van Adele voor Bennek, de liefde van Adele en Bennek voor hun kind en de liefde van Laarmans voor zijn kleinkind. Verder zijn er natuurlijk meer mensen die van elkaar houden, maar dat is niet echt relevant voor het verhaal. Eenzaamheid, dit geld ook weer voor meerdere personen. Namelijk voor Adele die haar man en kind moet missen en Laarmans die zijn kleinkind mist, waardoor deze personen zich best wel eenzaam gaan voelen. Machteloosheid, als dat kind mee is genomen naar Polen zijn ze in België machteloos. Ze kunnen niets doen, als wachten en hopen op een goede afloop. Die brieven die Laarmans dan Polen schrijft hebben weinig nut, als er niet op wordt gereageerd. Onzekerheid, er is maar een klein deel waar je dit motief bij kan plaatsen en dat is op het moment dat Jan is mee genomen naar Polen, maar als hij op de afgesproken datum niet terug komt, zijn ze in België onzeker over zijn leven.
In het boek komen geen leidmotieven voor.
2 Thema. Hoe de relatie is en kan veranderen tussen kleinkind en grootvader, opa.
De liefde van een grootvader voor zijn kleinzoon.
De schrijver wil met dit boek laten zien dat de band tussen kleinkind en grootvader enorm sterk kan zijn, en dat de opa er dan ook alles voor doet om zijn kleinkind weer terug te krijgen.
Eerst zie je dat Adele en Bennek een kind krijgen, waar Laarmans dan direct voor valt. Zijn liefde voor het kind is zo enorm, dat hij er ook alles voor doet om zijn kleinkind weer terug te krijgen. Op sommige momenten voelt hij zich dan machteloos, doordat de afstand zo groot is en hij niets anders kan doen als wachten, ze leven in onzekerheid.
D structurele aspecten. 1 Volgorde van gebeurtenissen. Het boek is chronologisch geschreven, waardoor het niet al te ingewikkeld was. In het begin wordt het vrij gedetailleerd verteld, terwijl in het tweede deel eigenlijk de hoofdzaken worden beschreven. Tussen de twee delen in zit een tussenstukje, waarna het volgende deel begint, op dat moment is er een sprong in de tijd gemaakt. Er is hier dus gebruik gemaakt van tijdverdichting, waarmee een periode van zo\'n 4 jaar worden overbrugt. Deze tijdverdichting zit in het boek, doordat er in deze periode toch niets relevants gebeurt met betrekking tot het verhaal.
2 De belangrijkste gebeurtenissen. De belangrijkste gebeurtenissen in het verhaal zijn: Adele en Bennek gaan trouwen (in Coxijde aan zee). Ze krijgen hun kind Jan (tsjip / de leeuwentemmer). Ze vertrekken naar Polen, waar ze korte tijd later besluiten om te gaan scheiden. Jan (tsjip / de leeuwentemmer) gaat eerst met Adele mee, maar niet lang erna reist hij met mevr. Landau mee naar Polen, waarna ze hem niet meer teug zien op de afgesproken datum. Er is een lange telegram wisseling tussen Polen en Laarmans. Uiteindelijk besluit Adele om hem zelf op te halen in Polen.
Er zit in het boek toch een vorm van spanningsopbouw. In het eerste deel is het totaal niet spannend, maar als die jongen eenmaal is ontvoerd wordt het toch spannend doordat de vraag blijft of de jongen ooit weer terug zal komen bij zijn moeder. In het begin lijkt alles heel gemoedelijk, totdat de ware aard van Bennek naar boven komt. Het hoogte punt van de spanning ligt denk op het punt dat Adele naar Polen gaat en hier dan in de afwachting zit of ze de jongen mee terug zal krijgen.
3 Het begin. Het boek begint met een informatief stukje. Hierin wordt beschreven dat Bennek eerst niet erg aanwezig was in het huishouden, terwijl hij nu wel erg nadrukkelijk aanwezig is. Hierin wordt dus al beschreven dat er een verandering aan staat te komen, die echter pas veel later in het verhaal zijn vruchten daadwerkelijk afwerpt.
4 Het einde. Tsjip heeft natuurlijk een open einde doordat De Leeuwentemmer het vervolg is op dat deel. Echter zou het zonder het vervolg ook kunnen, doordat je dan zoiets hebt dat ze vredig zijn getrouwd en verder een gelukkig leven samen zouden zijn gaan lijden. Het boek in zijn geheel heeft een gesloten einde. Uiteindelijk heeft Adele haar kind terug en zullen Bennek en Adele ieder apart verder een leven gaan lijden. Natuurlijk zou ook op dit deel weer een gevolg kunnen komen, waarin Bennek weer zijn kind komt halen, maar dat was niet het geval.
E Mening. De reden dat ik voor dit boek heb gekozen, is niet geheel vrijwillig. We moesten namelijk een boek lezen uit deze periode, en ik moest ook nog een boek van een Vlaming lezen, en ik had van een vriendin al wel gehoord dat dit wel een leuk boek was. Het boek is geschreven in een tijd, die wij eigenlijk niet kennen. Al de luxe die wij nu hebben kenden zij nog niet en het feit dat iemand met een persoon trouwt uit een ander land, is dan praktisch gezien wel heel lastig. Ik vond het leuk om te lezen hoe dat soort problemen hier in het boek worden behandeld, en dat al die luxe dus eigenlijk overdreven is. Ook denk ik dat het aspect van het scheiden in die tijd nog heel anders was als nu. Nu zie je namelijk veel vaker dat mensen scheiden, terwijl het in die tijd toch een andere betekenis had. Het inlevingsvermogen in het boek is voor mij niet zo groot, doordat ik nooit een opa heb gekend, en dus niet weet hoe het is om een opa te hebben die zoveel om je geeft. Ik vind het wel heel mooi om te zien hoeveel mensen van elkaar kunnen houden, in dit boek vind ook dat dat heel mooi is beschreven. Het hele verhaal in het boek komt zeer geloofwaardig over, dit heeft er misschien mee te maken doordat een deel misschien autobiografisch? Is. Het gekozen perspectief vind ik bij dit boek heel goed gekozen. De emoties van de personen worden hierdoor goed vertaald, waardoor de inleving groter is. Ook de vorm van het tweede deel, de brieven, zijn goed gekozen, doordat de schrijver van de brieven zo ook een andere kant laat zien. Doordat het verhaal nogal chronologisch was, was het heel makkelijk te begrijpen, afgezien van die enkele Vlaamse woordjes. De beschrijving van de gebeurtenissen was ook heel goed en kwam zeer geloofwaardig over. Het belangrijkste moment in het boek is toch wel het moment dat Jan (tsjip / de leeuwentemmer) niet terug keert op de afgesproken datum en dat grootvader daardoor best wel van slag raakt. Je haalt hier uit het verhaal dat de gemoederen bij de familie oplopen en de emoties komen hier duidelijk naar voren. Toen ik het boek begon te lezen, had ik niet echte een voorstelling van het verhaal. Het eerste deel vond ik nogal saai, er gebeurde haast niets. Terwijl in het tweede deel alles echt los kwam en de clou pas echt naar voren kwam.
F Samenvatting.
Tsjip: Frans Laarmans, de verteller, begint te vertellen over de relatie van zijn dochter Adele met Bennek Maniewski. Beiden studeerden zij aan de Handelshogeschool. Aanvankelijk werkte Bennek alleen samen met Adele, maar weldra werd de verhouding intiemer, en nu wacht iedereen in huize Laarmans op het moment dat Bennek een aanzoek doet. Zes weken voor de afsluiting van zijn studie vraagt Bennek dan toch aan Laarmans of hij met Adele mag trouwen. Dit laat de gemoederen thuis niet ongemoeid, en op een dag verschijnt Benneks vader voor de deur. Hij dineert bij de familie Laarmans, en uiteraard is de sfeer gespannen. Benneks vader spreekt echter met geen woord over het huwelijk. Na een tijdje komt er een brief uit polen, waarin Benneks vader vertelt dat het huwelijk niet doorgaat, en dat Bennek in Polen blijft, en waarin hij Laarmans verzoekt Bennek niet meer binnen te laten. Direct schrijft Laarmans een boze, en bijzonder onbeschofte brief terug aan Benneks vader. Hij krijgt al vrij kort na het verzenden ervan spijt, maar dan is de brief al onderweg. Na het examen, waarvoor Bennek en Adele beide slagen, is er een feest bij Laarmans thuis. Bennek vertrekt echter toch naar Polen, Adele blijft alleen achter, waar ze duidelijk verdriet om heeft. Dan komt er nog een brief uit Polen waarin bennek schrijft alsnog te willen trouwen. Het huwelijk vindt plaats in een klein plaatsje aan zee Coxijde, waar Laarmans een huisje heeft. Hoewel beiden ook in de kerk willen trouwen, gaat dit niet door omdat de pastoor aldaar geen medewerking wil verleenn. Adele en Bennek vertrekken naar Polen, Laarmans gaat terug naar Antwerpen. Zijn vrouw en kinderen blijven nog een tijdje in Coxijde. Adele verschijnt plotseling aan weer bij Laarmans aan de deur, ze wil alsnog een kerkelijke inzegening. Hoewel de familie Laarmans niet kerkelijk is, vraagt Laarmans de pastoor medewerking, en een half uur later wordt Adele gedoopt. Na de biecht wordt het huwelijk alsnog ingezegend. Bennek en Adele vertrekken naar Polen, waar ze in Gdynia gaan wonen. Dan komt al snel het bericht dat Adele haar eerste kind verwacht. Het wordt een zoon: Jan, genoemd naar een broer van Adele. Direct gaat de vrouw van Laarmans naar Polen om haar dochter te helpen. Als ze terugkomt, blijkt ze dolenthousiast over haar kleinzoon, en dus komt Jan al gauw naar België, om in het huisje in Coxijde kennis te maken met de rest van de familie. Laarmans kan haast niet wachten van spanning. Meteen geeft hij Jan al zijn eerste bijnaam: \'Tsjip\'. \" Jij wordt door onze mussen begroet. Ik blijf staan en zeg \'Tsjip\'. En in zijn mondhoeken verschijnt een glimlach. Ja jongen, voortaan heet jij Tsjip.\"
Dit verhaal wordt opgevolgd door een korte passage, getiteld \" Achter de schermen; Ontleding van de inleiding tot Tsjip\". Hierin probeert de auteur op humoristische wijze toe te lichten hoe de inleiding tot stand is gekomen.
De Leeuwentemmer: Het verhaal van De Leeuwentemmer is geschreven als een soort aaneengesloten brief van Laarmans aan zijn zoon Walter, die in Parijs is. Laarmans vertelt veel over zijn kleinzoon, die nu de bijnaam \'leeuwentemmer\' heeft gekregen, omdat hij het is zijn constante gesprekken met zijn grootvader constant over leeuwen heeft. Adele, Laarmans\' dochter, is nog altijd getrouwd met Bennek Maniewski. Bennek heeft zich als een eerzuchtig zakenman ontpopt, die graag hogerop de ladder wil. Adele, die liever eenvoudig van persoon blijft, en zich niet graag als \'chic\' wil voordoen, is Bennek dan ook een doorn in het oog. Dan brengt Bennek een bezoek aan Laarmans, en tijdens een wandeling vertelt hij dat hij van Adele wil scheiden. Probleem is in dit geval dat scheiden met onderlinge goedkeuring in Polen niet toegestaan is. Daarom willen Adele en Bennek scheiden met als voorwendsel dat Adele \"geen echtelijk verkeer\" meer wil hebben met Bennek, en ook geen \"kinderen te kweken\". Adele mag het kind houden, de leeuwentemmer zal een paar maal per jaar naar Polen gaan. Adele en de leeuwentemmer keren terug naar België, en Adele past zich snel weer aan in de nieuwe situatie. Later zal Adele hertrouwen met een Albert, de leeuwentemmer vertrekt met mevrouw Landau voor een maand naar Polen. Mevrouw Landau zou ook weer met hem terugkeren, maar als zijn weer terug is, heeft zij de leeuwentemmer niet bij zich. In huize Laarmans is men geschokt. Laarmans zelf schrijft veel brieven naar Polen, maar krijgt geen respons. Dan komt er wel een brief terug: de leeuwentemmer zal in Polen blijven, waar hij een katholieke opvoeding krijgt ( bij Laarmans is men niet kerkelijk). Adele is ontroostbaar. Na een familieberaad in huize Laarmans besluit Adele zelf naar Polen te vertrekken. In Danzig blijkt de leeuwentemmer met mazelen in bed te liggen. Adele verblijft korte tijd in een hotel, als hij weer genezen is, gaat ze er met hem vandoor. Thuis wordt het tweetal met enthousiasme ontvangen.
G De auteur.
Over Elsschot (1882-1960)
Zeer bekend werden zijn romans Lijmen/Het Been, Kaas, Een Ontgoocheling en Het Dwaallicht. Die roem was er rond 1911, toen Elsschot begon te publiceren nog allerminst: van een Vlaamse schrijver verwachtte het lezende publiek op zijn minst sappige streekromans in het Vlaamse dialect geschreven. (Zoals immers Felix Timmermans en Stijn Streuvels deden!).
Pas na 1928 werd Elsschot echt ontdekt in Noord-Nederland, vooral door de stimulerende invloed van Ter Braak en Du Perron.
Illustratief daarvoor is het gegeven dat de roman Lijmen in 1914 werd gepubliceerd en Elsschot pas in veertien jaar later, in 1928 een vervolg op deze roman, Het Been liet verschijnen. Vooral Ter Braak moedigde hem aan dit vervolg te schrijven (op een literatuurlijst dienen beide boeken als een geheel gezien te worden).
De stijl van Elsschot is cynisch. Dat komt het beste tot uiting in het verderop volgende begin van de roman Kaas. Deze roman wordt op veel scholierenliteratuurlijsten vermeld.
Ook heel populair, maar misschien wat ontoegankelijker is de korte novelle Het Dwaallicht. Wie dit boek leest moet in elk geval een goed gevoel hebben voor de doorlopende ironische benadering die Elsschot geeft van onze Westerse christelijke cultuur.
De grote populariteit van Elsschot blijkt ook wel uit de vele bewerkingen van zijn boeken als tv-spelen. (Lijmen/Het Been, De Verlossing, Villa des Roses, Kaas).
Er is een zekere verwantschap tussen de schrijvers Nescio en Elsschot. Een belangrijk verschil is wel dat Elsschot meer heeft geschreven dan Nescio, en dat er bij Nescio sprake is van een vaak centraal stellen van de natuurbeleving. Dat laatste ontbreekt volkomen bij Elsschot. (Voorbeeld: aanhef van de novelle Het Tankschip: \"Het eeuwige gezeur van de zee werd drukkend, onuitsprekelijk. \" Zo’n zin zou bij Nescio ondenkbaar zijn).
Ook is er zeker verwantschap tussen het werk van Elsschot en de verhalen van Simon Carmiggelt. Je zou zelfs kunnen stellen dat Carmiggelt iets van Elsschot heeft geleerd. Bij beide auteurs treft men ironie en soms cynisme aan. Wel is Carmiggelt milder. En uiteraard heeft zijn werk een ander karakter doordat hij zich uitsluitend beperkte tot het genre van het korte verhaal.
Hoewel Elsschot zelf vond dat hij bij geen stroming behoorde (hij zei dat hij nooit romans van anderen las om niet te worden beïnvloed) kunnen we hem toch heel goed indelen bij de groep rondom het tijdschrift Forum, dus de Nieuwe Zakelijkheid. Immers zijn woordgebruik is zakelijk, direct, zonder versieringen. Hij bezigt de gewone spreektaal.
Minder bekend is dat Elsschot in zijn eerste periode gedichten schreef.
Deze gedichten komen nog het dichtst bij de \"Parlando\"-poezie zoals Du Perron die schreef. Dus de inhoud (en vooral het karakter, de \"vent\") is in die gedichten belangrijker dan de vorm.
Heel bekend bijvoorbeeld zijn de regels:
\"want tussen droom en daad
staan wetten in de weg
en praktische bezwaren\"
(uit het gedicht het huwelijk)
H Literatuuropgave.
http://huiswerk.scholieren.com/uittreksels/verslag.php?verslagid=6268
http://www.collegenet.nl/content/digilessen/literatuurgeschiedenis/interbellum/012.htm
Tsjip / De Leeuwentemmer
REACTIES
1 seconde geleden