Auteur: Gerard Walschap
Trouwen, Antwerpen, Amsterdam Manteau, 1988-9, 172 blz (eerste druk 1933)
Genre: roman
Keuze. Ik heb dit boek gekozen, omdat het me wel een mooi boek leek. Nadat ik dit boek gelezen had, vond ik het wel een mooi boek. Het was een Vlaams boek, dus sommige stukken waren moeilijker te lezen, maar als je verder las begreep je wel wat ermee bedoeld werd. Op het begin was het boek ook nog niet echt leuk, maar als je verder in het verhaal kwam wel, dus toen ik het boek uithad vond ik het wel een mooi boek.
De schrijver is aan het woord.
De belangrijkste personen uit het verhaal zijn:
Rik van oepstal: de hoofdpersoon uit het boek, om hem gaat het hele verhaal.
Mie zaterdag: wordt in het verhaal de vrouw van rik. Zij komt uit een arm gezin.
Karlien steenackers: de moeder van rik
Toon van oepstal: de vader van rik
Elvire: de dochter uit zijn vorig huwelijk, waarop kop verliefd wordt
Kop: de oudste zoon van mie en rik
Rik en Karlien hadden beide op de kloosterschool gezeten, maar beide waren ermee opgehouden omdat het hen tegen viel. Ze ontmoette elkaar in de koffieboon. Ze kochten deze en kregen rik. Rik moest van hun ouders naar de kloosterschool. Hij deed daar zijn best niet en werd van school getrapt.
Rik had ook een vriendin, die hij eigenlijk niet echt leuk vond.
Toen ging hij naar de landbouwschool. In slaagde hiervoor, maar zijn diploma had hij nooit afgehaald, omdat zijn moeder net op die dag stierf. Zijn vader was al eerder gestorven. Hij vond het niet erg, want hij had ruzie met zijn vader. Toen wilde hij op een dag voor de trein gaan springen. Hij kwam daar en ontmoette mie. Hij ging ermee praten en vergat zijn idee om voor de trein te springen. Ze hadden langzamerhand van niets een eigen bedrijf opgebouwd. Eerst ging mie in een fabriek werken, maar het werk beviel haar niet en toen ging rik
Rik ging elke keer met de kar naar de markt en mie bleef in de winkel. Mie spaarde elke dag een beetje en kocht een eigen land voor hen. Omdat ze telkens spaarde moesten ze zuinig aan doen. Rik wist hier niets van en dacht dat ze te weinig geld hadden. Hij wilde alles doen om aan geld te komen. Totdat mie liet zien waarvoor ze spaarde. Ze kregen kinderen. Alle kinderen bleven thuis wonen, want ze hadden toch plaats genoeg. Op een dag kwam Elviere terug en verleide kop. Kop werd op haar verliefd en dat mocht niet van rik. Rik had niet verteld dat Elvire zijn dochter was uit een ander huwelijk. En rik werd zo boos dat hij hen sloeg. En Elvire vluchtte weg. Toen kwam er iemand langs om te vertellen dat mie zijn vader slecht lag. Mie had al heel lang niets meer van zijn vader gehoord. Mie kreeg die tijd haar 12e kindje, maar dit werd teveel voor haar en ze stierf. Mie en haar vader werden samen begraven. Rik werd uiteindelijk hoofd van de kerkgemeenschap en stierf een aantal jaren later.
Het thema is armoede en liefde. Er is een auctoriaal vertelperspectief. De plaats waar het verhaal zich afspeelt is niet echt duidelijk. Het is ergens op het platte land. De tijd is ook niet duidelijk, maar het zal wel in de tijd zijn dat er veel verschil is tussen arm en rijk en dat het geloof heel belangrijk is. De verhaalfiguren zijn karakters. De situaties zijn soms voorspelbaar. En de vertelwijze is chronologisch. Af en toe zijn er wat flash-backs. Er zijn wel veel tijdsprongen en is ……… Het thema is het katholieke geloof, het verschil tussen arm en rijk en liefde. Geloof: Het gedeelte dat hij naar een priesterschool gaat en dat hij later het hoofd wordt van de kerkgemeenschap. Liefde: als hij zelfmoord wil plegen en als hij dan mie ziet. Het verschil tussen arm en rijk:” als hij met het arme meisje wil trouwen, omdat hij van haar houdt. Als hij mie ziet wil hij geen zelfmoord meer plegen, omdat hij verliefd op haar wordt. Ze gaan trouwen en dit verandert zijn leven.
Het is voor het eerst gepubliceerd in 1933.
De schrijver: De Belgische schrijver Gerard Walschap (1898-1989) werd geboren in Londerzeel in Vlaams-Brabant als zoon van een herbergier. Walschap studeerde filosofie en theologie, maar brak zijn priesteropleiding af, omdat hij het celibaat niet zag zitten. In 1924 verhuisde Gerard Walschap naar Antwerpen en trouwde een jaar later. Hij was redactiesecretaris van het weekblad Het Vlaamsche Land en redacteur van het culturele tijdschrift Dietsche Warande en Belfort. Walschap maakte in 1923 zijn literaire debuut met de gedichtenbundel \"Liederen van leed\". In 1928 verscheen zijn eerste roman \"Waldo\". Vervolgens verscheen de trilogie \"Adelaïde\" (1929), \"Eric\" (1931) en \"Carla\" (1933). In 1939 werden deze uitgaven gebundeld onder de titel \"De familie Roothooft\". Deze boeken waren niet erg geliefd bij de clerus en leidden uiteindelijk tot een breuk met de Katholieke kerk. In \"Vaarwel dan\" (1940) verantwoordde Walschap zijn besluit om de kerk de rug toe te keren. Gerard Walschap werd inspecteur van de openbare bibliotheken en zou deze functie tot zijn pensionering in 1963 blijven vervullen. De na 1940 verschenen boeken ademen een humanistische geest, waarbij de strijd tussen gelovigen en ongelovigen regelmatig terugkeert.In totaal schreef Gerard Walschap ongeveer dertig romans. Bovendien was hij actief als essayist en toneelschrijver en schreef een aantal verhalenbundels en jeugdboeken. in 1954 ontving Walschap de Staatsprijs voor \"Zuster Virgilia\" (1951) en \"Oproer in Congo\" (1953). In 1965 werd zijn gehele werk onderscheiden met deze staatsprijs. In Nederland ontving Walschap in 1968 de Grote Prijs van de Nederlandse Letterkunde. Andere belangrijke werken: \"Een mensch van goede wil\" (1936), \"Houtekiet\" (1939), \"Ons geluk\" (1946), \"Zwart en wit\" (1948), \"De ongelooflijke avonturen van Tilman Armenaas\" (1960), \"Het Oramproject\" (1975) en \"De heilige Jan Mus\" (1979). In die tijd was het geloof erg belangrijk. Ook was er een groot verschil tussen arm en rijk. De schrijver heeft meer boeken geschreven over de kerkgemeenschap.
Ik vond het verhaal wel goed geschreven. Zijn hele leven werd in het boek verteld. Het stuk dat Rik zelfmoord wil plegen en dat hij dan mie tegenkomt spreekt mij het meest aan. Ik vind het taalgebruik iets minder positief, maar dit komt doordat het een Vlaamse schrijver is. Het boek is daardoor soms moeilijker te lezen. Ik heb verder geen ander boek van hem of over de kerkgemeenschap gelezen, dus kan ik het niet met een ander boek vergelijken. Het thema van het boek vind ik wel leuk, je kunt zo zien hoe het leven vroeger was. Het taalgebruik vond ik ingewikkeld doordat het een Vlaamse schrijver is. Ik vond het toch wel een mooi boek.
REACTIES
1 seconde geleden