Auteur
Gerard Walschap
Over de auteur
Jacob Lodewijk Gerard Walschap werd op 9 juli 1898 in Londerzeel geboren, hij was het 2e kind. Zijn ouders Florent Walschap en Anna Maria Peeters hadden een herberg en een winkel. Gerard Walschap zat vanaf zijn 10e in een internaat en ging later voor priester studeren. Deze studie brak hij alleen in 1921 weer af. Hij trouwde in 1925 met Marie-Antoinette Theunissen, die vanaf toen zijn zaken en administratie zou regelen. Hij kwam in de redactie van verschillende weekbladen zoals Hoger Leven en Forum. Uiteindelijk is hij Inspecteur Openbare Bibliotheken geworden, en dit is hij tot zijn pensionering in 1963 gebleven. In 1929 verscheen het boek Adelaïde waarmee hij een grote ruzie met de kerk ontketende. Pas bij het begin van de Tweede Wereldoorlog eindigde de ruzie en keerde Walschap het geloof en de kerk de rug toe. Met de roman Trouwen won hij in 1936 de Driejaarlijkse Staatsprijs. Hij overleed op 25 oktober 1989.
Titel
Trouwen
Titelverklaring
Het huwelijk van Rik en Mie redt eigenlijk het leven van Rik. Dit huwelijk houdt hem ook de rest van zijn leven op de been.
Motto
is er niet.
Thema
Een man die door omstandigheden in de put is geraakt wordt van zijn zelfmoordneigingen verlost door zijn huwelijk met een eenvoudige maar mentaal veel sterkere vrouw.
Idee
Het vragen naar medeleven met mensen die door omstandigheden geen voorbeeldig leven hebben geleid, maar toch hun leven gebeterd hebben.
Motieven
De vloek van Toon die hij uitspreekt over Rik. Rik zal geslagen worden met hamer. Komt meerdere keren ter sprake in het verhaal. Eenzaamheid. Rik voelt zich heel eenzaam als hij zijn familie,vrienden en huis kwijtraakt. Zo eenzaam dat hij besluit zelfmoord te plegen. Dit zal niet het eerste boek zijn waar eenzaamheid van de hoofdpersoon in voorkomt, dus is het geen verhaal maar literair motief.
Liefde. De liefde van Mie houdt Rik in het hele verhaal op de been. Zonder deze liefde had Rik allang zelfmoord gepleegd. Of hij was helemaal in elkaar gestort. De liefde houdt hem overeind en motiveert hem als hij dreigt weer een beetje depressief te worden.
Personen
Rik van Oepstal is mentaal een zeer zwakke man. In zijn jeugd veel te veel verwend en veel te vaak zijn zin gekregen. Hierdoor krijgt hij later problemen met veel mensen. Hij is ook erg wisselvallig ; het ene moment wil hij nog priester worden dan weer hovenier en later werkt hij in de winkel van zijn vader. Hij heeft weinig zelfvertrouwen. Als men hem maar een gek vindt in het dorp wordt hij meteen weer depressief (round character ; je leert hem in het begin heel anders kennen dan hij uiteindelijk blijkt te zijn). Mie Zaterdag is mentaal veel sterker dan Rik. Trekt zich weinig aan van wat anderen vinden van haar. Ze is erg snel tevreden en heeft niet veel nodig om tevreden te zijn. Ze houdt van orde en ze houdt er ook van de touwtjes in handen te hebben. Mie is een flat character omdat ze in het hele verhaal ongeveer hetzelfde blijft (flat character / type ; de hard werkende arbeiders vrouw).
SAMENVATTING
In het dorp van het verhaal woont een brouwer die Steenackers heet. De familie Steenackers heeft een dienstbode die Karlien heet. Tegenover de familie Steenackers zit een kruidenierszaak "In de koffieboon". Toon van Oepstal, de jongste broer van de bazin van "In de koffieboon", hij ontmoette Karlien daar weleens. Na een tijdje kwam "In de koffieboon" te koop. Toon kocht de winkel en trouwde 3 maanden later met Karlien. Karlien raakte na verloop van tijd zwanger en Rik werd geboren. Hij werd er letterlijk en figuurlijk kind aan huis.. Rik werd ouder en ging studeren op kosten van de brouwer. Hij moest priester gaan worden. Omdat Rik zich bij het college elke keer zo misdroeg werd hij weggestuurd. Bij het college daarna ook. Bij het derde college hield hij het nog tamelijk lang vol. Hij werd niet weggestuurd. Hij besluit echter om zelf maar weg te gaan, want de studie boeide hem niet zo. Hierdoor krijgt hij ruzie met Toon, zijn vader. Toon slaat Rik en wordt tot zijn grote verbazing teruggeslagen. Rik dreigt zelf nog om hem met een hamer te slaan, maar hij slaat uiteindelijk niet. Zij vader spreekt een vloek over hem uit. Hij zal later door zijn zoon geslagen worden met een hamer. Rik gaat dan bij de familie Steenackers wonen en spreekt zijn vader bijna niet meer. Hij gaat een hoveniers opleiding volgen. Als Toon op zijn sterfbed ligt, vraagt hij nog naar Rik en Rik wordt bij hem gehaald. Toon sterft tijdens het gesprek met Rik en Rik toont totaal geen emoties behalve dan dat hij bang is dat de geest van Toon hem zal blijven achtervolgen. De dienstbode van de familie Steenackers, Alfonsine, raakt zwanger van Rik en wil met hem trouwen. Zij wil ook eigenaresse zijn van de winkel als Rik deze ooit zou overnemen. Rik wil dit niet en krijgt ruzie met de brouwer. De brouwer wil daarna niks meer met Rik te maken hebben. Ook zorgt hij ervoor dat Alfonsine wordt weggestuurd. Zij vertrekt naar Brussel. Net op het moment dat hij zijn hoveniers examen moet gaan doen wordt zijn moeder ziek en blijft hij bij haar. Hierdoor hij haalt hij weer geen opleiding. Karlien gaat dood en weer is er geen echt teken van emotie bij Rik. Rik gaat aan de alcohol en raakt zijn vrienden kwijt. Ook kan hij de huur van het huis niet betalen en raakt hij zijn huis kwijt. Hij vereenzaamd meer en meer en besluit zelfmoord te gaan plegen. Hij wil voor de trein gaan liggen, maar hij ziet nergens een trein. Hij loopt naar een huisje dat vlakbij staat voor wat afleiding. Daar woont Mie Zaterdag. Hij wordt verliefd op haar en besluit toch maar geen zelfmoord te plegen. Uiteindelijk trouwen ze. Ze gaan samen in het oude huis van Toon wonen. Dit betalen ze met wat geld dat Mie nog ergens tegoed had. Rik wordt uitgelachen in het dorp dat hij met een Zaterdag is getrouwd. Dit is namelijk een arme bakkers familie. In de winkel komen bijna geen klanten meer omdat Rik bekend staat als een asociaal. Mie gaat in een fabriek werken en verdient al het geld. Rik schaamt zich hier een beetje voor en gaat na de geboorte van hun eerste kind (daarna komen er nog 11) zijn waar op straat verkopen. Hij gaat gewoon de dorpen langs. Uiteindelijk blijkt dat Mie geld gespaard heeft en zij koopt een stukje land voor Rik. De vader van Mie verveelt zich thuis maar en vertrekt. Hij weet nog niet waarheen, maar hij belooft dat als het slecht met hem gaat dat hij hen dat zal laten weten. Rik en Mie gaan in zijn huis wonen, want dat huisje ligt dichter bij het stukje land. Ze kopen nog meer land en verkopen het geen wat ze verbouwen op de markt van Brussel. Ze sparen weer geld en bouwen een veel groter nieuw huis. Alfonsine, die de werkster was van de familie Steenackers, schrijft een brief en komt langs met haar dochter Elvire. Dit is dus ook de dochter van Rik. Elvire is nog boos op Rik dat hij destijds haar moeder heeft laten barsten toen ze zwanger van hem was. Rik durft alleen tegen niemand te zeggen dat Elvire zijn dochter is. Hij is bang dat Mie dat niet leuk zal vinden. Elvire doet alsof ze Riks slimste zoon, "Kop", verleid. Dit vindt Rik niet leuk, hij houdt ze continu in de gaten. Rik betrapt ze een keer als Kop en Elvire wat liggen te rotzooien in het schuurtje. Rik en Kop vechten en uiteindelijk wordt Rik door Kop met een hamer voor zijn hoofd geslagen. Rik overleeft het en realiseert dat dit de vloek van zijn vader was.
Mie gaat dood en Rik uiteindelijk ook. Er wordt door de verteller nog verteld dat de familie van Rik van Oepstal tot een zeer grote is uitgegroeid.
REACTIES
1 seconde geleden