Spaanschen Brabander door G.A. Bredero

Beoordeling 6
Foto van een scholier
Boekcover Spaanschen Brabander
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 2333 woorden
  • 26 november 2001
  • 74 keer beoordeeld
Cijfer 6
74 keer beoordeeld

Boek
Auteur
G.A. Bredero
Lezen voor de lijst
Niveau 4 (15-18 jaar)Lezen voor de lijst Niveau 4 (15-18 jaar)
Genre
Toneelstuk
Komedie
Blijspel
Schelmenroman
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1617
Pagina's
56
Geschikt voor
bovenbouw vwo
Punten
3 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Prostitutie,
Maatschappijkritiek,
Sociale problemen

Boekcover Spaanschen Brabander
Shadow
Spaanschen Brabander door G.A. Bredero
Shadow
ADVERTENTIE
Hulp nodig bij je toetsweek?

Met ToetsMij oefen je per hoofdstuk voor al je vakken, precies op het niveau van je toets. Zo weet je precies wat je kunt verwachten en met de uitleg bij de antwoorden kun je lastige dingen beter begrijpen. Zo zijn er geen verrassingen meer op de toets en haal je hogere cijfers!

Probeer nu 7 dagen gratis!

LAAGLAND MODULE 5, SLOTOPDRACHT (HOSE 6 LITERATUUR) Beschrijvingsopdracht

· Complete titelbeschrijving G.A. Bredero, Spaanschen Brabander, Leeuwarden 1992 (eerste druk)

· Welke editie heb jij gelezen (origineel, origineel+vertaling, alleen vertaling) Ik heb het boek gelezen met de vertaling en het origineel, daar was ik wel blij mee want alleen het origineel dat had ik heel lastig gevonden, en nu kon ik het wel goed lezen.

· Motivatie van je boekkeuze Ik heb dit boek gekozen omdat er een stukje van in mijn Nederlandse boek stond, en het me wel een boek leek die te doen was. En er waren veel boeken van in de bibliotheek, dus hoefde ik er niet ver voor te zoeken.

· Samenvatting van de inhoud Eerste deel: Jerolimo Rodrigo (de Spaanse Brabander) prijst in een lange monoloog de stad Antwerpen, waar hij een plezierig leven met de meisjes had. Omdat zijn vele schuldeisers hem echter niet met rust lieten, vluchtte hij naar Amsterdam, maar daar voelt hij zich helemaal niet thuis. Hij ontmoet Robbeknol, een jonge ex-bedelaar, die op zoek is naar een baantje. Jerolimo wil hem wel in dienst nemen, maar hij vindt het jammer dat Robbeknol ‘bot Hollands’ spreekt in plaats van de heerlijke Brabantse taal. Robbeknol rammelt van de honger, maar Jerolimo, die van plan was naar de mis te gaan, houdt een pleidooi voor de soberheid. Twee straatjongens, Aart en Krelis, schelden de ‘hondslager’ en grafmaker Floris Harmensz. Uit voor ‘lampoot’. Floris kan de jongens niet te pakken krijgen en gaat een praatje maken met drie oude mannetjes, Jan Knol, Andries Pels en Thomas Treck; ze hebben het over de pest en over bankroetiers. Daarna ontmoet Floris tweejongens, Joosje en Contant, die ruziën bij een knikkerspelletje; samen keren ze zich tegen Floris.

Tweede deel: Robbeknol is er al snel achter gekomen dat hij bij zijn meester honger en dorst zal lijden. Jerolimo is druk bezig zich op te doffen, waarbij de knecht moet helpen. Uitgedost als een prins gaat Jerlimo de stad in, terwijl hij geen cent te verteren heeft. Tijdens zijn wandeling wordt hij aangesproken door twee snollen, Trijn Jans en Bleecke An, die snel in de gaten hebben dat hij ondanks zijn hoogdravende taal een arme sloeber is. Robbeknol is er intussen op uitgegaan om te bedelen. Als hij met een voorraad eten thuis komt is zijn meester er al. Jerlimo beweert dat hij al gegeten heeft maar kijkt vol afgunst toe. Even later zitten ze samen te smullen van het bijeen gebedelde eten.

Derde deel
Na het eten heeft Robbeknol lekker geslapen. Als hij zijn meester toilet aan het maken is, vindt hij in Jerolimo’s kleding niets dan een lege beurs. Jan Knol, Andries Pels en Floris Harmensz praten over elkaar, de slechte tijden en de laatste nieuwtjes. Dan luidt de klok; de schout en zijn secretaris kondigen een verordening tegen de bedelarij af. Robbeknol schrikt; voortaan zal de Bijbel hem van dienst moeten zijn. Al lezende uit de bijbel zeggen drie spinsters, Trijn Snaps, Els Kals en Jut Jans tegen hem, dat hij in ruil voor een ‘kapiteltje’ eten mag komen halen. Jerolimo komt opgewekt thuis. Hij heeft wat geld weten te bemachtigen en stuurt zijn knecht naar de markt. Onderweg ziet Robbeknol een lijkstoet naderen. Hij schreeuwt het uit van angst, want hij heeft een vrouw horen zeggen dat de overledene naar het huis gebracht wordt waar men eten nog drinken weet en dat moet hun huis zijn. Jerolimo lacht hem uit om zijn domheid.

Vierde deel: Byateris, de úitdraagster’, vertelt dat ze als koppelaarster aardig de kost kan verdienen. Robbeknol komt thuis met een vracht eten en ze beginnen gelijk te eten. Robbeknol verbaast zich over Jerolimo, die ondanks zijn armoede, zich evengoed nog groot voor wil doen met tafelmanieren. De vrekkige huisbaas, Gierige Geeraart, houdt een monoloog en voert daarna een gesprek met Byatreris over wederzijdse kennissen. Geeraart is op weg naar een van zijn huurders, een Brabander, die niet betaald heeft. Byateris heeft ook geld van hem tegoed en samen komen ze bij Jerolimo. Robbeknol wil hen niet binnen laten en uiteindelijk scheept Jerolimo hen af met een mooi praatje. Zodra ze weg zijn, pakt Jerolimo zijn biezen.

Vijfde deel
Els en Trijn horen van Robbeknol dat zijn meester naar Culemborg en Vianen vertrokken is. Jut, Geeraart en Byateris voegen zich bij hen. Als Notaris Joannes Pillorium en zijn klerk langskomen, roept Geeraart de notaris om de inboedel van Jerolimo’s huis te inventariseren. Ook de schout en twee helpers worden erbij gehaald. Er komen nog meer schuldeisers: Balich (de tinnegieter, Otje Dickmuyl (de schilder), Joost die zilveren vaatwerk op krediet heeft geleverd en Jasper, die hem van tapijten en leer voorzien heeft. Ze ontdekken allemaal dat de vogel gevlogen is. De schout opent het huis maar er is niets meer te vinden. De notaris en de schout eisen nu van de anderen betaling maar dit wordt geweigerd. De schout neemt het bed dan maar mee, dat aan Byateris toebehoorde. Robbeknol richt zich tot het publiek voor applaus. · Eerste persoonlijke reactie Ik vond deze tekst best lastig en ingewikkeld om te lezen omdat het taalgebruik, zelfs in de vertaling, nog best lastig is, ook hadden de mensen toen nog hele andere manieren. Verder vond ik het verhaal wel realistisch omdat ik me best kan voorstellen dat zulke dingen gebeurd zijn in die tijd. Het boek was wel onbekend voor mij omdat ik er nog nooit over had gehoord totdat ik er iets over las in mijn Nederlandse boek. Het boek heeft me ook aan het denken gezet over hoe sommige mensen zich voordoen en of ze werkelijk wel zijn als hoe ze zich voordoen.

· Uitgewerkte persoonlijke reactie Onderwerp: · Ik vind het onderwerp in dit boek wel boeiend omdat het grappig is om te lezen dat er best veel mensen de uiterlijke schijn geloven, en erop vertrouwen dat mensen zijn zoals ze zich voordoen. · Het onderwerp ligt niet echt in mijn belevingswereld, dat komt o.a. doordat het verhaal zich in het verre verleden afspeelt en omdat ik op het moment niet echt mensen heb waarover ik me afvraag of ze wel zijn zoals ze zich voordoen · Ik heb nog nooit een ander boek gelezen of een film gezien met hetzelfde onderwerp. Gebeurtenissen: · Ik denk dat de gebeurtenissen heel belangrijk zijn in dit geval want daardoor kom je te weten dat Jerolimo zich anders voordoet dan dat hij is. · Sommige gebeurtenissen vond ik niet echt boeiend en dan moest ik zeker wel worstelen om verder te lezen en van andere gebeurtenissen dan vond ik het wel redelijk te lezen. · Ik ken wel een film, pretty women, waarin een hoer ingehuurd wordt dus daarin gaat het ook wel om een hoer. Ik vond die film leuker dan dit boek omdat je dan ook echt de gebeurtenissen erbij ziet. Personages: · De hoofdpersoon is zeker geen held in mijn ogen want hij doet zich anders voor dan dat hij in werkelijkheid is en dat vind ik zwak, en zeker niet heldachtig. · Ik keur het gedrag van de hoofdpersoon dus ook niet goed omdat ik vind dat je er voor uit moet komen wie je werkelijkheid bent. · Ik zou me in die situatie niet anders voordoen dan dat ik ben dus dan zou ik anderen ook niet laten denken dat ik rijk ben terwijl ik eigenlijk arm ben en daardoor (doordat ik anderen wil laten denken dat ik rijk ben) honger gaan lijden. Opbouw: · Ik vind de opbouw van het verhaal niet echt ingewikkeld, het verhaal is goed te volgen. · Er zitten helemaal niet veel terugblikken in het verhaal en dat is wel fijn want dan is het verhaal makkelijk te volgen. · Ieder vertelt de gebeurtenissen voor zichzelf omdat het een toneelstuk is, dat vind ik wel fijn want dat zie je het hoe hun het ook zien. Taalgebruik: · Ik vind het taalgebruik in de originele versie heel erg moeilijk omdat veel woorden niet meer echt op het Nederlands van nu lijken en het taalgebruik in de vertaling vind ik ook nog wel een beetje moeilijk omdat het nog wel in rijm is geschreven. · Ik vind het taalgebruik wel passen bij de personages omdat de personages uit de 17e eeuw komen en er toen nog veel dichtvorm gebruikt werd. Verdiepingsopdracht

· Beschrijf de relatie met de politieke achtergronden. Geef aan welke relaties het door jou gelezen werk heeft met: · De hervorming; mijn boek heeft geen relatie met de hervorming. · De geloofsvervolging; het gaat in mij boek niet over geloofsvervolging dus ook hiermee heeft mijn boek geen relatie. · De Nederlandse opstand; dit verhaal speelt zich af in 1575 en toen had Amsterdam nog niet voor de opstand tegen Spanje en het protestantisme gekozen maar in sommige stukjes heeft er wel een klein beetje relatie mee omdat Bredero dan zijn eigen ervaring gebruikt van in het jaar waarin het geschreven is, namelijk 1617. · Het patriottisme; er wordt in mijn boek niet over de politieke macht gepraat dus heeft het ook geen verband met het patriottisme. · De franse overheersing; ook hiermee heeft mijn boek geen relatie. Conclusie: er zijn geen of weinig relaties tussen mijn boek en de politieke achtergronden.

· Beschrijf de relatie met de sociaal-economische achtergronden. Geef aan welke relaties het door jou gelezen werk heeft met: · De positie van Amsterdam; het heeft niet echt direct relatie met de positie van Amsterdam, maar wel een beetje want ondanks dat het verhaal rond 1575 afspeelde is het geschreven naar zijn ervaring op dat moment, in 1617. en vanaf 1585 (toen viel Antwerpen in Spaanse handen) kreeg Amsterdam een belangrijke en centrale rol. Amsterdam groeide sterk oa. doordat veel mensen van Antwerpen naar Amsterdam gingen. · De stedelijke gedragscode; hier heeft het wel echt relatie mee want bv Jerolimo laat ongepast gedrag zien, zoals toen bij de hoeren. Bijv. op bladzijde 41, daar begint het gesprek tussen Jerolimo en An en Trijn, de twee hoeren. · De jongeren als doelgroep; het is niet alleen speciaal voor de jongeren geschreven maar het is wel een goede les voor de jongeren dat ze zich niet anders moeten voordoen dan dat ze zijn. · De standenmaatschappij; er is wel sprake van een standenmaatschappij want de rijkere staan duidelijk hoger dan de armere, de armere zijn de slaven van de rijke of ze zijn hoeren.

· Beschrijf de relatie met de culturele achtergronden. Geef aan welke relaties het door jou gelezen boek heeft met · De rederijkers; de schrijver, G.A. Brederode, was een rederijker en behoorde tot de rederijkerskamer van Amsterdam, d’Eglentiers. · Renaissance denkbeelden; geen relatie · De humanistische ideeën; geen relatie · Het stoïcisme; hier heeft het wel een relatie want Jerolimo aanvaarde alles kalm en met gemoedsrust, ondanks dat zijn leven niet echt prettig verliep. Hij raakte niet in paniek. · De maatschappelijke taak van de schrijver; hij probeerde een wijze les aan het publiek over te brengen en een maatschappelijk probleem op het toneel te bediscussiëren. · Het utile dulce idee; het verhaal vermaakte de mensen maar tegelijkertijd zat er een goede les in verpakt, het heeft hier dus wel relatie mee. · De regels van het Frans-Klassicisme; met het Frans-klassicisme heeft het geen relatie en ook met de regels van het Frans-klassicisme heeft het geen relatie. · Het rationalisme; geen relatie · Het empirisme; geen relatie · De verlichting; geen relatie · Het sentimentalisme; geen relatie

· Beschrijf de relatie met de literaire stromingen en genres. Geef aan welke relaties het door jou gelezen werk heeft met: · De strijdliteratuur; geen relatie · De emblematiek; geen relatie · Liederen/ liedboeken; heeft het geen relatie mee, het is namelijk geen lied of liedboek. · Het petrarkisme; geen relatie · De tragedie; het is geen tragedie dus hier heeft het geen relatie mee. · Kluchten/ blijspelen; dit verhaal is een blijspel. · De kinderliteratuur; dit boek behoort niet tot de kinderliteratuur dus ook hiermee heeft het geen relatie. · De spectatoriale geschriften; geen relatie · Imaginaire reisverhalen; geen relatie, het is geen reisverhaal. · De briefroman; geen relatie

· Geef aan welke functie het door jou gelezen boek voor het oorspronkelijke publiek heeft gehad. Geef daarbij, zoveel als mogelijk, een omschrijving van dat oorspronkelijke publiek. Het boek speelt in 1575 en het publiek dat toen in Amsterdam leefde ging vaak naar toneelspelen en zocht daar een goede les is, en dit blijspel was dat schijn bedriegt. Het is niet echt heel goed af te leiden wat het publiek was, ik denk ook niet dat het speciaal voor een doelgroep geschreven was.

Evaluatie

· Is je eerste mening over het boek veranderd? Nee, mijn menig is niet veranderd door het maken van deze opdrachten.

· Zijn er nog elementen in de tekst die je niet begrijpt? Nee, ik begrijp de tekst wel, ik vond het wel moeilijk om er doorheen te komen maar het verhaal was niet erg moeilijk. · Geef je eindoordeel over het boek, voorzien van goede argumenten. Zoals ik al zei is mijn mening over het boek niet erg veranderd, ik vond het nog steeds heel lastig en ingewikkeld om de tekst te lezen omdat het taalgebruik vrij lastig is, oa. doordat het in rijm is geschreven. Ik vond en vind het verhaal nog steeds wel realistisch omdat het verhaal makkelijk echt gebeurd kan zijn. De les die in dit verhaal zit (schijn bedriegt) heeft me ook wel aan het denken gezet want je leert dat je verder moet kijken dan uiterlijke schijn om te weten hoe iemand in werkelijkheid is.

· Ben je tevreden over het uitvoeren van de beschrijvings- en verdiepingsopdracht? Ja op zich ben ik er wel tevreden over alleen kon ik een hoop niet invullen omdat mijn boek daar geen relatie mee heeft.

· Wat was er lastig aan het lezen van een tekst uit de 17e eeuw? Ik vond het taalgebruik het lastigste en de manier waarop het was geschreven, namelijk dichtvorm.

· Bezat je voldoende kennis en vaardigheden voor het uitvoeren van de opdracht? Ja ik wist wel waar alles over ging dus ik bezat wel voldoende kennis.

· Wat ga je volgende keer anders/ hetzelfde doen? Ik ga het volgende keer weer precies hetzelfde doen als dit keer, namelijk eerst lezen en dan het verslag gaan maken. En gewoon bij het eerste punt beginnen en naar beneden verder afwerken.

REACTIES

A.

A.

mooi werk~!

22 jaar geleden

M.

M.

Beste Nathalie, ik vind je boekverslag erg kort door de bocht. Geef voortaan mer toelichting, en noem niet alles puntsgewijs op zoals bij de verschillende relaties tussen het boek en bv. de politiek... Opsommingen zijn wel verduidelijkend, maar ik kan absoluut geen argumenten vinden. Probeer voortaan wat uitgebreider te zijn. ik hoop dat je hier wat aan hebt voor volgende boekverslagen. Gelieve dit emailadres niet gebruiken.

22 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.