Recensie Sonnetten van een leraar. Geschreven door Ida Gerhardt
De sonnetten van een leraar zijn geschreven door Ida Gerhardt. Het zijn gedichten geschreven over haar eigen leven als lerares. De gedichten zijn geschreven in 1949 en uitgegeven in 1951. Op dat moment heeft ze op vier scholen lesgegeven. De gedichten gaan ook over die vier verschillende scholen. Ida Gerhard is lerares in klassieke talen zoals Latijn en Grieks. De gedichtenbundel wordt opgedragen aan haar college J.P.F. Nelck. Het motto van deze gedichtenbundel is het motto van Erasmus: “Als er nu iemand zou zijn die uitroept dat hij zich slecht voelt, verraad hij zijn geweten of in ieder geval dat hij bang is.” Deze bundel is maatschappij krities geschreven dit doet ze op een satirische manier. Alle gedichten zijn geschreven in de vorm van een sonnet. Een sonnet heeft verschillende kenmerken: het telt altijd veertien regels die verdeeld worden over vier strofen. De eerste twee zijn strofen van vier regels (kwatrijnen), die samen een octaaf vormen. De laatste twee zijn strofen van drie regels (terzines), die samen een sextet vormen. Dus alles samen van één sonnet telt dus 14 regels. Daarom is de titel van deze bundel ook: de sonnetten van een leraar. Ida Gerhard heeft in deze bundel ook 14 gedichten geschreven. Ik wil van deze gedichten bundel twee gedichten met jullie bespreken namelijk: Woestijn en Portret. In het gedicht Woestijn wordt in het sonnet beschreven hoe de school eruit ziet. Je krijgt als je dit leest geen positief beeld van de school. De ramen werken niet, het tocht er, schilferige gangen, slechte Wc’s, klamme muren met vochtige plekken erop en scheuren erin en erg slecht meubilair. Het gaat er in deze school angstvallig aan toe. De titel van het gedicht is Woestijn. Veertig weken is er in één jaar school. Ida Gerhard zit dus veertig weken in deze school. Deze 40 weken is een vergelijking met het volk van Israël die 40 jaar door de woestijn heeft gelopen. Ook daar waren geen mooie spullen alleen maar woeste gronden. In de laatste twee regels van het gedicht staat trek je van dit alles niks aan en werk voor je dagelijks brood. Het miserabele neem je voor lief en doe uit plichtbesef je werk goed. Het tweede gedicht wat ik wil uitleggen is Portret. Dit gedicht heeft ze geschreven toen ze les gaf op een school in Kampen. Het portret wat ze omschrijft is afkomstig van een leerling uit Urk. In de eerste strofe beschrijft ze het milieu van de leerling. Hij komt uit een vissersgezin. Zijn ouders lopen nog in klederdracht en trekken volop aandacht bij de overgang van hun zoon. In de tweede strofe beschrijft ze de leerling die in zijn schoolbank zit. Hij trekt emotie, hij heeft wendingen die zij niet kan begrijpen. In de derde strofe geeft Ida een close-up van de leerling weer. Als de jongen een beurt krijgt laat hij af en toe een boer. Dit hoort bij hem en dat zal hij ook altijd blijven doen. In de laatste strofe spreekt Ida veel lof uit over de leerling. Ze vindt hem een veelbelovende leerling. Zéér groot, zéér recht. Hij komt uit bij zijn idealen. In deze bundel vind je verschillende gedichten. Er zijn hele moeilijke gedichten maar ook zitten er gedichten tussen die heel goed te begrijpen zijn. Ik zou een ieder van jullie aanraden om deze bundel te lezen. Je ziet heel goed wat voor beeld Ida van het leven heeft. Een echt aanrader dus!!
REACTIES
1 seconde geleden