Titel: Sneeuw
Auteur: J. Bernlef
Druk: 3de, Amsterdam
Uitgever: Salamander
Aantal pagina’s: 126
Beschrijvingsopdracht:
De motivatie:
Ik heb dit boek vooral gekozen, omdat hij erg dun was. Dit heb ik gedaan, omdat ik niet zo snel lees en omdat de literatuur mij niet echt interesseert, ik vind de lectuur namelijk veel leuker. Toen ik de achterkant las, leek het mij wel een mooi boek, daarom nam ik dit boek mee en besloot ik het te lezen. De voorkant was ook erg raar en mysterieus en daarom leek het mij ook een leuk boek.
De samenvatting:
Deze roman speelt zich af op een eiland in Zweden in de winter. Jan Rezelius (Geboren op 13 februari 1928 in Amsterdam) probeert zich te herinneren hoe het ongeluk, waarbij zijn vrouw Kerstin (Ze had lang blond haar en pigment vlekken in haar gezicht) is omgekomen, is gebeurd. De herinneringen worden hoe langer hoe vager. De politieman die het ongeluk rapporteert, denkt dat het een black-out was. Razelius bezoekt de plaats van het ongeluk en het autokerkhof waar het wrak van zijn blauwe Volvo staat. Hij ziet het beeld van zijn verminkte vrouw in de auto tot leven komen. In de tijd dat zijn herinneringen steeds vager worden, heeft hij seksueel contact met de verpleegster Margaretha (Zij is ongetrouwd en ongeveer 45 jaar). In die tijd heeft hij ook een verhouding met An (Zij is de 18 jarige dochter van Jan Razelius en ze lijkt veel op haar moeder). Uit eenzaamheid gaat hij met haar naar bed. Razelius en An willen dit voorval zo snel mogelijk vergeten. An krijgt een verhouding met een student die meewerkt aan een restauratieonderzoek in de dorpskerk en gaat met hem naar bed. Deze gang van zaken kan hij niet meer verdragen. Met de blauwe Volvo van de student rijdt hij zich precies op dezelfde plaats dood. Dezelfde politieagent denkt nu dat het aan de alcohol lag. Hij denkt aan het eerste ongeluk als zou dat opzettelijk gebeurd zijn. Maar dit past niet in de sluitende oplossing die hij in het rapport heeft gegeven.
De uitgewerkte persoonlijke reactie:
Onderwerp:
· Het boek gaat over Jan die vast zit in het ongeluk waarbij zijn vrouw is omgekomen. · Ik vind het onderwerp niet echt boeiend, want het is niet echt spannend. · Ik had niet echt bepaalde verwachtingen bij dit boek, ik snapte ook niet echt wat de titel Sneeuw bij het boek betekende. Nu wel. · Het onderwerp ligt niet in mijn belevingswereld, je hoort wel eens iemand die een ongeluk heeft gehad, maar je denkt er eigenlijk niet echt over na. · Ik vind wel dat de schrijver het onderwerp goed heeft uitgewerkt, hij schrijft van alles erover en daardoor kom je er veel over te weten. · Er wordt geen bepaalde visie van het onderwerp gegeven. · Ik heb wel een aflevering van Commissaris Rex gezien. Dat is ook ongeveer hetzelfde onderwerp. Een vrouw komt daar om het leven bij een ongeluk en haar man vindt dat zo erg dat hij zelfmoord wil plegen, maar dat lukt hem niet. Ik vind de serie van Rex wel leuker, want daar zit veel meer spanning in.
Gebeurtenissen:
· Ik vind de laatste gebeurtenis het belangrijkste, daar pleegt Jan zelfmoord. Ik vind dat het belangrijkste, omdat dan alles in een keer duidelijk wordt. Die gebeurtenis ervoor is ook wel belangrijk, want die geeft de aanleiding tot de zelfmoord. De gebeurtenis wordt best wel duidelijk uitgelegd. · De gedachten en gevoelens van de personages spelen een belangrijkere rol, want doordat je die leest, begrijp je de dingen. · Ik vind niet dat de gebeurtenissen logisch uit elkaar voortvloeien, er zijn zeg maar fragmenten, maar er is niet echt een draad die je echt kan volgen. Er zijn veel flashbacks en soms moet je echt doorlezen, voordat je dat weet. · Ik vind de gebeurtenissen schokkend, want er worden de meest rare dingen beschreven en op het laatst pleegt Jan zelfmoord en dat had ik eigenlijk niet verwacht. · De laatste gebeurtenis, daar pleegt Jan zelfmoord, heeft het meeste indruk op mij gemaakt, want dat had ik niet verwacht en dat laat dan een grote indruk achter. · Er waren niet echt gebeurtenissen die mij aan het denken hebben gezet. · Ik moest soms wel worstelen om door te komen, maar dat komt omdat het ook best wel een moeilijk boek is, en om die te begrijpen, moet je ook echt worstelen. · De gebeurtenissen worden allemaal heel erg uitvoerig verteld, dat is wel raar, want echt alles wordt uitgelegd, zelfs de bedscènes. Dat is heel raar en dat vind ik ook eigenlijk niet erg leuk, want ik leg veel liever verbanden.
Personages:
· De hoofdpersoon is volgens mij geen held, want een echte held gaat niet met zijn eigen dochter naar bed en pleegt ook geen zelfmoord als hij het echt niet meer ziet zitten en dat doet Jan, de hoofdpersoon, dus wel. · In het boek worden totaal geen karaktereigenschappen van Jan beschreven of verteld, ik leer hem dus niet goed kennen. Ik vind het wel erg belangrijk om wat te weten over de hoofdpersoon, want het is bij dit boek erg belangrijk omdat je anders het verhaal niet kan volgen, je weet dan niet de motieven van onder andere zijn zelfmoord. In het algemeen vind ik het niet zo belangrijk, want daar gaat het ook niet echt om. Het gaat om wat er in het boek gebeurt. · De personages in dit boek zijn wel levensecht. Dit is echt geen sprookje met een koning en een heks of zo. Het boek is heel realistisch geschreven en dan worden de personages ook heel erg realistisch, vind ik. · Ik kon me wel goed verplaatsen in de personages, in alle personages eigenlijk wel. Ik vind het altijd wel leuk dat je je kan verplaatsen in bepaalde personages, want dat geeft gewoon meer drang tot verder lezen van het boek. Ik vind het niet belangrijk als je je kan verplaatsen in een personage, want niet alle boeken zijn daarvoor geschreven en kunnen toch heel erg spannend zijn. · Ik vind Jan niet echt sympathiek, want hij gaat naar bed met zijn dochter en dat vind ik niet echt goed. Ook vind ik het niet echt horen dat je zelfmoord pleegt, wanneer je je niet goed voelt, ook al is het nog zo moeilijk. Ik vind dat je het moet oplossen en dat doe je niet met zelfmoord. · Ik keur het gedrag van de hoofdpersoon erg af. Ik vind het totaal niet kunnen dat je met je verpleegster en je dochter naar bed gaat. Dat hoort volgens mij niet. En als je daarna dan ook nog eens zelfmoord pleegt, omdat je niet goed tegen het verdriet kunt, vind ik dat heel erg, want je moet er toch voor je familie zijn en je hebt elkaar nodig. Dat vind ik heel erg belangrijk. · Ik keur het gedrag van An en Margaretha ook wel af, want dat ik vind het niet echt goed, dat je je openstelt om met iemand naar bed te gaan, waar je niet verliefd op bent. · Ik vind beslissing van Jan wel begrijpelijk, want hij mist zijn vrouw en hij vindt het moeilijk om de dood van haar te accepteren. · Ik zou niet hetzelfde reageren, want ik vind dat je er gewoon overheen moet komen en het moet leren accepteren, dat is veel beter als wat Jan deed. · Ik vind het wel heel onvoorspelbaar dat Jan zelfmoord pleegde, dat had ik totaal niet verwacht, maar dat verwacht je eigenlijk nooit.
Opbouw:
· Ik vind het verhaal best wel ingewikkeld in de opbouw, want er is een heleboel door elkaar gegooid. Je moet het echt aandachtig lezen, om te weten in wat voor tijd je zit. · Ik vind het verhaal niet echt spannend, want er is niet echt iets gebeurd. Het is gewoon eigenlijk zo’n verhaal over iemand die dood is gegaan en iemand die dat probeert te verwerken. Dat vind ik nou niet echt bepaald spannend. · Er zitten heel erg veel flashbacks in het verhaal. De meeste flashbacks gaan over het ongeluk en hoe het nou gebeurd kon zijn, jammer genoeg word je er niets wijzer van. Er is ook een flashback die gaat over zijn jeugd, maar wat die nou te maken heeft met het verhaal, begrijp ik niet. Ik vind het best wel vervelend dat deze flashbacks er zijn, want je moet heel erg goed nadenken waar het dan bij hoort en dat is heel erg lastig bij dit verhaal, want het is al zo moeilijk om dit boek te volgen. · Ik vind de opbouw wel passen bij de tekst, want de tekst is ook al zo vaag af en toe. · Ik vind ook wel dat deze opbouw bij het onderwerp past, want Jan die gaat elke keer terug met zijn gedachten naar het ongeluk om te weten te komen wat er toen gebeurd was. · Je ziet de gebeurtenissen door de ogen van twee mensen. De ene keer zie je het door de ogen van Jan en de andere keer zie je het gewoon vanaf de schrijver. Ik vind het wel goed passen, want het verhaal is al heel vaag en dit is ook erg vaag. Het is heel moeilijk om het verhaal te begrijpen als ze de hele tijd wisselen van perspectief. · Bij dit boek is een gesloten einde, maar je blijft toch wel met een vraag zitten, want op het eind weet je nog steeds niet hoe en waarom het ongeluk is gebeurd en daar draaide het hele verhaal eigenlijk om. Ook vraag ik me wel af wat er met An is gebeurd. · Het boek heeft me eigenlijk helemaal niet geboeid, want ik vond het erg saai verteld. Wat ik ook erg raar vond, was dat er per hoofdstuk 3 keer werd verteld dat het bijvoorbeeld ‘11 graden Celsius vroor.’ Dat vind ik totaal niet belangrijk.
Taalgebruik:
· Ik vind de verhouding tussen het dialoog en de beschrijvingen wel goed. Het was allebei goed verdeeld, maar het werd niet echt afgewisseld, dat vind ik wel jammer, want ik vind het leuker als het erg veel wordt afgewisseld, dan houd je je aandacht er tenminste bij. Als je eerst heel veel dialoog krijgt en daarna weer heel veel beschrijvingen krijgt wordt het heel erg saai. · Ik vond het taalgebruik in dit boek gewoon. Het was niet moeilijk, maar ook niet heel makkelijk. Dat vind ik op zich wel heel erg leuk, want dan kan je zeg maar gewoon doorlezen. Als het heel moeilijk is, dan ga ik heel erg lang nadenken over de betekenis van een woord, want anders ga ik mij daar erg aan storen.
Verdiepingsopdracht:
Verwachtingen:
· Ik verwachtte dat het verhaal over een ongeluk ging en dat ze het verhaal zouden reconstrueren. · Dat er een ongeluk was, had ik goed, maar dat ze het verhaal gingen reconstrueren, was niet zo.
Fabel en sujet:
· Het verschil tussen fabel en sujet is dat het verhaal helemaal door elkaar heen loopt, er zijn heel veel flashbacks naar vroeger of een paar dagen geleden. Het verhaal begint dan in het ziekenhuis en eindig je bij de dood van Jan, maar als je het verhaal in logisch-chronologische volgorde zet, dan begin je bij de jeugd van Jan en eindig je bij zijn dood. · De functie van het gebruik van fabel en sujet is dat het dan spannend wordt, maar ik vind het alleen maar lastig. · Ik vind dat het verhaal alleen maar moeilijker te begrijpen wordt als er fabel en sujet inzit. Dat vind ik wel jammer.
Volgorde:
· De volgorde van de gebeurtenissen is niet-chronologisch, want er zitten heel veel flashbacks in. De gebeurtenissen worden door elkaar heen verteld. Het ene moment gaat het over het ongeluk, of in ieder geval fragmenten erover (bijvoorbeeld over ‘de donkere glimmende rotswanden aan weerszijden van de weg met zijn gebroken gele streep in het midden’), en het andere moment gaat het over Jan die naar het graf van zijn verongelukte vrouw gaat. · Het verhaal is niet-continu, want er zijn vaak tijdsversnellingen en tijdsvertragingen. Een voorbeeld hiervan gaat over een jachtpartij met zijn vrienden. Als iemand schiet, wordt het hele schot beschreven, hoe het klonk en hoe het ging. Dat lees je ongeveer tien seconden, maar het duurt in het echt maar een tiende van een seconde. · Flashback: ‘Maar toch dacht hij dat hem bij het zien van het viaduct, de weg, de rotsen die altijd vochtig leken en donker, iets te binnen zou schieten. Iets dat dat verschrikkelijke gat zou kunnen vullen, iets dat hem zou kunnen troosten met een verklaring.’ Terugverwijzing: ‘Toen hij kwam bleef ze even, voorovergebogen, roerloos zitten. Toen spuugde ze zijn zaad voorzichtig in de kom uit.’ Vooruitwijzing was er niet. · De functie van die flashbacks en terugverwijzingen is om het spannend te maken, doordat er eerst informatie wordt achtergehouden en later pas wordt uitgelegd. Het had niet echt een effect op mij.
Vertel- en vertelde tijd:
· De verteltijd was ongeveer drie uur en de vertelde tijd was iets van vier maanden. De verteltijd is dus korter dan de vertelde tijd, maar dat is meestal zo.
Historische tijd:
· De gebeurtenissen spelen zich rond 1970 af, dit kun je weten, doordat er in een passage de overlijdensdatum van de verongelukte vrouw van Jan staat. ‘Dat deed hij iedere dag: Kerstin Razelius. En daaronder 3.5.1930 – 12.9.1970.’
Personages:
· Jan: Hij is geboren op 13 februari 1928 in Amsterdam. Hij woont samen met zijn dochter. Eerder ook altijd met zijn vrouw maar die is door het ongeluk overleden. Hij mist zijn vrouw heel erg, maar dat is wel logisch als je je geliefde kwijt raakt. Hij heeft ook een schuldgevoel tegenover zijn vrouw nadat hij niet naar de begrafenis kon. Hij is erg eenzaam en zoekt daarom warmte bij zijn dochter. Hij uit zich niet veel, want alles wat hij mee maakt kropt hij op. Verder wordt over zijn uiterlijk niets gezegd. An: Zij is de 18 jarige dochter van Jan Razelius. Ze lijkt veel op haar moeder. Ze heeft blond haar, pigment vlekken op haar handen en gezicht en heeft gevoelige lippen. Ze mist haar moeder heel erg, maar dat laat ze niet echt merken. Ze blijft heel erg rustig en als haar vader het moeilijk heeft zorgt ze heel goed voor hem. Daaruit blijkt dat ze heel liefdevol is en zorgzaam. Ze gaat zelfs met haar vader naar bed om hem een beetje te kalmeren. Kerstin: Zij is de overleden vrouw van Jan Razelius en dus ook de moeder van An. Ze heeft net als An lang blond haar en pigment vlekken op haar handen en in het gezicht. Je kunt in het verhaal zien dat ze heel gewenst was, want ander zou je iemand niet zo missen. Er was daarom ook een goede band tussen haar en Jan. Ze zou daarom ook wel heel zorgzaam en liefdevol geweest zijn. Margaretha: Zij is de verpleegster van Jan Razelius. Ze is ongetrouwd en ongeveer 45 jaar. Over haar uiterlijk is niet veel bekend. Wel bekend is dat zij en Razelius vaak met elkaar naar bed gaan maar ze zijn niet verliefd. · De hoofdpersoon heeft niet echt een doel, maar ik vind wel dat hij de dood van zijn vrouw moet verwerken en dat lukt hem niet. · De personages zijn typen, want er zijn niet veel eigenschappen die zij bezitten. · De personages zijn niet zo heel herkenbaar, want ik ken bijvoorbeeld bijna niemand die is overleden. Als ik naar de karaktereigenschappen kijk, dan kan ik mij ook niet met een van hen vergelijken.
Evaluatie:
· Ik vond dit boek verschrikkelijk saai, want er gebeurde niet echt iets. Ik moest echt heel erg worstelen om het boek uit te lezen. Ik had wel verwacht dat het iets leuker was. · Er is helemaal niets veranderd aan mijn mening na de verdiepingsopdracht. · Ik ben wel tevreden over het uitvoeren van de beschrijving, want het ging erg makkelijk en het was ook niet erg moeilijk. Alleen af en toe kon ik niet uit mijn woorden komen bij de persoonlijke reactie. · Ik ben wel tevreden over het uitvoeren van de verdiepingsopdracht, want er waren niet echt hele moeilijke vragen bij of zo. · Het lezen van dit boek was een erge lastige klus, want ik vond dit boek heel erg saai. Ik vind het veel leuker als een boek spannend is, want dat leest veel makkelijker en dat gaat dan voor je gevoel ook veel sneller. · Ik vond het best wel moeilijk dat je ze niet beschrijven hoe het ongeluk is gebeurd, want dan kan je je geen beeld vormen. · Ik had niet het idee dat ik niet alle vaardigheden en kennis bezat. Ik vond dat ik dat best wel goed wist. · Ik wil het de volgende keer wat eerder doen (dat had ik de vorige keer ook al gezegd) , maar ik ben gewend om alles op het laatst te doen en dat is altijd nog wel gelukt. Maar dat vind ik wel een minpunt van mezelf.
REACTIES
1 seconde geleden