Slavenhaler door Rob Ruggenberg

Slavenhaler

Het boek gaat over een jongen genaamd Tyn, die naar zee gaat om geld te verdienen omdat zijn beide ouders dood zijn. Op zijn vaders sterfbed hoort hij dat hij nog een half zusje in Afrika heeft. Nu hij dat weet, wil hij naar haar opzoek. Hij monstert aan op de “Rode Kameel”. Wat hij niet weet is dat de “Rode Cameel” onder een valse vlag vaart. Het schip vaart uit bij Vlissingen maar ze zijn nog meer pas op weg of hij beland in de eerste crisis, hij krijgt namelijk ruzie met Jonas de stuurman’s leerling en de zoon van de reder. (eigenaar van het schip) Hij vergeet een touw goed vast te binden. En Jonas stapt per ongeluk met zijn voet in de lus. Met een opstekende wind schiet het touw los, en vliegt het touw met Jonas er aan naar de top van de grote mast, waar Jonas schreeuwend om zijn moeder later weer op het dek ploft. Door de klap breekt hij zijn been, en Jonas zijn been moet worden geamputeerd. Tyn word met de nek aan gekeken. Later komen ze in Afrika, om water en olifantentanden te halen. Maar als ze aan land willen gaan komen ze een controleur van de V.O.C tegen. En snel hijsen ze de Franse vlag. Maar de controleur gelooft hem niet en vraagt om een vrachtbrief. De schipper stuurt een Franse matroos met de vrachtbrief van de Franse koning. Alleen de controleur valt uit zijn kano en de vrachtbrief valt in het water. Tyn springt van boord en zwemt naar de vrachtbrief alleen hij moet kiezen tussen de controleur of de vrachtbrief, door de schipper kiest hij voor de vrachtbrief en de controleur verdringt. Tyn wordt op het schip als held ontvangen. Tyn krijgt de eer om de tolk van de schipper te worden.(want hij kan lezen en schrijven) Hij krijgt een vel papier waar de worden op staan. Hij moet samen met Friend een gespierde Duitse matroos op de gekochte olifantentanden passen. Tyn wil op zoek naar zijn zusje en hij gaat naar de dorpelingen om te vragen of zij Obaa (zijn half zusje) kennen. Een meisje brengt Tyn langs de hutten naar de oudste man van het dorp. Die zegt tegen Tyn dat ze krah (een soort vloek die niet bestaat) bezat en haar dus vermoord hebben . Tyn begint op de man te vloeken, de man roept zijn lijfwacht en hij hoort dat de man zegt: “dood hem”. Dus Tyn rent naar het strand waar hij struikelt, precies op het moment dat de lijfwacht Tyn wil dood slaan hoort hij een knal en daarna gekreun. Hij kijkt naar boven en ziet de lijfwacht dood op de grond vallen, daarachter ziet hij Friend met een musket. (een oud geweer). Later bij de Goudkust gaan ze aan wal om slaven te kopen en ze kopen 50 slaven bij de koning . Later kopen ze nog 50 slaven van Yao de slavenhandelaar. Door de storm die opsteekt wil de kapitein snel vertrekken en keurt de slaven niet al te nauwkeurig. Opeens ziet Tyn een meisje dat hem doet denken aan zijn vader, omdat ze erg op hem lijkt! Voor hij het weet word het meisje afgevoerd om gebrandmerkt te worden. Maar ze laat zich niet zomaar vangen en rent weg, maar ze wordt gepakt door zijn enige vriend Friend. Een paar maand later op zee gaat Tyn naar het meisje toe en probeert met haar te praten en uit te leggen dat hij haar half broer is. Eerst is communiceren ze moeilijk maar naar mate de reis langer duurt en hij vaker bij haar is, leren ze elkaar steeds beter kenen en Tyn belooft dat als ze aan land gaan hij er alles aan zal doen om haar vrij te krijgen. Dan wordt aan de horizon een schip gezien dat wel 2 keer zo groot is als de ”Rode Cameel” en hij komt dichtbij. De kapitein zet alle zeilen bij maar het heeft geen zin, het grote schip nadert nu tot 20 knopen. Ze kunnen zien met het blote oog dat er veel mannen aan boord staan…….. Hoe het verder afloopt kun je lezen in De slavenvenhaler!!!!!!!!

Verwerkingsopdrachten

Interview

Hoe kwam je op het idee om slavenhaler te schrijven
"Ik ben in Ghana geweest, dat ligt in West-Afrika, en ik heb mij daar verbaasd over al die Nederlandse slavenforten die daar nog steeds langs de kust liggen. Ik heb ook veel in Zuid-Amerika rondgereisd en daar wonen de nakomelingen van de slaven die wij uit Ghana hebben gehaald. Slavenhandel en slavenarbeid zijn belangrijk geweest voor Nederland. Er zijn niet veel jeugdboeken over."

Hoe kwam je op het idee om slavenhaler te schrijven
"Op het strand van Westkapelle (in Zeeland) vond ik een raar schelpje. Ik zocht uit wat het was: een boesje, een betaalschelpje, waar de Nederlandse slavenhandelaren in Afrika de slaven mee kochten. Dat schelpje was in Zeeland in zee terechtgekomen na de schipbreuk van een VOC-schip dat zakken vol boesjes aan boord had. Het schelpje heeft jarenlang op mijn bureau gelegen. Ik keek er vaak naar, ik wilde er een boek over schrijven, maar ik wist niet wat voor boek."

Waar gaat slavenhaler over
"Over een bruin meisje en over een blanke jongen, die onvoorstelbare moeilijkheden overwinnen om samen te kunnen zijn. Het is een verhaal over vrijheid en slavernij, over Afrika, over gevaarlijke tovenaars en wrede slavenhandelaren, over een vreselijke reis op een woeste zee, over wrede matrozen, over een wraakzuchtige jongen met een houten been... en over menseneters."

Menseneters?
"Nederland had in die tijd een kolonie in Noordoost-Brazilië. Daar stonden suikerplantages, maar de Nederlanders vonden het te zwaar werk om zelf dat suikerriet te snijden en daar suiker van te maken. Daar namen ze dus zwarte slaven voor. Maar die slaven liepen natuurlijk weg zodra ze de kans kregen, en Nederlandse soldaten joegen dan op ze, met hulp van Tapoeyers. Dat waren hele wilde indianen, echte kannibalen. Weggelopen slaven waren doodsbang voor die Tapoeyers."

Ik wist niet dat Nederland een kolonie had in Brazilië
"Dat weet bijna niemand. Als je slavernij zegt, denkt iedereen altijd aan Suriname en de Antillen. Maar de Nederlanders zaten al tientallen jaren in Noord-Brazilië voordat wij Suriname en de Antillen in bezit namen. We zijn niet zo lang in Brazilië gebleven, maar toch was die periode heel belangrijk. Op de suikerplantages in Brazilië hadden wij zoveel slaven nodig (ze stierven bij bosjes), dat wij ze zelf uit Afrika gingen halen. Daar lag dus het allereerste begin van de Nederlandse slavenhandel. Dit speelt in het boek een rol."

Een abc tje
A = van Afrika waar het verhaal zich voor een groot deel af speelt
B = van bosjes Afrikaans geld
C=
D = van is van dom dat ie het de touwen niet goed vast knoopte
E = van ezel zo vindt hij zich zelf
F = van Friend zijn enige vriend op het schip
G = is van geduld in het begin van het boek wil Tyn alles te haastig maar later komt hij er achter dat alles beter goed gedaan kan worden dan snel.
H = van hekel hij heeft een enorme hekel aan Jonas
I = irritant; Tyn vind het irritant dat hij Obaas taal slecht spreekt
J = van Jonas waar Tyn ruzie mee heeft.
K = van Kofi de vriend en reis genoot van Obaa
L = van links want Friend heeft op zijn linker wang een litteken
M = van moeder Tyn denkt vaak aan zijn vader en moeder
N = van nieuw wat in Panama’s de stad van de gevluchte slaven begint Tyn weer aan een nieuw leven.
O = van Obaa zijn half zusje
P = van Panama’s de stad waar Obaa, Kofi en Tyn heen vluchten
Q =
R = van ruw wat op de rode Cameel was het leven ruw en zwaar
S = van storm waar hij met de rode Cameel in verzeilt raakt
T = van Tyn de hoofdpersoon
U =
V = van vrijheid want daar vechten ze voor
W = van weglopen want Obaa en Kofi lopen weg van hun meester
X =
Y = van ijverig, dat ben ik wel geweest met dit boekverslag
Z = van zat dat ben ik er nu van!
Ik had dit boek gekozen omdat ik meer wilde weten over de slavenhandel. Door het lezen van dit boek heb ik er een beter beeld van gekregen. Ook door het zien van de film ”Scheepsjongens van Bonte Koe” vond ik het interessant om een boek te lezen over oude schepen.
Het is een boek wat prettig en vlot leest en voor je het weet zit je helemaal in het verhaal. Een aanrader!

dit boek verslag is bedoeld om er zelf geen te hoeven maken dus kopiereer hem