Samenvatting van het boek \"Sisa\"
Het verhaal speelt zich af in Suriname rond het jaar 1712. Marie-Louise Overbeke van Raamsdonk is een plantersdochter. Marie-Louise wordt Map genoemd, omdat iedereen dat meer bij haar vindt passen. Haar vader werkt op een plantage, maar de Fransen trekken moordend en plunderend door Suriname. Map en haar moeder worden gewaarschuwd voor de Fransen, zij zouden namelijk zeer gemakkelijk plantage Overbeke kunnen binnenvallen. Daarom besluit moeder dat zij, Map en huisslaven Kwasi en Ruth moeten vluchten naar neef Olaf, waar ze tijdelijk kunnen blijven. Ook neef Olaf heeft een plantage; een houtplantage. Maar deze plantage ligt dieper het land in, dus de Fransen zullen daar niet zo gauw binnenvallen. Maar dan op een dag is neef Olaf zich aan het volzuipen in de tuin want hij is chagrijnig omdat er weer twee slaven zijn weggelopen. Hij is nogal prikkelbaar en dan komen er ineens twee Franse soldaten de tuin van neef Olaf binnenstormen, omdat neef Olaf al een aantal glazen op heeft doet hij nogal bijdehand en maakt de Fransen belachelijk. De soldaten kunnen er niet om lachen en ze doden neef Olaf. Moeder schrikt van het schot en rent naar buiten, dan wordt ook zij vermoord door de Fransen en op dat moment komt net Map aanrennen. Map ziet hoe haar moeder in elkaar zakt en neervalt op de grond. Ze wil het liefst snel naar d’r moeder toe, maar dat kan niet. Map is samen met Kwasi, en Kwasi beveelt haar zo hard mogelijk weg te rennen. Gelukkig worden Map en Kwasi net niet geraakt. Map en de slaaf Kwasi vluchten het oerwoud in. Map vindt het vreselijk want ze wordt omringd door ongedierte en dat terwijl ze haar moeder en vader ontzettend mist. Na een heel eind door het oerwoud gelopen te hebben komen ze bij het kamp aan waar Kwasi vandaan komt, het is een kamp voor weggelopen slaven. Iedereen in het kamp kijkt Map vreemd aan, want Map is blank met een dure rok en korset aan. Het lijkt alsof de weggelopen slaven haar niet accepteren, want zij is blank en over het algemeen worden slaven erg slecht behandeld door blanken. In het slavenkamp ontmoet Map de slaaf Séry. Ze werkt er overdag mee op het land en daarna wassen ze zich in de rivier. Séry vertelt Map alles over het leven van de slaven. Ze vertelt Map ook iets vreselijks: als slaven weglopen van een plantage, krijgt de achtergebleven familie klappen. Map kan niet geloven dat het ook bij haar vader op de plantage gebeurt. Intussen heeft ze nog niks over haar vader gehoord die op de plantage is gebleven. Kwasi en nog een paar slaven van de plantage gaan kijken of er nieuws is over haar vader. De slaven komen een paar dagen later terug met zeer goed nieuws voor Map: haar vader is niet dood, hij heeft wel een hersenschudding en is gewond aan zijn voet. Map wil zo snel mogelijk naar huis, zodat ze eindelijk haar vader weer kan zien. Maar dat kan alleen als het veilig is en er dus geen Fransen meer rondom de plantage zijn. Maar een paar dagen later wordt het gebied rondom de plantage veilig verklaard en kan Map eindelijk terug naar haar vader. Maar onderweg mist ze Séry heel erg, en ze moet weer denken aan wat Séry laatst zei: Je bent voor mij een zus, een blanke zus. Dit deed Map heel veel. Als ze thuis komt springen de tranen in haar ogen. Ze wou dat dit allemaal niet was gebeurd. Dan ziet ze M’Amba, dat is als het ware haar tweede (bruine) moeder. M’Amba is de huisslaaf van haar vader. Map vraagt zich af hoe het met Ruth gaat. De laatste keer dat ze haar zag was Ruth ziek achtergebleven in het huis van neef Olaf. Misschien is Ruth ook wel vermoord door de Fransen. Gelukkig is Ruth niet vermoord door de Fransen en is ze weer helemaal beter. Nadat Map iedereen gezien heeft vertelt ze alle verhalen aan M’Amba, haar vader en natuurlijk aan haar goede vriendin en huisslaaf Ruth. Ook krijgt Map iets nieuws te weten; zij en Ruth zijn halfzusjes. De vader van Map is ook de vader van Ruth. Dit is fantastisch, haar beste vriendin is nu ook d’r halfzusje. Map vindt het wel fijn om weer bij haar vader te zijn. Maar na zo’n lange tijd tussen de slaven te hebben geleefd kan ze het niet aanzien hoe de slaven worden behandeld. En ze kan er niet tegen dat zwarten als ondergeschikte mensen worden gezien. En bovendien mist ze Séry en Kwasi. Door al deze redenen besluit Map stiekem terug te keren naar het slavenkamp samen met M’Amba, Séry en 4 jongens. Ze wil wat voor de slaven betekenen en vanaf nu gaat ze ervoor zorgen dat geen enkele slaaf meer onnodig zal worden mishandeld. Natuurlijk vindt Map het moeilijk om een keuze te maken, maar uiteindelijk kiest ze toch voor de slaven. Ze laat wel een briefje achter voor haar vader waarin ze laat merken dat ze snel weer terugkomt en dat ze heel erg veel van hem houdt.
REACTIES
1 seconde geleden